Gewestelijke Raden Landbouwschap zeeland en Noord-Brabant vergaderden K. N. L. C. In Cromstrijen en contreien K.N.L.C.-werkbezoek aan Zuid-Holland (Vervolg van eerste pagina) Bij de behandeling van deze conceptbrief werd door de voorzitter van de Commissie Grondgebruik van de Raad aan de hand van een kaart aangetoond de schade lijke doorsnijdingen en ernstige verkleiningen waar mede een groot aantal in het tracé vallende landbouw- /bedrijven te maken zouden krijgen. Tevens werd op het principiële gevaar tegen de toepassing van de nuts wet gewezen. Naar de mening van de Commissie Grondgebruik is het, als de Belemmeringenwet Pri vaatrecht niet toegepast kan worden bij de realisering van een leidingstraat, onjuist om dan maar te grijpen naar het uiterste middel onteigening! Ofwel de Be lemmeringenwet Privaatrecht dient aangepast te wor den ofwel een nieuwe wettelijke regeling gecreëerd te worden, aangepast aan het doel, n.l. de inrichting van leidingstraten. De Gewestelijke Raad besloot in over leg met het Landbouwschap in Den Haag stappen te ondernemen om te trachten te voorkomen dat de Nuts- wet door de kamer wordt aangenomen. NOTA OPENLUCHTRECREATIE NOORD-BRABANT In opdracht van het Provinciaal Bestuur werkt een werkgroep aan een nota over de openluchtrecreatie. De nota zal drie delen omvatten waarvan de eerste twee delen verschenen zijn. De Gewestelijke Raad be sloot om reeds nu zijn ernstige bezwaren tegen deze nota aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant kenbaar te maken. LUCHTVERONTREINIGING Op 6 juli hebben de Gewestelijke Raden van Zuid- Holland en Noord-Brabant een bespreking gehad met de Directeur van het Industrieschap Moerdijk over het doen van metingen i.v.m. luchtverontreiniging en even tuele schaderegeling. Gebleken is, dat in een con venant tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de Colleges van B. en W. van de gemeenten Zevenbergen, Klundert Hoge en Lage Zwaluwe en het Dagelijks Bestuur van het Industrieschap Moerdijk regels ten aanzien van de oprichting en exploitatie van inrichtingen voorzover deze gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van bodem, water en lucht, dan wel voor geluids- en trillingshinder op de terreinen waarover de bevoegd heden van het Industrieschap zich uitstrekken, zijn op genomen. Het overleg te dien aangaande wordt voort gezet. BESTEMMINGSPLANNEN Het bezwaarschrift tegen het bestemmingsplan Hel- voirt is bij Gedeputeerde Staten nader toegelicht. Ver der werd bij Gedeputeerde Staten tegen het bestem mingsplan Buitengebied Udenhout en bij de gemeente raad van Vught tegen het bestemmingsplan voor het buitengebied van deze gemeente bezwaar gemaakt. Met de B. en W. van een aantal gemeenten heeft een oriën terend gesprek plaats gehad over het bouwen in het buitengebied. VOORSCHRIFTEN AGRARISCH GEBIED In de desbetreffende werkgroep is tenslotte algehele overeenstemming bereikt over de uitgangspunten ten dienste van de regeling van de agrarische 'bebouwing in gebieden met een agrarische functie. BEDRIJFSBEËINDIGINGSREGELING VOOR I JANUARI 1972 AANVRAGEN Degene, die een land- of tuinbouwbedrijf begon na 1 oktober 1962, doch vóór 1 januari 1970 kan in aanmerking komen voor een saneringsuitkering bij be drijfsbeëindiging. INDIEN HIJ EEN AANVRAAG IN DIENT VóóR 1 JANUARI 1972. Nadere informaties over deze saneringsregeling kan men verkrijgen bij onze voorlichters. Aldus meldt het K.N.L.C. ons nog juist op de valreep voor het ter perse gaan van dit nummer. MILIEUBEHEER EN LANDBOUW In zijn openingswoord bij de aanvang van de open bare bestuursvergadering van het Landbouwschap heeft voorzitter ir. C. S. Knottnerus gewezen op een knellend vraagstuk, waarbij de land- en tuinbouw in ons land de laatste tijd nauw betrokken wordt n.l. de milieuhygiëne. Nu de Nederlandse wetgever zich in tensief gaat bemoeien met de zorg voor een leefbaar klimaat, door verontreiniging van water en lucht tegen te gaan, aldus ir. Knottnerus, zullen de belangen van vele boeren en tuinders vaak rechtstreeks aangetast worden. Het Landbouwschap zal aan dit vraagstuk naar mijn mening niet zo maar voorbij kunnen gaan. Het aantal agrarische ondernemers, dat moeilijkhe den-ondervindt met betrekking tot het verkrijgen van een vergunning inzake de Hinderwet, wordt steeds groter. Belangrijker nog is dat vergunningen worden geweigerd of onder bezwarende voorwaarden worden verleend. Als de vergunning niet toegekend wordt, moet het hinderwetspliohtige bedrijf op grond van de wet gesloten worden met alle gevolgen vandien. Het Landbouwschap heeft de moeilijke positie waar in vele land- en tuinbouwbedrijven door de Hinderwet verkeren, onder de aandacht van de minister van Landbouw gebracht. Dat heeft mede geleid tot de in stelling van de werkgroep Corver, waarin naast het ministerie van Landbouw en het Landbouwschap ver tegenwoordigers van de Arbeidsinspectie, de Milieu hygiëne en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zitting hebben. Deze werkgroep heeft tot taak het for muleren van gezamenlijke uitgangspunten, die bij het vergunningenbeleid in acht genomen moeten worden. Het vraagstuk is thans in studie bij het dagelijks be stuur en het secretariaat van het Landbouwschap. Ge let op het grote belang van het probleem zullen voor een volgende bestuursvergadering concrete voorstel len aan het bestuur voorgelegd worden. Het Landbouw schap, zo zei ir. Knottnerus, zal in deze zaak tot een duidelijk standpunt moeten komen. LASTEN EN BATEN Na een periode van uithuizigheid vergaderde j.l. woensdag het bestuur van het Landbouwschap weer in het kantoorgebouw van de Sociaal-Economische Raad, een nieuw en modern ingericht complex. Het Landbouwschap heeft hiervoor een belangrijke finan ciële bijdrage moeten geven. Ir. Knottnerus wees er in zijn openingswoord op dat het jaarlijks bedrag, waarvoor het Landbouwschap wordt aangeslagen, nu reeds de vijfhonderd duizend gulden overschrijdt. Daarom hoop ik te meer, dat wij in de toekomst bin nen dit gebouw in een goede sfeer als bedrijfsleven ons standpunt kunnen bepalen, aldus ir. Knottnerus. Het vierde en laatste werkbezoek van dit jaar bracht het dagelijks bestuur van het Kon. Ned. Landbouw- Comité op 24 augustus aan het Zuidhollandse werk gebied van de Hollandsche Maatschappij van Land bouw. Deze had er voor gezorgd dat het een in alle op zichten goed geslaagd bezoek werd. De voorzitter van de Hollandsche Mij. v. L., de heer W. H. Jas, ontving zijn gasten aan de vooravond in Dordrecht, waar eerst een gezamenlijke vergadering van de beide dagelijkse besturen werd gehouden. De drie agendapunten van deze vergadering lagen voor de hand, te weten op orga nisatorisch gebied de scholen in Dordrecht en op land- 'bouwpolitiek terrein het prijsbeleid en de dollarcrisis. In het nieuw te bouwen agrarisch scholencomplex te Dordrecht worden ondergebracht de hogere en de middelbare landbouwschool van het K.N.L.C. en de lagere land- en tuinbouwschool van de Hollandsche Maatschappij. In deze gezamenlijke vergadering van beide organisaties kon dus met vrucht gesproken wor den over de regeling van het beheer van het nieuwe complex en dat gebeurde dan ook. Als overkoepelend orgaan voor dat beheer zal, zo werd. afgesproken, de reeds bestaande beheerscommissie van de K.N.L.C.- scholen, waarvan de heer Jas voorzitter is, op gaan treden. Binnenkort zal de eerste-steen-legging plaats heb ben, reden waarom op dit moment „de school" verder niet in het excursieprogramma was opgenomen. Men had terecht gemeend het werkbezoek in Zuid- Holland te moeten concentreren op het enorme vraag stuk van de land- en tuinbouw, bekneld in de Rand stad, met daarbij een nuttige blik op de typische pro blemen van het grote landbouwbedrijf, wel eens als ideaal aan den landbouwvolke ten voorbeeld gesteld. Maar voordat deze beide excursie-objecten werden in geleid, vroegen de grote landbouwpolitieke vragen van de dag de aandacht. LANDBOUWPRIJZEN EN ZWEVENDE VALUTA Hoe stelt de Nederlandse georganiseerde landbouw zich op, ten eerste tegenover de door de Europese Commissie gedane voorstellen inzake prijzen 1972/73 en inkomenstoeslagen? Tegenover de voorgestelde schriele 2 a 3 uiteraard afwijzend, maar zoals K.N.L.C.-voorzitter ir. Knottnerus toelichtte, interes sant is wel hoe de Commissie toch een jaarlijkse aan passing aan de prijs- en inkomensstijging buiten de landbouw voorstaat. Over de cijfers waarmee Brussel dan te voorschijn komt en de manier waarop zal nog wel degelijk gepraat moeten worden. Ander belangrijk punt is de achterstand in inkomen, die de EEG-land- bouw in de afgelopen jaren door prijsbevriezing heeft opgelopen. Van Nederlandse kant was en is men ge neigd om grote waarde te hechten aan 'n goede jaar lijkse aanpassing aan de inflatie en wat dat inhalen van achterstand betreft een wat nuchter standpunt in te nemen. De andere vijf COPA-partners dachten er ech ter wat anders over. Zij wensen 'n strijdbaar COPA- standpunt, vooral gebaseerd op ineens in te halen ach terstand. De Nederlandse landbouwvertegenwoordigers hebben zich daaraan uiteindelijk niet willen onttrek ken, Eén Europees landbouwgeluid, hoewel globaal, was te verkiezen boven de kans om zoals de vorige keer op bijzonderheden tegen elkaar te worden uitge speeld. Dat de serie Amerikaanse maatregelen bedoeld om de eigen concurrentiepositie te verbeteren en anderen ook tot onplezierige maatregelen te dwingen, zoals b.v. revaluatie (opwaardering) van de officiële munt waarde. Wat dan in EEG-landen als Nederland tot verlaging van landbouwprijzen zou kunnen leiden. Voor de zoveelste maal heeft het Landbouwschap ge steld dat dan schadeloosstelling nodig is (door grens- (Zie verder pag. 11) TIE pachtnormen zijn herzien en voor bouwland en grasland zijn de prijzen verhoogd met globaal 25,per ha voor land en met 25 voor bedrijfs gebouwen in de doelmatigheidsklasse zeer goed en vol doende. Om met het laatste te beginnen. Stel dat een nieuwe schuur in zijn eenvoudigste vorm wordt gebouwd voor een bedrijf van 40 ha. Dan zal de prijs toch wel 100.000,bedragen. De maxi male pachtprijs, er van uitgaande dat geen bijzondere installaties als silo's of koelruimten aanwezig zijn is dan 40 X f 125,is f 5.000,Stel dat dit gebouw kost aan onderhoud en verzekering 2 aan afschrijving 2 en aan rente 8 per jaar zijnde de exploitatie kosten per jaar voor de verpachter 12 van f 100.000 is f 12.000. Een eenvoudige rekensom leert dat op een dergelijk bedrijf niet meer dan f 40.000,aan gebouwen kan worden neergezet. Een eenvoudige rekensom leert dat op een dergelijk bedrijf niet meer dan f 40.000,aan gebouwen kan worden neergezet. Deze pachtprijsnorm zal ook ingecalculeerd zijn in de prijzen, zodat voor pachter en eigenaar hetzelfde geldt. De kosten van de gebouwen zijn onvoldoende in de prijzen tot uitdrukking gebracht. I )IT geldt ook voor de gronden. De maximale pachtprijs is f 280,plus een toeslag van maxi maal f 100,voor de zogenaamde externe produktie- omstandigheden als kavelgrootte, ontwatering, ont sluiting en wat al meer zij, in totaal dus f 380,per ha. De kosten van grond-, polder-, straat- en riool belasting draaien in vele gevallen boven de f 100, laat ons stellen op f 125,per ha. De herverkave- lingslasten stellende op f 40,a f50,per ha komt dit in totaal op f 165,a 175,per ha lasten. Het netto-resultaat ligt dan ook veelal voor de ver pachter op een bedrag van f 150,a 200,per ha bouwland of grasland. Wij laten nu verder het verlies op gebouwen maar buiten berekening en zien dan dat een kapitale boer derij van 40 ha een rendement oplevert van ongeveer 2 W kennen allen deze situatie al jaren, maar de herziening van de pachtnormen drukt ons weer eens met de neus op de feiten. Het is onmogelijk dat uit de wanverhouding van pachtprijzen en grond prijzen geen brokken voorkomen. Wij zien dit dan ook, regelmatig en elke overdracht van een boerderij die verder als zodanig wordt geëxploiteerd gaat met pijn en moeilijkheden gepaard. Zowel naar de kant van de verkoper als naar die van de koper blijft een onbevredigende situatie achter. De situatie roept om een oplossing. Een oplossing die wij voorshands niet zien PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3