Chemische
onkruidbestrijding
in grasland
Graszaad wordt vaak in het vooijaar onder een
ander gewas (erwten, vlas, e.d.) gezaaid. Soms wordt
het ook wel zonder dekvrucht uitgezaaid. Sinds enige
jaren vindt ook herfstzaai onder wintergranen plaats.
In de graszaadteelt is de onkruidbestrijding chemisch
goed mogelijk. Er zijn vele middelen beschikbaar, die
al of niet gemengd en aangepast aan het onkruidsorti
ment kunnen worden toegepast. Meestal is meer dan
één bespuiting nodig, omdat zowel zaad- als wortel
onkruiden, breedbladige als grasachtige onkruiden
kunnen voorkomen. Aldus bericht no. 1798 van de
Plantenziektenkundige Dienst en het R.C. voor Plan
tenziekten te Wageningen opgesteld in overleg met
de afd. Handelsgewassen P.A. en de afdeling onkruid-
onderzoek I.B.S.
BREEDBLADIGE ONKRUIDEN
Deze middelen hebben een zeer brede werking, geven
een vrij snelle doding van de onkruiden en beïnvloeden
het graszaad weinig. Door toevoeging van ioxynil aan de
combinaties van 2,4-D met 2,4,5-TP of MCPP wordt ere
prijs beter bestreden, terwijl de andere onkruiden in het
algemeen ook wat sneller afsterven.
Er zijn aanwijzingen, met name in veldbeemd, dat
MCPP de spruit- en wortel ontwikkeling van het gras
zaad enigszins afremt. Dit is niet het geval bij toepas
sing van 2,4,5-TP.
Indien vlas als dekvrucht is gebruikt- is voor bestrij
ding van opslag steeds 2,4,5-TP nodig. Als zeer veel muur
voorkomt verdient dit middel eveneens de voorkeur.
2,4-D bevattende middelen moeten niet later dan eind
september worden toegepast, omdat anders schade aan
het gras kan optreden. Timothee is gevoelig voor zowel
MOPA als 2,4hD.
KAMILLE
Jonge kamille wordt in het algemeen wel meegenomen
door bovengenoemde mengsels. Als echter in september/
oktober nog veel kamille voorkomt, of als de kamille
wat groter is, moet worden gespoten met MCPA/TBA
6 1/ha. Indien in veldbeemd voor straatgrasbestrijdiing
AAkarmex wordt gebruikt kan de bespuiting tegen ka
mille achterwege blijven.
In de winter is tegen kamille en kleine muur ook nog
een goed resultaat te behalen met MCPA/TBA 6 1/ha.
Dit middel moet echter niet tijdens vorst en niet meer na
eind maart worden toegepast.
EREPRIJS
Soms is het nodig in de herfst tegen ereprijs nog een
bespuiting uit te voeren. Het beste kan men hiervoor
nemen:
DNOC - 80 6—9 kg/ha
DNOC - 50 10—15 kg/ha
Onder daarvoor gunstige omstandigheden kan ook
ioxynil worden gebruikt. Indien Eptapur wordt toegepast
voor straatgrasbestrijding kunnen de bespuitingen tegen
ereprijs en ook muur achterwege blijven.
MUUR
Wanneer in de loop van de winter veel muur in het
graszaad aanwezig is, dient hiertegen nog een bespuiting
te worden uitgevoerd met: 2,4,5-TP - iy2 1/ha. Dit mid
del moet niet meer na eind februari worden toegepast.
ONDER DEKVRUCHT GEZAAID
(en zeer vroege zomerzaai)
Wanneer onder dekvrucht wordt gezaaid begint de on
kruidbestrijding reeds in dit gewas. Na de oogst van de
dekvrucht zijn de grasplantjes nog erg klein, zodat ze
gemakkelijk door het onkruid, of opslag van de dek
vrucht, dat zich veel sneller ontwikkelt worden over
woekerd. Indien karwij als dekvrucht is gebruikt, is het
nodig de opslag zo spoedig mogelijk te bestrijden. De
beste resultaten worden verkregen met een tweemalige
toepassing van 2,4 - D amine met een tussentijd van 2 a
3 weken. Het graszaad moet evenwel voldoende zijn ont
wikkeld en tenminste 3i4 blaadjes hebben. Vlakgroeien-
de onkruiden, zoals: varkensgras, muur, zwaluwtong,
kruipmelde, ereprijs en kamille, maar ook klein hoefblad
kunnen het jonge gras verstikken als niet tijdig een be
spuiting wordt uitgevoerd. Hiervoor kan worden ge
bruikt:
DNOC - 80 6—9 kg/ha
DNOC - 50 10—15 kg/ha
broomfenoxim Faneron 34*4 kg/ha
ioxynil Actril 2 1/ha, Certrol-20 4 1/ha
ioxynil/MCPA Actril-AC, Certrol-A 4 1/ha
ioxynil/MCPP Actril-M, Certrol-P 4 1/ha
bromoxynil/ Certrol-Combin 4 1/ha
MCPA/MCPP
Het grootste effect wordt verkregen wanneer de on
kruiden niet te fors zijn ontwikkeld en als een bespuiting
wordt uitgevoerd bij een hoge relatieve luchtvochtigheid.
DNOC en Faneron moeten bij bedekte lucht worden ge
spoten, de ioxynil en bromoxynil bevattende middelen
bij zonnig weer. Het nieuwe middel Faneron is goed op
kamille en varkensgras. Ereprijs en kleefkruid zijn min
der gevoelig. Tot nu toe is met Faneron alleen ervaring
opgedaan in veldbeemd. In het algemeen zal na een be
spuiting met een van de bovengenoemde middelen weer
hergroei van onkruiden optreden. Zo mogelijk kan daar
om met de onkruidbestrijding beter worden gewacht tot
de wortelonkruiden moeten worden bestreden.
KLEIN HOEFBLAD, DISTELS, ÉÉNJARIGE
ONKRUIDEN, WAARONDER MUUR exL
Voor de bestrijding van wortelonkruiden en grote
éénjarige onkruiden in augustus zal in het algemeen een
mengsel van groeistoffen nodig zijn. Het gewas moet op
het moment van toepassing 45 blaadjes hebben. Wan
neer klein hoefblad aanwezig is moet de bestrijding in
de eerste plaats tegen dit moeilijke onkruid gericht zijn.
De voorkeur gaat daarbij uit naar een middel op basis
van 2,4-D. Aangepast aan de rest van het onkruidsorti
ment kan 2,4-D gemengd worden gespoten met één of
meer andere vloeistoffen. Als geen klein hoefblad voor
komt, maar wel veel distels, kan in plaats van 2,4-D
beter MCPA 4—5 1/ha worden gebruikt.
2,4-D/dicamba (Jepolinex) 5 J/JJJ
2,4-D/MCPA/dicamba Luxan Dicamix G 45 1/ha
Orga-Mix 6 1/ha
2 4-D 2 4,5-TP 2—2l/2 1/ha 1V4 1/ha
24-D MCPP 2-2^ 1/ha 4 1/ha
De dicamba bevattende middelen worden het meest
gebruikt voor de onkruidbestrijding in de graszaadteelt.
KLEINE MUUR EN KAMILLE
Komen in het voorjaar nog weer kiemende onkruiden
tot ontwikkeling, als het gewas zich niet snel genoeg
sluit, dan kan het zinvol zijn om te spuiten met DNOC -
80 5—6 kg/ha of DNOC - 50 8—9 kg/ha.
DISTELS
MCPA 25 34 1/ha ureum 20 kg/ha). De be
strijding van distels in het voorjaar kan eventueel wor
den uitgevoerd tot vóór het in de aar of pluim komen
van het graszaad; latere toepassing is gevaarlijk. De
resultaten van de ureum toevoeging zijn wisselend.
ZAAI IN OPEN LAND
Bij inzaai zonder dekvrucht zijn de onkruidproblemen
vaak minder groot dan wanneer onder dekvrucht is ge
zaaid. Het accent valt hier op de bestrijding van de één
jarige onkruiden. Zo lang de onkruiden nog klein zijn
is een goed resultaat te behalen met:
DNOC - 80 6—8 kg/ha
DNOC - 50 10—12 kg/ha
Voor een bespuiting met DNOC moet het graszaad 3
4 blaadjes hebben. Bij warm zonnig weer en een hoge
relatieve luchtvochtigheid kan eventueel ook met een
ioxynil bevattend produkt worden gewerkt,
ioxynil Actril 2 1/ha Certrol-20 4 1/ha
ioxynil/MCPA 3 1/ha
ioxynil/MCPP 3 1/ha
bromoxynil /MCPA /MCPP 3 1/ha
In Westerwolds raaigras dat in het voorjaar in open
land wordt gezaaid en in hetzelfde jaar in juli wordt ge
oogst, kunnen voor de onkruidbestrijding dezelfde mid
delen worden gebruikt.
Muur. Wanneer in de winter veel muur voorkomt kan
worden gespoten met: 2,4,5-TP 1%2 1/ha. Het gras
moet voldoende ontwikkeld zijn. 2,4,5-TP moet men niet
meer na eind februari toepassen.
Kamille. Tegen kamille is in de winter soms een be
spuiting nodig met MCPA/TBA 6 1/ha. Dit middel moet
men niet tijdens vorst en niet later dan eind maart toe
passen.
Kamille 4- Muur. Wanneer zowel kamille als muur
voorkomen verdient onderstaand mengsel de voorkeur.
MCPA/TBA 2,4,5-TP 6 1/ha 4- 1/ha.
Distels. MCPA 25 3—4 1/ha (4- ureum 20 kg/ha).
De bestrijding van distels in het voorjaar kan eventueel
worden uitgevoerd tot vóór het in de aar of pluim komen
van het graszaad; latere toepassin'» is gevaarlijk. Ruw-
beemd, moerasbeemd, bosbeemd en .nnothee zijn zeer
gevoelig voor voorjaarsbespuitingen met groeistoffen. De
resultaten van de ureum toevoeging zijn wisselend.
GRASACHTIGE ONKRUIDEN
KWEEK
Kweek is een van de onkruiden die zich in graszaad
sterk kan uitbreiden. Een effektieve bestrijding is dan
ook beslist noodzakelijk. Indien in een graszaadperceel
een plekje kweek wordt geconstateerd, moet deze plek
met een grasdodend middel met de rugspuit worden be
handeld.
Bij herhaalde toepassing kunnen redelijke resultaten
bereikt worden met dalapon. Hiervan wordt een 2 zé-
oplossing gebruikt, d.w.z. 200 gram in 10 1 water. De
bespuiting moet in de herfst zo vroeg mogelijk worden
uitgevoerd en in vele gevallen in het voorjaar worden
herhaald. De direkte omgeving van de kweekplek, min
stens een halve meter rondom, dient meegespoten te wor
den om de soms ver verwijderde uitlopers ook mee te
nemen.
De bestrijding in graszaad kan ook worden uitgevoerd
door op de kweekplekken Prefix-korrels te strooien.
Zorg voor een regelmatige verdeling en gebruik per are
niet meer dan twee kg. Bij zwaar overdoseren kan dit
in een volgend gewas nog moeilijkheden veroorzaken.
DUIST
Een goede duistbestrijding kan verkregen worden door
omstreeks half november 3l/z liter Chloor-IPC te ver
spuiten. Chloor-IPC is echter een agressief middel, dat
alleen toegepast kan worden in onder dekvrucht uitge
zaaide beemdlangbloem, kropaar en veldbeemd, mits dit
goed ontwikkeld is. Ook kan het worden verspoten in
de tweedejaarsgewassen van genoemde grassoorten en
in tweedejaars moerasbeemd en timothee.
Naast Chloor-IPC kan endothal handelsmerk Prebe-
tox tegen 5 a 6 liter in 600 liter water ook een rede
lijke bestrijding van duist geven, mits aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan. Het gewas moet winddroog
zijn en de bodem liefst iets vochtig tijdens het spuiten.
Na het spuiten is droog, koud weer nodig of een lichte
vorstperiode om resultaat te krijgen. Kort na het spuiten
regen of zacht weer geven vaak teleurstellingen. In het
algemeen worden met endothal de beste resultaten be
haald bij toepassing in december of januari. Men kan
endothal toepassen in goed ontwikkeld veldbeemd, hard-
zwenk, roodzwenk, Engels raaigras, beemdlangbloem en
Italiaans raaigras. Let vooral goed op het etiket en ver
spuit geen middelen die naast endothal nog andere be
standdelen bevatten zoals IPC, die het cultuurgras ern
stig schaden.
Chloor-JPC en endothal kunnen onder bepaalde om
standigheden enige oogstderving geven. De kans op op
brengstderving neemt in veldbeemd nog toe wanneer
reeds eerder voor straatgrasbestrijding met Eptapur- of
AAkarmex is gespoten.
STRAATGRAS IN VELDBEEMD
Voor de bestrijding van straatgras in veldbeemd kan
gebruik worden gemaakt van Eptapur (buturon) of
AAkarmex (diuron). Deze middelen hebben tevens enige
werking tegen jonge duist. Het veldbeemd moet onder
dekvrucht uitgezaaid zijn, een beworteling van ten min
ste 5 cm diepte hebben en de goed ontwikkelde uitlopers
moeten reeds bovengrond zichtbaar zijn. Bij minder goed
ontwikkelde percelen kunnen opbrengstdervingen op
treden, die veelal echter zullen opwegen tegen de betere
kwaliteit, n.l. een produkt dat vrij is van straatgras,
waarvoor een hogere kg-prijs kan worden bedongen.
Dosering: Eptapur (buturon) 34 kg/ha
AA-karmex (diuron) 2 kg/ha.
De middelen moeten worden verspoten in 600 1 water
per ha. Voor de vlotte opname is groeizaam weer, en een
temperatuur van 10° C of hoger nodig. De middelen kun
nen worden toegepast op een vochtig gewas, terwijl enige
neerslag na de bespuiting de werking bevordert. Bij lage
re temperaturen blijkt de opname nogal traag te ver
lopen en valt het resultaat tegen.
In het algemeen zullen de omstandigheden in de eerste
helft van oktober (of bij een zeer vlotte groei eind sep
tember) het meest geschikt zijn voor deze bespuiting.
Percelen die slecht ontwikkeld zijn verdragen de bespui
ting met Eptapur of AA-karmex niet.
Behalve straatgras worden ook andere zaadonkruiden,
waartegen men in sommige gevallen een extra bespuiting
zou moeten uitvoeren, bestreden. AA-karmex doodt even
wel geen ereprijs.
Eptapur en AA-karmex zijn ook in tweedejaars veld
beemd toe te passen. Men moet dan wel bedenken dat de
hergroei, indien na het spuiten wordt gemaaid, ongeschikt
is voor veevoer. Dit gras is alleen geschikt voor de mest-
of composthoop.
Naast Eptapur en AA-karmex kan ook endothal tegen
6 k 7 liter in 600 liter water, onder omstandigheden zoals
beschreven bij duist, redelijke resultaten geven.
Tenslotte kan volledigheidshalve het middel kalkstik-
stof worden genoemd. Kalkstikstof dient met een goede
schotelstrooier voorzien, van het kalkstikstof-kamwiel,
verstrooid te worden. Het gebruik van 400 kg per ha, ge
strooid op een berijpt gewas, gevolgd door een zonnige
dag, kan goede resultaten geven, mits de temperaturen
de eerstvolgende dagen laag blijver De resultaten met
kalkstikstof en endothal zijn echter eer wisselvallig.
POLLENBEHANDELING
Ongewenst graspollen in een perceel kunnen worden
verwijderd met behulp van een rugspuit. Men werkt dan
met een spuitstok waar maar één spuitdop opzit, die
wordt afgeschermd door een plastiek kap om randwer-
king te voorkomen. Voor deze methode komen óf een op
lossing van y2 paraquat (handelsmerk Gramoxone) dat
is 50 cc in 10 liter water, óf een 2 -oplossing van dala
pon dat is 200 gr. in 10 1 water, in aanmerking. Een bij
menging van een kleurvloeistof vergemakkelijkt het wer
ken, omdat men daardoor steeds kan zien welke pol wél
en welke niét behandeld is. Daarnaast is ook een pollen
behandeling mogelijk met Prefix-korrels. Met behulp
van een zgn. Prefix-geweer kunnen op elke pol enkele
korrels worden gelegd.
O