Landbouw en
Kabinetsinformatie
VERZEKERINGSINSTELLINGEN
VAN DE ZLM
3
door Mr. J. F. G. SCHLJNGEMANN
Er zijn twee zaken, die ons opvallen bij het volgen
van de pogingen van informateur Steenkamp om de
vijf partijen tot het vormen van een regering te bren
gen. Alle^erst hebben wij nergens een wóórd over
«de landbouw en het landbouwbeleid kunnen ontwa
ren. Toch speelt dit een rol in elk regeerbeleid en
nog niet zo lang geleden verkreeg de landbouw bij
•de afspraken rond een vorming van eert regering een
zeer hoge prioriteitMen zal niet kunnen ontken
nen, dat ook nu de situatie in de bedrijfstak land
bouw allerminst rooskleurig is en er een voortdu
rende sterke ontwikkeling gaande is en gaande moet
worden gehouden. Men zou ons kunnen tegenwerpen
dat in de gepubliceerde communiqué's ergens is ver
meld, dat het rapport van de door de nu demissionai
re regering ingestelde commissie-Van Soest een ba
sis zal vormen voor het beleid ten aanzien van de
zelfstandigen. Maar dit slaat uitsluitend op de fiscale
kanten van het beleid. En er is waarachtig nog wel
wat meer aan de hand in de landbouwsector, al moe
ten wij hopen, dat er nu eindelijk op het gebied van
de belastingen wat zal gaan gebeuren. Maar wii kun
nen ons niet voorstellen, dat een toekomstig minister
van landbouw bij zij toetreden tot het komende ka
binet met deze enige toezegging genoegen zal nemen.
Zou hij dit wel doen, dan kon hij wel eens een zure
ambtsperiode tegemoet gaan!
Wij stippen dit punt met name aan, omdat een van
de vijf aan het gesprek deelnemende partijen, name
lijk de „socialisten van 1970" op het stuk van de
structuurverbeterende maatregelen bijzondere en
we kunnen gerust stellen, negatieve ideeën heeft ver
kondigd. Het zou op zijn minst interessant zijn te
vernemen of daar iets van in het te treffen accoord
is opgenomen. Nu juist de Nederlandse landbouw in
zijn zware concurrentiestrijd in de E.E.G. een voor
sprong heeft op het gebied van de verkaveling in de
ruimste zin des woords, ware het het paard achter
de wagen spannen hier te gaan bezuinigen.
Een tweede zaak, waarover heel weinig is gezegd
of althans naar buiten is gekomen is de E.E.G. Niet
ten onrechte vroeg de N.R.C.-Handelsblad van 10 juni
zich af of deze vergeten was bij de informatie. Speelt
deze economische samenwerking in Europa, die wel
dra naar alle waarschijnlijkheid zal worden uitge
breid met- Groot-Brittannië, geen rol bij de overwe
gingen om onze economie weer in evenwicht te bren
gen? De Europese Commissie bemoeit zich anders wel
degelijk met ons financieel-economische beleid. Nog
pasgeleden heeft zij verkondigd, dat de overheid te
veel geld uitgeeft en behoorlijk dient te bezuinigen!
Ook is het verbazingwekkend, dat er in dit ver
band van de E.E.G. niets gezegd wordt over de in
vloed, die een komend gemeenschappelijk monetair
beleid economische èn financiële mogelijkheden zal
hebben. In ieder geval zal een komende regering bij
haar beleid niet vrij zijn in haar beslissingen, maar
wel degelijk rekening met Brusselse regels moeten
houden. Tenslotte, en dat gaat ons in de landbouw
het meeste aan, speelt toch het gemeenschappelijke
prijs- en marktbeleid, het langzaam aan ontstaande
structuurbeleid en het handelsbeleid tegenover de
rest van de wereld een rol in de komende regerings
periode, waarover men op zijn minst een visie van
de informateur en van de vijf fractieleiders zou kun
nen verwachten. Maar misschien zijn wij te voorba
rig en krijgen wij dat allemaal in een definitief ac
coord nog onder ogen. Voor ons staat echter wel al
vast, dat het te voeren landbouwbeleid geen hoofd
schotel bij de besprekingen is geweest. Wanneer men
bij het uitkienen van maatregelen ter bestrijding van
de inflatie en ter noodzakelijke bezuiniging van de
overheidsuitgaven dan maar bedenkt, dat het reeds
enige jaren juist de landbouwsector is, die de zwaar
ste lasten draagt van deze voortdurende geldont
waarding en van de overbestedingen, dan hebben de
vijf tenminste op de juiste wijze aan de landbouw
gedacht.
ai
EEN BEST JAAR VOOR DE Z.H.V.
De Vereniging voor Ziekenhuisverpleging „Zuid en
Noord" te Goes hield één dezer dagen «haar leden-
raads- en algemene vergadering in een wat opgewekte
stemming.
Daar was o.i. alle reden voor want de financiële
resultaten over 1970 zijn veel beter uitgepakt dan werd
verwacht.
De leden en begunstigers van de ZLM, die via ons
kollektief verzekerd zijn bij de Z.H.V. zullen zich nog
herinneren, dat de vooruitzichten bij de Z.H.V. in juli
1970 zo somber waren, dat het bestuur zich genood
zaakt zag 10 extra premie over 1070 te vragen. Deze
extra heffing bracht rond 450.000,op; een bedrag,
dat volgens de becijferingen over het le halfjaar 1970
precies voldoende zou zijn om het gevreesde tekort te
dekken.
Nu de jaarcijfers over 1*970 voor onze neus liggen
blijkt, dat de pessimistische verwachtingen gelukkig
niet zijn uitgekomen.
Na afschrijving van de post koersverschillen beleg
gingen van 95.386,bleef er nog een batig saldo
over van 630.328,
Na afboeking van het nadelig saldo over 1969 van
116.340,kon extra aan de reserve worden toege
voegd 513.988,—
Hierdoor is de reservepositie van de Z.H.V. aanzien
lijk versterkt en gekomen op 1.415.686,of wel
25.03 van het totale premie-inkomen.
Wij zijn met deze resultaten bijzonder blij.
Immers, hoe sterker de reservepositie van de Z.H.V.
is, hoe gemakkelijker kunnen eventuele tegenvallers
worden opgevangen. Dit komt alle verzekerden ten
goede en daarom zeggen wij proficiat.
ZEER LAGE KOSTEN
Er is nog een ander punt ia het jaarverslag, waarop
wij de aandacht willen vestigen en dat is het kosten-
percentage.
De totale kosten van de Z.H.V., te weten salarissen
en sociale lasten personeel, bestuurskosten, alle kan
toorkosten, huisvesting etc. bedroegen slechts 7,33
van de totale premie. Dit is uitzonderlijk laag. Indien
u bedenkt, dat deze kosten bij de particuliere ver
zekeraar op rond 25 a 35 liggen dan zal het u wel
licht ook duidelijk worden, waarom de Z.H.V. er in
slaagt u tegen voordelige premies goed te verzekeren.
Dit lage kostencijfer van de Z.H.V. is haar grote
konkurrentiekracht; evenals dit bij de Onderlinge Ver
zekering Mij. v. d. ZLM het geval is.
Wij zullen niet ophouden daarop te wijzen. Kosten
bewaking heeft n.l. niets te maken met grote een
heden. Integendeel, veelal ziet men de kosten stijgen
naarmate de eenheden groter worden, althans in de
administratieve wereld met computers etc. Toch
schijnt daa de Wet van Parkinson sterker te werken
dan velen willen toegeven.
VOORDELIGE PREMIETARIEVEN
Hoewel de Z.H.V. in een vrij kort tijdsbestek vrij
aanzienlijke premieverhogingen moest doorvoeren
blijkt, dat de thans geldende tarieven geleidelijk aan
weer gunstiger gaan afsteken.
Vandaar, dat wij de tarieven hier nogmaals publi
ceren:
leden 16 j. leden tot
Verzekeringen: en ouder: 16 j.
max. 2
betalenden
Kostprijs A. (3e klas) 234,156,
B. (2e klas) „447,—
P. (ambulante
specialistenh.) 72,48,
C. (bijverzekering
2e klas voor zie
kenfondsleden) 234,234,
Huisarts (80 vergoeding) 123,78,
Tandarts
(beperkte uitkering) 33,27,
Mocht u elders verzekerd zijn, voor ziekenhuiskos
ten etc. vergelijk dan uw premie maar eens met bo
venstaande jaartarieven.
KEUZE-MOGELIJKHEID EIGEN RISICO
Waarover wij eveneens zeer verheugd zijn, is het
feit, dat de Z.H.V. «haar leden binnenkort in de ge
legenheid zal stellen een stukje eigen risico te dra
gen. Dit wordt geen verplicht eigen risico maar een
keuzemogelijkheid van b.v. ƒ250,-, 500,-, 1.000,-
of 1.500,- eigen risico op de ziekenhuis- en bijko
mende kosten.
Daarop zullen dan aanmerkelijke premieredukties
van toepassing zijn. De bedoeling is deze mogelijk
heid per 1 januari 1972 in te voeren. Wij komen op
deze kwestie nog nader terug.
Intussen kunt u alle gewenste inlichtingen op het
Landbouwhuis te Goes bekomen, tel. 01100-5010 toe
stel 31.
M.L.S. TE DORDRECHT 75 JAAR
De Middelbare Landbouwschool van het K.N.L.C. te
Dordrecht viert aanstaande winter het 75-jarig bestaan.
Sinds de oprichting zaten zo'n 1400 leerlingen op de
banken van deze school. De voorbereidingscommissie
voor het 75-jarig jubileum zou graag zo veel mogelijk
van de leerlingen en oud-leerlingen verenigd zien op de
jubileumdag op zaterdag 18 december 1971. Het school-
archief heeft natuurlijk vele namen van oud-leerlingen,
maar het adressenmateriaal is uiteraard niet meer bij de
tijd. Daarom doet de jubileum-commissie langs deze weg
een beroep op de oud-leerlingen en oud-leerkrachten
van de Middelbare Landbouwschool van het K.N.L.C.
voorheen Rijks Landbouwwinterschool te Dordrecht om
hun naam, adres, en „schoollichting" op te geven, en
daaraan eventuele gegevens van oud-klasgenoten of col
lega's toe te voegen, opdat een zo volledig mogelijke
actuele lijst van reünisten kan worden samengesteld. Zij
die over meer gegevens beschikken worden verzocht
deze aan de school Oranjelaan 264, Dordrecht, telefoon
0185034974 door te geven. Te gelegener tijd ontvangen
zij wier adressen op de school bekend zijn nader bericht
over deze reünie.
De afschrijving op bedrijfsmiddelen is een zaak
waarover in verschillend verband al veel is gezegd en
geschreven.
Ook in fiscaal opzicht is er al heel wat over te doen
geweest. De bedoeling is om een zodanig stelsel van af
schrijven te kiezen, dat het verband tussen nut en
afschrijving zo goed mogelijk tot uitdrukking wordt
gebracht.
Het is al eens zo geformuleerd: De geldswaarde van
de te loor gegane nutseenheden moeten onderdeel van
de winstberekening zijn.
Het is nooit precies vast te stellen wat de kostprijs
■van deze verloren gegane nutseenheden is. Deze zijn
afhankelijk van kostprijs, levensduur en restwaarde.
Daarbij speelt bovendien nog een rol, dat we kennen
de technische levensduur d.w.z. hoe lang de machine
technisch mee kan, maar ook de economische levens
duur, die wordt bepaald door de omstandigheid van
het verschijnen van betere machines of verandering
van produktiemethoden.
De summier aangegeven elementen voor de bereke
ning van de afschrijvingen tonen reeds aan dat ook
op dit gebied er nog al wat verschillende opvattingen
mogelijk zijn.
De laatste tijd is daar nog bij gekomen, in de fiscale
wereld althans, de strijd over het systeem van af
schrijving naar een vast percentage van de boek
waarde.
In 1970 viel de uitspraak, dat op de gebouwen be
horende tot een gemengd landbouwbedrijf afschrijving
volgens het systeem van een vast percentage van de
boekwaarde toegestaan was.
Dit met de motiveringdat deze gebouwen in de
eerste jaren een hoger nut afwerpen dan later, en het
systeem van afschrijving op de boekwaarde in de
eerste jaren in een hoger afschrijvingsbedrag resul
teert, dit in overeenstemming was met goed koopmans-
gebruik.
Afschrijving naar een vast percentage van de boek
waarde betekent toch dat het afschrijvingsbedrag elk
jaar daalt. Bij een percentage van 10 en een af te
schrijven bedrag van f HO.OOO,is het afschrijvings
bedrag het eerste jaar f 1.000,het tweede f900,
het derde f 810,en vervolgens daalt het bedrag met
steeds 10 van het voorgaande bedrag.
In de praktijk is de afschrijving naar een vast per
centage van de aanschaffingsprijs nog steeds favoriet.
Men brengt dan gedurende de gehele levensduur een
zelfde bedrag als kosten op de winst- en verliesreke
ning.
Men noemt dit dan ook de lineaire methode.
Een voorkeur of een oordeel uitspreken is meestal
niet eenvoudig. Het is veelal noodzakelijk om genuan
ceerd te denken en om het standpunt te bepalen in
een concreet geval.
In het ene geval zal het de voorkeur verdienen om af
te schrijven volgens het systeem van een vast percen
tage van de aanschaf waarde, de lineaire methode, in
het andere geval volgens net systeem van een vast
percentage van de boekwaarde, de z.g. degressieve
methode.
Bovendien is men niet volledig vrij in zijn keuze,
omdat b.v. voor onroerende goederen nauwelijks een
lijn in de uitspraken van de Hoge Raad te vinden is.
Vele gezaghebbende schrijvers op het gebied van
het fiscale recht zijn van mening dat de Hoge Raad
tegenover de boekwaarde-af schrijvüng op onroerende
goederen een le eng standpunt inneemt.
Behalve de eerder genoemde uitspraak over de ge
bouwen van een gemengd landbouwbedrijf zijn er n.l.
de laatste tijd nog 2 arresten gepubliceerd waarbij af
schrijving volgens het degressieve systeem werd toe
gestaan (een hotel, een veehouderijbedrijfterwijl er
5 werden gepubliceerd, waarbij het systeem werd
verworpen (tuinderswoningen, praktijkpand van een
arts, van een notaris, een garage en een drukkerij).
Het is soms moeilijk de gedachtengang des-heren-
rechters te volgen.
PA AU WE.