Kennis vermeerderen of afwa<
iten hoe het loopt!
Goede kwaliteit
aardappelen
eist nauwkeurig werken
DE INVOER
Uiteraard moet de aardappelrooimachine technisch in
goede staat zijn. De invoer moet zo geleidelijk mogelijk
geschieden, zodat er geen grote proppen ontstaan. De
grootste problemen ontstaan tussen de schijven en de
scharen. Vooral bij liggend en groen loof stropen de
schijven gemakkelijk. Bij een normaal gewas moeten de
schijven 2 3 cm door de grond draaien; maar bij een
sterk legerend en groen gewas biedt een zo diep moge
lijke afstelling van de schijven de beste oplossing. Een
nadeel is, dat de machine op de schijven gaat „lopen" en
het bijsturen wordt dan bijzonder moeilijk. De schijven
moeten scherp, roestvrij en minimaal een doorsnede van
50 cm hebben. In moeilijk te rooien gewassen zijn met
aangedreven schijven zeer goede ervaringen opgedaan.
Alleen is het jammer dat ze nog maar op weinig merken
rooimachines worden toegepast. Stel de schijven zo dicht
mogelijk tegen de rooischaren aan, zodat er weinig grond
wordt opgenomen. Alleen in jaren met doorwas is dit
niet mogelijk. Bij rooimachines uitgerust met torpedo's,
i.p.v. schijven, moeten de torpedo's juist door de grondi
lopen. Onder natte omstandigheden kan er met een ma
chine met schijven langer worden doorgewerkt. De laat
ste jaren worden de gewassen vaak laat doorgespoten en
wil de teler zo snel mogelijk na het doodspuiten gaan
rooien. Eigenlijk moet U na het doodspuiten 10 dagen
met rooien wachten, zodiat omstreeks 20 augustus het
gewas moet worden doodgespoten. Toch is ook na 10
dagen het gewas niet altijd goed dood, zodat het rooien
grote problemen kan geven. Loofklappen is dan nood
zakelijk. Verschillende merken rooimachines kunnen
met een aangebouwde loofklapper worden uitgerust,
maar in een zwaar gewas treedt er nogal eens gemakke
lijk storing op.
SPECIALE LOOFKLAPPERS
|N de praktijk is er een toenemende belangstelling
voor aparte loofklappers. Bij rooien onder natte
omstandigheden worden er dan veel sporen gemaakt. Om
het loof op de rooimachine goed uit de aardappelen te
verwijderen mogen alleen maar de bovenste delen van
het loof worden geklapt, maar liggend loof moet wel
tussen de ruggen worden verwijderd. De scnaren moe
ten glad en roestvrij zijn en aan de zijkant gezien, moet
de punt van de schaar iets dieper staan, dan de onder
kant van de zeefketting. De stand moet zo zijn, dat er
een vloeiende overgang ontstaat naar de zeerketting.
Zowel te vlak als te steil afgestelde scharen geven- een
onregelmatige invoer met extra 'beschadiging en capaci-
teitverlies.
De diepteregeling van de meeste merken rooimachines
gebeurt met de diabolorol. De diepte moet zo worden
afgesteld, dat die schaar juist onder de knollen doorgaat.
Tevens verkruimelen deze rollen de korst en kluiten op
de aardappelrug. Om onder natte omstandigheden het
aanladen van grond te voorkomen, biedt een binnenband
om de diiabolorol een redelijk goede oplossing.
ZEEFKETTING
yANAF de rooischaren komen de aardappelen met
grond op de zeefketting, die zorgt voor het uit
zeven van de grond en het transport van het produkt.
Probeer er voor te zorgen dat op elke grondsoort tot op
het einde van de zeefketting grond achterblijft. Dit kunt
U bereiken door de draaisnelheid) van de zeefketting aan
te passen bij de rijsnelheid. Vaak is in de praktijk de
draaisnelheid van de zeefketting aanzienlijk groter dan
de rijsnelheid en ontstaat er een maximaal zeefeffect met
grote kans op beschadiging. Op diverse merken rooi
machines kan de snelheid van de zeefketting worden
geregeld, deze mogelijkheid zit er niet voor-niets op!
Ook is het mogelijk de draaisnelheid te regelen met het
motortoerental van de trekker, daar in de meeste gevallen
toch het maximale vermogen niet nodig is. Voor de lich
te en de niet te zware kleigronden moet de draaisnelheid
van de zeefketting juist iets groter zijn dan de rijsnel
heid, zodat er een grote capaciteit ontstaat met een
minimale beschadiging. Op zware grond verdient een
grove ketting de voorkeur (spijlenafstand 42 mm). Voor
de lichter gronden is een zeefketting met een spijlen-
afstand van 28 mm en 36 mm nodig. Wel is het verstan
dig om in jaren met doorwas de zeefketting met rubber
te bekleden, zodat er niet al te veel kleine aardappelen
op het perceel achterblijven. Vaak zijn deze rubberen
„staven" moeilijk aan te brengen. Door ze in warm
water te leggen gaat het monteren veel gemakkelijker.
OPSLAG VAN AARDAPPELEN
MEDÊ door de zachte winters van de laatste jaren
neemt het aantal opslagplanten in cultuurgewas
sen schrikbarend toe. Het is gebleken dat bij een be
werking met een vaste tand cultivator aanzienlijk meer
knollen bevriezen dan bij het ploegen. Diverse bedrijven
passen dit ook met succes toe. Helaas is deze metnode
niet toe te passen op de lichte slempgevoelige gronden.
Een goede krielkneuzer, diie onder alle omstandigheden
werkt, zou uitkomst betekenen, maar dit is geen eenvou
dige zaak. Een nauwe spijlenafstand gaat gepaard met
meer grond, maar dit is er bij de gebouwen wel uit te
zeven.
Bij de meeste merken rooimachines zitten er schud-
rollen onder de zeefketting, waarmee de schudintensiteit
wordt geregeld. Gebruik deze alleen, als de grond er niet
op een andere manier kan worden uitgezeefd en let er op
dat de aardappelen dan niet op de ketting gaan springen.
Let er bij aankoop op, dat de zeefketting van de rooi
machine gemakkelijk is te demonteren. Diverse merken
rooimachines hebben een zeefketting uit een stuk, zon
der tussenschakel. Moet er een andere ketting op, dan
vraagt dit veel tijd!
LOOFSCHEIDING
gIJ de loofscheiding komen er 2 systemen voor n.l.
loofafvoertransporteurs en loofrollen. Bij de loof-
afvoertransporteurs ontstaat een goede loofscheiding,
mits het loof niet of heel licht is geklapt. Ook normaal
ontwikkeld loof geeft bij loofrollen geen enkel probleem.
Lang loof geeft wel eens problemen, vooral indien de
aanvoer onregelmatig is, ontstaat er propvorming.
Bij deze rooiers biedt loofklappen uitkomst, maar dan
zo, dat alleen de bovenste delen van het loof worden ver
wijderd, anders hebben de loofrollen onvoldoende hou
vast aan het loof. Om stropen van de schijven te voor
komen is goed klappen tussen de ruggen noodzakelijk.
AFVOERTRANSPORTEUR
^E capaciteit van de afvoertransporteur wordt be
paald door de breedte van die ketting, de hoogte
van en het aantal meenemers op de ketting en ue draai
snelheid. Houd de draaisnelheid altijd zo laag mogelijk.
In ieder geval onder de 60 meter per minuut. Draait de
ketting snel dan worden de aardappelen door de mee
nemers „weggezwiept", zodat er gemakkelijk stootblauw
ontstaat. Veel blauw ontstaat tevens door te grote val
hoogte. Valhoogtes boven de 20 cm zijn ideaal om blau
we aardappelen te krijgen. Vang de eerste aardaoDelen on
door b.v. een jute zak boven de bodem van de wagen
aan te brengen. De meeste rooimachines hebben een
afvoertransporteur volgens de zwanenhalsconstructie, die
er op zit om te gebruiken. Ook bij de verdere verwerking
in de gebouwen is het van belang te letten op draaisnel
heid en valhoogte van de transporteurs en boxenvullers.
zegt U: we zullen maar eens afwachten. Let wel dat
U later niet hoeft te zeggen „Wij hebben te lang ge
wacht".
J. M.
Ondergetekende geeft zich op als deelnemer voor
de cursus E.V.T.O. in Zeeuws-Vlaanderen gedurende
de winter 1971/1972:
Naam en voorletters:
Adres:
WAAR kiest U voor? Voor het eerste of het laat-
ste? Indien U in de landbouw zult blijven zal
dit het eerste moeten zijn. Reeds enige jaren wordt
er in de provincie Zeeland een cursus Economische
Vorming Toekomstige Ondernemers georganiseerd,
gericht op jongeren die binnen afzienbare tijd te ma
ken krijgen met de bedrijfsovername dan wel kort
geleden eer. bedrijf hebben overgenomen. Van de
deelnemers wordt een aktieve deelname, doch ook
zelfwerkzaamheid vereist, onder meer het maken
van een werkstuk.
Het programma omvat de volgende onderdelen:
1. Overzicht en analyse van de bedrijfseconomische
situatie van de bedrijven in het betrokken gebied.
2. Financieringsmogelijheden en aspecten en achter
gronden van de financiering.
3. Economische, juridische en fiscale aspecten van
de bedrijfsovername.
4. Samenwerkingsvormen verticaal en horizontaal.
5. Diensten-verlenende instellingen van belang voor
de bedrijfsvoering.
TIE cursusduur bedraagt 120140 uur, verdeeld
over 20 dagen (1 dag per week). Het aantal
deelnemers is beperkt tot ongeveer 20, waarbij het
tijdstip van bedrijfsovername een voorname rol speelt.
De kosten bedragen 40,exclusief leermiddelen
en excursies. Opgave bij de Rijks Middelbare Land
bouwschool, Dr. D. S. Huizingastraat 28, Schoondijke,
tel. 01173-313 of via uw jongerenorganisatie of bij de
economisch sociaal voorlichter van de Z.L.M. vóór 20
september 1971.
Als cursusleider zal optreden Ir. H. M. van der
Weele, leraar van de R.L.W.'S, te Schoondijke.
Mogen wij in dit verband een beroep doen op de
jongeren, doch ook op de ouders, om hun zoon in de
gelegenheid te stellen deze cursus te volgen. De re-
akties van de vorige cursisten, doch ook van vele
ouders, waren goed en opbouwend. De onderwerpen
die er worden behandeld zijn zó gekozen dat iedere
ondernemer of toekomstige ondernemer er mee te
maken krijgt, dus op de praktijk gericht.
Kunnen wij op een voldoende opgave rekenen of
C. VAN STRIEN.
Consulentschap Akkerbouw en
Rundveehouderij
Zevenbergen,
Een goed afgestorven gewas aard
appelen geeft over liet algemeen bij
een aardappelrooimachine, die in
goede staat is, weinig problemen. De
knollen hebben weinig last van aan
klevende grond en het loof wordt ge
makkelijk verwijderd. Wel is het zo,
dat een goed uitgerijpt gewas bijzon
der gevoelig is voor stootblauw.
Veel stootblauw in een partij aard
appelen geeft een groot uitvalsper-
centage, vooral in Jaren met lage prij
zen. Daarom is het van uitermate
groot belang de aardappelen bijzonder
voorzichtig te behandelen. Een goede
partij aardappelen is altijd te ver
kopen en dit kunt U bereiken door de
machine goed af te stellen. Aan de
afstelling van de belangrijkste onder
delen van de rooimachine woedt in
dit artikel aandacht besteed.
Loofvingers en loofrollen dienen er voor om het loof uit de aardappelen te verwijderen
Woonplaats:
Telefoon:
Geboortedatum:
(Vermoedelijk) jaartal bedrijfsovername:
Grevolgd landbouwonderwijs:
Handtekening
S