Langs de melkweg (XLIV) De melkmachinetijd per koe 9 zonder bij de mais bijzonder goede resultaten op. Bij wintertarwe bleek dit minder het geval te zijn. Hier voor en voor de andere gewassen wordt de bemesting op de normale wijze in korrelvorm toegediend. Wel wordt de stikstofgift apart gegeven. Het koolzaad krijgt in verband met de grondgesteldheid en de zwavelbehoefte van dit gewas superfosfaat 18 De uien wordt een extra kalibemesting gegeven. PRIJZEN 1YE produktieprijzen liggen voor de wintertarwe en korrelmais ongeveer op het zelfde niveau als in onze vorige reportage werden genoemd. Voor kool zaad komt de prijs op ca. 95 frcs of 62,70/100 kg. Daar tegenover staat, zo zegt de heer Van der Slik- ke, dat de bedrijfsonkosten hier wel iets lager liggen dan op overeenkomstige bedrijven in Nederland. Zo gaat bijv. het maaidorsen hier veel vlotter door de veelal gunstiger weersomstandigheden. Als voorbeeld noemt hij het maaidorsen van een 22 ha wintertarwe het vorig jaar. Daarin kon hij 's morgens om half 10 met een Clays Matador beginnen en na praktisch on afgebroken met zijn tweeën (één op de maaidorser en één voor de afvoer) doorgewerkt te heb ben, stond 's avonds om 11 uur nog 1 ha van de 22 overeind. l, De stand van de mais, na droogte op 17 mei j.l. In de uien! Het moeilijk te verdelgen onkruid wordt bekeken. Enkele ervan worden goed verpakt mee naar Nederland genomen om nader te (laten) onder zoeken. 250 TON OPSLAG IN EIGEN SILO'S |\E opslag van de verschillende produkten wordt zoveel mogelijk zelf verzorgd. Silo's voor een opslag tot 250 ton, een stortput met een capaci teit van 12 ton, eenvoudige schonings- en ventilatie- apparatuur zijn aanwezig. In de oude en niet altijd doelmatig maar wel zeer ruim opgezette bedrijfsge bouwen, die van oudsher er al op ingericht waren om veel „zelf" te doen is er voor onverwachte om standigheden altijd wel een plekje te vinden om iets op te slaan. Alles is zodanig opgezet dat met een mi nimum aan mankracht een maximum aan prestatie bereikt kan worden, met alleen de hoogst noodzake lijke werktuigen en voorzieningen. Onlangs werd een nieuwe Someco (Fiat) 80 pk trekker aangeschaft met vierwiel aandrijving en stuurbekrachtiging ter vervanging van een Farmall, die langzamerhand zijn diensten had gedaan, maar nog wel als reserve voor eventualiteiten aangehou den wordt. Een 40 pk trekker completeert het trek- ker-„park". De trekkerchauffeur verdient een jaarloorj van ca. 7300,schoon, daarbij nog een oogstpremie van ca. 270,en een gehele maand vakantie. De sociale lasten op dit loon, die de heer Van der Slikke op 24 schat, komen voor rekening van het bedrijf. Ge middeld komt deze trekkerchauffeur alleen al aan trekkeruren op 3000 uren per jaar. Daarnaast helpt hij bij alle voorkomende andere werkzaamheden die moeten gebeuren. De hellende percelen, tegen „de berg" opliggend, vragen extra ervaring opdat er geen ongelukken gebeuren. B.T.W. IVE Franse B.T.W. - T.V.A. (Tax Valeur Ajouté) is voor een buitenstaander (als wij zijn) moeilij ker te doorgronden dan onze B.T.W. De percentages die wij hoorden liepen nogal uiteen. De boer moet over de waarde van zijn verkochte produkten T.V.A. afdragen. Gemiddeld stelde de heer Van der Slikke die op IVz Bij aankoop van bedrijfsbenodigdheden vindt hij op zijn nota's ook de te betalen T.V.A. terug bijv. op kunstmest IVz en voor een ploeg of trek ker ca. 23 Voor een trekker van 45.000 frcs komt er aan T.V.A. 8924 frcs bovenop. Later vindt verreke ning plaats van reeds betaalde en verschuldigde T.V.A. zodat bijbetaald of terugontvangen kan wor den. Het zal in de meeste gevallen wel bijbetalen ge blazen zijn. GRONDPRIJS AFHANKELIJK van de streek is ook in Frankrijk de grondprijs meer of minder sterk aan het stij gen. De prijzen varieerden in het dept. Yonne naar schatting en naar gelang dé kwaliteit en ligging tus sen de 8000 en 12.000 frcs per ha. Ook hier het pro bleem dat de prijzen vaak hoger komen te liggen dan bedrijfseconomisch verantwoord zou zijn door ont eigende boeren uit de omgeving van Parijs die door de hoogte van de ontvangen schadeloosstelling meer kunnen en willen betalen om weer grond vast te krijgen. De gemiddelde bedrijfsgrootte van alle bedrijven in dit gebied is ca. 35 ha. Het bedrijf van de heer Van der Slikke is dan ook één van de grootste. Dit gemid delde van 35 ha betekent overigens dat er ook een aantal kleinere bedrijven zijn. Die proberen hun be drijven door aankoop of pacht weer te vergroten. Bij uitbreiding boven de 55 ha omvang moet speciale toe stemming verkregen worden. Is de bedrijfsgrootte boven de 55 ha en wordt bij gekocht voor eigen ge bruik dan kan dit eigen gebruik geweigerd worden en moet de betreffende grond verpacht worden aan een bedrijf dat nog voor uitbreiding in aanmerking wil komen. Maar een zoon van 14 jaar schijnt ook al te kunnen pachten, Zodat op dit voorschrift wel iets gevonden schijnt te kunnen worden zodat toch be reikt kan worden wat men voor ogen heeft De heer Van der Slikke heeft in deze jaren een mooi bedrijf opgebouwd en heeft, nu de gebouwen zijn eigendom zijn, aan zijn woonhuis het nodige ge moderniseerd. Voor een pachter, die met een pacht- contract zit dat eventueel niet verlengd kan worden, is dat een probleem. Die loopt de kans dat aange brachte verbeteringen beneden de reële waarde ver goed zullen worden. Vandaar, zo kregen wij de in druk, dat soms pachters weinig voor het aanbrengen van verbeteringen voelen. En de eigenaren, die toch al verhoudingsgewijs een laag rendement op hun in grond en gebouwen geïnvesteerde kapitaal maken, laten zich aan de reparaties, laat staan verbeteringen, weinig gelegen liggen! BI. J. H. LANTINGA Consulentschap voor de akkerbouw en rundveehouderij Goes Voor het machinaal melken van een koe zijn een aan tal handelingen nodig. Dit zijn achtereenvolgens de voor behandeling, aansluiten van het melkstel, afnemen van het melkstel en op sommige bedrijven namelken met de hand. Tussen voorbehandeling en het aansluiten is meestal enige tijd, de zogenaamde wachttijd. Op bedrij ven waar met de hand wordt nagemolken is er na het afnemen ook een wachttijd. Bij een doelmatige methode van melken wordt een voorbehandeling die dient, voor reiniging en massage, om het toeschieten van de melk te bevorderen van rond y2 minuut toegepast. Spoedög hierna, doch binnen 1 minuut wordt het melkstel aange sloten. Zodra de geregelde melkstroom ophoudt wordt het melkstel afgenomen. Op bedrijven waar met de hand wordt nagemolken dient hiermee binnen 1 minuut na het afnemen worden begonnen. De totale melktijd per koe is dus vanaf het begin van de voorbehandeling tot het einde van het melken. Deze totale tijd per koe moet zo beperkt mogelijk worden gehouden. Dit is nodig om zo vlot mogelijk te kunnen melken en het winnen van het volledige melkmaal. De tijd van voorbehandelen en wachttijden voor het aansluiten en bij namelken de tus senliggende tijd na het afnemen kunnen nagenoeg vaste tijden zijn van korte duur. De lengte van de totale melk tijd wordt dus bij een doelmatige melkwinning bepaald door de snelheid van de melkafgifte. Dit komt tot uiting gegevens over maximale melksnelheid en kwartierver- deling'ook de totale melktijd vastgelegd. De melktijden in minuten van deze eerste kalfkoeien, van 16 verschillende stieren, zijn als volgt: in procenter 1 13 28 24 16 11 4 melktijd aantal 1 tot 2 min. 4 2 tot 3 min. 57 3 tot 4 min. 127 4 tot 5 min. 107 5 tot 6 min. 73 6 tot 7 min. 48 7 tot 8 min. 17 8 tot 9 min. 7 9 tot 10 min. 2 10 tot 11 min. 3 445 100 in de tijdsduur die de machine nodig heeft om de koe te melken; de machinetijd. Deze machinetijd is, zoals algemeen bekend, per koe zeer verschillend. Deze tijd wordt niet beïnvloed door de leeftijd, deze blijft namelijk bij het voortschrijdende aan tal lactaties nagenoeg gelijk. Door toenemen van de pro- duktie per jaar tot omstreeks de 5de lactatie stijgt wel de melksnelheid per minuut. Dit is vastgesteld door de Landelijke Commissie voor het Melkbaarheidsonderzoek na proefmelkingen van dezelfde koeien gedurende ver schillende lactaties. Het bevestigt de ervaringen die bij praktijkwaarnemingen reeds werden verondersteld. Het is daarom nuttig de machinetijd van de melkvaar zen te kennen. Daar de melktijd geen verandering ten gunste te zien geeft met de voortschrijdende lactaties kan vanaf dieze leeftijd een overzicht worden verkregen omtrent de melkbaarheid van het veebeslag in die ko mende jaren. De grote verscheidenheid in machinetijd bij vaarzen is groter dan algemeen wordt verondersteld. Door de toe passing van het melkbaarheidsonderzoek beschikken we over gegevens die deze variaties exact kunnen weer geven. Gedurende de afgelopen 10 jaren zijn door ons 445 eerste kalfskoeien (melkvaarzen) met het kwartieren- apparaat gemolken. Bij deze melkingen wordt naast de Bij deze melkvaarzen die alle zijn gemolken in een periode van 3 tot 21 weken na het kalven komt een gro te verscheidenheid naar voren. Selectie op gebruikseigen schappen is in dit stadium vrijwel nog niet toegepast. Bij regelmatig werk en vlot melken is het waardevol dat de melktijden bij het veebeslag niet teveel uiteen lopen. Hiertoe zal gestreefd moeten worden naar een gelijkmatige melktijd van de dieren. Bij zeer vlotte koeien is de melker vaak te laat voor het tijdig afnemen. Bij lange machinetijden is men geneigd meer melkstellen (apparaten) te gaan gebruiken. Dit heeft dan tot gevolg dat de beter melkbare dieren te lang blijven aanstaan met de bekende nadelige gevolgen. In doorloopmelkstal- len bepaalt de traagste koe de verblijfsduur van de groep in de melkstal. Onder een gelijkmatige melktijd per bedrijf menen we dat een spreiding van 3 tot 6 minuten als gunstig te .moeten beschouwen. Bij de door ons vastgestelde melk tijden van de bovenvermelde vaarzen blijkt dat bij 14 de melktijd minder dan 3 minuten was en 18 een melk tijd had van meer dan 6 minuten. De stierenkeuze legt de basis voor de melkbaarheid van de toekomstige melkveestapel. Voor de machinetijd geldt gewis Dat de „gulden" middenweg de beste is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9