Nieuws over de
conserventeelt
Houdt Frankrijk
zijn fruitproduktie
op peil?
DINGEN VAN DE WEEK
TJ. BUISHAND Ing.
Consulentschap voor de Groenteteelt
in de volle grond te Alkmaar,
DOPERWT
Het areaal doperwten in Nederland loopt de laatste
jaren achteruit. Vooral dit jaar wordt een vrij sterke
inkrimping verwacht. Volgens informaties bij ver
schillende conservenfabrieken en teeltcommissionairs
zal het totale areaal circa 6000 ha zijn, tegen 6800 ha
in 1970. De stand van het gewas is goed tot zeer goed,
zodat de gemiddelde opbrengst waarschijnlijk hoger
zal uitvallen dan in 1970 en 1969. Verschillende fa
brikanten vrezen daarom een overproduktie van dop
erwten.
Bezien wij de arealen in de E.E.G.-landen, dan
blijkt de teelt in Frankrijk en België uit te breiden
en die in Duitsland en Nederland in te krimpen. Het
grootste areaal ligt in Italië. Hiervan wordt vermoe
delijk in de andere E.E.G.-landen weinig hinder on
dervonden.
Oppervlakte per land: Italië 53.000 ha, Frankrijk
46.000 ha, België 11.400 ha, West-Duitsland 7200 ha,
Nederland 6800 ha.
TUINBOON
Het verlies aan doperwten tracht men gedeeltelijk
te compenseren door het verwerken van meer tuin
bonen. Volgens het C.B.S. werden in 1970 bijna 1700
ha tuinbonen geteeld. De contractteelt bedroeg dat
jaar ongeveer 1300 ha. Voor het komende jaar is er
een opgave van 1400 ha, waarbij dan nog enkele con
tracten ontbreken. Verder kan het areaal vrije tuin
bonen worden geschat op 500 a 600 ha, zodat in totaal
de 2000 ha dicht zal worden benaderd.
Men heeft op tijd kunnen zaaien. De opkomst was
goed. De bloei treft vrij gunstig weer, zodat voorlopig
goede tot zeer goede opbrengsten worden verwacht.
STAMSLABOON
Met enige verbazing vragen wij ons af waar het
naar toe gaat met de verwerking van stamslabonen.
In 1970 werden zeer grote hoeveelheden verwerkt,
waarvan naar onze mening nog lang niet alles is ver
kocht. Volgens onze informaties bedroeg het contract-
areaal ongeveer 5800 ha, dit is 2700 ha meer dan de
C.B.S.-cijfers aangeven. De verwachting was, dat de
teelt in 1971 zou inkrimpen. Dit blijkt echter vrijwel
niet het geval te zijn. Voor 1971 hebben wij een op
gave contracteelt van 5700 ha, dit is slechts 100 ha
minder dan in 1970.
Zeer waarschijnlijk worden ook in België en
Frankrijk meer bonen geteeld. De gehele voorraad
AAtifon ter bestrijding van de bonevlieg was name
lijk door de sterke vraag voortijdig verkocht. Over
de oogstverwachting is nog weinig te zeggen. De iri
mei gezaaide bonen zullen over het algemeen goed
zijn opgekomen.
Bezien wij de arealen in de E.E.G., dan blijkt voor
al Zuid-Europa (beter klimaat) een dominerende
plaats in te nemen. Onderstaande tabel geeft het to
tale areaal stok- en stambonen weer, waarbij opge
merkt kan worden dat de stokbonenteelt alleen in
Frankrijk van veel betekenis is, namelijk 10.000 ha.
Bonen totaal
Land
ha
x 1000 kg
ton/ha
Italië
44.994
282.700
6,5
Frankrijk
40.948
262.147
6,4
West-Duitsland
6.919
72.709
10,5
Nederland
3.811
43.200
11,3
België
3.477
44.500
12,8
Totaal
100.149
705.256
7,0
In 1968 werden in de E.E.G. dus ruim 100.000 ha
bonen geteeld, waarvan 85.000 ha in Italië en Frank
rijk. Na 1968 is het areaal in West-Duitsland en Bel
gië vermoedelijk vrij constant gebleven en in Neder
land vrij sterk toegenomen. Hoewel de oppervlakte
in Frankrijk vrij constant is gebleven, verwachten
wij dat door verschuiving van de teelt van fijne
naaldboontjes naar meer het dubbele type, maar dan
in een fijne sortering, een toenemende concurrentie
druk van Frankrijk op de E.E.G.-markt zal plaats
vinden.
CONCLUSIES
Hoewel in sommige landen bepaalde teelten iets
tot tamelijk zijn ingekrompen, verwachten wij door
de gunstige ontwikkeling van de te velde staande ge
wassen vrij hoge opbrengsten. De kans is groot dat
van fabriekzijde een verscherpte kwaliteitscontrole
wordt ingesteld. Het verdient dus aanbeveling de
percelen goed op tijd te oogsten, zodat men grond
stof kan leveren waarop niets valt aan te merken.
Kortgeleden is door de Gelderse Maatschappij van
landbouw een bijeenkomst gehouden, waarbij door ir.
Kaastra, adjunct-landbouwattaché, aan fruittelers, inlich
tingen werden verstrekt over het Franse landbouwbeleid.
Aansluitend was er gelegenheid vragen te stellen aan
een forum, waarin ir. Kaastra, de heer P. A. Spoor van
het L.E.I. en de heer D. de Bijl van het Tuinbouwconsu-
lentschap zitting hadden.
TROTS OP DE VELE GOLDEN
In Frankrijk is mien trots op het succes van de Golden
Delicious-produktie, aldus de heer Kaastra. Ondanks de
appelcrisis in de E.E.G., vindt men het toch een fraaie
prestatie dat de Franse fruittelers door de sterke uit
breiding zo'n belangrijke bijdrage leveren aan de ver
groting van de Franse export. De export is voor Frank
rijk een kwestie van prestige. De uitvoer van Franse
appels nam toe van 34.000 ton in 1964 tot 467.000 ton
in 1970. De produktie-explosie is vooral mogelijk ge
maakt door omvangrijke irrigatiewerken. Ruim 60 van
de Franse Golden ondervindt hiervan nuttig effect.
De Franse appelproduktie bedroeg in 1970 1.850.000
ton. Men verwacht een toename tot 2,2 miljard ton, doch
stelt zich ten doel de produktie tot 1,8 2 miljard kg te
beperken. Men ziet wel in dat in Europa het areaal moet
inkrimpen, doch men meent dat Frankrijk daarbij geen
groter aandeel in het rooien moet leveren dan andere
E.E.G.-landen, volgens de heer Kaastra.
Er is ook een kenmerkend verschil bij de belasting
heffing. In Frankrijk stelt een commissie vast wat de
gemiddelde fruitteler per ha verdient. Op basis hiervan
wordt men voor de belasting aangeslagen. De betere
telers hebben daar vanzelfsprekend voordeel bij. De
laatste jaren werd het normbedrag steeds op nul gesteld,
hoewel een aantal telers aan een redelijk inkomen kwam.
SUBSIDIES
Aan het forum werden een aantal vragen gesteld, die
o.a. betrekking hadden op de subsidies in Frankrijk. Wat
de omvang van de subsidies betreft, meende ir. Kaastra
dat het bedrag van 10 ct per kg, dat wel eens wordt ge
noemd, te hoog is. Hij liet doorschemeren dat hij zelf
dacht van omstreeks 4 ct per kg.
De uit Algerije afkomstige fruittelers hebben een scha
deloosstelling gehad bij hun terugkeer en daarna boven
dien rentesubsidies ontvangen. Ze moesten (en moeten?)
34 rente minder betalen dan normaal.
Ook de pakstations zijn zwaar gesubsidieerd: 30
van de kosten nam de overheid voor zijn rekening, 40
werd gefinancierd met rentesubsidie en slechts 30
moest met eigen middelen worden betaald Daarnaast
kreeg men tegemoetkomingen in de beheerskosten en
soms nog in de inrichtingskosten.
Desondanks functioneert slechts 5060 van de pak
stations goed, de rest slecht. Terwijl de goede paksta
tions 30 ct per kg uit konden betalen aan de telers, was
dat bij de slechtdraaiende slechts 10 ct per kg. De meest
pakstations kunnen niet aan de rente- en aflossings
verplichtingen voldoen onder de huidige omstandig
heden. Toch is er nog geen enkel faillissement geweest!
Hoewel de situatie in de Franse fruitteelt ook niet ge
zond kan worden genoemd, is de gemiddelde weerstand
van de Franse teler groter dan van zijn Nederlandse col
lega. Bovendien is de Golden Delicious duidelijk een
prestige-kwestie. Men stopt beslist niet en men zal de
verworven export-positie nooit meer prijsgeven!
De afzet is beter georganiseerd dan in ons land. In
Frankrijk doet men na de oogst zonder meer afstand van
het beschikkingsrecht over het fruit. Dit is een sterk
punt. Vooral daardoor heeft men die grote export kunnen
opbouwen.
In de afgelopen week werd bekend gemaakt dat
twee grote ondernemingen die zich bezig houden met
de verwerking van groenten en fruit, hebben besloten
tot een fusie. Het zijn Spyer Brother en Van der Vijver
N.V. te Rijnsburg die gaan fuseren met A. Zwanenburg
en Co N.V. te Etten-Leur. Beide ondernemingen zijn
in ons gebied geen onbekenden. Ze doen op grote
schaal zaken met de tuinders individueel en ook via
de veilingen. Het zijn twee ondernemingen dié er zijn
mogen en die een sterke positie innemen. In het be
richt over hun samengaan wordt gezegd dat dit voor
namelijk gebeurt om hun positie op exportgebied te
verstevigen. De fabrieken van de nieuwe combinatie
zijn gevestigd in Etten-Leur, Rijnsburg, Baarland,
Breda, Hien Doodewaard, Geertruidenberg en Groote
broek. Er zijn 735 werknemers bij deze nieuwe com
binatie.
Tegelijk met dit bericht lazen we in „Groenten en
Fruit" van de sterke inkoopconcentratie die er plaats
vindt in West-Duitsland in de levensmiddelendetail
handel. Kaisers Kaffee werd overgenomen door Ten
gelman. Deze nieuwe combinatie kocht het vorig jaar
14% van de aankopen van Nederlandse tomaten en
komkommers door de Duitse huisvrouwen.
Verder zijn er op het ogenblik in Duitsland sterke
.geruchten dat de twee bekende en leidende kleinhan
delsorganisaties Edeka en Rewe op korte termijn een
fusie zullen aangaan. Edeka is de grootste afnemer
In West-Duitsland van Nederlandse verse groenten.
Ze neemt ongeveer 20 van de totale Duitse groen-
leninvoer uit ons land voor haar rekening. Wanneer
de fusie met Rewe door gaat zal het percentage dicht
bij 30 komen te liggen.
Groenten en Fruit wijst erop dat dit cijfers en ten-
denzen zijn die te denken geven. Het is goed er als
tuinders kennis van te nemen want we zijn wel in heel
sterke mate bij deze ontwikkelingen betrokken en we
kunnen niet blijven doen alsof er niets aan de hand is
in de wereld van 1971. Wanneer twee Duitse inkoop-
combinaties ongeveer de helft van alle groenteninvoer
uit ons land voor hun rekening nemen dan zegt dat nog
al wat en in Nederland gaat de ontwikkeling in een
zelfde richting. Ook hier worden de inkoopcombina
ties steeds groter.
Enige tijd geleden kwam het bericht van het samen
gaan van een drietal ieder op zich grote Spar-organisa-
ties in ons land. Het waren Spar-afdelingen die tot nu
toe zelf hun aankopen individueel regelden op onze
veilingen, maar we mogen aannemen dat dit ook cen
traal zal gaan gebeuren. We kunnen deze ontwikkelin
gen betreuren, maar ze dienen zich aan en we hebben
er rekening mee te houden. Daarom zullen we ook als
tuinders de handen ineen moeten slaan bij de afzet
van onze produkten. Onze veilingen kunnen ons nog
zo lief en dierbaar zijn en we kunnen nog zulke goede
herinneringen hebben aan hun verleden, maar daarmee
valt niet te leven. We moeten ons richten op de toe
komst en die is bikkelhard, die vraagt een keiharde,
zakelijke mentaliteit zonder sentimenten. Het gaat niet
meer op om het te houden op „we hebben het altijd zo
gedaan en het is altijd goed gegaan".
We hebben dit verhaal al vele keren gedaan in deze
rubriek en er is tot nu toe weinig bereikt. Soms leek
het te gloren aan de dageraad en dan kwam er ineens
weer een wolk die het licht weg nam. Dat dit niet kan
blijven voort gaan staat als een paal boven water.
Spyer Brother en Van der Vijver en A. Zwanenburg
en Co N.V. waren ieder op zich grote ondernemingen.
Ze hebben elkaar toch gevonden omdat het een eis
van deze tijd is. Degenen die tuinder willen blijven
zullen zich in ons gewest moeten vinden in één afzet
organisatie omdat er eenvoudig geen andere'weg is.
De omzetcijfers van enkele van onze grotere veilin
gen zijn dezer dagen bekend gemaakt. Ze liggèn wat
boven het peil van het vorig jaar maar ze liggen altijd
nog heel wat lager dan veertien jaar geleden en ze
betekenen op zich eigenlijk helemaal niets. In 't zaken
leven speelt een omzet van enkele miljoenen guldens
van 1971 immers geen enkele rol, zeker niet wanneer
die omzet stabiel blijft.
Het is niet onze bedoeling de zaak van onze tuin
bouw te kleineren, maar we willen wel graag duidelijk
maken dat er behoefte bestaat aan enkele sterke
afzetcentra. In Brabant zijn deze aanwezig. Breda heeft
zich in deze richting ontwikkeld en Bergen op Zoom
doet goed mee voor wat het produkt aardbeien betreft.
Ook in Zeeland zal men echter die richting uit moeten
en daarbij zal men beslist niet eng chauvinistisch de
zaak mogen bekijken. We vernamen dat het Centraal
Bureau van de Tuinbouwveilingen dezer dagen een
bijeenkomst gaat beleggen voor de bestuurders van
de fruitveilingen om te spreken over het afzetbeleid
in het komende seizoen. De N.V. Centraal Bureau II
heeft zich twee jaar bezig gehouden met de afzet van
fruit. Er is riog al wat kritiek op haar handelwijze maar
vast staat dat er een manier gevonden zal moeten
worden om te voldoen aan vraag naar grote en uni
forme partijen appelen en peren van gelijkmatige kwa
liteit. Ook hiervoor is een samengaan bij de afzet een
eerste vereiste.
7