Energievoorziening agrarische bedrijven in Noord-Brabant
WAT zijn de stroomikosten per kWh van een agrari-
risch bedrijf? Zoals uit het voorgaande duidelijk
is geworden, hangt dit af van de verhouding tussen het
II
STIKSTOFBEMESTING
OP GRASGROENBEMESTERS
J. KODDE
C.A.R. - Goes
Stik stof bemesting is een onmisbaar
onderdeel van de teelt van een gras-
groenbemester. De kunstmest moet zo
snel mogelijk na de oogst worden ge
strooid. Is het gras alleen bestemd
voor gr oenbemesting dan is een gift
van 60 kg N/ha op de meeste gron
den wel voldoende.
|\E onder dekvrucht of in .vrijkomend stoppelland
gezaaide groenberriesters bestaan de laatste jaren
voor een groot gedeelte uit grassen. Vooral de moge
lijkheden tot chemische onkruidbestrijding en de gro
tere kans van slagen, zijn aanleiding geweest tot de
opkomst van de grasgroenbemesters. Een onmisbaar
onderdeel vaa de teelt van gras is de stikstofbemes
ting. Zowel voor de organische stofproduktie als voor
een voldoende grondbedekking en onkruidonderdruk-
K.mg zijn ujosup en, noeveeineia meststof van belang.
Een grasgroenbemester leent zich ook goed voor het
uitrijden van dierlijke organische meststoffen, zoals
stalmest en drijfmest.
TIJDSTIP VAN BEMESTING
OVER het tijdstip van bemesting is eigenlijk maar
één goed advies te geven en dat luidt: „hoe
vroeger hoe beter". De kunstmeststrooier moet bij
wijze van spreken gekoppeld zijn aan de oogstma-
chine. Elke dag dat de kunstmest er eerder op ligt
geeft een vroegere start en betekent dus winst. Met
een grotere hoeveelheid, maar later toegediend, kan
men de achterstand van een latere start niet compen
seren. In de praktijk wordt hieraan nog niet altijd
voldoende aandacht besteed.
Soms is ook de vraeg actueel „hoe lang kan men in
het najaar nog rendabel stikstof aanwenden"? B.v.
als het stro van late zomertarwe lang op het land blijft
liggen. Dit is behalve van het weer ook afhankelijk
van de grondsoort en het tijdstip van ploegen. Wordt
niet vóór november op wintervoor geploegd, dan zal
in het algemeen tot eind september het strooien van
stikstof nog rendabel zijn. De hoeveelheid kan bij een
dergelijke late aanwending wel iets minder zijn.
HOEVEEL STIKSTOF
yOORAL op de gemengde bedrijven is het vaak de
bedoeling om nog een snee gras te maaien voor
inkuilen of drogen. Een gift vaa 90120 kg zuivere
N per ha is dan gewenst. Is het gras alleen voor groen-
bemesting bestemd, dan kan de N-gift belangrijk la
ger zijn. De waarde als groenbemester wordt voor een
belangrijk deel bepaald door wortelontwikkeling. Uit
proeven is gebleken, dat door sterk opvoeren van de
N-gft de bladgroei relatief meer wordt gestimuleerd
dan de ontwikkeling vaa de wortels. Men moet de
bemesting dus niet overdrijven. Indien het gewas al
leen voor groenbemesting is bestemd, zal op de meeste
gronden na een graangewas een N-gift van 60 kg/
ha wel voldoende zjjn.
Na een gewas erwten kan met 20 kg minder wor
den volstaan. Als op het graaa nog laat een zware
overbemesting is gegeven kan ook iets op de N-gift
bespaard worden.
De stikstof vorm geeft in de nazomer slechts ge
ringe verschillen. Door de hogere bodemtemperaturen
werken kalkammon- en kalksalpeter in het begin on
geveer even snel. De iets lagere prijs van kalkammon
en de mogelijk nog wat langere aawerking maken
deze meststof nog zeker zo aantrekkelijk als kalk
salpeter.
Zodra de belasting van het bedrijf (respectievelijk van
het bedrijfsgedeelte) de grens van 3 kW overschrijdt,
wordt overgegaan tot belastingmeting en geldt het vol
gende tarief:
een vast bedrag van f 20,50 per maand;
voor de belasting in piekuren boven 3 kW: 72,
per kW per jaar;
voor het gebruik 6,9 cent per kWh (nachtverbruik
3,9 cent per kWh extra vast bedrag);
een extra vast bedrag voor de kosten van de belas
tingmeting.
Deze laagspanningstarieven zijn ingevoerd in 1970
(huishoudelijke tarieven in 1966) conform een door de
tarievencommissie van de V.D.E.N. te Arnhem uitge
bracht advies ter verkrijging van uniformiteit in de ta
riefstructuur in ons land. Het tarief voor bedrijfsverbruik
(en gemengd verbruik) boven 3 kW geldt tot een grens
van 25 kW. Daarboven is thans nog een „oud" laagspan-
ningstarief van toepassing, dat in de loop van diit jaar
eveneens herzien zal worden.
verbruik en de belasting bedrijfstijd), alsmede van de
mate waarin van het nachttarief gebruik wordt gemaakt.
VOORBEELDEN
MET enkele voorbeelden uit de praktijk is een en
ander nader uitgewerkt.
Voorbeeld 1. Kuikenmesterij, landbouw en woning:
veestapel 24 st. melkvee, 30 st. jongvee, 20 fokzeugen en
32.000 mestkuikens;
bedrijfsinstailatie: verlichting, ventilatoren, verwarmings
lampen en motoren samen 15 kW plus installatie
woning met diverse apparaten;
verbruik: 41.000 kWh (waarvan 13.000 kWh nachttarief);
belasting in piekuren 13 kW.
kosten: vast bedrag 336,
belasting vergoeding
(10 x 72) 720,—
kWh-verbruik (1932 507) 2.439,—
bedrijfstijd: 3.150 uur,
gemiddelde kWh-prijs: 8,5 cent.
Voorbeeld 2. Veeteeltbedrijf met woning:
veestapel: 35 st. melkkoeien, 18 st. jongvee;
(Vervolg van pagina 7)
bedrijfsinstailatie: boiler, pompen, melkkoeling, ventila
toren en transportband, samen 12 kW plus instal
latie woonhuis met diverse apparaten (waaronder
elektrisch fornuis, vaatwasmachine en diepvries),
verbruik: 25.000 kWh (waarvan 8.000 kWh nachttarief),
belasting in piekuren 7 kW;
kosten: vast bedrag
belastingvergoeding
(4 x 72)
kWh-verbruik (1173 312)
300,—
288,—
1.485,—
3.495,—
2.073,—
bedrijfstijd: 3.570 uur;
gemiddeld kWh-prijs: 8,3 cent.
Voorbeeld 3. Houtbewerkingsbedrijf zonder woning:
installatie: diverse motoren plus verlichting samen 18 kW,
verbruik: 22.000 kWh (geen nachttarief); belasting in
piekuren 15 kW;
kosten: vast bedrag 300,—
belastingvergoeding
(12 x 72) 864,—
kWh-verbruik 1.518,
bedrijfstijd: 1.470 uur,
gemiddelde kWh-prijs: 12,2 cent.
2.682,—
^pENSLOTTE nog enkele gegevens met betrekking tot het verschil in investerings
kosten bij electrificatie van een woonwijk en een agrarisch gebied. Het volgen
de staatje geeft hieromtrent enig inzicht waaruit blijkt diat een aansluiting in een
woonwijk als rendabel kan worden beschouwd en die in een agrarisch gebied altijd
onrendabel. Vandaar dat de belanghebbende een deel van de (hogere) investerings
kosten in een „bijdrageregeling meebetaalt.
Vergelijking elektrificatieplannen komagrarisch gebied
Omschrijving
Elektrificatie kom
Elektrificatie
agrarisch gebied
gegeven kosten
gegeven kosten
A. oppervlakte van het plan in ha
25
470
B. aantal aansluitingen p.st.
646
168.000,—
45
20.250,
C. transformatorstations st.
5
99
111.000,—
2
99
30.000,
D. lengte hoogspanningsnet m
3000
99
67.000,—
2200
99
46.200,
E. lengte laagspanningsnet m
11000
99
259.000,—
8700
99
174.000,—
Investeringskosten elektrificatieplan
J
605.000,—
f
270.450,—
Per aansluiting
A. oppervlakte in ha
0,04
10
B. aansluitkosten
f
260,—
f
450,—
C. aandeel transformatorstations
99
172,—
99
666,—
D. hoogspanningsnet m
5
99
103,—
49
99
1.027,—
E. laagspanningsnet m
17
99
401,—
193
99
3.850,—
Bruto investeringskosten
f
936,—
f
5.993,—
bijdrage per aansluiting
99
125,—
99
125,—
Netto investeringskosten
f
811,—
f
5.868,—
Onrendabel gedeelte agrarisch gebied met een bedrijf sgrootte van 10 ha is circa
5.000,—.
BIJDRAGE-REGELING
PER AANSLUITING
A. Hoofdnet: de eerste 30 meter vrij; rest h f 20,per meter.
B. Aansluitkabel: de eerste 20 meter vrij; rest 7,per meter.
C. Een vaste bijdrage van 125,
Bijdrage:
A. Hoofdaanleg
B. Aansluitkabel
C. Vaste bijdrage
(100—30) x 20
40—20) x 7,—
f 1.400
140,—
125,—
(Alle bedragen exclusief 4 BTW.)
„NU - TOEKOMST"
Bijdrage 1.665,
|N verband met de normale groei van de belasting door hogere vermogens van
nieuwe apparatuur in het electriciteitsnet, moeten netten worden verzwaard,
transformatorstations gebouwd enz., enz. Daarmee zijn hoge investeringen gemoeid.
Een inzicht daaromtrent geeft de opstelling „Investeringen - Nu - Toekomst in agra
risch gebied".
Vergelijking investeringen „Nu - Toekomst" agrarisch gebied (bedrijfsgrootte 10 ha)
Agrarisch gebied
Omschrijving
Bestaand
gegeven kosten
Toekomst
gegeven kosten
A. oppervlakte in ha 470 470
B. aantal aansluitingen per stuk 45 20.250,45
C. transformatorstations per stuk 2 30.000,17
D. lengte hoogspanningsnet m 2200 46.200,9000
E. lengte laagspanningsnet m 8700 174.000,4000
Investeringskosten Elektrificatieplan 270.450,
Per aansluiting
A. oppervlakte in ha 10 10
B. aansluitkosten f 450,
C. aandeel transformatorstations 666,
D hoogspanningsnet m 49 1.027,200
E. laagspanningsnet m 193 3.850,-r- 90
Bruto investeringskosten
6.000,—
20.250,-
170.000,-
189.000,-
72.000,-
ƒ451.250,-
450,—
3.777,—
4.200,—
1.600,—
10.000,—
VOORBEELD
Aangesloten pand
Bestaand Ls-net
Aan te sluiten pand
i
I 40 meter te leggen aansluitkabel
100 meter te leggen Ls-hoofdkabel
Na realisering plan „toekomst" is totale investering dan circa 16.000,geweest.
De conclusie van deze vergelijking is, dat ondanks een te verwachten hoger stroom
verbruik, waarbij wij zijn uitgegaan van een gelijktijdigheid van 15 kW per bedrijf, de
aansluiting nog onrendabel is en zelfs meer onrendabel zal worden. Om de nieuwe
opzet van de netten zo efficiënt en economisch mogelijk te doen zijn, is samenwerking
zeer gewenst. Omtrent de ontwikkeling van de agrarische bedrijven, plannen, akties
e.d. zullen meer gegevens tijdig moeten worden uitgewisseld.