WEB0 SYSTEEMWONINGEN Boffen's Houtbouw n.v. De bestrijding van de aardappelziekte Oppervlakte pootaardappelen 12 J. C v. d. BROEK Consulentschap voor Rundveehouderij en Akkerbouw te Tilburg De Phytophthorabestrijding dient zowel voor de ver lenging van de groeiperiode als om de knolopbrengst sterk te verhogen. Het elk jaar weer terugkerende risico van loof- en knolaantasting vraagt niet alleen voor de vroege vatbare-, maar ook voor de latere rassen een tijdige bestrijding. Vroege rassen worden eerder aangetast dan latere zodat het aantal bespuitin gen en het tijdstip verschillend is. De eerste behande ling voor de vatbare rassen is reeds bij het sluiten van het gewas in de rij noodzakelijk. Bij late rassen wordt vaak gewacht tot de ziekte in de omgeving in vatbare rassen wordt waargenomen. Uit vele proeven en de praktijk is wel gebleken dat de bespuitingen in alle rassen, zowel in vroege als late, rendabel zijn. VATBARE RASSEN Bij de teelt van vatbare rassen zijn globaal geno men de drie maanden: juni - juli - augustus voor de bestrijding van de aardappelziekte van het grootste belang. Het resultaat zal o.a. afhangen van: a. Het tijdstip van elke bespuiting; b. De gebruikte bestrijdingsmiddelen; c. De spuitmachine en de zorgvuldige wijze van spuiten. Door op deze punten te letten kunnen we de ziekte met succes bestrijden. HOE VERSPREIDT DE ZIEKTE ZICH? De sporen van de Phytophthora-schimmel ontstaan vanuit een enkele zieke knol, die in de grond is ach tergebleven of geplant. Men vermindert dus de eerste infectiekansen, door geen zieke poters te planten en afvalhopen tijdig te vernietigen. Deze afvalhopen kan men behandelen met Casoron of Prefix korrels. Het afdekken met zwart plastic is eveneens mogelijk, waarna de grond voor beplanting bruikbaar blijft. LET OP DE SPUIT AANWIJZINGEN Een bespuiting beschermt het gewas voor tenmin ste een week, zodat bij kritieke weersomstandigheden een goede bestrijding bij éénmaal in de week spuiten gewaarborgd is. Het aantal keren komt dan echter voor de vak kundige teler of loonspuiter voor de drie genoemde Voorlopig overzicht oppervlakte pootaardappels waarvoor in 1971 keuring is aangevraagd (in ha): Aanvraag Aanvraag Aanvraag 1971 1970 1971 Nederland Nederland Deltagebied Alpha 954 1148 268 Bintje 6888 7118 1214 Doré 275 232 17 Eersteling 835 973 9 Eigenheimer 238 253 47 Furore 150 129 44 Irene 332 253 8 Libertas 100 89 18 Meerlander 117 106 18 Patrones 187 157 45 Rode Eersteling 50 61 6 Sientje 522 381 11 Sirtema 2043 2547 12 Urgenta 175 163 13 Woudster 94 46 13 In totaal werd in geheel Nederland in 1971 voor 21.319 ha keuring aangevraagd, tegenover voor 21.192 ha in 1970. maanden te hoog te liggen. Daarom wordt, mits de weersomstandigheden het toelaten, met een volgen de bespuiting steeds gewacht tot het weer kritiek wordt voor het optreden van de aardappelziekte. De basis voor deze methode vormen dan de radiowaar schuwingen 's middags om 12.26 uur voor de aard- appelziektebestrijding nl. dat een bespuiting in ver band met de te verwachten kritieke periode gewenst is, wanneer de voorgaande bespuiting een week of langer geleden heeft plaats gevonden. Worden waarschuwingen via de radio gegeven als het gewas minder dan 7 dagen geleden behandeld is, dan behoeft U dus nog niet opnieuw te spuiten. Het gewas is dan nog voldoende beschermd en er kan op een volgende waarschuwing gewacht worden. In pe rioden met droog, zonnig en stabiel weer kan zelfs zonder risico naar 14 dagen tussenruimte gestreefd worden. De klemtoon komt te liggen op een aantal gerichte, bedrijfszekere behandelingen, met het doel een ma ximale gezonde knolopbrengst te krijgen. De bespuitingen moeten konsekwent worden voort gezet tot het tijdstip van doodspuiten in verband met rooien, ziekte of natuurlijke afsterving is bereikt. Met de zeer goede bestrijdingsmiddelen en de alge meen verbeterde weersvoorspelling is het waarschu wingssysteem voor de bestrijding van de aardappel ziekte zo goed mogelijk op de praktijk afgestemd. De kritieke perioden welke door de radio vooraf worden aangegeven, dienen dan ook door teler en loonspuiter nauwlettend te worden gevolgd. MINDER VATBARE RASSEN Bij de minder vatbare rassen zijn meestal 2 a 4 behandelingen, afhankelijk van weer en ras voldoen de. Dus ook de weinig vatbare rassen spuiten wan neer hiervoor waarschuwingen worden gegeven. MET WELKE MIDDELEN? Voor de bestrijding van de aardappelziekte zijn veel middelen beschikbaar. Elk middel heeft zijn bepaal de eigenschappen. De koper-, tin- en dithiocarbama- ten zijn de laatste jaren op de achtergrond geraakt. Het zijn vooral de betere en goedkopere maneb/ tin combinaties die de strijd tegen de aardappelziekte hebben verbeterd. De voorkeur gaat in de praktijk dan ook naar deze maneb/tin combinaties uit. Een verder voordeel is dat deze maneb/tin middelen vanaf het begin van de eerste tot de laatste bespuiting kunnen worden ge bruikt. Dit geldt eveneens voor het middel Daoonil, wat eveneens een zeer goed bestrijdingsmiddel tegen de aardappelziekte is gebleken. Dit nog vrij nieuwe middel wordt vanwege de prijs in verhouding tot de maneb/tin nog op beperkte sdhaal gebruikt. De knol opbrengsten zijn bij Daconil echter iets hoger dan bij het gebruik van de maneb/tin verbindingen. SAMENVATTING Zorg voor een goede Phytophthorabestrijding in uw aardappelrassen en spuit op tijd. Luister naar de radiowaarschuwingsdienst voor aardappelziekte en spuit om de 714 dagen steeds voordat kritieke weersomstandigheden het niet meer voldoende beschermd gewas kunnen bedreigen. Als door goed uitgevoerde bespuitingen het loof tot eind augustusbegin september gezond kan wor den gehouden, stijgt de opbrengst meestal nog met 500 a 700 kg per dag per ha. Spuit tijdig dood wanneer door niet voorziene om standigheden de strijd tegen de aardappelziekte ver loren dreigt te gaan. verrassend korte bouwtijd keuze uit meerdere modellen indeling eventueel naar eigen ontwerp bijdrage op grond van Rijkspremiere geling mogelijk Vraagt vrijblijvend inlichtingen of bezoek. Postbus 15 Mill Telefoon 08859-1474 Na kantoortijden: 1648-1269

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 12