Zeeuwse tuinbouw in stroomversnelling 4 In de structuurnota „Landbouw in stroomversnel ling" wordt ook veel aandacht besteed aan de tuin bouw in Zeeland. Met name de fruitteelt als belang rijkste tak wordt uitgebreid behandeld. Het totale tuinbouwareaal in Zeeland bedroeg in 1970 13.100 ha. Daarbij is echter bijna 3500 ha zaai- uien meegeteld, die officieel inderdaad ook tot de tuinbouwgewassen behoren, maar in de praktijk meer als akkerbouwgewas worden beschouwd. De produktiewaarde van alle tuinbouwgewassen was in 1970 afgerond 67 miljoen, waarvan 55 mil joen werd geveild. Een bedrag dat bij concentratie van de afzet (b.v. op één veiling) toch wel aantrek kelijke perspectieven biedt. Men moet overigens hier bij wel bedenken dat bij dit omzetcijfer ook ruim 12 miljoen bloembollen en ruim 2 miljoen cham pignons horen, die buiten de provincie worden ge veild. FRUITTEELT De cijfers over de oppervlakte geven het volgende beeld: Jaar Nederland Zeeland 1939 50.000 ha 4.134 ha 1952 67.000 ha 5.579 ha 1955 57.000 ha 4.000 ha 1968 46.000 ha 6.362 ha 1970 38.000 ha 5.495 ha Uitbreiding van de Zeeuwse glastuinbouw wordt niet gestimuleerd. Landelijk liep het areaal al na 1952 terug. In Zee land, waar de oppervlakte als gevolg van de waters noodramp tijdelijk sterk verkleind werd, is in 1968 een hoogtepunt bereikt. Door de crisis is het areaal de laatste 3 jaar ook aanmerkelijk ingekrompen. Niettemin steeg het Zeeuwse aandeel in de landelijke oppervlakte van 8 in 1939 tot 14 in 1970. Wat de verdeling over de fruitsoorten betreft, staat de appel met ruim 3500 ha veruit aan de kop. De peer volgt met 1782 ha. Verder 158 ha pruimen en 158 ha kersen en morellen. Van de 1708 bedrijven met meer dan 10 are fruit- GROENTETEELT De oppervlakte groenteteelt onder glas steeg in Zeeland van 33 ha in 1965 tot 52 ha in 1970. Het aan tal bedrijven nam daarbij af, waardoor de gemiddel de oppervlakte glas per bedrijf steeg van 1280 m2. tot 2210 m2. In verhouding tot 't landelijk totaal is de glasteelt van zeer bescheiden betekenis, terwijl ook de be- drijfsgrootte geen sterk punt is, want landelijk is er gemiddeld bijna 4000 m2 glas per bedrijf. Als knelpunten worden genoemd: de watervoorzie ning; het ontbreken van de centrumfunctie en de slechte afzet-structuur. Het gemis aan exporthandel heeft een minder ver doorgevoerde specialisatie tot gevolg. Hieraan zijn ook weer nadelen verbonden. De groenteteelt in de open grond heeft in grote lijnen met dezelfde problemen te kampen. De groep telers die hierbij betrokken is, heeft een gevarieerde samenstelling, omdat o.a. ook de contractteelt voor de conservenindustrie en de knolselderij er onder vallen. Het specifieke vollegrondsgroenteteeltbedrijf komt betrekkelijk weinig voor. CHAMPIGNONTEELT Het aantal bedrijven met champignons bedraagt 24, met een gezamenlijke geldelijke omzet van ruim 2 miljoen. Dat is ruim 80.000,als gemiddelde per bedrijf. De rentabiliteit is de laatste jaren gunstig. Toch is geen grote uitbreiding in Zeeland te verwach ten, o.a. in verband met problemen bij het aantrek ken van personeel voor de oogst. TOEKOMSTVERWACHTINGEN De verwachtingen betreffende de fruitteeltsector worden nogal vaag omschreven in het rapport. Dat is begrijpelijk, omdat de toekomst onzeker is. Opge merkt wordt o.a. dat Zeeland ten opzichte van ande re gewesten wellicht een zekere voorsprong heeft, ge zien leeftijdsopbouw, boom vorm en sortiment. De verdere ontwikkelingen zijn vooral gelegen in inten sievebeplantingen met de vrije slanke spil. Deze biedt mogelijkheden voor een hogere produktie per ha met minder arbeid. Dat betekent echter tevens een versnelde afschrijving van de huidige beplantin gen en drastisch rooien. Tevens moet er meer uitzicht komen op een rendabele produktie wil dit proces van rooien en herinplanten worden gestimuleerd. Als knelpunt is er verder nog de financiering. De gelde lijke reserve's zijn veelal verdwenen, waardoor de vermogens voorziening op zakelijke basis een onmo gelijke zaak dreigt te worden. De eventuele toekomstkansen voor de fruitteelt lig gen bi) de slanke spil. AANBEVELINGEN Het behoud van een relatief groot aantal goede fruitteeltbedrijven is van belang. Hierbij is prijs herstel een eerste vereiste. De huidige overbrug gingsregeling is ontoereikend om de verhouding eigen en vreemd vermogen op peil te houden. Ver dere financieringsfaciliteiten kunnen de fruitteelt redden van de ondergang en zijn onmisbaar om de noodzakelijke vernieuwingen op de goede be drijven te kunnen doorvoeren. De afzetstructuur zal ingrijpend gewijzigd dienen te worden. Daarbij dient b.v. gedacht te worden aan één centrale afzetvereniging, die de gehele af zet kan bundelen. Een gericht vestigingsbeleid voor de glastuinbouw blijft onder de huidige omstandigheden een niet reële zaak. Omdat de produktie in de fruitteelt plaats vindt in een sfeer van overproduktie en die van groente en bloembollen op de grens van overproduktie, dient men te waken voor een duidelijke uitbrei ding van het areaal. In dit verband zal het alge meen invoeren van het kleinfruit geen oplossing kunnen bieden voor de moeilijkheden in de fruit teelt. teelt, zijn er 809 kleiner dan 2 ha. In de groep 25 ha zijn er 487 bedrijven. Verder vallen er 231 bedrijven in de grootteklasse 58 ha (thans econo misch de sterkste groep?) terwijl 181 bedrijven gro ter zijn dan 8 iha. Per 1 maart 1971 was 1650 ha appels en peren, ouder dan 5 jaar, met rooipremie opgeruimd. Daar moet nog een zekere oppervlakte worden bijgeteld van bomen jonger dan 5 jaar en van pruimen en ker sen. Anderzijds zijn er ook de laatste jaren nog en kele honderden ha herplant. Tot 1970 is de teruggang in de oppervlakte beperkt gebleven, zoals de cijfers laten zien. In de afgelopen winter is echter weer veel grooid en de invloed hier van is nog niet verwerkt. De oppervlakte klein fruit daalde in Zeeland zeer sterk, namelijk van 915 ha in 1950 tot 205 ha in 1970. Het meest opvallend is de teruggang bij de zwarte bessen, van 290 ha naar 54 ha. BLOEMBOLLEN De teelt heeft zich ten dele verplaatst van het klei ne bollenbedrijf naar de middengrote en grote akker bouwbedrijven. In 1960 werden op 1072 bedrijven in totaal 480 ha bollen geteeld (gem. 0.45 ha per bedrijf) tegenover in 1970 op 765 bedrijven in totaal 804 ha (gem. 1.05 ha per bedrijf). Dus meer bollen op minder bedrij ven, een ontwikkeling die men in alle bedrijfstakken ziet. Het grootste deel van de teelt bestaat uit gladiolen, namelijk in 1970 717 ha, dat is 30 van het lande lijke areaal. Verder o.a. 63 ha tulpen, dat is slechts ruim 1 van het landelijke totaal. De afzetstructuur voldoet niet meer aan de eisen. Er valt veel aan te verbeteren. De teler richt zich thans meer op directe besparing van de afzetkosten op het eigen bedrijf dan op een meer tijdrovende algemene verbetering. Leiding van bovenaf (Cen traal Bureau) gekoppeld aan financiële hulpmidde len (overheid) zou de impasse kunnen doorbreken. De teelt van kleinfruit zal wel gehandhaafd blij ven, doch de beperkte mechanisatie-mogelijkheden en plukproblemen zullen uitbreiding in de weg staan. In de sector van de bloembollenteelt worden geen spectaculaire ontwikkelingen verwacht. De verschui ving naar de akkerbouwbedrijven zal doorgaan, naar mate de mechanisatie voortschrijdt. Betreffende de groente onder glas laat het rapport weinig twijfel bestaan aan de vooruitzichten. Het ont breken van een centrumfunctie en de ongunstige af zetmogelijkheden wegen vooral erg zwaar. Vandaar de conclusie: een aantal bedrijven zal gaan beëindi gen; het stichten van nieuwe bedrijven wordt niet verwacht. NIEUW KLEINFRUITSEIZOEN BEGONNEN Vorige week begon de aanvoer van aardbeien van de vollegrond in ons gebied op gang te komen. Het was nog maar een bescheiden begin want de invloed van de vorst van eind april en begin mei is toch duidelijk merk baar in de aardbeiensektor. In Zeeland kwam wat vroege Regina aan de veiling waarvoor tussen 75 en 85 cent per doosje van 250 gram werd betaald wanneer de kwa liteit goed was. De andere rassen deden ongeveer gelijke prijzen, maar hiervan was het aanbod nog kleiner. Aan genomen mag worden dat deze week de aanvoer belang rijk zal zijn toegenomen en dat ze de komende week van flinke betekenis gaat worden, al houdt men het er alge meen op dat de aardbeienoogst van dit jaar toch kleiner zal worden dan het vorig jaar. Zeker is dat er drukke weken voor de deur staan, vooral in het Brabantse land waar de aardbeienteelt een veel grotere plaats inneemt dan in Zeeland. De aanvoeren van kasaardbeien liepen vorige week snel terug. Ook de kwaliteit werd minder. Er kwamen belangrijk meer partijen klasse II kwaliteit dan klasse I kwaliteit. Hierdoor kon het gebeuren dat de natuuraardbeien duurder werden betaald dan de laatste kasaardbeien. Met de kruisbessen was het vorige week droevig ge steld wat die afzet betreft. Het aanbod was niet bijzon der groot want hierdoor zijn er te weinig in ons gebied maar er was geen vraag meer voor Zweedse rekening en dat had tot gevolg dat de kruisbessenprijs daalde tot 35 k 40 cent per kg en dat is het minimumprijsniveau wat nog al wat onder de kostprijs ligt. Geen wonder dat de stemming onder die weinige bessentelers die er nog zijn, niet best is. Wanneer men maar een of twee dagen in het seizoen een redelijke prijs kan maken op een mo ment dat er nog geen beschot geplukt kan worden is het wel een sombere zaak geworden. Beter ging het met de afzet van de restanten van de appeloogst 1970 waarvan vooral de veiling in Terneuzen een ruim aanbod had. De goede kwaliteiten deden vorige week in de meest gevraagde maten tussen 70 en 82 cent per kg en die maat 6570 mm deed tot 70 cent per kg terwijl voor de maat 6065 mm zelfs tot 65 cent werd betaald. We moeten er echter bij vertellen dat er nog al wat partijen zijn die duidelijk de sporen vertonen van een te lange bewaring en dat is ook niet best. BRUIN IN GOLDEN DELICIOUS Bij Golden Delicious in gascellen treedt soms bruin- verkleuring van de schil op. Dat is uiteraard nadelig voor de kwaliteit en dus voor de prijs, maar tevens moe ten de appels vaak vroeger opgeruimd worden dan men aanvankelijk van plan was. In het maandverslag over mei 1971 van het Consu lentschap voor de Tuinbouw in de IJsselmeerpolders lezen we hierover: In twee gevallen zijn Golden Delicious bewaard met een lager CO2 gehalte. In deze partijen kwam geen bruin voor.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 4