Betere financiële resultaten op bedrijven met ligboxstal Mansholt sprak met het bestuur Produktschap voor Zuivel Publikaties De eerste ligboxenstal voor melkvee werd in 1962 gebouwd bij Frans Driessen in Asten. In 1964 en 1965 werd deze op enkele bedrijven in Noord-Brabant na gebouwd. Pas in 1967 kwam er plotseling meer be langstelling voor dit systeem van koeien houden. In 1970 werden in het consulentschap Eindhoven 119 ligboxenstallen gebouwd en praktisch geen drijfmest- stallen meer. Aanvankelijk stond de praktijk wat wantrouwend tegenover de ligboxenstal, waarschijnlijk doordat zijn voorganger, de open loopstal, door verschillende om standigheden niet altijd voldaan had. De technische ontwikkeling van de ligboxenstal, met doorloopmelk- stal, melkleiding, melktank en mestafvoer maken het mogelijk om veel koeien per man te houden. Vele ge bruikers zeggen: ik heb nu met mijn 50 koeien niet meer werk dan vroeger met 24 koeien in de grupstal. De ontwikkeling in de kosten en opbrengsten nood zaken de melkveehouder om veel koeien te houden wil hij een behoorlijk inkomen halen uit de melkvee houderij. VERGELIJKING VAN BEDRIJFSRESULTATEN 22 bedrijven met een ligboxenstal hadden een L.E.I.- boekhouding. Deze hebben we vergeleken met vergelijk bare bedrijven met grupstal. Resultaten van L.E.I.-bedrijven in Noord-Brabant 1969-'70 Type stal grupstal ligboxenstal grasland 19,90 ha 21 ha melkkoeien 42 42 jongvee 32 26 mestvee 2 melkkoeien per ha 2,10 2,06 g.v.e. per ha 2,85 2,61 kg stikstof per ha 292 330 gemaaid grasland 85 124 kg melk per koe 4389 4753 vet 3,63 3,69 Resultaten per koe in gld melkgeld 1655 1784 omzet en aanwas 574 512 opbrengsten 2229 2296 krachtvoer 588 529 aankoop ruwvoer 153 120 voerkosten 741 649 opbrengst min voerk. per koe 1488 1647 opbrengst min voerk. per ha 3067 3370 Uit de tabel blijkt dat de resultaten op de bedrijven met ligboxenstal beduidend beter zijn. De stal is echter niet de enige oorzaak. Want wie bouwden een ligboxen stal? Dat waren veelal de meer vooruitstrevende melk veehouders. Min of meer is dit af te leiden uit de hogere stikstofbemesting per ha en het hoger maaipercentage. Uit de hogere melkproduktie per koe blijkt dat in de ligboxenstal een goede melkproduktie te bereiken is. Het verschil is 364 kg melk, ofwel f 129,melkgeld. Ook het vetgehalte is hoger. Op de meeste bedrijven met ligboxenstallen is de melk veehouderij nog in uitbreiding. Er worden drachtige vaar zen gekocht en er wordt tijdens de uitbreiding minder geselekteerd. Ook uit de gegevens van de melkcontrole blijkt dat de standaardproduktie zeer goed is. Een be langrijke faktor hierbij is, dat speenbetrappen niet voor komt. Dit in sterke tegenstelling met de drijfmestgrup- stal. Een behoorlijke mate van speenbetrappen kost 400 500 kg melk per koe zegt de praktijk. MEER MELK EN LAGERE VOEDERKOSTEN QPVALLEND is echter dat de voederkosten per koe op de ligboxenstal lager zijn. De oorzaak moet hier gezocht worden in de betere graslandbenutting. De op brengst min voederkosten per koe zijn 159 gld hoger, per ha zijn deze 303 gld hoger. Het arbeidsinkomen zal on geveer hetzelfde verschil geven want de kosten van grond, gebouwen en werktuigen zullen op de bedrijven met ligboxen gemiddeld dezelfde zijn als op bedrijven met grupstallen. Verder zijn de arbeidsbesparing en ar- beidsverlichting, vooral bij het melken, belangrijke voor delen van de ligboxenstal. DE STAL De ligboxenstal heeft 2 voorgangers gehad die niet altijd geheel voldeden n.l. de drijfsmestgrupstal met soms Een tweede faktor is, dat het konstateren van tochtig heid in de winter op de ligboxenstal gemakkelijker is en mede daardoor is het drachtig worden beter. Dr. Willems van de K.I.-vereniging Midden-Brabant vond de volgende resultaten: Percentage drachtig geworden koeien ligboxenstal grupstal verschil winter 66,7 57,6 9,1 zomer 69,6 67,0 2,6 Andere gunstige invloeden voor een ligboxenstal op de melkproduktie zijn: een geleidelijke overgang van stal naar weide en omgekeerd, gemakkelijker bijvoeding in de zomer bij ongunstig weer en tekort aan goed weide- gras en minder beengebreken, minder moeilijkheden bij afkalven. veel speenbetrappen en de openloopstal met zeer hoge kosten van strooisel en mestafvoer. De ligboxenstal vjI- doet in beide opzichten beter en geeft bovendien een flinke arbeidsbesparing en arbeidsverlichting. De finan ciële resultaten van bedrijven met een ligboxenstal zijn 300 gld per ha beter, hetgeen vooral wordt bereikt door een betere melkproduktie per koe. Het ziet er naar uit dat de melkproduktie per koe nog aanzienlijk zal toe nemen omdat de melkveestapel op deze bedrijven nog in opbouw is. (Het Ministerie van Land bouw heeft in mei 1971 Vlug schrift No. 174 uitgegeven over Ligboxenstallen voor rundvee, dat werd samenge steld door het R.L.C. voor Boerderijenbouw te Wape ningen. De regionale Consu lentschappen kunnen U daar aan helpen). Qr. S. L. MANSHOLT, vice-voorzitter van de Com missie der Europese Gemeenschappen, acht de continuïteit van de export van zuivelprodukten uit de E.E.G. naar Engeland, juist met het oog op de toetreding van dit land tot de Gemeenschap, van bijzonder belang en zal in verband daarmee nagaan, or hiermee bij het restitutiebeleid wel voldoende rekening wordt gehouden. Hij deed deze toezegging tijdens een op 16 juli 1971 ge houden gedachtenwisseling met de leden van het Bestuur en de adviescommissies van het Produktschap voor Zui vel over het te voeren zuivelbeleid op langere termijn. De heer Mansholt was van mening dat het prijsbeleid ter realisering van een redelijk agrarisch inkomen dient te zijn gebaseerd1 op de kostenstructuur van moderne, rationele bedrijven van voldoende omvang. Hij waar schuwde er echter voor, dat als gevolg hiervan de Euro pese zuivelindustrie en -handel afzetposities in derde landen zullen moeten prijsgeven. Een verhoging van de grondstofprijs zal er namelijk toe leiden, aldus de heer Mansholt, dat men zich in derde landen nog verder uit de markt prijst. Het zou naar zijn mening getuigen van weinig politiek realisme, indien men verwacht dat stij gingen van de grondstofprijs blijvend worden gecompen seerd door hoge restituties bij de uitvoer van zuivelpro dukten naar landen buiten de E.E.G. Naar zijn mening dient het een beleidsdoel van die E.E.G. te zijn, ernaar te streven de produktie van melk- en zuivelprodukten te beperken tot 100 van de behoefte binnen de Ge meenschap. yAN de zijde van de P.Z.-vertegenwoordiging werd hiertegen ingebracht, dat de Gemeenschap dan ook na toetreding van Engeland, Denemarken, Ierland en Noorwegen gelet op de garanties die aan Nieuw-Zee- land zijn gegeven aangewezen blijft op de export van een kwantum melk naar derde landen. Dat ten aanzien van de restituties zuinigheid moet worden betracht, werd allerwege onderschreven. In dit verband werd gesteld, dat bij de export van een aantal produkten naar bepaalde landen op den duur met lagere restituties zou kunnen worden volstaan. Dit vergt even wel een weloverwogen beleid met betrekking tot wijzi gingen in de restituties. Naar aanleiding hiervan nodigde de heer Mansholt het Europese zuivelbedrijfsleven uit na te gaan, voor welke produkten er op langere termijn buiten de E.E.G. dergelijke afzetmogelijkheden bestaan en te dien aanzien suggesties te doen. Jaarverslag 1970 Commissie Groningen Rationele Bedrijfsvoering, kosten ƒ3,giro 12 62 411 t.n.v. Stichting Bedrijfsontwikkeling in de Landbouw in Groningen. Onder meer worden in dit verslag behandeld: Het gebruik van werktuigen in kom- binatie, waarvoor een toenemende belangstelling is te constateren ter opvoering van de prestatie per man en ten einde het aantal wielsporen te beperken bij grondbewerking en zaaien. Bespro ken worden de nieuwe ontwikkeling bij auto matische aardappelpootmachines, economische aspecten bij het dragen en bewaren van graan op de boerderij, grondontsmetting op zware grond, en het reinigen van sloten op akkerbouw bedrijven. Alles over hydrauliek in de landbouw. Een Shell uitgave waarin het principe en de toepassingen van hydraulische systemen (in toenemende mate op trekkers en hulpwerktuigen in de landbouw in gebruik) overzichtelijk mede aan de hand van duidelijke tekeningen wordt uiteengezet (Shell Ned. Verkoop Mij. N.V. Postbus 1414 Rot terdam) De teelt van stoksnijbonen. Consulentschap Groenteteelt in de volle grond te Alkmaar. Prijs ƒ2,40. Teeltbeschrijving van snij-, spek- en pronkbonen, waarvan in Noord-Brabant in 1970 372 ha werden geteeld of wel bijna 62 van het landelijk areaal. De Meyery en de Zuidelijke Peel zijn daar de belangrijkste teeltgebieder, resp. ca. 160 er. 90 ha. De brochure geeft naast teelttechni- sche informatie ook saldiberekeningen en komt voor 1 ha stoksnijbonen met een opbrengst van 25.000 kg a 76,30/100 kg onder aftrek van de direkte kosten als bemesting, zaaizaad, ziekte- en onkruidbestrijding, steunmateriaal, werk door derden en TVz rente op omlopend kapitaal op een saldo van bijna 15.000,Teeltbeschrijving No. 25 te bestellen door overschrijving van 2,40 op giro 61 95 24 van het Proefstation.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9