Bedrijfseconomische resultaten van samenwerkende akkerbouwbedrijven 9 VOORLICHTINGSRAPPORT VAN DE WERKGROEP „GRFVELINGENDAM" Door een werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Provinciale Raden voor Bedrijfsontwikkeling en de Consulentschappen voor de Akkerbouw- en Rundveehouderij in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland, met daaraan toegevoegd enkele landelijke deskundigen is een rapport tot stand gekomen over bedrijfseconomische resultaten, financieringsaspecten en ondernemingsvormen van samenwerkende akkerbouwbedrijven. De studie wijst uit, dat belangrijke geldelijke voordelen verkregen kunnen worden door samenwerking. Bij een vergelijking van een één- mansopzet van 30 ha met die van 120 ha met 4 man, komt men zelfs op een hoger arbeidsinkomen van f 8.000,— per ondernemer bij de 120 ha opzet! Geldopbrengst, toegerekende kosten, saldo, niet toegerekende kosten en arbeidsinkomen per bedrijfstype ONTWIKKELING In het rapport wordt eerst de ontwikkeling weergegeven van het akkerbouw bedrijf van 1954 tot heden. Het gemiddelde netto-oversehot is in deze periode steeds positief geweest, indien het rendement werd berekend op pachtbasis. Door de sterk gestegen grondprijzen en rentekosten komt de eigenaar-gebruiker die met vrij veel vreemd vermogen heeft gefinancierd echter aanzienlijk ongunstiger uit. Opvallend is verder de grote spreiding van het netto-overschot. Het ver schil tussen de uitersten bedroeg in 1954/57 930,— per ha en dat was in 1966/ 69 toegenomen tot 1.980,dus afgerond tweeduizend gulden per ha. De belangrijkste oorzaken voor deze verschillen zijn: het vakmanschap van de ondernemer en het bouwplan van het bedrijf. Vooral door de mechanisatie kon de produktiviteit per arbeidskracht sterk toenemen en konden de kosten binnen de perken worden gehouden. Het gevolg van afstoten van arbeid is evenwel dat de arbeid die overblijft steeds minder deelbaar wordt. Het wordt daardoor steeds moeilijker de arbeidsorganisatie op het bedrijf rond te zetten. Temeer, omdat het vrijwel niet meer mogelijk is losse arbeidskrachten aan te trekken. Als de gemiddelde oppervlakte per arbeidskracht te klein is, loopt het rende ment snel terug, althans bij een gelijkblijvend bouwplan. Hierin kan verbetering worden gebracht door: a. Intensiever bouwplan met gewassen die een hoge bruto-geldopbrengst per ha geven. b. Uitbreiding van de oppervlakte per arbeidskracht, door bedrijfsvergroting, afvloeiende arbeid niet meer te vervangen of door samenwerking met loon werker of collega's. Dit laatste punt: samenwerking met collega's wordt in het rapport uitvoerig behandeld. Nagegaan is het effect op het inkomen, alsmede hoe de samenwer king het beste tot stand kan komen, mede gezien de fiscale, juridische en finan cieringsaspecten. VERGELIJKING BEDRUFSTYPEN De volgende bedrijfstypen werden vergeleken: I. 30 ha met 1 ondernemer II. 120 ha met 4 ondernemers III. 120 ha met 2 ondernemers en vaste medewerkers. Voor alle drie typen is een bedrijfseconomische begroting opgezet, met als uitgangspunt enerzijds 100 pacht en anderzijds 50 van de grond in pacht en 50 van de grond plus de gebouwen in eigendom. Als verhouding tussen vreemd en eigen vermogen werden eveneens twee ver onderstellingen als uitgangspunt genomen: 70 eigen vermogen en 30 ge leend tegenover 50 50 De gezinsuitgaven zijn (jong gezin met 2 kinderen) gesteld op ƒ20.000, Bouwplan: ca. 50 granen, 25 aardappelen en 25 suikerbieten. Het jaarloon van een vaste medewerker werd in de berekening gesteld op 13.500,wat natuurlijk inmiddels reeds lang is achterhaald. Voor het éénmansbedrijf van 30 ha is gerekend dat er een beperkte inventaris is, ter waarde van 53.000,Voor de 120 ha combinatie is gerekend op een volledige inventaris waarmee alles zelf kan worden gedaan (o.a. maaidorsen, precisiezaai, e.d.) met een totale waarde van ƒ312.000,De jaarkosten van het machinepark zijn voor het éénmansbedrijf gesteld op 10.950,tegenover 64.810,voor de gecombineerde bedrijven. De opbrengsten per ha werden voor de berekeningen als volgt bepaald: Gewas wintertarwe idem stro zomergerst idem stro cons.-aardappelen (ongesorteerd) idem gesorteerd suikerbieten (50 mach. gedund) idem 100 mach. gedund BEDRIJFSRESULTATEN kg-opbrengst 5.200 3.500 4.600 2.500 38.000 38.000 47.000 46.000 kg-prijs 34 ct 4.5 ct 31 ct 4 ct 12 ct 13.8 ct 6 ct 6 ct geldopbrengst 1.530,— 4.560,— 5.250,— 2.820,— 2.760,— In het volgende overzicht zijn de bedrijfseconomische resultaten weergegeven van de drie begrote bedrijfstypen. De niet toegerekende (vaste) kosten zijn per bedrijf stype verschillend. Dit wordt veroorzaakt, doordat in het ene geval de kosten van de grond en gebouwen op pachtbasis zijn berekend, in het andere geval de helft van de grond op pacht- en de andere helft met de gebouwen op eigenaarsbasis. Bedrijf stype: Geldopbrengst Toegerekende kosten Saldo I II III 30 iha 120 ha 120 ha 1 ondernemer 4 ondernemers 2 ondernemers 2 v. medewerker» 82.300 348.100 348.100 31.660 92.200 92.200 50.640 255.900 255.900 -4-> X CJ ca a TJ 2 C ft x. O ca a T3 2 c O -•-> X O ca a T3 2 G O ft a a> a oj sStS a v O O O m m O O m in O O O O Niet toegerekende kosten: m in Pacht 12000 4875 48000 19500 48000 19500 Grondrente 10500 42000 42000 Eigenaarslasten 1500 6000 6000 Drainage en groenbemesting 2500 2500 10000 10000 10000 10000 Gebouwenkosten 4000 16000 12800 Aardappelcellen 3000 3000 12000 12000 12000 12000 Tr. en werkt.kosten 10950 10950 64810 64810 64810 64810 Alg. kosten (incl. niet toeger. loonw.) 4000 4000 16000 16000 14000 14000 Te betalen arbeidsloon 27000 27000 Totaal niet toeger. kosten 32450 41325 150810 186310 175810 208110 Totaal arbeidsink. ondernemers 18200 9300 105100 69600 80100 47800 Arbeidsink. per ondernemer 18200 9300 26275 17400 40050 23900 Invloed van 5 hoger of lager geldopbrengst 4115 4115 4350 4350 8700 8700 Samenwerking biedt vooral ook bij de mechanisatie veel voordelen. GROOT VERSCHIL PACHT EN EIGENDOM Zoals eerder werd vermeld is bij alle bedrijfstypen uitgegaan van hetzelfde bouwplan. Bij bedrijfstype I worden een aantal werkzaamheden door de loon werker verricht, waardoor de arbeidsbenutting niet optimaal is. Het zou moge lijk zijn 2 ha gerst te vervangen door 2 ha uien, wat het arbeidsinkomen met 2.000,zou doen stijgen. Omdat de ondernemer op dit type bedrijf ook de be drijfsleiding geheel voor zijn rekening moet nemen en bij ziekte meestal niet direct door een ander kan worden vervangen, zou een optimale benutting van de arbeid weer wat meer risico's inhouden. Om die reden is ook voor dit be drijfstype eenzelfde bouwplan aangehouden. Het verschil in arbeidsinkomen per ondernemer bedraagt 8.000,hoger bij de samenwerkingsvorm. Dit gunstige verschil wordt voor 55 veroorzaakt door lagere werktuigkosten en voor 45 door de hogere geldopbrengst van de ge sorteerde aardappelen. Overigens blijkt dat bij de gestelde gezinsuitgaven van 20.000,dat het in komen voor het éénmansbedrijf van 30 ha bij 100 te laag is en bij 50 eigen dom zelfs veel te laag. Ook de combinatie van 4 ondernemers met 120 ha levert bij 50 eigendom nog een te laag inkomen op. Het is o.i. een van de belangrijkste verdiensten van dit rapport dat het ver schil tussen pacht en eigendom (met geleend geld) hierin zo sprekend tot uiting komt. OPMERKING In dit artikel kan slechts op enkele aspecten uit het rapport worden ingegaan en dan nog zo onvolledig, dat men een vertekend beeld krijgt. Hoofdzaak is echter de conclusie dat samenwerking een punt is dat extra aandacht verdient.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9