Tijdstip en wijze
van vlastrekken
Aardappelteelt:
meer aandacht voor
beworteling noodzaak
r-
Consulent voor Handelsgewaden
Ir. J. C. FRIEDERICH
Wageningen
Vooral het juiste rijpheidsstadium
en het maken van niet te grote bos
sen met een gelijke voet spelen de
voornaamste rol om een goede
kwaliteit strovlaa aan de markt te
kunnen brengen.
heid vereisen om het gewas zonder al te groot
kwaliteitsverlies binnen te krijgen om voor de vlasser
aantrekkelijk te blijven. De vlasser is n.l. de laatste
jaren bijzonder kieskeurig geworden en een partij
vlas, die gelegerd, zwart of verstikt is of veel onkruid
bevat, is voor hem nauwelijks of niet lonend meer om
te verwerken, zodat hij hiervoor geen belangstelling
heeft. Op welke wijze kan men nu het risico van kwa
liteitsverlies zoveel mogelijk voorkomen? Hierbij spe
len de volgende factoren een grote rol.
PLUK IN HET JUISTE RIJPHEIDSSTADIUM
MEN dient het vlas eerst bij volle rijpheid te trek
ken, d.w.z. wanneer de stengels tot minstens de
helft of twee derde van hun lengte opgeschoond en
geel van kleur zijn. De zaadbollen zijn overwegend
geel tot lichtbruin, terwijl ook het zaad een licht
bruine kleur heeft aangenomen. In de praktijk wordt
veelal nog te vroeg getrokken met alle nadelen van
dien.
Te vroeg getrokken vlas droogt veel trager, heeft
sneller kans om bij ongunstig weer zwart te worden
en levert in de bos meer kans op broei en verstikking.
Bovendien verspeelt men aan oogstgewicht, zowel wat
het stro, maai- vooral wat het zaad betreft.
tasting (Botrytis, dode harrel) een reëel gevaar van
kwaliteitsachteruitgang betekenen, zal men noodge
dwongen vóór het volle, gele rijpheidsstadium tot
trekken moeten overgaan. a.
Moet men een grote oppervlakte vlas trekken dan
zal men in sommige gevallen de oogstwerkzaamheden
moeten spreiden, maar hierbij zal men dus bewust de
bovengenoemde nadelen in beschouwing moeten
nemen.
OVERLEG TEVOREN HOE HET PERCEEL b
MOET WORDEN GETROKKEN
GEZIEN het kleine vlasareaal en het aantal be
schikbare vlastrekmachines, zal het zeker
onder normale omstandigheden niet noodzakelijk
zijn om tot vroegtijdig trekken over te gaan. c.
Alvorens men gaat trekken en zeker als een loon
werker wordt ingeschakeld, is het gewenst het per
ceel eerst even te bekijken. Een 'hoge ondervrucht,
veel onkruid (riet, tarwe-opslag, zwaluwtong), sterke
verschillen in standdichtheid, legering en oneffen
heden van de grond, maken nu eenmaal een andere
instelling van de torpedo's en de binder noodzakelijk
dan een mooi, gelijkmatig, staand en onkruidvrij ge
was.
Voorts dient men de vorm van het perceel na te
gaan om, vooral bij gelegerd vlas, de rijrichting te be
palen. Gelegerd vlas moet men in de richting van het
gelegerd zijn trekken en moet beslist niet „rond" ge-
Indien de vooruitzichten ons niet bedriegen, mogen
wij dit jaar een zwaar gewas verwachten en zullen
verschillende percelen gelegerd zijn. Onder deze
omstandigheden zal het de grootste vakbekwaam-
Te laat getrokken vlas vermeerdert de kans op
schimmelziekten, root moeilijker en geeft een droge,
minder elastische vezel met een lager hekelrende
ment. Overrijp vlas is ook meer en langer vertakt en
geeft daardoor een hogere zaadopbrengst. Slechts in
dien. legering met als gevolg rotting of ziekteaan-
trokken worden. Een voorplukker is vooral met voor
deel te gebruiken bij het kanten plukken, het plukken
van geertips en afgelegen hoeken van het perceel. Het
overige gedeelte (rechthoekige blokken) wordt met
een getrokken vlastrekmachine geoogst, waarbij men
het beste rondom trekt.
DIR. IR. v. d. ZAAG TIJDENS JAARLIJKSE
LC.C.-AARDAPPELKONTAKTDAG
Ruim zeventig bestuursleden en beheerders van coö
peratieve aardappelbewaarplaatsen en aanverwante
organisaties uit het zuid-westen woonden in Willem
stad de jaarlijkse kontaktdag van het Land- en Tuin
bouw Coöperatie Centrum voor Zuidwestelijk Neder
land (\£C) bij. De deelnemers waren dit jaar te gast
bij de CAV „West-Noorbrabant".
De heer P. G. A. van Nieuwenhuyzen, voorzitter
van de ontvangende vereniging sprak een kort wel
komstwoord, waarna de heer H. van Beek, als voor
zitter van de LCC-kontaktkommissie voor de coöpe
ratieve aardappelbewaarplaatsen eveneens een kort
woord tot de vergadering richtte.
Dr. Ir. D. E. v. d. Zaag hield vervolgens een inlei
ding over „de nieuwste ontwikkelingen binnen de
aardappelsektor".
De heer B. ZInkweg besteedde daarnaast aandacht
aan de relatieve luchtvochtigheid bij het bewaren
van aardappelen. Over de ingeleide onderwerpen
werd nader van gedachten gewisseld.
's-Middags werd een gebruikelijke rondrit door de
streek gemaakt met korte bezoeken aan Shell Che
mie Nederland N.V. bij Moerdijk en aan de vlasfa
briek in Dinteloord, waarbij deskundige rondleiding
aanwezig was.
„WEST NOORDBRABANT"
Bij monde van de heer G. P. A. van Nieuwenhuy
zen, voorzitter van „West Noordbrabant", vernamen
de aanwezigen het een en ander over genoemde aan-
en verkoopcoöperatie, die per 1 juli 1971 een onder
deel wordt van de coöperatieve vereniging^ Cebeco
Zuidwest.
De coöperatie heeft haar werkgebied in het zuid
westelijk kleigebied van Brabant t.w. van Lage Zwa-
luwe tot Anna-Jacobapolder. De omzet bedraagt rond
9 miljoen gulden. De vereniging kent omzet-aandelen
wat voor zijn soort uniek is. Het werkgebied van de
landbouw vereniging Dinteloord werd enkele jaren
geleden met het eigen gebied samengevoegd evenals
eerder dat van de landbouwvereniging Sint Philips-
land. Tot slot wordt gewezen op de enorme verande
ringen die in dit gebied plaatsvinden. Denk daarbij
alleen al aan het projekt van Shell Chemie bij Moer
dijk.
ONTWIKKELINGEN
BINNEN DE AARDAPPELSEKTOR
KWALITEITSBEHEERSING,
OPBRENGSTVERGROTING EN BEWARING
Dr. Ir. v. d. Zaag constateerde na een blik in het
verleden ten aanzien van de aardappelteelt, -be
waring, -bewerking, -verwerking en -afzet wel enige
verbetering maar wees tegelijkertijd op de sterke
overgangsfase- waarin men verkeert o.a. wat betreft
de E.E.G. van straks in z'n groter verband. We mo
gen stellen, aldus de heer v. d. Zaag, dat er een ster
ke strijd ontbrandt onder de verschillende teeltge-
bieden waar de beste aardappelen in de toekomst
geteeld gaan worden. Hij noemde hiervoor onder
meer N.O. Frankrijk, een deel van Engeland, hier en
daar in Duitsland en in Nederland. De voorsprong
die ons land op deze andere gebieden heeft is be
trekkelijk klein en gemakkelijk in te halen, voor wat
betreft kwaliteit, rationele teeltmaatregelen, hogere
opbrengsten, voldoen aan leveringsvoorwaarden van
groot afnemers enz. Hij waarschuwde daarvoor door
een voorbeeld aan te halen uit twee gebieden in
Amerika.
KWALITEIT
De Nederlandse aardappelhandel is redelijk goed
georganiseerd en heeft zijn kwaliteit zoveel moge
lijk aangepast. De heer v. d. Zaag sprak evenwel zijn
voorkeur uit voor een meer aktieve kwaliteitsbe-