Prijsvoorstellen Europese Commissie 1972/1973 GRANEN VLAS SUIKERBIETEN VEEHOUDERIJPRODUKTEN De prijsvoorstellen die de Europese Commissie bij de Raad voor het prijs- jaar 19721973 heeft ingediend kun nen voor de akkerbouw teleurstellend worden genoemd. In het bijzonder geldt dit voor de voorgestelde verho ging van de suikerbietenprijs, die ver beneden de maat is. We hoorden zelfs van „een lachertje" spreken! Alhoewel de veehouderijsector ver houdingsgewijs iets beter afkomt zijn ook voor deze sector de voorstellen onvoldoende om de loon- en kosten stijgingen en de inflatie op te vangen en een inkomensverbetering tot stand te brengen. Om maar niet te spreken over het opvangen van de kosten die de noodzakelijke verbeteringen van de bedrijfsstructuur met zich mee brengen. In de afgelopen jaren is door de prijsbevriezing een steeds verdergaande achterstand in de inko mensontwikkeling in de landbouw ontstaan. En van het inhalen van deze achterstand is in de huidige voorstel len wederom nog steeds geen sprake! Wellicht kan uit de prijsverhogingen de inflatieontwikkeling enigszins wor den gedekt. Maar ook dat blijft een vraagteken daar niemand nog weet hoe deze zich in 1972/73 zal ontwik keld hebben! QE richt- en basisinterventieprijzen moeten ingevolge de z.g. basisverordeningen ieder jaar vóór 1 augus tus worden vastgesteld. Deze bepaling werd opgenomen teneinde de producenten tijdig in de gelegenheid te stel len zich te kunnen oriënteren op de te verwachten prijsverhoudingen in het desbetreffende seizoen. Sinds het inwerking treden van de gemeenschappelijke markt ordeningen is praktisch nog nimmer de hand aan deze bepaling gehouden. Op 17 juni heeft echter nu voor de eerste maal de commissie van de E.E.G. tijdig de prijs voorstellen bij de Raad ingediend, zodat deze nu nog vóór 1 augustus een beslissing voor het verkoopseizoen 72/73 kan nemen. Het ligt in de bedoeling dat deze voor stellen, aangevuld met enkele voorstellen ten aanzien vgn het structuurbeleid op 19 en 20 juli a.s. in de Raad zullen worden behandeld. Aan de nota van het secretariaat van het Produkt- schap voor Granen, Zaden en Peulvruchten hierover, die in de openbare bestuursvergadering op 1 juli j.l. werd behandeld, ontlenen wij de volgende gegevens. GRANEN verhoging t.o.v. produkt richtprijzen ■durumtarwe zachte tarwe gerst rogge mais basis-interventie prijzen durumtarwe zachte tarwe gerst rogge mais minimumprijs durumtarwe O CN O CN GJ Ct Cl l a> <S> V. O u. CM S o cr. C5 CD <y> X Ci CTi o- gld. gld. gld. O/ /o 452,50 384,63 345,49 352,95 347,30 461,55 396,17 362,76 363,52 350,78 470,60 405,44 372,86 472.86 362,— 4.0 5,4 7,9 5,6 4.2 1,8 2.3 2,8 2.6 3,2 425,35 357,48 320,30 329,42 287,10 433,86 364,61 333,11 336,01 287,10 442,80 372,86 340,28 340,28 4.1 4,3 6.2 3.3 2.1 2,3 2.2 1.3 524,90 535.40 546,62 4,1 2,1 nog niet vastgesteld. yOOR zachte tarwe ligt het dus in de bedoeling, zo wel de richtprijs als de basis-interventieprijs 'met 2,3 te verhogen. Voor gerst is evenwel een geringere verhoging van de basis-interventieprijs voorzien, dan die van de richtprijs, n l. respectievelijk 2,2 en 2,8 Dit is bij rogge in nog sterkere mate het geval, met een ver hoging van de richtprijs van 2,6 en een verhoging van de basis-interventieprijs van 1,37, waardoor de prijzen van rogge gelijk worden aan de gerstprijzen. De voor gerst en rogge voorgestelde richtprijzen komen dus overeen met de voor zachte tarwe voorgestelde basis interventieprijs. Voor mais is ten slotte een verhoging van de richt prijs voorgesteld van 3,2 Met betrekking tot de basis- interventieprijs heeft de Commissie nog geen voorstel gedaan. Uit het voorgaande blijkt, dat voor mais de grootste prijsverhoging is voorgesteld. Hierdoor wordt het vooral bij de prijsvaststelling voor het verkoopseizoen 1971/ 1972 verstoorde evenwicht tussen de prijzen van mais enerzijds en die van gerst en rogge anderzijds althans weer enigermate hersteld. In dit verband stelt de Euro pese Commissie dan ook voor in het verkoopseizoen 1973/1974 de richtprijzen van de genoemde drie graan soorten op hetzelfde niveau vast te stellen. De Com missie stelt voor daarover reeds een beslissing te nemen bij de vaststelling van de prijzen voor het verkoopsei zoen 1972/1973. De voorgestelde verbetering van de verhouding tussen de interventieprijzen voor gerst en rogge en de drempel vrees van mais in het verkoopseizoen 1972/1973 wordt in hoofdzaak bereikt door het verschil tussen de richt prijzen en de basis-interventieprijzen voor gerst en rogge te vergroten (gerst 0,29 en rogge 0,51 per 100 kg). Dit betekent uiteraard een relatieve verslechtering van de minimumprijsgarantie. Wel zal daardoor het gevaar van interventie wat afnemen, vooral bij rogge. Onder meer rekening houdende met het verschil in voederwaar- de tussen mais en andere voedergranen, moet er ver volgens van worden uitgegaan dat bij de voorgestelde prijzen, niet alleen in het verkoopseizoen 1971/1972, doch ook in het seizoen 1972/1973 de mais nog tegen lagere prijzen op de markt beschikbaar zal kunnen komen dan gerst en rogge, waardoor de prijsvorming wordt bemoei lijkt. Hetgeen echter niet inhoudt, dat de prijsvorming van laatstgenoemde granen dan ook onbevredigend zal zijn, omdat daarop uiteraard veel factoren van invloed zijn. Wel zal de prijsverhouding tussen mais en de ande re voedergranen, evenals dit gedurende het komende verkoopseizoen het geval zal zijn, ook in het verkoop seizoen 1972/1973 bijzondere eisen stellen aan de vast stelling van de denaturatietoeslag voor zachte tarwe. De voorgestelde prijsverhogingen betekenen voor de veevoederindustrie en de veehouderijsectoren uiteraard kostenstijgingen, omdat altijd maar weer moet worden afgewacht na hoeveel tijd deze kunnen ^worden goed gemaakt in de prijzen van de veehouderijprodukten! PRIJSREGIONALISATIE EN INTERVENTIEREGELING De Europese Commissie beoogt in het verkoopseizoen 1972/1973 de regionalisatie te vereenvoudigen en de daarvoor geldende regelingen strikter toe te passen. Dit zal onder meer betenen, dat bij de vaststelling van de afgeleide interventieprijzen rekening zal worden gehou den met de vrachtkosten die t.z.t. exact zullen gelden. Dit zal zeker tot gevolg hebben dat de verschillen tus sen de afgeleide interventieprijzen en de hogere basis interventieprijzen te 'Duisburg, groter zullen worden, het geen dus tot een relatieve verlaging van de afgeleide interventieprijzen zal leiden. Voor interventieplaatsen, welke ver van Duisburg zijn gelegen kan dit betekenen, dat de verhogingen voor de vrachtkosten groter zullen zijn dan de verhogingen van de basis-interventieprijzen. In deze gevallen blijven de afgeleide interventieprijzen evenwel gelijk aan de prijzen die in het verkoopseizoen 1971/1972 zullen gelden/hebben gegolden. Voor het commercialisatiecentrum Rotterdam zal een strikte toepassing van de reglementen voor de prijs- regionalisatie hoogst waarschijnlijk betekenen dat de ver hoging van de afgeleide interventieprijzen kleiner zal zijn dan de verhogingen van de basis-interventieprijzen te Duisburg. Dit houdt in dat in het seizoen 1972/1973 in bepaalde centra van de Franse produktiegebieden de afgeleide interventieprijzen niet met hetzelfde bedrag zullen worden verhoogd als de basis-interventieprijzen te Duisburg, dan wel op hetzelfde niveau zullen wor den gehandhaafd. Daardoor zal de concurrentie van Frans graan op de Nederlandse markt groter worden. KWALITEITSEISEN EN INTERVENTIEPERIODE yOORTS stelt de Europese Commissie voor de kwa liteitseisen bij interventie van gërst (hl. gewicht) en voor durumtarwe (glazigheid) te verhogen en de toe slag bij interventie van broodrogge in West-Duitsland in te trekken. Vervolgens is de Commissie van plan in het seizoen 1972/1973 voor rogge in de gehele Gemeenschap één afgeleide interventieprijs aan te houden, zoals momen teel ook voor mais en durumtarwe het geval is. 'Hoewel het niveau van deze interventieprijs niet wordt genoemd, zal dit waarschijnlijk wel leiden tot een lagere inter ventieprijs voor rogge te Rotterdam. Ten slotte stelt de Commissie voor in 1972/1973 de interventieperiode voor de verschillende produkten te doen aanvangen in de maanden, waarin de eerste ver hoging van de prijzen plaatsvindt in het kader van de staffelregeling. Indien de staffel regeling niet verandert, zou de mogelijkheid tot verkoop aan de interventie bureaus dan aanvangen voor zachte tarwe op 1 sep tember, voor gerst op 1 oktober, voor rogge op 1 sep- temer en voor mais op 1 oktober. Deze maatregelen zullen tot gevolg hebben dat de mogelijkheid door de voorgestelde prijsverhogingen betere prijzen te maken, weer voor een gedeelte onge daan worden gemaakt. KOOLZAAD Er is geen verhoging van de prijzen voorgesteld. Zo wel de richtprijs van 73,31/100 kg als de basis-inter ventieprijs van 71,13/100 kg blijft gelijk. Dit gelijklaten van de koolzaadprijzen schijnt verband te houden met de overweging, dat de laatste jaren de teelt van dit produkt in Frankrijk en West-Duitsland sterk is uitge breid. SUIKER EN SUIKERBIETEN a. minimumprijs van z.g. vette suikerbieten van 17 naar 17,20 r.e. per ton, dat is een verhoging van 1,2 b. richtprijs witte suiker van 238 naar 139,60 r.e. per ton, dat is een verhoging van 0,7 en c. interventieprijs witte suiker van 226,10 naar 227,60 r.e. per ton, dat is eveneens een verhoging van 0,7 VLAS Een verhoging van de toeslag per hectare van 110 r.e. (ƒ398,20) naar 125 r.e. (ƒ452,50). Berekend op de bruto geldopbrengst per hectare vlas, betekent dit een verho ging van ongeveer 2,5 VEEHOUDERIJPRODUKTEN In deze sector zijn de volgende prijsverhogingen voor gesteld; richtprijs melk 2 interventieprijs boter onveranderd interventieprijs magere melkpoeder 5 steunbedragen ondermelk en magere melkpoeder onveranderd basisprijs varkensvlees 3,6 oriëntatieprijs rundvlees 4,2 1973/74 3 oriëntatieprijs kalfsvlees 0,8 Zodat voor de verschillende veehouderijsectoren in het algemeen grotere prijsverhogingen zijn voorgesteld dan in de akkerbouwsector. UITGANGSPUNTEN EN GRONDSLAGEN PRIJSBELEID In een toelichting op de voorstellen wijst de Euro-< pese Cie op de „bijna overal zorgwekkende" stijging van lonen en prijzen, hetgeen voor de landbouw be tekent een inkomstendaling. Ook wijst de Commissie op de zware rentelast op leningen voor het financieren van investeringen. Weliswaar kan bij modernisering finan ciële hulp gegeven worden maar aan de ondernemers zelf worden wat de financiering betreft ook hoge eisen gesteld. Als hij niet over voldoende liquide middelen beschikt zal er, zo schrijft de Commissie tijdens de mo derniseringsperiode van zijn bedrijf (de duur van het „ontwikkelingsplan") een aflopende financiële hulp ge geven moeten worden, die de Commissie wil bepalen op 600 r.e. 2172) dalend tot 100 r.e. 362) per jaar. Voor landbouwers tussen de 45 en 55 jaar die geen gebruik kunnen maken van de. structuurpolitieke maat regelen stelt de Europese Commissie een tijdelijke inko menstoeslag voor van 600 dollar per jaar, die echter het algemene structurele aanpassingsproces in de land bouw niet in de weg mag staan. Dit kan men bereiken door de betrokkenen die van zo'n inkomenstoeslag ge bruik maken, te verplichten, op 55-jarige leeftijd hun landbouwberoep op te geven en dan van de voor die leeftijd in het vooruitzicht gestelde uitkeringen gebruik te maken. De Europese Commissie tekent bij haar prijsvoorstel len aan dat overschotten op dit ogenblik geen zorgen baren. Ten koste van uitzonderlijk hoge uitgaven heeft men de overschotten kunnen afzetten, maar deze pro blemen kunnen zich opnieuw voordoen. Bovendien zijn nog steeds bij een reeks produkten vraag en aanbod niet goed op elkaar afgestemd, doordat de relatie tussen de prijzen van deze produkten niet doelmatig genoeg is. Ook hiermee heeft de Commissie bij de nieuwe prijzen rekening gehouden: de voorgestelde verhoging van het algemene prijsniveau voor landbouwprodukten maakt het gemakkelijker, betere prijsverhoudingen tot stand te brengen tussen de verschillende produkten, aldus de Commissie. A%

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 4