EUROPEES PRIJSBELEID BLIJFT NODIG
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
Maandag 21 juni 1971
9Czlm
VRIJDAG 18 JUNI 1971
59e Jaargang - No. 3038-
land
en tuinbouwblad
te 14.00 uur in Schouwburg „Luxor",
Lieve Vrouwestraat 25, BERGEN OP ZOOM
AGENDA
1. Openingsrede door de algemeen voorzitter
2. Notulen van de algemene vergadering van 7 december 1970
3. Mededelingen en Ingekomen stukken
4. Rekening en verantwoording van de Maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt
in Zeeland en Noord-Brabant over het jaar 1970.
Verslag van de Financiële commissie over het nazien van de rekening en verantwoording over het jaar
1970 van de Maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in Zeeland en Noord-Bra
bant.
5. Benoeming van leden van het hoofdbestuur
Ingevolge artikel 18 van de statuten door de Tuinbouwcommissie ter benoeming tot lid van het hoofd
bestuur voorgedragen de heer M. Goud, Baarland, zulks in de vacature van de heer J. Stoutjesdijk.
Door de veehouderijcommissie worden ter benoeming tot leden van het Hoofdbestuur voorgedragen de
heren C. de Visser, Meliskerke en M. den Dekker, Hoede kens kerke, zulks in de vacatures van de
heren Js. Vos en J. M. C. Ooms.
0. Mededeling van de benoeming door het hoofdbestuur van leden tot lid van verdienste.
7. Rondvraag
PAUZE
6. Inleiding door de hoogedelgestrenge heer Ir. W. van Soest, direkteur akkerbouw/tuinbouw van het Minis
terie van Landbouw en Visserij over het onderwerp: „Sterke en zwakke punten van akkerbouw en Tuin
bouw ten zuiden van de grote rivieren"
9. Gedachtenwisseling Namens het Hoofdbestuur
10. Sluiting van de ZLM
J. PRINS, voorzitter.
A. KORTEWEG, secretaris.
U kunt de vergaderzaal Luxor o.a. bereiken vanaf de parkeerplaats op de Markt door langs hotel De Draak
de Fortuinstraat af te lopen. Hierna komt U door linksaf te slaan in de Lieve Vrouwestraat. Luxor is halver
wege deze straat aan de linkerkant.
N.B. In deze vergadering zal aandacht worden besteed aan het 25-jarig ambts
jubileum van de heer Korteweg.
In dit nummer o.a.:
•fc Landbouw en kabinets
formatie Pagina 3
Uit de praktijk
Pagina 5
Het aardappelseizoen
in cijfers Pagina 6
Tuinbouw
Pagina 7
Enkele indrukken van
de Franse landbouw (IV)
Pagina 10-11
Petje af voor de Franse
boerin Pagina 11
Bestrijding aardappel
ziekte Pagina 12
Het schijnt dat de Europese Commissie na de be
slissingen van eind maart over prijs- en structuurbe
leid met voortvarendheid bezig is om structuurvoor-
stellen in concrete verordeningen, regelingen en aan
bevelingen aan de lidstaten om te zetten. Te gelijker
tijd schijnt ook een prijsvoorstel te worden uitgewerkt.
Overeenkomstig de verordeningen is de commissie
inderdaad gehouden vóór 1 augustus prijsvoorstellen
voor het komende seizoen in te dienen.
PRIJSINDEX GEWENST
Men kan zich de vraag stellen of dit onder de hui
dige omstandigheden wel wenselijk is. Immers de tijd
dat deze prijzen werkelijk van toepassing zullen zijn
ligt nog ver weg en bij een hollende inflatie zoals wij
nu kennen zullen prijzen die nu op het eerste gezicht
nog interessant lijken op het moment van toepassing
alweer veel te laag kunnen zijn. Hoewel door ons altijd
verdedigd is, dat de boer voor de zaai moest weten
welke de prijzen voor de komende oogst zullen zijn,
om zodoende zijn bouwplan op de meest verantwoorde
wijze te kunnen opstellen, lijkt het toch voor de hand
liggen om onder de huidige omstandigheden niet zo
haastig te zijn. Toch dacht ik dat de regel dat de pro
ducent moet weten welke stimulans men met de prijzen
wil geven niet zo maar op zij kan worden gezet. Daar
door verliest immers het prijsbeleid een van zijn ge
bruiksmogelijkheden. Men kan n.l. dan met de prijzen
geen invloed meer op de omvang van de productie
richting uitoefenen. Willen wij het euvel van de inflatie
uitschakelen dan zou een ander middel beter kunnen
zijn dan een zeer late vaststelling. Ik meen dat dit
middel er wel is in de vorm van een prijsindexatie, een
systeem dat in de collectieve arbeidsovereenkomsten
blijkbaar niet meer kan worden gemist. Ik dacht, dat
het zich ook leende voor de prijzen van onze verorde-
ningsprodukten. Ik heb hier laatst als voorzitter van
het Landbouwschap ook reeds de aandacht op geves
tigd. Uit de reacties hierop bleek dat niet alleen in de
landbouw maar ook buiten de landbouw hiervoor dui
delijk begrip voor bestaat. Het lijkt mij ook een duide
lijke zaak van redelijkheid. Het besef begint dacht ik
bovendien ook door te dringen dat het verleden tijd is,
dat de invloed van landbouwprijzen af boerderij be
palend zou zijn voor de kosten van levensonderhoud.
Voor diegenen die menen dat de hoogte van de prijs
ook invloed op de produktie heeft moet het duidelijk
zijn, dat een prijsindexatie op dit terrein neutraal werkt
op de daling van de koopkracht van de gulden. Het
niet aanpassen van de prijzen aan die daling betekent
n.l. een duidelijke prijsverlaging.
de L.
NATIONALE OF EUROPESE PRIJZEN?
Nu wij nog leven in een tijd van zwevende D-mark
en gulden is het goed zich ook weer eens bezig te
houden met het probleem van de ene prijs voor de hele
E.E.G. zelf. In feite is het n.l. zo dat wij op het ogen
blik niet één enkele prijs kennen maar vier n.l. een
Duitse, een Nederlandse, een Franse en een prijs voor
de overige landen. Dit geldt althans voor de belang
rijkste produkten. Vanuit Duitsland maar ook vanuit
België wordt zeer duidelijk de vraag op tafel gelegd
of het nog wel zin heeft om over één enkele E.E.G.-
prijs van een bepaald produkt te spreken. Moeten we
niet terug naar de nationale prijsvaststellingen. Ik kan
mij deze gedachtengang zeer goed indenken, vooral
Ir. C. S. KNOTTNERUS
voor Duitsland waar de prijzen indertijd hoog waren
in verhouding tot de rest. Waar dus de prijsaanpassing
in hoofdzaak heeft bestaan in het afremmen van iedere
verhoging en waar nu al twee keer een drastische
verlaging door revaluatie van de D-mark (een officieel
en een zwevend) heeft plaatsgevonden. Onze collega's
in Duitsland komen daardoor in een onmogelijke situa
tie. Tussen twee haakjes: natuurlijk is er wel iets aan
gebeurd en wij van onze kant vinden deze compen
saties zelfs zeer hinderlijk, maar waarschijnlijk vinden
de Duitse boeren en tuinders ze even onvoldoende,
als wij dat zouden hebben gevonden, als het ons was
overkomen.
GEEN RECHTSOMKEERT MAKEN
Toch geloof ik dat het voor Europa en zelfs ook voor
de Europese landbouw verkeerd zou zijn als wij nu
rechtsomkeert gingen maken. Het is n.l. de weg terug.
Wij zullen de ministers van Economische Zaken en
gevaar dreigt (en niet alleen dreigt maar duidelijk zijn
invloed al doet gelden!) dat Europa weer uiteenvalt.
Wij zulen de ministers van Economische Zakken en
Financiën er van moeten overtuigen dat zij een steek
laten vallen, door vast te houden aan hun eigen natio
nale bevoegdheden. Daardoor komt een gemeen
schappelijke politiek op hun terrein n.l. de economi
sche unie en de monetaire unie niet tot stand. Zij for
ceren daarmee de landbouw een stap terug te doen.
Er blijft dan niets over dan een douane-unie zoals de
EFTA en daarmee kunnen wij beslist geen Europa bou
wen. Dat heeft de EFTA al duidelijk bewezen. De
aanvragen om lidmaatschap van de E.E.G. van Enge
land en Denemarken zijn er om dit te onderstrepen.