produktief duurzaam Korrelvochtdienst in Groningen KORTE WENKEN en KAPELLE-tel. 01102-1441 DE AARDAPPELOOGST VIERRIJIG VERZAMELROOIEN INCLUSIEF TRANSPORT EN LOSSEN apparatuur voor wat de loswagens betreft. De hori zontale lijnen geven de zuivere werktijd voor het rooien aan bij verschillende werksnelheden. De schuine lijn geven de zuivere werktijd voor transport en het lossen aan. De bovenste schuine lijn geeft de zuivere werktijd in uren per hectare aan wanneer in totaal drie transportcombinaties het transport en het lossen uitvoeren. Uit afb. 3 blijkt dat twee transportcombinaties de capaciteit van de tweerijige rooier kunnen bijhouden, wanneer de werksnelheid van de rooier niet groter is dan 4 km/u en de afstand tussen het perceel en de los plaats kleiner is dan 2 km. Bij de vierrijige rooier mag deze afstand niet groter zijn dan 680 m. Door een derde traosportcombinatie toe te voegen, kan de capa citeit van de vierrijige rooier worden bijgehouden tot een afstand van 2 km. Bedraagt de werksnelheid bij het rooien 6 km/u, dan kan bij drie transportcombina ties een afstand van 1250 m tussen het perceel en de losplaöts worden overbrugd. In afb. 4 zien wij dat, behalve het aantal transport combinaties, ook de loscapaciteit van de transporteurs een belangrijke rol speelt. Is bijv. de loscapaciteit 500 kg/min, dan kunnen in totaal drie transportcom binaties het werk van de tweerijige rooier bijhouden tot een afstand van 2 km wanneer de werksnelheid bij het rooien niet groter is dan 5 km/u. Voor de vierrijige rooier komt de loscapaciteit van 500 kg/min slechts in aanmerking bij een werksnelheid voor het rooien van 3 km/u, als de afstand tussen het perceel en de los plaats dan niet meer dan 950 m is. Is de werksnelheid groter, dan dient een transporteur met een grotere los capaciteit of een vierde transportcombinatie te wor den ingezet. Een verhoging van de loscapaciteit tot 1500 kg/min biedt alleen mogelijkheden bij een hogere werksnel heid voor het rooien dan 3 km/u, waaneer de afstand tussen het perceel en de losplaats minder dan 2 km is. Bij werksnelheden voor het rooien van 4, 5 of 6 km/u, mag deze afstand niet meer dan respectievelijk 1440, 1050 en 690 m bedragen. DU0BELE CAPACITEIT Dé capaciteit van de vierrijige rooier ligt op het dubbele van die van de tweerijige verzamelrooier als we uitgaan van dezelfde werksnelheden. Dit betekent dat met twee tweerijige rooiers dezelfde capaciteit kan worden behaald, maar dat er twee trekkers en een transportcombinatie méér nodig zijn. Een vier rijige rooier wordt door twee man bediend zodat in dit opzicht geen besparing in mankracht t.o.v. de twee tweerijige verzamelrooiers wordt verkregen. Een voordeel is de grotere flexibiliteit, zoals de mogelijk heid ongelijktijdig op twee percelen of bedrijven te VLASNIEUWS DETREFFEINDE de voorlichtingsbijeenkomst van Normandische vlasboeren in Doudeville meldt „Vlasberichten" o.m. dat in vlasproeven is gebleken dat het Nederlandse ras Hera en de Franse variëteit Tissandre minder gelegerd waren dar. de andere va riëteiten. Bijzondere nadruk werd gelegd op het ge vaar van een te dichte bezaaiing en van te zware stikstofbemesting. Als praktische raadgeving vroeg men de landbouwers het korrelgewicht van het zaai zaad na te gaan vooraleer te zaaien. Het afzonde ren van 1.000 zaadjes vergt slechts een achttal mi nuten. Indien men het duizendzadengewicht verme nigvuldigt met 20 dan kan het resultaatcijfer omge zet in kilo's als basis genomen worden van de uit zaai per hectare. (Duizendzaadgewicht 5,5 gr. vergt 110 kg zaad per hectare). Om legerschade te voorkomen werd gewezen op: minder stikstof toedienen de zaaidichtheid verminderen late variëteiten zaaien zaaien volgens een nieuwe methode met een sprei voet die beste resultaten geeft voor zover die dank zij een goede afstelling in horizontale stand blijft. In verband met fusarium werd aangevoerd dat de kunnen werken. Een nadeel is het grotere aantal wiel sporen dat men krijgt. Om de capaciteit van de vierrijige rooier bij te hou den is het nodig een groot aantal transportcombinaties ia te zetten bij het transport en het lossen van de aardappelen. Vooral is dit het geval als de werksnel heid van de rooier en/of de afstand tussen het perceel en de losplaats toeneemt. Ditzelfde geldt trouwens ook voor twee tweerijige rooiers. Van invloed hierbij is vooral het soort transport middel en de capaciteit van de losapparatuur. Welke keuze men moet doen hangt voor een groot deel af van de af te leggen transportafstanden. Bij grotere afstanden bieden kipwagens met een grote inhoud in combinatie met een doseerinrichting bij de losplaats arbeidskundig gezien voordelen. ziekte zich het snelst ontwikkelt in gronden met een lage PH. Het is ook opvallend dat de gronden met vlasmoeheid zeer gevoelig zijn voor Fusarium. Het achterblijven van vlasafval levert het gevaar op dat tijdens de volgende jaren op die plaatsen een aard van Fusarium ontstaat. Overigens zouden volgens de heer Herman alle vlasrassen even gevoelig zijn voor Fusarium. ALS voorlopige raming van het Franse vlasareaal 1971 werd 46.500 ha genoemd. Het vlas in het Dept. Seine - Maritime zou minder erg getroffen zijn door onweer dan in andere vlasstreken. Het door ziekte aangetast vlas moet gesleten worden. Er is weinig extra-kwaliteit beschikbaar en de oogst zal een hoog percentage klodden geven. Men taxeerde dat de geldelijke opbrengst 250 tot 350 FF per hectare zal bedragen. Weinig vlas is voor het waterroten geschikt. Verwachte prijzen waren voor groen vlas 0,35 tot 0,45 FF per kilo en voor gedauwroot stro- vlas 0,40 tot 0,60 FF. De landbouwers werd geadvi seerd bij eventuele verkoop een voorschot te eisen- Er waren toen nog geen kopers aan de markt doch dit werd normaal geacht gezien de klimatologische omstandigheden ten tijde van de voorlichtingsdag 1 juli j.l. De Commissie voor Rationele Bedrijfsvoering van de Prov. Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in de Landbouw in Groningen gast in vervolg op de in het vorig jaar opgedane ervaringen ook dit jaar weer korrelvochtdienstberichten telefonisch voor de prak tijk beschikbaar stellen. Zoals bekend moet bij de oogst van granen met veel faktoren rekening worden ge houden; één daarvan is het vochtgehalte van de kor rel. Uit de onderzoekingen is gebleken dat het vocht gehalte van de korrel in belangrijke mate wordt be paald door de afrij ping van de korrel en de relatieve luchtvochtigheid. De relatieve luchtvochtigheid stijgt gedurende de nacht meestal tot circa 95 waardoor dan ook het vochtgehalte van de korrel toeneemt. Bij hoge uitzondering blijft de relatieve luchtvochtigheid gedurende de nacht echter beneden 70 Hierdoor neemt dan het vochtgehalte van de korrel gedurende de nacht niet toe en kan in de vroege ochtend reeds worden gemaaidorst. Het vorig jaar werd door de C.G.R.B. een „korrel- vochtbericht" opgesteld om na te gaan of de praktijk er voordeel van zou kunnen trekken, indien de kor relvochtigheid van graan op stam bekend zou worden gemaakt. Deze dienst wordt dit jaar voortgezet. Daar-, toe wordt gedurende de graanoogstperiode in Usquert en Ter Apel drie maal daags het korrelvochtgehalte van de twee meest voorkomende rassen van rogge, wintergerst, wintertarwe en zomertarwe op stam be paald. De eerste bepaling van dit vochtgehalte van de kor rel tijdens het graanoogstseizoen vindt om 18.00 uur plaats. Uit dit gegeven wordt voor de plaatsen en deze gewassen de verwachting over het vochtgehalte van de korrel (zoals deze hoogstens zou kunnen zijn) voor 6.00 uur de volgende ochtend uit de weersverwachting voor de nacht afgeleid. Van de resultaten kan dage lijks kennis genomën worden vanaf 20.00 uur via een telefonisch antwoordtoestel. In de ochtend wordt een bericht over het vochtgehalte van de korrel van 's morgens 6.00 uur, met mogelijk een voorspelling voor die van 's morgens 10.00 uur, in het telefonisch antwoordtoestel gesproken. Dit bericht kan dagelijks vanaf 8.00 uur beluisterd worden. Daarna wordt om 10.00 uur nogmaals het vochtgehalte van de korrel bepaald en wordt het be richt hierover dagelijks vanaf 12.00 uur via het tele fonisch antwoordtoestel, doorgegeven. Tevens wordt bij ieder bericht ook de kans op regen doorgegeven. Op bepaalde dagen zal men er ook behoefte aan hebben om iets te weten over de te verwachten ont wikkeling van het vochtgehalte van de korrel. Hoe dichter men bij een waarnemingspost woont hoe meer men daaraan kan hebben. Voor een iuiste beoordeling van de in telefonisch antwoordtoestel genoemde vochtpercentages is het van belang te weten dat dit het vochtpercentage betreft van een bepaald met name genoemd ras en de daarbij vermelde zaaidatum. Bij de verwachting van het korrelvochtgehalte is er tevens van uitgegaan dat de weersomstandigheden overal dezelfde zullen zijn. Daar dit in de praktijk lang niet altijd het geval zal zijn is in het ochtend- bericht van 8.00 uur de voorspelling voor 10.00 uur onbruikbaar indien het 24 uur van tevoren heeft ge regend, terwijl dit op de waarnemingspost (en) niet het geval was (het omgekeerde is eveneens mogelijk). Het vorige jaar is reeds gebleken dat de belang stelling voor deze berichtgeving gunstig werd beoor deeld. 41 °7r van de geënquêteerden waren positief, 53 stelden zich iets gereserveerder op. DOORWAS EN BESPUITINGSMIDDELEN BROUWGERST In verband met de in sommige percelen zomergerst optredende doorwas kan neiging bestaan tot het ge bruik van bespuitingsmiddelen zoals Reglone. Het N.I.B.E.M. vestigt er de aandacht op dat het gebruik van deze middelen niet is toegestaan in pro- dukten voor menselijke,consumptie, zoals brouwgerst. Tevens wijzen zij erop dat onderzoekingen van het instituut hebben uitgewezen dat een dergelijke be spuiting tot sterke kwaliteitsvermindering kan leiden. CA.R. Zevenbergen. DOOR DE LAATSTE REGENPERIODE is de on- kruidbestrijding in bieten maar vooral in aardappelen gestagneerd. Sommigen willen de zaadonkrüiden in aardappelen bestrijden door een bespuiting met een 'h tot 1 1 M.C.P.A. per ha. Deze hoeveelheden zijn zeker onvoldoende. Trouwens het gebruik van M.C.P.A. in consumptie aardappelen is bij de wet ver boden. HET MAKEN VAN VOLDOENDE brede sloten voor afvoer van overtollig water kost geld en grondopper- vlakte. Wanneer U de sloten geheel vol laat groeien met onkruiden is de waterafvoer van de drains via dergelijke sloten onvoldoende. Ook drains hebben geld gekost. Zorg voor een goed rendement en houdt het gehele jaar de sloten voldoende open. IN DE TIJD VAN SLOOTTALUDS maaien was het nat. Verschillende slootkanten zijn niet gemaaid en zullen moeten wachten tot na de graanoogst. Vooral als er veel onkruid groeit moet men oppassen voor verspreiding. Dit kan voorkomen worden door het groene ondergras na het ruimen van de oogst te spui ten met Gramoxone en enkele dagen later de kanten in brand te steken. DE AARDAPPELEN hebben dit jaar zeer veel loof. Bij wat regen en broeierig weer heeft het gewas een ideale stand voor uitbreiding van de aardappelziekte Laat U niet verrassen door een droge periode en blijf spuiten tegen deze ziekte. Slaat U een periode over dan worden bij een volgende bespuiting een aantal bladeren niet geraakt. ONDER DEKVRUCHT gezaaid graszaad heeft na het oogsten van het hoofdgewas nog zeer kleine plantjes. Hierdoor worden ze gemakkelijk door on kruiden en opslag overwoekerd. Wortelonkruiden via karwij kunnen het beste wor den bestreden me 2.4-D amine als de grasplantjes 3 a 4 blaadjes hebben. Deze bestrijding herhalen na 2 tot 3 weken is dikwijls noodzakelijk. VEEL BOEREN STAAN voor de vraag of ze het be drijf moeten gaan ontwikkelen of op dezelfde voet ver der moeten gaan. Anderen vragen zich af of hun zoon het bedrijf later wel zal kunnen overnemen. Laat U bij de keuze wat er moet gaan gebeuren met Uw bedrijf bijstaan door deskundigen. Praat hier over met de be drijf sv oor lichter of de voorlichter van Uw organisatie. NIET HET AANZIEN van een gebouw b.v. de rund veestal moet Uw keuze bepalen bij de bouw, maar de investering en de gebruiksmogelijkheden. Daarom verdient het bouwen van een stal met buitenvoedering thans de voorkeur. Aan de koeien moet verdiend wor den en daarvoor behoeven ze niet in de watten te worden gelegd. HET KOMT NOG HERHAALDELIJK voor dat er jonge kalveren in de weide te zien zijn die buiten nog bijna niets zijn gegroeid. Ze zijn wel groter geworden maar de conditie is achteruitgegaan. Kalveren die niet willen groeien moeten worden opgestald en de dieren arts raadplegen. juno

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5