De bestrijding van ziekten en plagen in uien Ziektebestrijding koolgewassen DINGEN VAN DE WEEK 6 Stichting Nederlandse Uien-Federatie Tijdens de zomer kunnen verschillende schimmels en insekten het uieloof en in sommige gevallen later ook de bol aantasten. Zeer schadelijke schimmels zijn Peronospora destructor als veroorzaker van valse meeldauw en Botrytis squamosa. Laatstgenoemde schimmel trad de afgelopen jaren veelvuldig op en wordt met ,,bladv!ekkenziekte" aangeduid. De meest schadelijke insekten in dit jaargetijde zijn het rupsje van de preimot, de uieboorsnuitkever en trips. Ten aanzien van het optreden en de bestrijding van deze parasieten kan het volgende worden opgemerkt. als genoemd werden voor de bestrijding van valse meeldauw. Op deze wijze kunnen zodoende 'beide schimmelziekten in één werkgang worden bestreden. PREIMOT De preimot verraadt zijn aanwezigheid doordat het rupsje het blad weefsel wegvreet (mineert). Hierdoor ontstaan doorschijnende vlekken en gangen in het loof. Dit verschijnsel duidt men meestal aan met „venster- vraat". Bij een ernstige aantasting kan het gewas afsterven, doch als regel valt de schade aan het loof mee. In som mige jaren kunnen de rupsjes van de later in het sei zoen verschijnende motten echter ook de bol aan tasten. Aangetaste uien hebben meestal kleine gaatjes rond de hals van de bol. Deze vrèetgaatjes zijn spoedig aanleiding voor een aantasting door de schimmel Botrytis allii. Tijdens de bewaring zullen dergelijke bollen dan ook in de meeste gevallen wegrotten. Om bolaantasting te voorkomen moet de bestrij ding ter hand worden genomen zodra venstervraat voorkomt. Afhankelijk van het verloop van de aan tasting zal men één of meerdere keren moeten spuiten met IV2 1 of kg parathioa 25 per ha. Hierbij dient een veiligheidstermijn van 3 weken in acht te worden genomen. Tot 10 dagen voor de oogst kan eventueel 2 lAg Basudine 20 per ha worden gebruikt. UIEBOORSNUITKEVER De kevers leggen hun eieren in het holle uieblad. Zij knagen daartoe eerst gaatjes in het blad. De schade van deze aantasting is echter van weinig betekenis. Meestal groeien de gaatjes weer dicht, zodat het moei lijk is de aantasting op dit tijdstip waar te nemen. Uit de eieren komen aanvankelijk geelachtig tot vuilwit gekleurde larven, die in een later stadium echter een oranje-achtige kleur aannemen. Deze lar ven vreten aan de 'binnenzijde van het uieblad het bladweefsel aan. Evenals bij het rupsje van de prei mot is hier dus sprake van venstervraat. Als regel zijn de door het rupsje van de preimot veroorzaakte ven stertjes echter langer en breder. Zowel de kevers als de larven kunnen worden bestreden door middel van een bespuiting met 1,5 kg carbaryl per ha. Moet ook het rupsje van de preimot worden bestreden, dan kan men het beste parathion gebruiken. TRIPS Trips veroorzaken kleine zilverachtige vlekjes in de lengterichting van het blad. Bij ernstige schade sterft het blad snel af, hetgeen zeer nadelig kan zijn voor de opbrengst. Bestrijding is mogelijk met V/2 kg/1 parathion 25 per ha. Eventueel kan hiervoor ook IV2 kg Thiodan gebruikt worden. In sommige gevallen is het nodig de bespuiting na enige tijd te herhalen. VALSE MEELDAUW Deze schimmelziekte treedt vooral op tijdens voch tig, warm weer. Belangrijke infektiebronnen hierbij vormen systemisch zieke planten in tweedejaars plantuien en zaaduien. Ook worden vroeg in het sei zoen wel gezaaide uien via de grond geïnfekteerd. Dergelijke planten kunnen bij gunstige omstandig heden voor de verbreiding van de schimmel eveneens een gevaarlijke besmettingsbron vormen. De eerste symptomen van aantasting zijn lichtgekleurde vlek ken op het loof. Later ontstaat hierop een zwart- schimmel. Vroege aantasting leidt meestal tot een ernstige oogstdepressie. Een goede bestrijding wordt verkregen door voor behoedend te spuiten met zineb/maneb of mancozeb naar 3 kg per ha. Als regel moet hiermee in de eerste helft van juni worden begonnen. Voor een afdoende effekt is om de 7 a 10 dagen een herhaling van de bespuiting nood zakelijk. Vanwege de groeistimulerende werking van de genoemde middelen verdient het vooral voor be- waaruien aanbeveling 4 weken voor het rooien niet meer te spuiten. BLADVLEKKENZIEKTE Aantasting door de schimmel Botrytis squamosa is te herkennen aan de kleine, geelwitte ingezonken vlekjes op de bladeren. Vooral bij vochtig weer breidt de ziekte zich snel uit. Eerstejaars plantuien, zilver uien en picklers (nep) zijn door de grote bladmassa bijzonder gevoelig voor aantasting. Echter ook aan zaai-uien kan veel schade worden toegebracht. Ern stige aantasting heeft namelijk een snelle afsterving van het loof tot gevolg. Door wekelijks voorbehoedend te spuiten is echter een afdoende bescherming van het gewas te verkrij gen. De hiervoor te gebruiken middelen zijn dezelfde In tegenstelling tot vorig jaar is er na het planten van de koolgewassen dit jaar voldoende regen geval len om een goede aanslag van de planten te krijgen. Het is nu verder van belang het gewas goed gezond te houden. De planten kunnen worden aangetast door de koolvlieg, de melige koolluis en door diverse soor ten rupsen. KOOLVLIEG De koolvlieg legt eitjes aamde voet van de planten. Na enige tijd komen hieruit maden, die zich in de wortel van de plant invreten. In sommige gebieden is schade hierdoor van weinig betekenis, maar in an dere gebieden kan de aantasting zo erg zijn dat de planten afsterven. Het is dus zaak om het gewas goed in de gaten te houden, met name door te letten op de ei-afzetting bij de planten. Als het nodig is om een bestrijding uit te voeren, kan dit gebeuren op één van de volgende manieren: 1. Elke plant aangieten met 100 ml van een oplos sing waarin per 10 liter water is opgelost: 40 ml Birlane 25 of 10 ml Phytosol 50 of 25 ml Nexagan 40 Dit aangieten kan goed gebeuren met een rugsproeier waarvan de sproeidop is ver wijderd. 2. De middelen kunnen ook worden toegepast in de vorm van strooipoeder of granulaat. Het voordeel is dat men dan geen gesleep met water heeft. In een droge tijd is echter het effect veel geringer en bovendien zijn de totale kosten aan middel ho ger. Men kan gebruik maken van de volgende mil- delen. F. VADER. Consulentschap voor de Tuinbouw, Goes Strooipoeders: Granulaten Birlane 5 Nexion 3 Dursban Birlane 10 Phytosol 7.5 Nexion 10 Dy f on ate 5 G 2 gram per plant 34 gram per plant 3 gram per plant 1 gram per plant 1 gram per plant 1 gram per plant 1.5 gram per plant LUIS EN RUPSEN Tegen luis en rupsen kan het best gecombineerd worden gespoten. Het is van belang om met het spui ten te beginnen zodra de eerste aantasting wordt waargenomen en daarna de bespuitingen regelmatig, d.w.z. om de 2 a 3 weken te herhalen, ongeacht of men aantasting ziet of niet. Tijdens de groei kan het best gebruik worden ge maakt van langwerkende middelen. Dit zijn voor luis langwerkende Systemische middelen, zoals Systox, thiometon (diverse merken) of fosfamidon. Deze kun nen gemengd worden met één van de volgende rup senbestrijdingsmiddelen: Thiodan (1.5 kg/ha) of Nexagan (1.5 1/ha). Het verdient aanbeveling de bespuitingen uit te voeren met 8001000 1 water/ha, en bij voorkeur 's morgens vroeg of 's avonds. De bovengenoemde middelen hebben een veilig heidstermijn van 4 weken, behalve Nexagan, dat een termijn heeft van 2 weken. Als men korter voor de oogst zit en toch moet spui ten, moet men andere middelen gebruiken, zoals te gen luis Phosdrin (7 dagen) en tegen rupsen carba ryl 50 (4 dagen). In de afgelopen periode zijn we in sterke mate be paald geworden bij de risico's van het ondernemer zijn in de tuinbouw. Barre weersomstandigheden waren er de oorzaak van dat er schade kwam aan kleinfruit- produkten en hagel zorgde voor de eerste ernstige tegensiag bij de appels en peren. In verschillende delen van ons werkgebied viel er hagel en soms werd er aanzienlijke schade veroor zaakt. In heel wat gevallen zal deze schade door ver zekering worden gedekt maar niettemin blijft het voor de ondernemer een nare zaak want niemand werkt graag in en met produkten die geen eerste klas kwali teit meer zijn. Degenen die niet zijn verzekerd hebben een grote strop en het is ons opgevallen dat die er ook nog al wat zijn. We weten wel dat het verzekeren van fruit veel geld kost en dat men dit niet kan missen omdat de opbrengsten de laatste jaren te laag zijn geweest maar het is wel een heel groot risico wanneer men nalaat om te verzekeren. Het is goed om dat nog eens te overdenken, zeker nu er zo vroeg in het seizoen schade is ontstaan en we weten dat Tiet nog lang duurt alvorens al het fruit weer geplukt is. Het is eigenlijk een ondragelijke situatie steeds in angst voor hagel te moeten zitten wanneer er een bui aan de lucht komt. De aardbeienkwekers hebben de nodige tegenslag te verwerken gehad in het begin van de oogsttijd. Iedere dag opnieuw viel de regen bij stromen neer en we weten dat er heel wat percelen zijn waar veel vruchten zijn gerot. De waarde van d,e bespuitingen tegen het vruchtrot zijn reeds bewezen en ze zullen zonder twijfel in de komende tijd nog verder naar voren komen, niet alleen bij aardbeien maar ook bij fram bozen en rode bessen. We zien heel duidelijk dat de zorg voor het gewas bij voortduur de aandacht verdient. Wanneer men hier aan niet meer toe komt kan men beter zich van de be treffende teelt afwenden. Dat wil ook z:eggen dat het voor de meeste fruit telers noodzakelijk zal zijn om in deze weken een vruchtdunning toe te passen bij appels waarvan er te veel aan de bomen hangen. De vruchtzetting is bij de meeste rassen erg overvloedig geweest. Er is gespo ten om de dunning te bevorderen maar soms is dat niet afdoende geweest en daar zal met de hand na- gedund moeten worden, zeker wanneer men helemaal niet heeft gespoten met carbaryl. Het is een heel werk om te dunnen maar het is een voudig niet verantwoord om het na te laten wanneer er teveel vruchten aan de bomen hangen. Alles zal op alles gezet moeten worden om te trach ten een zo goed mogelijke kwaliteit te verkrijgen van voldoende grootte. Voor kleine vruchten is weinig of geen belangstelling meer, dat weten we allemaal. We zullen daar steeds opnieuw rekening mee moeten hou den.. In gesprekken met fruittelers is ons opgevallen dat er zoveel pessimisme is over de afzetmogelijk heden voor appelen in het komende seizoen. Zeker, er zal een grote oogst komen, maar daar zullen we meer rekening mee hebben te houden. We dachten dat het nodig wordt dat we ophouden om onszelf en ons pro- dukt bij voorbaat in de put te praten. Wanneer we met kwaliteitsfruit komen mogen we toch nog wel enige verwachtingen hebben over de afzetkansen. Ook het buitenland zal niet voort kunnen gaan met belangrijk beneden de kostprijs af te leveren en we mogen ook vertrouwen dat er een eind zal komen aan de concur rentievervalsing die er heeft plaats gevonden en moge lijk nog wel plaats vindt. Op het moment dat we dit schrijven zijn er vele spe culaties over de personen die de nieuwe regering gaan vormen en bij al die speculaties komt voor Landbouw steeds opnieuw de naam van ir. Lardinois naar voren. Nu mag er de nodige critiek zijn op het beleid dat deze heeft gevoerd ten aanzien van onze bedrijfstak, maar dp eerlijkheid gebiedt toch ook om te zeggen dat hij 'n fel bestrijder is van de concurrentievervalsende maat regelen binnen de EEG en enige successen op dat terrein heeft hij toch wel behaald. Wat dat betreft past vertrouwen in het verdere beleid dat hij gaat voeren. We hebben vorige week ook kennis kunnen nemen van de uitwerking van een aantal Brusselse voorstellen met betrekking tot het toekomstig landbouwbeleid en de structuurmaatregelen die onder leiding van dr. Mansholt zijn uitgewerkt. We hebben er niet alles om niet te zeggen maar heel weinig van begrepen. We hebben er uit gelezen dat er steun uit Brussel kan komen voor de ontwikkeling van landbouwbedrijven, waaronder ook de tuinbouw wordt begrepen. Voorwaarde is dan dat men een ontwikke lingsplan heeft dat er van uitgaat dat men op het bedrijf met twee personen een inkomen kan genieten dat vol waardig is aan het inkomen van b.v. industriële onder nemers met een gelijkwaardige investering. We hebben dat nog niet zo best kunnen vatten, zeker niet uitgaande van de situatie in de fruitteelt waar we te maken hebben met het spel van vraag en aanbod dat de prijzen bepaalt en waarbij door een overproduce de prijzen zijn aangeland op een peil waarop geen rendabele exploitatie mogelijk is. Dr. Mansholt hamert steeds opnieuw op de nood zaak van goede voorlichting aan de ondernemers in de landbouw. Het is te hopen dat in elk geval vanuit Brus sel spoedig duidelijk gemaakt zal worden hoe men zich alles heeft ingedacht want op het ogenblik zijn er nog veel vragen rond dit EEG landbouwbeleid van de toe komst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 6