AARDAPPELEN
^ERWIJL in augustus het pootgoed gerooid wordt,
blijven de consumptiegewassen, behoudens de
vroege aardappelen nog even doorgroeien. Bedenk dat,
wanneer u een behoorlijke oppervlakte aardappels heeft,
u toch op tijd met rooien moet kunnen beginnen. Dat
wil ook zeggen tijdig beginnen met doodspuiten. Blijf tot
het laatste toe nauwkeurig de Phytophthorabestrijding
uitvoeren. Beter 2 keer te veel dan 1 keer te weinig. De
situatie is echter op dit moment zeer hoopgevend en de
oogst belooft goed te worden. Een aardappelgewas kan
per week veel kg groeien. Gemiddeld 700 kg/per dag/
per ha. Dat is 5000 kg per week.
Bij het doodspuiten met natriumarseniet geeft menging
met tin een beter resultaat, terwijl de dosering verlaagd
kan worden. Op zandgronden geen natriumarseniet ge
bruiken. Op de zavelgronden kan een mengsel van DNBP
of DNOC in olie en natriumarseniet in voor beiden de
halve dosering enerzijds de schadelijke gevolgen beper
ken en anderzijds de doodspuitkosten binnen de perken
houden.
UIEN
|N de zaaiuien dient de bestrijding van de valse meel
dauw voortgezet te worden tot 4 weken voor
het plukken. Ongeveer begin augustus kunt u dus met
deze bespuiting stoppen. Als de uien bestemd zijn voor
langere bewaring, verdient een bespuiting met maleïne-
hydrazide zeker aanbeveling om spruitvorming in het
voorjaar tegen te gaan. Deze bespuiting wordit uitgevoerd
in een dosering van IV2 1/ha in min. 500 1 water op het
moment dat het gewas begint te strijken. Het loof moet
echter nog voldoende groen zijn. Dat is 4 weken voor
het plukken. Na het spuiten is een dag droog weer ge
wenst. De bespuiting niet te laat uitvoeren, want dan
valt het resultaat tegen. Beter iet» te vroeg dan te laat.
KOOLZAAD
^E beste tijd om koolzaad te zaaien is eind augustus.
Inzaai in september geeft meestal een wat lagere
opbrengst. Het ras Marcus is produktievet- dan Rapol,
terwijl Marcus iets later afrijpt. De zaaizaadhoeveelheid
bedraagt 7 kg/ha voor Rapol en 8 kg/ha voor Mar
cus.
Gezien het optreden van de koolzaadaardvlo in de
vorige winter en dit voorjaar, toen meerdere percelen
moesten worden uitgereden, is bestrijding van dit insect
bepaald noodzakelijk. Een bespuiting tegen deze aardvlo
spoedig na opkomst valt dikwijls tegen, en zaaizaadbe
handeling werkt beter. Daarom dient, zeker in Zeeuws
en op zwaardere gronden tegen zaadonkruiden met 0,5
kg Simazin. Mengen is ook mogelijk. Met Simazin oppas
sen voor overlappen en overdosering. Maar ook dan blijft
er een behoorlijke kans op schade, als er binnen enkele
weken na zaaien en opkomst flink wat regen valt.
GRASLAND
GRASZAAD
Eerstejaars percelen:
Dit jaar ingezaaid graszaad, dat pas onder de dek-
vrucht vandaan komt, dient direkt een N-bemesting te
krijgen. Op deze langzaam groeiende grassen als veld-
beemd en roodzwenk is het vroege tijdstip van een N-
bemesting van groter invloed dan de hoeveelheid.
Na als dekvrucht granen, de herfst N-bemesting 30
kg N hoger nemen dan na dekvrucht vlas op erwten.
Gerstopslag kan bestreden worden met 4 1 Prebetox
1 1 Citowett omstreeks eind augustus/begin september.
De gerst is het meest gevoelig in het 24 bladstadium.
Tarweopslag bestrijden in oktober met TCA. Vlakgroeien-
de zaadonkruiden, die het jonge gras dreigen te verstik
ken, kunnen in augustus bestreden worden met DNOC.
Pleeg vooraf overleg met uw graszaadfirma.
Tweedejaars percelen vragen in augustus weinig zorg.
Er is een mogelijkheid om in plaats van later de hergroei
te maaien, deze in de 2e helft van augustus af te bran
den met een loofbrander. Dit is vooral van belang op de
goed volgelopen veldbeemdpercelen. Er zijn opbrengst
verhogingen behaald tegenover maaien van 2040
Het grootste effect geven de beste zodevormende rassen
veldbeemd als Delft en Baron. Bij Prato is het niet nodig.
Voor deze toepassing moet er uiteraard een loofbrander
beschikbaar zijn. De methode van branden is de eerste
maal met 400500 1 olie per ha en na 1 week voor de
tweede keer met 300400 1.
GROENBEMESTING
QE van onder de dekvrucht vrijgekomen grasgroen-
bemesting dient direkt 6080 kg N te krijgen.
Bij aanwending voor veevoer of beweiding geeft een
hogere N-gift meer gras. In open land kan in de eerste
helft van augustus nog wikken of Alexandrijnse klaver
worden gezaaid. Italiaans- en Westerwolds raaigras kan
zelfs tot begin september gezaaid worden. Bladramenas
(Siletta) tot half augustus. Deze laatste drie niet-vlinder-
bloemige gewassen minstens 60 kg N geven.
ONKRUIDBESTRUDING IN DE STOPPEL
£EN aantal lastige wortelonkruiden kunnen in de
stoppel goed worden bestreden, mits er gespoten
wordt bij groeizaam weer en op niet te oud en nog mals
QE maand juli is te droog geweest voor een goede
grasgroei. Het ziet er thans naar uit, dat dit jaar
augustus een moeilijke maand voor de veehouders zal
worden. Zij, die nog ingekuilde bietenkoppen hebben,
kunnen deze periode overbruggen door met dit produkt
bij te voeren.
Het valt op, dat de veehouders die hun grasland regel
matig vernieuwen, in een droge periode minder problemen
hebben met de groei van het gras, dan degenen die met
hun oud, versleten grasland blijven doorsukkelen. Op
alle veehouderijbedrijven zou men elk jaar een gedeelte
van het grasland moeten vernieuwen. Vooral in de knel-
periode (augustus) is het belangrijk om nog voldoende
gras voor het vee te hebben.
Het beste tijdstip van vernieuwen is de maand augus
tus. Het jonge gras heeft dan voor de winter voldoende
ontwikkeling.
Voor de vernieuwing van het grasland bewerkt men
de laatste jaren de oude zode, voor het inzaaien, met een
overtop frees. Onder niet te extreme omstandigheden
geeft deze frees een volledige bedekking van de oude
zode. Direkt na het frezen wordt het graszaad gezaaid.
Om een goede opkomst en snel groeiend grasland te ver
krijgen, wordt de gehele oppervlakte vastgedrukt met
de wielen van een trekker („aansporen"). De resultaten
met deze methode zijn zo goed, dat ze thans algemeen
toegepast wordt.
Als graszaadmeng^el is B.G. 5\(met klaver) of B.G. 11
(zonder klaver) aan to bevelen. Om een gezonde en vlot
te groei te bevorderen, is een bemesting met 3 k 400 kg
Superfosfaat en 3 400 kg kalkammonsalpeter per ha
nodig. Op kali-arme gronden is een bemesting met 100
kg zuivere kali per ha aan te bevelen. De kosten bedra
gen voor frezen en graszaad 375,en de kosten
voor kunstmest en eventuele kweekbestrijding komen
daar nog bij.
WAT TE DOEN BIJ EEN ZWARE
KWEEKBEZETTING?
In vlugschrift 177 verkrijgbaar bij elke bedrijfsvoor-
lichter worden diverse mogelijkheden van bestrijding
genoemd. Die met dalapon lijkt nog het meest aantrek
kelijk. In genoemd vlugschrift wordt daarover het vol
gende opgemerkt:
De snelste en goedkoopste manier om kweek in gras
land te bestrijden is die waarbij gebruik wordt gemaakt
van dalapon. Het beste tijdstip daarvoor is juli-augustus.
In voorjaar en herfst laat de werking van dalapon nog
wel eens iets te wensen over. Om een goed resultaat te
krijgen, moet het perceel eerst goed worden kaalgeweid
of gemaaid. Voor een snelle hergroei verdient het aan
beveling daarna 200 k 300 kg kas per ha te strooien.
Na ca. 10 dagen, als de kweek minstens 10 cm lang is,
wordt gespoten met 20 k 25 kg dalapon per ha. Het beste
is te spuiten bij groeizaam weer. De dalapon mag niet
en een Brillion graszaaimachine kan in augusfui Vernieuwde graslanden blijven ook in droge perioden beter in produktle.
worden. Na het zaaien is goed vastrijden nood
zakelijk.
Vlaanderen, al het koolzaad behandeld te worden tegen
de koolzaadaardvlo.
en De schade treedt pas op in het voorjaar, maar de be-
>e- strijding dient bij het zaaien reeds te gebeuren,
n- Het zaaizaad dient vóóral te worden ontsmet tegen
kiemschimmels met een kwikmiddel (3 gr./kg zaad).
Daarna ontsmetten tegen de koolzaadaardvlo met AAlin-
dan-Inkrusta, een speciale formulering voor koolzaad op
basis van lindaan, dosering 50 gram per kg zaad. Voor
een goede hechting dient het zaad in de ontsmetting
trommel met 4 cc water per kg zaad, vooraf iets bevoch-
an tigd te worden. Het gebruik van een stijfseloplossing is
nt hiermee dus overbodig geworden.
:al Bij inzaai in een magere stoppel b.v. graanstoppel, is
ng een najaarsbemesting met 40 k 60 kg N op zijn plaats,
ïi- Een chemische onkruidbestrijding direkt na het zaaien is
mogelijk tegen duist en tarweopslag met 1012 kg TCA
groeiend onkruid. Gras voor groenbemesting leent zich
hiervoor uitstekend, omdat daarin de onkruiden sterker
reageren als gevolg van de N-bemesting. Klein hoefblad
met blaadjes van 6 cm doorsnede kan bestreden wor
den met 5 1 2,4-D per ha. Tegen akkermunst worden de
beste resultaten behaald met 8 1 MCPA. De lastige veen-
wortel dient bestreden te worden met het mengsel 5 1
2,4-D/dicamba. Na een bespuiting de stoppel binnen 3
weken niet bewerken. Na 2,4-D kan pas 6 weken later
wintertarwe worden gezaaid. Tegen kweek kan beter na
het op intervoor ploegen in oktober-november gespoten
worden met TCA. Kweek kan juist deze tijd onder droge
omstandigheden goed mechanisch worden bestreden,
tegen klein hoefblad/ valt een mechanische bestrijding
vaak tegen. Alle mechanische stoppelbewerkingen alleen
onder droge omstandigheden uitvoeren. Met stoppelploeg
en cultivator kan dan veel bereikt worden.
van het gewas afregenen, zodat het spuiten moet gebeu
ren als er voorlopig (minstens 5 uur) geen regen is te
verwachten. De dalapon wordt het beste door het kweek-
gras opgenomen bij een hoge luchtvochtigheid. Het is
daarom gewenst bij sterk drogend weer 's avonds te
spuiten of 's morgens over een bedauwd gewas. In het
laatste geval kan dan iets minder water worden gebruikt.
Tien dagen na de bespuiting kan de grondbewerking en
de herinzaai plaats hebben. Bij de grondbewerking moet
de zode goed worden ondergebracht.
Graslandvernieuwing kost geld, doch oud en versleten
grasland geeft elk jaar lagere opbrengsten. De eenmalige
uitgaven voor de vernieuwing van het grasland zijn,
door de hogere opbrengsten in daarop volgende jaren,
zeker verantwoord. Nadere inlichtingen kunt u krijgen
bij de bedrijfsvoorlichter, de coöperatie en de graszaad
handelaren.