H. A. van Tuyl N.V. te Gameren Opslag- en verwerkingsbedrijf Enkele indrukken van een vla 12 sstudiereis België en Frankrijk MEERJARIGE TEELTCONTRACTEN yAN TUYL N.V. is, mede om de grondstoffenprijs een stabieler verloop te geven, het afgelopen voor jaar begonnen met een nauwere samenwerking met de telers en wel op een meerjarenbasis. Iets waar de teler in eerste instantie wat weifelend tegenover stond, maar dat vandaag de dag zondermeer een groot succes ge noemd kan worden, het aantal afgesloten meerjarige kon trakten in aanmerking nemende. Als bedrijf zijn regionale vergaderingen belegd in de belangrijke teeltgebieden voor klei-consumptie-aardappe- len zoals Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland, Wierin- germeer, Haarlemmermeer, Hoeksewaard, Flakkee, Zeeuws-Vlaanderen en West-Brabant. Uit deze regionale vergaderingen zijn weer commissies gevormd. In overleg met deze commissies en de vice-voorzitter van de Neder landse contracttelersvereniging zijn gezamenlijk de voor waarden opgesteld met ook daarin vermeld de prijzen voor 3 jaar. Wij kunnen niet anders zeggen dan dat de besprekingen met deze commissies op de meest plezie rige wijze zijn verlopen, aldus de heer Van Tuyl. En wat betreft onze afzet, wij hebben contracten af kunnen sluiten op meerjarenbasis met grote aardappelverwerken- de industrieën, waarmee wij ons erg gelukkig prijzen. Menigmaal is toen ook de vraag gesteld: Van Tuyl, is de ligging van uw bedrijf te Gameren wel goed ten op zichte van de teeltgebieden? De heer Van Tuyl geeft toe dat er in zijn streek nagenoeg geen aardappelen meer worden verbouwd. Anderzijds is de ligging dermate cen traal dat er daardoor zeer gunstige verbindingen bestaan met de grote zeehavens en met West-Duitsland. In aan merking nemende dat West-Duitsland ongeveer 65 van de Nederlandse export van consumptie-aardappelen afneemt en de afstand van het bedrijf naar het Ruhrge- bied slechts 150 km bedraagt, is de ligging gunstig. Het gaat er steeds om de weg van producent naar consument zo mogelijk te maken met een minimum aan kosten. Met de nu ter beschikking staande zeer moderne technische outillage, waarmee per week 2000 ton veldgewas ge sorteerd en daarvan ca. 800 ton gewassen en verpakt kan worden wordt ernaar gestreefd dit doel te bereiken. Er wordt bij de technische verwerking naar gestreefd om de groothandelsfunktie in zo weinig mogelijk tijd uit te voeren. Binnen 2 maal 24 uur kunnen de door Vap Tuyl N.V. verwerkte produkten vanaf teler via de verwerking (Vervolg van pag. 8) en distributie verspreid zijn over de markten van Europa, gedeeltelijk zelfs als semi-verwerkt produkt. Geen tijd verlies - geen kwaliteitsverlies! Wij moeten hiermee ons artikel besluiten. Na een periode van onstuimige opbouw komt voor Van Tuyl N.V. de fase van consolidatie en verdere uitbouw. Een voorbeeld van ondernemerschap waaruit blijkt dat het niet alleen in Amerika is waar men uit niets iets groots kan opbouwen! Het verhaal van de kran tenjongen die het tot krantenmagnaat brengt, blijkt ook in ons land nog tot de mogelijkheden te behoren. Directeur-generaal ir. S. Herweijer noemde Van Tuijl N.V. dan ook een voorbeeld van ondernemer schap, dat voor de toekomst van onze landbouw, naast de andere gelijkwaardige ondernemingen, van groot belang is. Aan de namens minister Lardinois uitgesproken woorden van hulde en lof voor het tot-: standkomen van dit bedrijf, verbond hij de beste wen sen voor een in economisch en sociaal verantwoorde geest uit te voeren consolidatie en uitbouw van het bedrijf in de toekomst. BI. Voorts bleek het vlas in het dep. Eure reeds op ver schillende plaatsen tengevolge van legering tot rot ting te zijn overgegaan, terwijl de fusariose-aantas- ting, zich kenmerkend door een rood-bruine verkleu ring, zich reeds sterk over diverse percelen verspreid had. Duidelijk kon bij enkele percelen het overwaai en van de aantasting worden vastgesteld. Deze per celen moeten dan ook als volledig verloren be schouwd worden. Tenslotte kenmerkte het vlas in de omgeving van Plessis-Belleville (dep. Seine et Marne) zich weder om door kloekvlas van een mindere kwaliteit met veel legering. Samenvattend moet van de vlasoogst in Frankrijk weinig verwacht worden, waarbij de fusariose-aan- tasting reeds onherstelbare schade heeft aangericht. De vraag van vele telers is dan ook naar een stevig ras met een hoog vezelgehalte en een goede resisten tie tegen fusariose-aantasting. Hierbij heeft men op grond van het beeld in de rassenproeven van dit jaar vooral veel verwachtingen van de nieuwe Ropta- selectie N27 of Natasja. Inmiddels hebben zich t.a.v. de vlasorganisaties de financiering van het onder zoek in Frankrijk diverse wijzigingen voorgedaan. De AGPL (vlastelers), FESTAL (coöp. vlasfabrie ken) en USRTL (particuliere vlasfabrieken) zijn thans ondergebracht in een centrale organisatie, de Cipa-lin onder voorzitterschap van de heer Dubrulle met de heer Crespel als ondervoorzitter. Het Institut technique agricole du Lin (ITL) met als directeur de heer Hermant vormt thans een onderdeel van de As sociation Nationale du Développement Agricole (ANDA) en heeft het onderzoek van de teelt t/m het dauwroten onder zijn verantwoording. Uit de E.E.G.- vlassubsidie van 110 r.e. 600 fr. francs) wordt 150 francs afgehouden en bestemd voor financiering van het onderzoek, de stockage en de propaganda van het vlas. De Association Technique pour l'Utillisation du Lin (ATPUL) onderzoekt nieuwe mogelijkheden van vlasverwerking en wordt ten dele gefinancierd door het Institut Textile du France, die uit een taxe uit de gehele textielsector zijn budget verkrijgt, en ontvangt voorts zijn gelden uit een fonds Lin total credit-spe cial van de FORMA. De FORMA en de ANDA financieren tenslotte het onderzoek van het ITL, dat van de 150 francs uit de E.E.G.-vlassubsidie ook nog 14 francs ontvangt. Sa menvattend heeft er een centralisatie van de bestaan de vlasorganisaties plaats gevonden en heeft men op een meer of minder gecompliceerde wijze de finan ciering van het vlasonderzoek weten veilig te stellen. RESULTATEN RASSENPROEVEN OOGST 1970 In de internationale bijeenkomst onder leiding van de heer P. Billaux en die werd bijgewoond door een 30-tal onderzoekers uit 8 landen werd verslag uitge bracht van de resultaten van de rassenproeven. Even als jn Nederland waren ook in België, Frankrijk en Noord-Ierland, tengevolge van het abnormale weers- verloop (late zaai, droog weer na de zaai en bij de eerste ontwikkeling, laat invallende regens), de op brengstresultaten sterk afwijkend van andere jaren. De opbrengsten aan strovlas en vezel waren aan zienlijk lager dan in vorige jaren en de resultaten over 1970 moeten dan ook i.v.m. het sterk afwijkende weersverloop, met grote voorzichtigheid geïnterpre teerd worden. Globaal kan worden gesteld dat de langzaam groeiende rassen als Crista, Fibra, Hera en Natasja (Ropta N27) meer in het nadeel zijn geweest dan de vlot en makkelijk groeiende rassen als Wiera, Primo en Reina en voorts Hilda en Nynke (Ropta N583). België. De hoogste opbrengst aan stro en vezel wordt geleverd door de rassen Hilda, Wiera, Primo en Reina, al lagen deze opbrengsten resp. 25 en 50 lager dan in 1969. Daarentegen lagen de zaad opbrengsten ongeveer 20 hoger, waarbij vooral het ras Natasja opviel, dat normaal geen hoge zaadpro ducent is. De kwaliteit van de vezel was vooral door zijn onvoldoende lengte, geringe sterkte en onregel matigheid lager dan andere jaren, terwijl het lok- kenpercentage hoog was. Frankrijk. Ook hier waren de vroeg ontwikkelde rassen in het voordeel, waarbij Reina in stro-op brengst bovenaan kwam te staan, maar in vezelop- brengst door. Fibra werd voorbijgestreefd, terwijl hierna Hera en Tissandre in vezelopbrengst volgden en zich dus nog redelijk wisten te handhaven. N.-Ierland. Hoewel het ras Hilda de laatste 2 jaren veelbelovende resultaten heeft gegeven, blijkt Hera financieel over de laatste 3 jaren zowel wat stro- als zaadopbrengst en stevigheid betreft het meeste per spectief te bieden. In totaal werd in 1970 170 ha vlas uitgezaaid, waar van de gem. opbrengst aan strovlas lager was dan in vorige jaren. Aangezien het vlas uit de 3 proefjaren nog niet verwerkt was (groenonthouten en chemisch ontsluiten), omdat de proeffabriek in Annsborough nog niet aan de verwachtingen t.a.v. capaciteit en af- geleverde groene lont beantwoordde, werd in 1971 geen vlas uitgezaaid. Rep. Ierland. Van de rassen Wiera, Reina, Hilda en Tissandre gaf Reina in 1970 het beste resultaat. De totale uitzaai bedroeg ca. 150 ha, waarbij men uit sluitend de dauwrootmethode toepast. Voorbeproeving. De bane d'essai in Fontaine-le- Dun gaf een onregelmatige ontwikkeling maar lever de desondanks 4 selecties, die een hogere opbrengst gaven dan de standaardrassen Hera, Tissandre, Reina en Emeraude. Van deze 4 standaardrassen bleek Hera zowel in stro- als vezelopbrengst het meest produk- tief. ONKRUIDBE STRIJDING ALGEMEEN werd betreurd, dat het veelbelovende middel Aglypt op basis van triazine door de BASF was teruggetrokken en niet meer in produktie wordt genomen. België. Aangezien het gebruik van Na-zout van DNOC (in België vooral als Extar-Sandoz toegepast) niet meer is toegestaan, wordt vooral het mengsel 0,125 kg act. stof linuron -F 0,400 kg/ha act. stof lena- cil of 0,750 kg/ha act. stof buturon aanbevolen als bodemherbicide naast contact-middelen op basis van mengsels van MCPA en ioxynil. Vooral de eenjarige grassen als duist en straatgras, voorts varkensgras kamille en zwaluwtong worden met de bodemherbi ciden goed bestreden. Frankrijk. Goede resultaten werden verkregen met seppic-lin,. een mengsel van 17 linuron en 53 lenacil als vóór-opkomstmiddel toegepast in een do sering van 750 gram oplosbare poeder per ha. Dit stemt overeen met de resultaten in België, waar men van hetzelfde mengsel uitgaat. Verschillen in gevoe ligheid van de vlasrassen voor seppic-lin heeft men niet kunnen vaststellen. Voorts werd ook een goed resultaat verkregen met een mengsel van 25 buturon 4- 25 cycluron als vóór-opkomstmiddel toegepast in een dosering van 2 kg (50 act. stof) oplosbaar poeder per ha. N.-Ierland en Rep. Ierland. Ook in deze beide lan den geeft men de voorkeur aan het mengsel van linu ron en lenacil op grond van een betere onkruidbe- strijding en geringere phytotoxiteit van het gewas. De bestrijding met kweek met TCA vormt nog een probleem en kan beter in het najaar plaatsvinden. OVERIGE CULTUURPROEVEN TUSSEN de toegediende hoeveelheden fosfaat en kali tegenover stikstof bleek geen interactie aan te tonen. Wel blijkt men fosfaat en kali beter in het najaar te kunnen toedienen aangevuld door een NPK- bemesting 10-10-10 of 20-10-10 in het voorjaar. Het zinkgebrek, zich uitend door een trage groei en sterk verkorte plantjes, dat plaatselijk in Frankrijk nogal eens optreedt, kan met een tijdige bespuiting met 20 kg zinksulfaat per ha of 2 kg Celmate (15 zink) worden opgeheven. Uit het onderzoek naar de stikstofmineralisatie in de grond blijkt, dat een najaarsbewerking van de grond een nuttiger effect heeft dan voorjaarsbewer king. Voorts heeft de snelle verwarming van de grond een gunstig effect op de N-mineralisatie. Fusariose-aantasting Deze gevreesde aantasting vormt in Frankrijk een uitgebreid onderwerp van studie onder leiding van de heer J. M. Lemaire op het instituut voor phyto- Vervolg van pag. 9) pathologie in Rennes. Bij het optreden van deze aan tasting spelen de volgende factoren een rol: a. de voorvrucht. Niet te vaak met vlas terugkomen op hetzelfde perceel. Suikerbieten, tarwe en gerst bevorderen de aantasting; haver, mais, legumino- sen, aardappelen en klaver hebben een gunstige invloed op het verdwijnen van de infectie uit de de grond; b. een pH van de grond beneden de 6,5 bevordert de fusariose-aantasting; c. de aantasting kan door sporen via de wind of vlas- trekmachine verspreid worden; d. van de beproefde rassen blijkt Wiera het minst gevoelig te zijn; e. d.m.v. grondanalyse is tevoren een mogelijkheid van optreden van deze aantasting met vrij grote zekerheid vast te stellen. Gezien de ernstige schade, die deze aantasting kan veroorzaken, hoopt men spoedig tot fusariose-resis- tente vlasrassen te komen. MECHANISATIE Zaaien. Het gebruik van dubbele brede zaaikouters in Frankrijk in samenwerking met de firma Nodet gaf een meer uniforme ontwikkeling van het gewas met minder ondervlas en minder legering en een ho gere vezelopbrengst. Oogsten. De mechanisatie van de oogst blijft een belangrijk punt van het onderzoek uitmaken. T.a.v. de oogst hebben zich diverse nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. De grote Depoortere vlaspers is ver beterd en twee nieuwe persen zullen dit jaar in de praktijk beproefd worden. Bovendien heeft men ook het scheiden bij de afvoer van de balen uit de lage- drukpers weten te verbeteren. Men had veel belang stelling voor de ontwikkelingen van de mechanisatie in ons land en over en weer zullen de demonstraties worden bijgewoond. Technologie. Veel aandacht werd besteed aan het verkrijgen van een zuivere vezel, bij verschillende rootstadia en het mengen van de vlasvezel met syn thetische vezels. Voorts werd het continu bleken van de vlasvezel, het bleken van voorgarens uit lokken, het kreuk vrijmaken van het linnen weefsel en de afzetmoge lijkheden van de vlasvezel bij verschillende bewer kingen besproken. Pogingen om tot een zekere stan daardisatie te komen bij de handel in vlaslint ter voorkoming van het in de handel brengen van slech te partijen bleken geen succes op te leveren. De be paling van de fijnheid en polymerisatiegraad als ken merken voor een zekere garantie stuitte op practische moeilijkheden. Tenslotte werden de twee vlasverwerkingsmetho den door de ATPUL opgesteld in Plessis-Belleville, bezichtigd. Uitgaande van groen of gedauwroot vlas wordt op de produktie van totaal vezel gewerkt. Af hankelijk van de omstandigheden tijdens de groei (legering) kan men de richting van gedauwroot vlas of groen vlas uit. Het vlas passeert een repelmachine, automatische voeding, droger, conditionneerapparaat en de groenonthouding. Hiervoor had men twee ma chines opgesteld, die beide goed werk leverden in de vorm van een schone sliver. De moeilijkheid blijft tegen welke prijs men deze sliver aan de spinnerijen moet afzetten. Voor de ontwikkeling van deze beide werkmethoden heeft men de N.V. Lin total opgericht, die de bouw van beide machines heeft gefinancierd en die aan belanghebenden de machines verhuurt. Zo heeft het vlasbedrijf van Roubaix in Killem dit jaar de machine voor het verwerken van dauwroot vlas gehuurd. Gezien de problemen waar men in N.-Ierland nog mee worstelt bij de groenonthouting, heeft men in Plessis Belleville goede vorderingen gemaakt. Een vergelijking van de resultaten bereikt in Rijsoord en Plessis Belleville uitgaande van eenzelfde partij groen resp. gedauwroot vlas werd in principe overeengeko men. Duidelijk blijkt, dat men op de verschillende instituten niet stil zit om het linnen aan te passen aan de moderne eisen van de consument zonder dat het linnen hierbij zijn natuurlijke eigenschappen van glans, sterkte en vochtopnemend vermogen te verlie zen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 12