I In memoriam P. J. J. DEKKER Geen nieuwe E.E.G.-landbouwprjjzen vóór de herfst Hl Dl 3 Te Wemeldinge overleed vrijdag 9 juli op 71-jarige leeftijd de heer P. J. J. Dekker te Wemeldinge oud vice-voorzitter en erelid van de ZLM. Na de grootse huldiging die de heer Dekker in mei vorig jaar bij zijn 70ste ge boortedag mocht ontvangen, werd in de Al gemene Vergadering van de ZLM te Roosen daal op 18 juni 1970 van hem afscheid geno men. Na reeds eerder benoemd te zijn tot Ridder en Officier in de Orde van Oranje- Nassau viel hem op zijn 70ste verjaardag de zeer hoge onderscheiding van Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw te beurt. Twee en vijftig jaar geleden trad de heer P. J. J. Dekker als lid tot de ZLM toe. Een goede organisatie voor onze land- en tuin bouw achtte hij onmisbaar om de belangen te kunnen behartigen. Reeds spoedig werd hij bij de bestuurlijke zaken van het landbouw organisatie leven betrokken. Zijn grote liefde ging uit naar de grond en het water, beide basisvoorwaarden voor een welvarende land en tuinbouw. De heer P. J. J. Dekker heeft zich in de lange jaren die hij in dienst stelde van de belangenbehartiging van de land- en tuin bouw doen kennen als een man van stijl, van gevoel voor spelregels en democratische be ginselen. Een uitgesproken persoonlijkheid, die in bestuur, commissies en in besprekingen zijn mening duidelijk naar voren bracht. Een man die lange jaren de land- en tuinbouw en de ZLM gediend heeft met vakkennis en vak manschap en met grote invloed en gezag. Reeds in 1961 tekende Ir. Geuze de heer Dekker als een man met één been op de glooiing van een dijk en met het andere in een boomgaard. Op de achtergrond het to rentje van Wemeldinge, de silo van de Coöpe ratie een schip met kunstmest en een veiling- klok. En verder in zijn hand een bundel pa pieren bestaande uit koop- en pachtcontrac- ten. Onvermoeid heeft de heer Dekker zich al deze jaren, vaak in moeilijke perioden, inge zet in het belang van de land- en tuinbouw, lokaal, regionaal en nationaal. Bijzonder er kentelijk is de ZLM voor het vele dat hij voor onze organisatie heeft gedaan. Allen zijn wij hem veel dank verschuldigd. Hij rustte in vrede. |*E Europese landbouwraad zal op 19 en 20 juli geen besluit over de nieuwe landbouwprijzen voor het seizoen 1972—1973 nemen, zo staat nu wel vast, Dat betekent opnieuw geen tijdig prijzenbe- sluit, dat vóór 1 augustus van dit jaar had moeten vallen. In kringen van de Europese Commissie in Brussel is men er van overtuigd, dat het op zijn vroegst oktober wordt, maar men sluit zeker niet uit, dat het prijzenbesluit pas in november zal vallen, als de landbouwministers zich ook moeten uitspreken over uitvoeringsbesluiten inzake het Europese land- bouwstructuurbeleid. Voornaamste oorzaak van het uitstel is de voor gestelde nieuwe methodiek voor de prijsvaststelling, inhoudend dat zowel de COPA (de overkoepelende Europese landbouworganisatie) als de nationale or ganisaties meer inspraak moesten krijgen bij de vast stelling der prijzen. En uit het eerste contact van Dr. Mansholt met het COPA blijkt, zoals Mr. Schlingemann schrijft, dat er Over de prijzen nog een forse strijd gestreden zal moeten worden. De prijsverhogingen van 11 a 12 die het COPA vraagt liggen ver van de geboden 2 a 3 van de Europese Cie. UET Europese parlement staat uiterst sceptisch tegenóver de volkomen nieuwe wijze waarop de Europese Commissie de landbouwprijzen voor taan wil berekenen, en meent dat een verhoging voor 1972/'73 met twee a drie procent niet voldoende is. Omdat het echter niet over voldoende gegevens over de nieuwe wijze van prijsberekening beschikte heeft het een definitieve uitspraak over de voorstellen van dr. Mansholt die waarschijnlijk op een pleidooi voor een verhoging met zes procent zou neerkomen uitgesteld tot na de vakanties. Zoals bekend was Mansholt, uitgaande van be- drijfstypen waar in 1968 een redelijk inkomen werd behaald d.w.z. een inkomen vergelijkbaar met dat in andere bedrijfstakken in dezelfde streek, ofwel 3.500 dollar per arbeidskracht tot de slotsom ge komen dat de prijzen met twee a drie procent moes ten worden verhoogd, en dat bepaalde categorieën boeren tussen de 45 en 55 een inkomenstoeslag van circa 600 dollar zouden moeten ontvangen. De stu die waarop deze berekening was gebaseerd werd het parlement echter eerst tijdens het debat ter beschik king gesteld omdat door het uitvallen van de aircon ditioning in Brussel de vertaalafdeling tien dagen had stil gelegen! Dit was voor de overgrote meerderheid der afge vaardigden aanleiding om uitstel van de behandeling van dit punt tot na de vakanties te bepleiten. Niet alleen het percentage, ook de wijze van berekening was het onderwerp van kritiek. Dr. Mansholt werd verweten „met een praatje bij de haard" een prin cipe te introduceren het aanvaarden van arbeids inkomen als het enige criterium voor het beoordelen van een bedrijfstak dat in feite de mensen tot staats-employees zou maken. De omstandigheid dat de percentages zijn berekend op grond van de resul taten van wellicht slechts tien procent der boeren bedrijven werd „onbehoorlijk" genoemd. Er werd gesuggereerd dat dr. Mansholt met zijn voorstellen waarover de ministers niet voor dit najaar zullen beslissen, een proef ballont je heeft opgelaten. Men bepleitte niét alleen een verhoging tot zes procent, maar ook het opnemen van een revisie-clausule d.w.z. het openen van de mogelijkheid de thans vast te stellen prijzen later te herzien indien de kostenstij ging en de inflatie groter zouden zijn dan de Euro pese Commissie verwacht. Opgemerkt werd dat zelfs indien 20 procent der boeren die niet het gewenste inkomen behalen een inkomenstoeslag zouden ont vangen, nog altijd 70 procent van de landbouwbevol king in het geheel geen baat zal vinden bij de voor stellen van de commissie. Die zouden daarom met nationale maar bij voorkeur wel in de gehele ge meenschap gecoördineerde maatregelen moeten worden geholpen. IN september zal de Europese Commissie het over- leg met de COPA hervatten en men mag ver wachten, dat dan ook de ministers zich wat beter feoriënteerd hebben. Pas daarna (en ook als het uropese parlement dan met een advies is gekomen) mag een duidelijk onderhandelen verwacht worden, dat op zijn vroegst in oktober of november resultaat zal opleveren in de vorm van een prijzenbesluit. Door het uitstellen van het prijzenbesluit tot de herfst mist de gemeenschap opnieuw de kans om vóór het begin van het agrarisch seizoen de nieuwe prij zen bekend te maken, maar dat is, zoals gezegd, al bijna traditie in de EEG. Daar staat tegenover dat wellicht in de herfst de monetaire situatie wat is opgeklaard. De momenteel bestaande situatie met vlottende koersen voor de D-mark en de Nederlandse gulden bezorgen het Europese landbouwbeleid grote moeilijkheden. fET nieuwe Kabinet is er! En al heeft op het moment dat wij dit schrijven de presentatie van het regeringsprogramma nog niet plaats gevonden, de contouren tekenen zich reeds af! De lijn van dit kabi net zal in belangrijke mate worden beheerst door de financiële mogelijkheden. Wanneer de lijn van het vorige kabinet wordt ver volgd zullen de overheidsuitgaven, gelet op de finan ciële mogelijkheden, met 1 miljard te veel stijgen. Let wel, teveel De rijksfinanciën zijn een punt van belangrijke zorg. De eerste begroting van het vorige kabinet had een omvang van 23 miljard gulden, in de laatste 4 jaar later was de omvang 33 miljard. Een stijging van 10 miljard (10.000.000.000,gulden in 4 jaar! In de zelfde periode stegen de uitkeringen van de sociale verzekeringen van 10 miljard naar 18 a 19 miljard. Duidelijk is slechts één punt, zo kan het niet door gaan. Wij geven met zijn allen meer uit dan wij ver dienen. Het lijkt er op dat wij moeten spreken van een alarmerende, laat ons hopen niet hopeloze situatie. Indien de alarmseinen zoals van de Europese econo mische commissie en de president van de Nederlandse Bank niet in positieve zin worden beantwoord, moet het laatste worden gevreesd. )E inflatie grijpt woest om zich heen. De gevolgen niet meer in de hand te houden. Vele zaken bewegen zich op de grens van hun bestaan. In de jaarverslagen van onze grote ondernemingen, zowel international als nationale, maar ook in het midden- en kleinbedrijf worden verzuchtingen ge slaakt over het kostenpeïl. Vrijwel overal kan men horen, dat de omzetstijging de kostenverzwaring niet of nauwelijks heeft kunnen opvangen. Wat voor de overheid geldt, geldt ook voor de onder neming, maar zeker niet minder voor de particuliere huishouding. Wij kunnen niet voortgaan de uitgaven op te voeren en deze regel geldt voor elke sector van ons maatschappelijk leven. Het valt niet mee om een pas op de plaats te maken, maar naar onze mening is dit een absolute noodzaak, willen wij niet hard achter uit hollen. T\1T betekent natuurlijk niet dat alle nieuwe taken moeten worden uitgesteld, maar wel dat het in- flationistische beleid wordt omgebogen. Teveel is o.i. een beroep gedaan op de algemene middelen om be paalde uitgaven te dekken. Er kan zich niets meer voor doen of de Staat moet bijspringen. Of het nu de vervoersondernemingen, de kleding- of papierindustrie, de scheepsbouw of welk bedrijfs tak ook is, steeds wordt een beroep gedaan op de al gemene middelen om financiële debacles af tewenden of op te vangen. Deze situatie is ongezond, leidt tot belastingen die onaanvaardbaar zijn, met als gevolg belastingontdui king, het nalaten van extra prestaties waarvan toch niets overblijft en vlucht naar het buitenland. Wij verwachten dat de regering in de komende jaren impopulaire maatregelen zal moeten nemen, die nodig, hard nodig zijn, voor het gezond maken van onze gehele economie. Zoals elke operatie zal ook deze met pijn gepaard gaan maar die, naar wij hopen, tot een volledig herstel leiden! PA AU WE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3