Landbouw in
stroomversnelling
AREAALCIJFERS
STRUCTUURNOTA
RAAD VOOR BEDRIJFSONTWIKKELING
IN ZEELAND
De cultuurgrond in Zeeland wordt als volgt benut
Onder verantwoordelijkheid van de Raad voor Be
drijfsontwikkeling is een nota opgesteld over de land
bouw in Zeeland. Daarbij is getracht de ontwikkeling
in de komende 5 jaar aan te geven.
In het omvangrijke, goed gedocumenteerde werk
stuk wordt eerst een overzicht gegeven van de hui
dige situatie (statistisch) en op de ontwikkelingen en
knelpunten per produktietak. Daarna volgen progno
ses over de te verwachten ontwikkeling in de periode
19701975 en aansluitend hierop worden aanbevelin
gen gedaan.
Het doel van de nota is zowel direct als indirect.
Direct als basis voor de voorlichtingsprogramma's van
de diverse consumentschappen. Indirect als werkstuk
dat kan dienen om het beleid te beïnvloeden van dege
nen die bij de belangenbehartiging van de landbouw
zijn betrokken, zoals Rijk, provincie, gemeenten, land
bouw- en werknemersorganisaties, enz.
Over het geheel genomen bieden de cijfers evenwel geen
opwekkend beeld. Enkele voorbeelden:
a. Slechts 43 van de bedrijven in Zeeland) is van vol
doende omvang om bij de huidige normen een rede
lijk inkomen op te leveren. De gemiddelde bedrijfs-
grootte vormt een zwak punt, deze is namelijk maar
16 ha per grondgebruiker.
b. Van de 1708 fruitbedrijven is 412 groter dan 5 ha.
Groter dan 8 ha zijn slechts 181 bedrijven. (Deskun
digen menen dat in de nabije toekomst 810 ha de
minimum omvang zal moeten zijn).
c. In 1960 bedroeg het aantal door mannen bezette
arbeidsplaatsen in de landbouw in Zeeland nog 22.350.
In 1969 was dat gedaald tot 12.300. In 1960 was 28
van de totale beroepsbevolking in de landbouw werk
zaam, in 1969 nog 14,6 Indrukwekkende cijfers!
d. De jaarlijkse daling van de agrarische beroepsbevol
king bedraagt landelijk 3 doch in Zeeland bedroeg
de daling in de periode 19651969 bijna 6 Het
aantal geregistreerde jaarcontracten (vast personeel)
daalde in het tijdvak 19651969 zelfs met 10 per
jaar.
akkerbouw
tuinbouw
grasland
diversen
totaal
99.827 ha
20.345 ha
13.100 ha
189 ha
133.461 ha
Veestapel in aantallen:
melkkoeien 20.693
overige rundivee 62.039
mestvarkens 13.704
fokzeugen 8.905
overige varkens 30.437
kippen 666.795
De veehouderij is in Zeeland naar verhouding van be
perkte betekenis. Slechts ruim 1 van het totaal aantal
melk- en kalfkoeien in Nederland wordt op Zeeuwse
bedrijven gehouden.
Behalve op Walcheren is de ruimtelijke verspreiding
groot, wat een nadeel is. Ook de omvang van de vee
stapel per bedrijf is een vrij zwak punt. Het gemiddelde
aantal stuks melkvee per melkveehoudend bedrijf be
draagt in Zeeland bijna 8, tegenover een landelijk ge
middelde van 13,1. Deze situatie bemoeilijkt het werk
van fok- en controleverenigingen.
Bijna 13 van het Nederlandse mestvee wordt in
Zeeland aangetroffen; dikwijls betreft het een neventak
van het akkerbouwbedrijf. De dieren worden veelal op
de veemarkten in Den Bosch en Rotterdam gekocht.
De varkenshouderij is met 1 van het Nederlandse
totaal evenals het melkvee van slechts bescheiden om
vang. Ook de pluimveehouderij in Zeeland is landelijk
gezien van beperkte betekenis.
Verdeling akkerbouwgewassen:
Granen
peulvruchten
handelsgewassen
hakvruchten
(incl. uien)
groenvoeder-
gewassen
1969
38.639 ha (36
17.100 ha (16
13.188 ha (13
35.204 ha (33
2.062 ha 2
1970
40.327 ha (39
11.994 ha (11
7.000 ha 7
42.250 ha (41
1.717 ha 2
106.193 ha
103.288 ha
Bij de granen valt op dat het areaal gerst terugliep van
18.612 ha in 1960 tot 9.296 ha in 1970, terwijl de opper
vlakte tarwe steeg van 15.369 ha in 1960 tot 24.574 ha
in 1970.
Bij de handelsgewassen kan worden opgemerkt dat het
vlasareaal daalde van 10.181 ha in 1960 tot slechts 2.684
ha in 1970. Gezien de noodzaak voor vruchtwisseling en
een breder sortiment in het algemeen een betreurens
waardig verloop.
De oppervlakte hakvruchten nam aanmerkelijk toe,
namelijk van ruim 35.000 ha in 1960 tot ruim 42.000 ha
in 1970. De toename was vrij gelijk verdeeld over de 3
belangrijkste gewassen: consumptie-aardappelen (van
In dit artikel worden een aantal belangrijke gegevens
uit het rapport weergegeven. U leest daarbij weinig
over tuinbouw: hieraan wordt in een apart artikel aan
dacht besteed.
DE HUIDIGE SITUATIE
Een duik in de ogenschijnlijk dorre statistische gege
vens levert meer op dan men wellicht zou verwachten.
e. Ongeveer 48 van de bedrijfshoofden is ouder dan
50 jaar, volgens gegevens van 1968. Bij ruim de helft
van deze groep was er geen opvolger van 14 jaar of
ouder.
In feite bevestigen de cijfers slechts wat iedereen
reeds wist, namelijk dat veel bedrijven door de voort-
gaandie mechanisatie te klein worden en daardoor in de
knel komen. Er zijn steeds minder mensen nodig in de
landbouw, vandaar de afvloeiing van personeel en de
versnelde bedrijfsbeëindiging van de ondernemers.
12.384 ha naar 15.022 ha), suikerbieten (van 18.000 ha
naar bijna 23.000 ha) en zaaiuien (van 1865 ha naar 3461
ha).
Wat de peulvruchten betreft, is de teruggang van het
areaal schokkererwten van veel betekenis: van meer dan
5300 ha daalde het tot nog geen 1900 ha in 10 jaar tijds.
Over de gehele linie liep de oppervlakte peulvruchten
trouwens terug, namelijk van ruim 17.000 ha naar bijna
12.000 ha. Behalve bij de handelsgewassen (vlas) tekent
ook hierbij de verschraling van het gewassensortiment
zich pijnlijk duidelijk af.
Een positief punt is de uitbreiding van de oppervlakte