Weekoverzicht
vroege aardappelen
Bespuiten
van
slootkanten
Leucose
onder rundvee
12
NEDERLAND
Over de omvang van de teelt van vroege aardappelen
hier te lande staan de laatste jaren geen statistische ge
gevens meer ter beschikking. Uit locale berichten blijkt
echter dat de beteelde oppervlakte van jaar tot jaar
terugloopt. Een belangrijke oorzaak daarvan is gelegen
in de schaarste aan arbeidskrachten. Het poten, rooien
en verpakken vergt n.l. veel handenarbeid omdat het
produkt nu eenmaal geen machinale bewerking ver
draagt. In Noord-Holland schat men de areaalverminde
ring op ongeveer 15 per jaar.
Het seizoen 1970 heeft bijzonder hoge prijzen opge
leverd. Er kwam toen rond 31.000 ton aan de veiling en
de gemiddelde veilingprijs kwam uit op maar liefst 41
cent per kg. Toch heeft men niet de indruk dat dit aan
leiding gegeven heeft tot teeltuitbreiding in 1971. Hoog
uit zal de inkrimping die zich de laatste jaren aan het
voltrekken is, dit jaar wat zijn afgeremd. In plaats van
met 15 zal het areaal wellicht met 5 zijn terugge
lopen. Deze percentages gelden n.l. voor de pootaard-
appelen en men neemt aan dat ze ook ongeveer van toe
passing zijn op de vroege consumptie-aardappelen.
Voor zover bekend hebben de vroege aardappelen
hier te lande geen vorstschade opgelopen. De ontwikke
ling van de gewassen is tot nu toe goed geweest. Er
heeft al wat aanvoer plaatsgevonden, maar de komende
week zal deze pas van enige betekenis wordien. Top-
aanvoeren kunnen echter niet eerder dan omstreeks half
juli verwacht worden.
Onze vroege aardappelen komen dit seizoen op een
verdeelde markt. De voorraden oude bewaaraardappelen
zijn nog zeer groot. Vorig jaar om deze tijd waren ze
betrekkelijk klein. Uit die hoek is de concurrentie voor
de nieuwe aardappel dan ook bijzonder hevig. Daar staat
tegenover dat de invoer uit Zuid-Europa tot nu toe min
der omvangrijk geweest is dan andere jaren. Dat is ten
dele een gevolg van oogstvertragingen en reducties door
vorstschade in de betrokken teeltgebieden. Ten minste
zo belangrijk is echter het feit dat de import-aardappelen
lage prijzen opbrengen, waardoor de buitenlandse leve
ranciers niet worden aangemoedigd. Typerend is in dit
verband dat de aanvoer van buitenlandse vroege aard
appelen op de groothandelsmarkt van Amsterdam in de
tweede week van mei slechts 87 ton bedroeg, tegen 254
ton in de overeenkomstige week van vorig jaar, terwijl
de gemiddelde groothandelsverkoopprijs uitkwam op 75
cent per kg, tegen 80 cent in 1970. Dat gaf een besom
ming van 65.000 vergeleken met 203.000 vorig jaar.
ITALIË
Italië is de grootste exporteur van vroege aardappelen
ter wereld. Het levert aan een reeks van landen, maar de
belangrijkste afnemer is West-Duitsland.
Volgens voorlopige gegevens exporteerde Italië dit
seizoen tot eind vorige week (29/5) rond 104.000 ton.
Dat is rond een derde meer dan vorig jaar. Van dit kwan
tum ging 77.000 ton (vj. 53.000) naar de Bondsrepubliek,
3700 ton naar Frankrijk (vj. 700) en 2300 ton naar ande
re landen (vj. idem). De méér-export is dus uitsluitend
op West-Duitsland en Frankrijk gericht geweest.
Over de geëxporteerde hoeveelheden mogen de Italia
nen bepaald niet klagen. Geheel anders is het echter
gesteld met de prijzen. Die waren tot nu toe zeer teleur
stellend. Men spreekt zelfs van de laagste prijzen sedert
twintig jaar en er is weinig hoop op verbetering. Vooral
op Sicilië, waar de campagne inmiddels voorbij is, heeft
men een uitermate slecht seizoen gehad.
MALTA
Na België en Italië is Malta onze derde leverancier
van vroege aardappelen. Vroeger speelden de Malta's
hier te lande een grotere rol dan de laatste jaren het
geval was. Ze waren zelfs een begrip. In de jaren 1964
t/m 1970 importeerde Nederland uit Malta achtereen
volgens rond 1900, 4200, 5300, 3900, 3300, 5300 en 9400
ton. Het afgelopen jaar was dus een opmerkelijke uit
schieter, maar het ziet er naar uit dat de invoer dit jaar
van dezelfde orde van grootte zal worden.
Men teelt op Malta witvlezige en geelvlezige rassen.
De eerste zijn bestemd voor de Engelse markt, de laatste
voor Nederland. De uitvoer naar Engeland heeft de laat
ste jaren nogal teleurstellende resultaten opgeleverd.
Vandaar dat men zich meer is gaan toeleggen op de teelt
voor Nederland. In 1970 werd er nog slechts 1500 ton
aan Engeland geleverd tegen rond 10.000 ton aan ons
land. Ook dit jaar hadden de leveranties aan Engeland
weer niet veel te betekenen. Voor Nederland werd tot
begin vorige week (23/5) reeds 6600 ton verscheept. Het
hoogtepunt van de uitvoer valt gewoonlijk in de eerste
helft van mei. Daarna nemen de leveranties geleidelijk
af en eind juni is de campagne meestal voorbij.
BELGIË
Over de Belgische teelt en afzet van vroege aardappe
len wordt in de vakpers betrekkelijk weinig geschreven.
Van het totale aardappelareaal van 40' 60.000 ha heeft
ca. 10 betrekking op vroege variëteiten, 70 betreft
half-vroege en de resterende 20 late rassen.
Van de half-vroege wordt een groot deel geëxporteerd.
In 1970 was dat (t/m augustus) rond 34.000 ton. Daar
van ging 27.000 ton naar Nederland. De belangrijkste
maand van export is juli, maar ook in augustus wordt
nog heel wat voor export verladen.
De teelt van half-vroege aardappelen wordt voorna
melijk in Oost-Vlaanderen beoefend. De mechanisatie is
er verder gevorderd dan in Nederland. Er wordt weinig
meer met de hand gerooid.
Voor de Nederlandse telers op Tholen waar de mecha
nisatie nog weinig ingang heeft gevonden alleen op
de grotere bedrijven wordt machinaal gerooid vormt
de invoer uit België een concurrentie waar terdege reke
ning mee gehouden moet worden.
Waterschap de Brede Watering
van Zuid-Beveland.
Vele grondgebruikers in Zuid-Beveland hebben zich
dit voorjaar beijverd om de stroken grond langs de
insteek van de sloten en waterleidingen te bespuiten
met chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Op zich
zelf bestaat hiertegen weinig bezwaar mits geen mid
delen worden gebruikt die alle plantengroei doden.
Het spuiten binnen een afstand van 30 cm uit de
kant van de sloten met zgn. „alles doders" is n.l. vol
gens het reglement van politie op de waterkering en
waterbeheersing verboden. Deze bepaling is opge
nomen ter beperking van de onderhoudskosten van
de bij het waterschap in onderhoud zijnde waterlo
pen. Wanneer alle plantengroei wordt vernietigd ont
neemt men de slootkanten hun stevigheid en loopt
men de kans dat de oevers in de waterlopen schuiven.
Deze verbodsbepaling is nog maar korte tijd van
kracht. Zij werd opgenomen in het nieuwe politie-
reglement dat met ingang van 1 januari 1970 in wer
king is getreden. Het is aannemelijk dat vele grond
gebruikers hiermee nog niet bekend zijn, vandaar dat
het nuttig kan zijn hierop in dit blad te attenderen.
In het nieuwe reglement komt ook een bepaling
voor inhoudende het verbod om werken welke dienen
tot de geregelde door- en afvoer van het polderwater
te beschadigen of daaraan iets te doen of te veroor
zaken hetwelk hun geregelde werking zou kunnen
belemmeren. Onder deze bepaling valt ook het be
spuiten van de taluds van de waterafvoerkanalen die
bij het waterschap in onderhoud zijn. Vandaar dat
het waterschap de taluds van zijn sloten en water
leidingen dan ook niet of zo weinig mogelijk met
chemische onkruidbestrijdingsmiddelen behandelt en
hiervoor de meest geschikte middelen gebruikt.
De praktijk wijst uit dat het uiterst moeilijk is de
sloottaluds, die feitelijk vaak' te steil zijn, in stand te
houden. Door het waterschap wordt dan ook al het
mogelijke gedaan om een zodanige werkwijze toe te
passen dat het risico van het afschuiven van de be
lopen tot een minimum beperkt blijft. Een van de
middelen om afschuivingen tegen te gaan is het kwe
ken van een stevige grasmat, gevormd door een grote
variatie van grassoorten. Daarom worden ook de ta
luds van nieuwe gegraven waterlopen ingezaaid met
grassoorten die een stevige zode vormen. Om de be
groeiing in stand te houden worden de taluds slechts
hier en daar bespoten wanneer er b.v. te grote con
centraties brandnetels op groeien. Bij de bespuitin
gen wordt het accent gelegd op de bodems van de
sloten. Gestreefd wordt naar schone slootbodems zon
der riet en waterplanten om een zo snel mogelijke
doorstroming van het water te bevorderen. Doelbe
wust worden de belopen niet met chemische midde
len bewerkt maar wordt de vegetatie gemaaid.
Uit het voorgaande moge blijken dat men het wa
terschap ogenschijnlijk een dienst bewijst als men
bij de onkruidbestrijding op de stroken langs de in
steek ook de taluds gelijktijdig meespuit. Het tegen
deel is echter het geval daar deze handelwijze talud-
afschuivingen in de hand werkt. Om deze reden zal
het waterschapsbestuur het dan ook op hoge prijs
stellen als in het vervolg de belopen van sloten en
waterleidingen niet meer door de grondgebruikers
worden bespoten.
Dr. J. TESINK, directeur.
Gezondheidsdienst voor Dieren
in Zeeland,
In geheel Nederland vindt import van rundvee
plaats afkomstig uit de ons omringende landen. Het
betreft zowel gebruiksvee als vee bestemd voor de
mester ij.
Het importvee moet voorzien zijn van een gezond
heidscertificaat, afgegeven in het land van herkomst.
Net zoals dit het geval is bij de zogenaamde Neder
landse „witte verklaring" heeft het buitenlandse ge
zondheidscertificaat een geldigheidsduur van 10 da
gen en moet het bij de dierenarts of de Gezondheids
dienst worden ingeleverd. De Gezondheidsdienst on
derzoekt het geïmporteerde rund op aanwezigheid
van t.b.c., abortus Bang en leucose.
Reeds herhaalde malen heb ik erop gewezen dat,
ondanks de aanwezigheid van een geldig gezond
heidscertificaat, onder het importvee t.b.c. en/of
abortus Bang is en wordt vastgesteld.
Bij bedoeld onderzoek is ook komen vast te staan
dat voornamelijk onder geïmporteerde 'Yersey's
en hun nakomelingen ook leucose voorkomt.
Leucose is een ziekte, door een virus veroorzaakt.
Deze zeer slepend verlopende ziekte heeft in vooral
de Scandinavische landen reeds veel schade veroor
zaakt. Bij deze ziekte zien we dat bepaalde witte
bloedcellen de zogenaamde lymphocyten sterk
in aantal toenemen. Gezwelvorming in de aanmaak -
plaatsen van deze cellen kan gaan optreden. De die
ren worden magerder en gaan kwijnen. De infektie
plant zich vooral van koe op kalf voort 90
Ook zou verspreiding via mest en urine mogelijk zijn.
Tot op heden zijn er nog geen aanwijzingen dat het
Nederlandse rund (zwartbont, roodbont, blaarkop)
met deze ziekte is besmet, een reden temeer met alle
kracht ernaar te streven dat het besmette geïmpor
teerde vee en hun besmette nakomelingen zo snel
mogelijk worden opgespoord en geslacht.
Ook in Zeeland zijn besmette Yersey's 2 stuks)
aangetroffen en geslacht.
Sinds kort is er een overnameregeling op vrijwil
lige basis in het leven geroepen: het als besmet aan
gemerkte rund wordt getaxeerd (maximum ƒ2000).
en onder toezicht van de Gezondheidsdienst geslacht.
Te verwachten valt dat over enige tijd een ver
plichte slachtingsregeling van kracht wordt, waarbij
de slachtvergoeding ruim minder dan 100 zal be
dragen!
Laat daarom een ieder die (nog) één of meer Yer-
seyrunderen in zijn bezit heeft welke nog niet door
de Gezondheidsdienst op leucose zijn onderzocht,
deze opgeven aan de Gezondheidsdienst.
Zou men gezien bovenstaande toch nog Yersey's
willen aankopen, eis dan van de verkoper een ver
klaring dat het rund afkomstig is uit een leucosevrij
rundveebeslag en tevens dat het aan te kopen rund,
blijkens een even tevoren (b.v. één week) verricht
bloedonderzoek, onbesmet is.
Aangezien de kans bestaat dat ook ander import
vee dan Yersey's besmet is met leucose, dient men
ook bij dit vee (b.v. Charolais) een verklaring te ver
langen dat het rund leucose-onbesmet is en afkomstig
is uit een leucosevrij rundveebeslag.
Indien U runderen importeert, of importrunderen
van de importeur koopt, eis dan per rund een ge
zondheidscertificaat dus geen zogenaamd verza-
melcertificaat waaruit blijkt dat het rund onbe
smet is met t.b.c., abortus Bang en leucose.