KORTE WENKEN 7 OUDERE BEDRIJFSHOOFDEN OP BEDRIJVEN VAN 15 HA EN GROTER HEBBEN VAAK EEN OPVOLGER ITTT de gegevens van voornoemde meitellingen kan worden afgeleid dat er in de periode 1965 tot 1970 in West-Brabant in de bedrijfsgrootteklasse van 15 ha en groter op elk vrijkomend bedrijf een nieuw bedrijfshoofd is gestart. Bij het onderzoek in 1970 op akkerbouwbedrijven in Westelijk Noord-Brabant kwam naar voren dat er voor elk vrijkomend bedrijf van 15 ha en groter de eerste 5 a 10 jaar een opvol ger is. Volgens het bestuur van een boerenbond in West- Brabant zijn het vooral de bedrijven van oudere boe ren waar één soms zelfs twee zoons meewerken. Dat deze oudere boeren niet stoppen is als volgt verklaar baar. Door de hulp van zijn zoon(s) heeft hij het ge- makkelij kesr en in vele gevallen wordt de overname uitgesteld door moeilijkheden van financiële aard. Wanneer de meewerkende zoon tijdig een ander be roep had aanvaard, zou de vader om bovengenoemde redenen waarschijnlijk reeds enige jaren het land bouwbedrijf hebben beëindigd. Door niet tijdig de realiteit te (willen) zien, wor den noodzakelijke aanpassingen uitgesteld, zodat het bedrijf zeker voor twee arbeidskrachten te weinig inkomsten geeft. Daarnaast is het voor de zoon op oudere leeftijd veel moeilijker om te herscholen en als goed vakman een betrekking te krijgen. Al deze moeilijkheden zijn te voorkomen wanneer zowel de ondernemer als de meewerkende zoon dit probleem op hun bedrijf tijdig durven te onderkennen en ern stig streven naar een zo goed mogelijke oplossing. Onderlinge samenwerking tussen de bedrijven dient gebaseerd te zijn op: a. goede afspraak over de regeling 'van de werk zaamheden; b. verdeling van de kosten; c. de deelnemers moeten bereid zijn om van de sa menwerking, waarvan ieder uiteindelijk voordeel heeft, een succes te maken. Bij deze instelling komen de samenwerkende boe ren bij het nemen van beslissingen over te onderne men bedrijfsactiviteiten, investeringen e.d. ook tot beter overwogen en meer doordachte besluiten. Is er voor de blijvers in de akkerbouw en melk veehouderij geen realiseerbare oplossing te vinden maar het is wel bepalend voor het toekomstig levens geluk. GEMEENSCHAPPELIJKE BEDRIJFSOPZET Tot slot nog twee opmerkingen: a. In ruilverkavelingen is het met het oog op de aan de gang zijnde ontwikkelingen bij verplaatsen van bedrijven niet meer verantwoord individuele een mansbedrijven te stichten. De mogelijkheid om voor drie of meer boeren te komen tot één ge meenschappelijke bedrijfsopzet en dit onderbren gen in één gemeenschappelijk bedrijfsgebouw is Drie melkveehouders stichtten in de ruilverkaveling Amerkant in 1968 gezamenlijk één bedrijfsgebouw. REALISEERBARE OPLOSSINGEN ZOEKEN IfcE blijvers op melkvee- en akker bouwbedrijven moeten naar realiseerbare oplossingen zoeken. Intensieve samenwerking, waarbij de deelnemers tot een eenheid van bedrijven komen, zal vaak geboden zijn om de aan de gang zijnde ontwikkelingen in de melkveehouderij c.q. akkerbouw in bedrijfsverband door te kunnen voeren. Alleen de boeren op de groot ste bedrijvén zullen het voorlopig nog individueel kunnen rondzetten. dan dient uit de mogelijkheden voor het omscholen voor een ander beroep een zo verantwoord mogelijke keuze te worden gedaan. De aanstaande bedrijfsop- volgers moeten voor de bedrijfsovername goed ge- informeerd zijn of het bedrijf wel een gezinsinkomen kan opleveren. Een onrendabel bedrijf overnemen, is voor de opvolger altijd funest. Verder moet hierbij worden nagegaan of de aan te gane verplichtingen die verband houden met de bedrijfsovername zoals aflossingen en rente, ook middels de bedrijfsinkom- hier aanwezig. In de melkveehouderij en akker bouw is deze gemeenschappelijke bedrijfsopzet ify verband met de rentabiliteit van de nieuw te stichten bedrijven geboden. De investering voor het bedrijfsgebouw en de inrichting biervan z4ji> dan beduidend lager, de sociale beswaren van Jvet eenmansbedrijf zijn niet meer aanwezig en bij deze samenwerking is er tevens speelruimte om zich ook in de toekomst aan te passen agn zich wijzigende omstandigheden. Nu hoge prestatie per man, maar dure investeringen. Toen goedkope werktuigen en trekkracht. Bij de beslissingen hierover dient de boer zich, bij wijze van spreken, niet in de eerste plaats af te vra gen wat de voordelen zijn van intensieve samenwer king. Het is veel belangrijker om te weten wat het kost als niet intensief wordt samengewerkt. sten kunnen worden gefinancierd. Als dit negatief uitvalt dan is het voor de betreffende opvolgers op dergelijke bedrijven van het allergrootste belang zich om te laten scholen voor een ander passend beroep. Het besluit tot omscholing is bepaald niet eenvoudig b. Voor de aanstaande bedrijfsopvolgers is het zeer belangrijk eens een bepaalde tijd minstens een half jaar op een ander goed geoutilleerd be drijf in een andere streek of land te gaan werken voor aleer ze het ouderlijk bedrijf overnemen. C.A.R. Zevenbergen. OP GRONDEN MET MEER DAN 20 afslibbaar kunt U zonder gevaar voor uitspoeling de kalibemes ting bestemd voor aardappelen, dit najaar reeds uit strooien. De opbrengst van de aardappelen is er niet minder om, ja zelfs nog iets hoger dan bij toediening in het voorjaar. Een voordeel van herfstbemesting is ook de kans op groeiremming door de hoge giften kunstmest in het voorjaar en de lagere kosten bij ge bruik van kali 60 DE PERCELEN WITLOF moet TJ nu controleren op de aanwezigheid van de larven van de witlofmineer- vlieg. De larven -vreten gangen in de bladeren en blad stelen en verplaatsen zich naar de kop van de wortel. Bestrijding is mogelijk door een bespuiting met 1 '/j kg of liter dimethoaat 20 per ha. De bespuiting ten minste 2 maal herhalen met tussenpozen van 3 weken. De laatste bespuiting tot 3 weken voor het oogsten. WENST U DE CONSUMPTIE-aardappelen bij het inbrengen in de bewaarplaats te behandelen met een kiemremmingsmiddel, laat de knollen dan na het doodspuiten 14 dagen in de grond afharden en probeer ze zo droog en schoon mogelijk binnen te krijgen. De maximaal toegestane hoeveelheid bedraagt 1 kg per ton aardappelen. HET MET DE HAND POEDEREN vraagt extra tijd waarvoor een man beschikbaar moet zijn. Het poede ren kan goed gebeuren met een zelfgemaakt poeder apparaat boven de transportband of wel met een band poeder apparaat, waarbij de dosering wordt geregeld met een elektrische vibrator. HET BESTE TIJDSTIP voor het oogsten van de uien is aangebroken als ongeveer 2/3 deel van het loof is afgestorven. Oogst U vroeger, dan duurt het na- drogen extra lang met kans crp kleurverlies. Oogst U te laat, dan krijgt U meer kale uien en dus een hoger percentage uitval. Probeer dus te oogsten op het beste tijdstip. VAN HET GRASLAND IS nu het meeste wintervoer wel gewonnen. Bereken nu de behoefte voor de win terperiode. Vooral nu de prijzen van het ruwvoer niet hoog zijn, is het raadzaam om „royaal" bij te kopen. Hooi of een goede kuil kan gerust een jaar overzitten. ALS VEEHOUDER MOET U ar naar streven tot 1 november over voldoende weidegras te kunnen be schikken, zodat de wintervoorraad niet vroegtijdig be hoeft te worden aangesproken. Het is daarom nu nog te vroeg om reeds met stikstof strooien te stoppen. Stikstof strooien in september is noodzakelijk en ren dabel. DE LAATSTE JAREN is op een aantal bedrijven nitraatvergiftiging voorgekomen bij het voeren van stoppelknollen. Geef daarom geen overdreven zware stikstof bemesting en deze direkt na het zaaien. Met een gift van 400 kg kalkammonsalpeter per ha kan een goed gewas worden -ver-wacht. Houdt hierbij ook reke ning met toegediende organische meststoffen als gier en drijfmest.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 7