Het van oogsten c n i i m q i c a. wtjdeven bil IJ II ld IS CR A Tilburg KORTE WENKEN 1 Snijmais kan het beste geoogst worden als de korrel flink deegrijtp is. Ze mogen gerust wat aan de harde kant zijn als er maar goed kort gehakseld wordt. Het is niet erg als het blad al wat begint te ver dorren. Evenals er bij suikerbieten nog laat suikervorming plaatsvindt neemt ook de zetmeelwaarde - opbrengst van snijmais na het melkrijpheid-stadium nog flink toe. Bovendien daalt dan het ruwe cel- stofgehalte, worden de kuilverliezen min der en neemt de smakelijkheid van het voer toe. Enkele praktische opmerkingen: Controleer het rijpheids-stadium niet aan de kant van het perceel. Kantrijen rijpen nl. wat sneller af. Laat geaaaide mais heeft wel eens onvoldoende tijd om flink deegrijp te worden. Als de mais bevriest, gaat de rijping niet verder door en is het dus zaak om zo snel mogelijk te oogsten. Staat de mais bovendien op een wat la ger perceel dan kan het wel eens ver standig zijn om wat eerder te oogsten. Dergelijke percelen kunnen laat in het jaar soms onberijdbaar worden. Aanbouwhakselaar voor mais van korrels te voorkomen moeten de wagens verkapt zijn met fijn gaas. Heeft men machines met een capaciteit van meer dan 25 are per uur en is er spirake van enige rij afstand dan zijn er meer dan twee wagens nodig. HET KUILEN Voor een normaal gewas snijmais" heeft men 70 m3 voerberging nodig. Men kan lengte, breedte en hoog te regelen naar omstandigheden, b.v. 15 x 5 x 1 m per 'ha of 7 x 7 x 1.5 m of 20 x 5 x 0.75 m. Is de kuil be stemd om in de zomer gevoerd te worden als bij voe dering, dan zal het verstandig zijn de kuil niet te breed te maken. Kan er niet rijdend over de kuil ge lost worden, dan is het ook mogelijk om met de zelf lossende wagen tegen de kuil te rijden en deze dan leeg te draaien. Als dan telkens twee wagens naast elkaar worden gelost, krijgen we de breedte van twee loswagens. Het nadeel van deze werkwijze is dat de kuil niet goed wordt vastgereden en dat de hoop zonder handwerk niet erg hoog kan worden. Wel krijgen we hiermede niet veel zand in de kuil. Bij het maken van rij-kuil kan het vooral bij nat weer nodig zijn dat de wielen eerst worden schoon gemaakt voor men de kuil oprijdt. Het afgelopen jaar is het ons opgevallen dat kuilen die goed zijn vastgereden, erg goed houdbaar zijn, zelfs al was er nauwelijks enig gronddek op de plas tiek. Men moet dan vanaf de eerste wagens met een tratkor, spoor naast spoor, over de kuil blijven rijden. Voor de veiligheid is het 'hierbij gewenst dat er kooi- wielen of dubbelluchtwielen worden gebruikt. Het rijden van de zelflossende wagens over de kuil gaat beter naarmate de kuil vaster wordt bijgereden. Met een zelflossende wagen kan men het beste telkens eerst over de kanten lossen en daarna in het midden. Als dit goed gebeurt, is naverdelen niet meer nodig. DE VOORBEREIDINGEN Br is dit jaar zeker twee keer zoveel mais gezaaid als vorig jaar. Al deze mais moet in één maand tijd (half september tot half oktober) worden geoogst. Meestal zijn de loonwerkers aktief genoeg om te zor gen voor voldoende machines, maar het lijkt mij toch wel verstandig om vroegtijdig kontakt op te nemen met het loonbedrijf. Beide partijen weten dan waar ze aan toe zijn. Verder moeten vooraf de kantrijen, meestal zijn er dat drie, worden gemaaid en op zij jaar is er in het algemeen nog wat grof gehakseld. Soms werden er wat messen uitgehaald om pK's te sparen of wat sneller te kunnen werken. Ook werkte men wel eens met \e botte messen. De meeste machi nes zijn uitgerust met ingebouwde messenslijper. Door niet voldoende fijn te hakselen krijgt men een kuil van een wat minder goede kwaliteit, er blij ven meer voerresten achter en de kans op broeien neemt toe. Het is ook duidelijk dat bij fijn hakselen de korrels beter „geraakt" worden wat nodig is voor de verteerbaarheid. AFDEKKEN Evenals bij gras gebruikt men hiervoor plastiek van minstens 0.1 mm dikte en sluit hiermee de hoop luchtdicht af. De uiteinden worden in de grond ge graven of geploegd. Zoals gezegd kunnen goed. vast gereden kuilen worden afgedekt met een zeer dunne grondlaag. Is er niet regelmatig bijgereden dan is het nodig dat er een zeer dikke laag op komt. gelegd. Men kan deze dan later in de hakselaar wer ken. Deze kantrijen zijn ook op een goede manier te verwerken door ze vers aan de koeien te voeren. In het najaar is het meestal toch wel gewenst dat het vee wat wordt bijgevoerd met een zetmeelrijk pro- dukt. Verse mais is hiervoor uitstekend geschikt en niet duur. WIJZE VAN OOGSTEN Het is erg belangrijk dat snijmais fijn gehakseld wordt. De haksellengte moet zeker niet langer zijn dan één cm, gemiddeld nog wel wat korter. Vorig In het algemeen worden veldhakselaars met mais- voorzetstuk gebruikt of de kleinere aanbouw hakse- laars. Deze laatste hebben een beperkte capaciteit, maar werken ook tegen lagere uurtarieven. Alle ma chines kunnen goed werk leveren. Enkele loonwer kers hebben grote zelfrijdende drierijige machines aangeschaft. Een moeilijkheid hierbij is dat men het bij deze grote capaciteit aan de kuil moeilijk kan bij benen. Als er op of vlak bij het perceel wordt ingekuild zijn twee wagens voldoende. Het beste kan men twee wielige zelflossende wagens gebruiken met verdeel- walsen. Deze kunnen rijdend over de kuil lossen. Om het wegwaaien van fijne delen en het wegspringen GOED WERK IS NIET DUUR Het oogsten van snijmais is niet goedkoop Aan loonwerkkosten en plastiek is men al vlug zo'n 400,- a 500,- per ha kwijt. Het is echter belangrijk dat het goed gebeurt. Een normaal gewas snijmais levert 7.000 kg ZW op. Er zijn zelfs topopbrengsten van tegen 10.000 kg per ha. Bij een ZW-prijs van 28 cent per kg) (aardappelen mogen dan 4.5 cent per kg kos ten) komt men gemiddeld tot een voederwaarde-op- brengst van 2.000,per ha. Als er goed gekuild wordt is voer van uitstekende kwaliteit verzekerd terwijl tevens de houdbaarheid van het voer zeer goed genoemd kan worden. C.A.R. ZEVENBERGEN HOE ENORM LASTIG OPSLAG van aardappelen in de gewassen is, heeft U hopelijk niet zelf ondervon den mmr bij de buurman gezien. Aardappelopslag is te voorkomen door te zorgen dat er bij het oogsten zo weinig mogelijk kriel, stukken aardappel en andere verliezen zijn. Lukt dat per se niet, wacht dan in elk geval zo lang mogelijk met ploegen tot de aardappelen zijn bevroren. MOET U IN AARDAPPELLAND wintertarwe zaaien waarop veel aardappelen zijn achtergebleven, dan moet U niet diep ploegen. De poters moeten kunnen bevrie zen om opslag in wintertarwe of andere gewassen te voorkomen. Vooral op zwaardere grond bevalt het goed het land 15 tot 20 cm diep los te maken met een zware cultivator met weinig, maar sterke en stijve tan den. Maak het zaaïbed niet te fijn. ONKRUID IN TUINBONEN voor zaadwinning kan bij het maaidorsen veel moeilijkheden geven. Door het gewas één week voor het oogsten dood te spuiten met 4 liter Reglone per ha kan dit worden voorkomen. Het doodspuiten kost ongeveer 90,per ha. Wel moet U er rekening mee houden dat het rijden met de sproeimachine door het gewas enig zaadverlies geeft. GRONDONDERZOEK is niet uit de tijdintegendeel het is voor een verantwoord bemestingsbeleid op uw bedrijf noodzakelijk regelmatig een analyse van uw grond te laten maken. Traditioneel bemesten mag dan vroeger nog wel eens opgang hebben gemaakt, vandaag de dag kan dat toch zeker niet meer. VOOR HET DOODSPUITEN van aardappelen op zandgrond is het gebruik van arseniet niet toegestaan, ook niet in mengsels met andere middelen. U moet dus doodspuiten met D.N.O.C. of dinoseb in olie, met reg lone of Gramoxone. Voorkom hierbij overwaaien, want de eerste middelen zijn zeer giftig. Op kleigron den mag natrium-arseniet nog wel worden gebruikt. DE MAAGDARMWORMEN is een veel voorkomen de plaag voor de kalveren. Als men de kalveren buiten in de wei heeft gedaan wordt het nu tijd om deze weer op te stallen. De nachten worden lang, nat en koud. Als men de kalveren gezond wil houden is vóór septem ber opstallen het beste.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 7