Bedrijfsaanpassing
en
financiering
4
T. H. ROZENDAAL.
Consulentschap voor de Akkerbouw
en de Rundveehouderij te Zevenbergen
De laatste jaren hebben reeds veel boeren hun be-
.splan aangepast. Er vindt ook steeds meer spe-
cLiüsatie plaats naar rundveehouderij, akkerbouw of
veredeling. Bij de overgang van een gemengd bedrijf
met bouwland en rundvee naar een zuiver grasland-
bedrijf komt er heel wat kijken. Er zijn reeds veel voor
beelden van bedrijven die ingericht zijn naar de mo
derne inzichten. Op veel andere bedrijven zal echter
de bedrijfsorganisatie nog moeten worden veranderd.
WELKE BEDRIJFSKEUZE?
Op traditionele wijze boeren met b.v. wat bouw
landgewassen en de koeien in een Hollandse stal
raakt uit de tijd. Zeker als de koeien nog op meer
dere plaatsen zijn gehuisvest. Uitzonderingen daar
gelaten kan men stellen dat op wat langere termijn
Op een gemengd bedrijf op kleigrond met akker
bouwgewassen erbij zoals consumptie-aardappelen
en suikerbieten kan het bouwland wel concurreren
met het melkvee. Neemt de boer de meerdere arbeid
die melkvee vraagt voor lief dan kan zo'n bedrijf nog
lang op deze manier doordraaien.
Zandbouwland geeft ten opzichte van grasland een
veel te lage opbrengst. De grond is duur. De boeren
hebben dan ook weinig keus, steeds meer bouwland
wordt ingezaaid tot grasland. Dit betekent echter
meer koeien, waardoor de stalruimte ontoereikend
is. Door redenerend is het bouwen van een ligboxen-
stal voor minstens 40 a 45 koeien noodzakelijk.
Wie niet tot deze stap kan komen, om welke rede
nen dan ook en vaak zijn deze zeer goed te begrijpen,
zal op den duur het bedrijf achteruit zien gaan.
AANPASSEN BETEKENT INVESTEREN
De bouwkosten stijgen en daarom wordt van jaar
tot jaar de investering groter. Bovendien moet men
als het kan het bedrijf vaak nog uitbreiden in opper
vlakte. De kapitaalsbehoefte van een bedrijf is dan
ook zeer hoog. Het hangt van de hoeveelheid vreemd
vermogen af. die voor de investeringen reeds is aan
getrokken, of men zelf voldoende zekerheid kan stel
len voor de financiering van de bedrijfsaanpassing.
Op een aantal bedrijven is het niet meer mogelijk
deze grote stap te maken. Slechts de boeren die vol
doende kapitaalkrachtig zijn, kunnen genoeg geld
bijlenen voor de realisering van de plannen en kun
nen de rente en aflossingsverplichtingen opbrengen.
Het minimum eigen vermogen moet na de investering
toch wel minstens 3040 zijn, afhankelijk van de
winstgevendheid van het bedrijf en het aantal jaren
van aflossing.
Voordat tot investeren wordt overgegaan moet een
optelsom worden opgemaakt van de hoeveelheid geld
die voor de aanpassing van het bedrijf nodig is.
HOE GROOT IS DE INVESTERING?
De meeste boeren rekenen bij de bedrijfsaanpas
sing alleen met de stal, en dan nog met de prijs van
vandaag of van vorig jaar.
Iemand gaat b.v. een ligboxenstal bouwen voor 50
koeien en berekent hiervoor:
15 koeien extra
Erfverharding
Bedrijfskap. diversen
Totaal
Vooraf gepland te investeren
Tekort op de financiering
19.500,-
2.500,-
6.000,-
140.000,—
75.000,—
65.000,—
Deze cijfers, zoals deze hierboven zijn gegeven, zijn
niet bedoeld om U aan het schrikken te maken, maar
om U aan het denken te zetten. Voordat U de aan
passing doorzet moet U alles rond hebben en weten
waar U aan toe bent. De bouwkosten stijgen elk jaar
en een melkkoeltank zult U misschien niet direct wil
len aanschaffen, maar binnen 2 jaar zal die er toch
wel staan.
Ook de uitbreiding van de veestapel betekent een
investering of U nu aankoopt of zelf aanfokt. Bij het
zelf opfokken wordt er een groter bedrag in de vee
stapel vastgelegd en dit geld kan niet gebruikt wor
den voor kunstmest of veevoeder-aankoop.
Een vooraf goed opgezette rekensom, wat de aan
passing allemaal gaat kosten, voorkomt een hoop
tegenslag. Als U de overtuiging krijgt dat het te duur
wordt, moet U er niet aan beginnen. Bij de keuze al
of niet aanpassen zal ook de opvolging een belang
rijke rol spelen.
Om de investering binnen de perken te houden is
goedkoop bouwen met buitenvoedering een eerste
eis. Dure stallen zijn economisch niet verantwoord.
Het vee voelt zich buiten even goed als binnen. De
bouwkosten bedragen dan 1.000,per koe. Ver
geleken met het voorbeeld betekent dit een bespa
ring op de bouwkosten van 35.000,
VOORAF BEGROTING MAKEN
VAN HET INKOMEN
Bij de beraadslagingen over het plan gaat het niet
alleen om de financiering maar ook over het arbeids
inkomen dat het bedrijf straks zal opleveren. Ver
der is het noodzakelijk te weten of de hogere aflos
singen en renteverplichtingen straks opgebracht kun
nen worden.
Hiertoe moet een bedrijfsbegroting worden opge
steld. Dit kan niet binnen een half uurtje maar hier
voor moet U met de bedrijfs voorlichter flink wat tijd
uittrekken. Aan de hand van de opgestelde bereke-
Sober, doelmatig en goedkoop. Kou speelt geen roL De ligboxen buiten zijn steeds bezet.
zulke bedrijven geen toekomst hebben. Bedrijven die
alleen maar een melkveehouderij hebben van 2030
koeien kunnen de dure investeringen voor melktank,
melkmachine en bijbehorende melkstal niet opbren
gen. Wanneer op dergelijke bedrijven de vrijkomen
de tijd na de automatisering in een andere produk-
tietak b.v. veredeling wordt aangewend, kunnen deze
bedrijven rendabel zijn.
Het werk aan bouwlandgewassen kan uitbesteed
worden aan de loonwerker, dus hier valt het met de
investeringen nogal mee. Maar het gemengde bedrijf
vraagt vooral in de veesector veel uren en de ar
beidsorganisatie is moeilijk. 25 koeien op twee Hol
landse stallen vragen evenveel tijd als 45 koeien in
een ligboxenstal.
Bouwkosten 50 x 1.300,65.000,
Melkmachine 10.000,
Totaal 75.000,—
Hiervoor wordt dan een lening van 75.000,af
gesloten. Nadat met enkele aannemers is gesproken
blijkt dat de stal wel wat duurder zal worden.
Wanneer de stal er staat, wat meestal 1\Vi jaar
later is en alles is ingericht en de veestapel aange
past, kan de boer de voleende opstelling maken:
Bouwkosten stal 50 x 1.70u,85.000,
Melkmachine -f voederautomaten 13.000,
Melkkoeltank 14.000,
ningen en de conclusies zal de boer zijn besluit moe
ten nemen. Aarzel dan ook niet voor zulke belang
rijke beslissingen deskundige hulp in te roepen. Wat
bij de buurman een goed plan is, kan bij U geheel
anders liggen.
Als de verkaveling minder goed is, kan overwogen
worden om in de zomer stalvoedering toe te passen
met bijvoeren van vers gras. Bij een beperkte opper
vlakte komen er mogelijkheden om voor de winter-
voeding snijmais aan te kopen. Zo liggen voor elk be
drijf de mogelijkheden weer anders. Uit de praktijk
en ook uit opgestelde begrotingen is gebleken dat al
leen voor een goed produktieve veestapel, te berei
ken met goed verervende stieren en een goede voe
ding, bouwen verantwoord is.
BESTEMMINGSPLANNEN
Reimerswaal. Vanaf 25 mei liggen een maand ter in
zage de ontwerp-bestemmingsplannen „Krabbendijke-
West" en „Waarde-Zuid". Gedurende deze termijn kun
nen schriftelijke bezwaren worden ingediend bij de ge
meenteraad.
Middelburg. Vanaf 28 mei liggen een maand ter inzage
de ontwerp-wijzigingen van „het uitbreidingsplan in
hoofdzaak 1959" en „het uitbreidingsplan in onderdelen
1959", betreffende het industrieterrein ten noorden van
de spoorlijn naar Goes. Gedurende deze termijn kunnen
schriftelijke bezwaren worden ingediend bij de gemeen
teraad.
ZES MILJOENSTE MONSTER
Half mei rolde uit de computer van het Bedrijfslabo-;
ratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek
het zes miljoenste monster dat sinds de oprichting werd
onderzocht. Het betrof een bijmestmonster uit de anjer-
kas van de heer Ch. Wijnhoven te Blitterswijk in Midden-
Limburg. Het rapport kwam dit keer niet zoals gebrui
kelijk met de post, maar werd overhandigd door een
deputatie van het laboratorium bestaande uit de direc
teur Ir. F. H. B. Vermeulen, de districtsleider voor het
Zuiden van het land, de heer J. M. van de Vin en de
heer P. Sikes te America die de monstemame in dit ge
bied verzorgt. Het feestelijk karakter werd onderstreept
met een grote taart, uitgevoerd in de vorm van het vig
net van het laboratorium.
De reeds genoemde zes miljoen monsters is de resul
tante van (afgerond) 4.618.000 grondmonsters, 753.000
gewasmonsters, 615.000 monsters voor aaltjesonderzoek
en 14.000 bijzondere monsters zoals mest, water, bloed,
haar, urine, enz. Hieruit blijkt dat de grondmonsters het
leeuwendeel van de inzending vormen, al moeten wij
hier direct op laten volgen dat dit een telling is van 43
jaar. Het gewasonderzoek en aaltjesonderzoek zijn van
jongere datum, namelijk van 1950 en 1957. Ze zijn welis
waar nog niet van die omvang doch spelen een goede
partij mee. Het afgelopen seizoen werden in totaal
270.000 monsters door het Bedrijfslaboratorium onder
zocht en dit betekent dat binnen vier jaar de volgende
mijlpaal kan worden gepasseerd.