Mogelijkheden
van gebruikskruisingen
voor de
rundvleesproduktie
Afstelling
landbouwcirkelmaaier
belangrijk
9
C.RA. Tilburg,
A. WOUTERS
yOOR de vleesproduktie is het van groot belang te
kunnen beschikken over uitgangsmateriaal met
potentieel goede vleesproduktie eigenschappen. Mede is
het van groot belang dat de milieufactoren, die aan die
dieren gedurende de mestperiode geboden worden, aan
goede eisen voldoen. Goede inilieukondities zijn vooral
dan belangrijk als korte mestperioden worden aangehou
den zoals bijvoorbeeld' bij de kalvermesterij en het mes
ten van vleesstiertjes. In deze periode ontbreekt de tijd
om een eventueel opgelopen achterstand te kompense-
ren. Tekortkomingen zowel in voeding, huisvesting als
gezondheidszorg kunnen dan ook door kwalitatief goed
uitgangsmateriaal niet worden opgeheven. Het is dan ook
niet voldoende om bijvoorbeeld door gebruikskruising
te streven naar verbetering van het uitgangsmateriaal
maar men zal ook veel aandacht moeten schenken aan de
verbetering van de mestmethoden.
Naast een goede aanleg voor vleesaanzet is het even
belangrijk dat de dieren, ongeacht tot welk eindgewicht
men mest, een optimale slachtrijpheid kunnen bereiken.
Zowel een te grote vetheid vaak bij ossen en vaarzen
als een te geringe vetheid vaak bij vleesstiertjes
is nadelig voor de opbrengst. De milieufaktoren hebben
een belangrijke invloed op het bereiken van een opti
male vetheid bij het beoogde eindgewicht. De erfelijk
bepaalde aanleg en met mate de mate van vroeg- of laat-
rijpheid maakt mede voor een belangrijk deel uit voor
welke produktietype en eindgewicht een dier zich bij
voorkeur leent. Het produktietype en het uitgangsmate
riaal moeten derhalve op elkaar zijn afgestemd.
FOKRICHTING IN VERBAND MET DE
VLEESPRODUKTIE
gIJ het streven om de produktie van rundvlees te
stimuleren stuit men op de omstandigheid dat
onze Nederlandse rassen intensief in de melkrichting zijn
geselecteerd. Een mogelijkheid tot verbetering van de
rund- en kalfsvleesproduktie in ons land is kruising van
een deel van de koeien met stieren met een betere ge
schiktheid voor vleesproduktie. Deze stieren moeten we
in hoofdzaak in het buitenland zoeken, hoewel bijvoor
beeld geselecteerde M.R.Y. stieren in dit opzicht ook wel
perspectieven bieden. Omdat onze zwartbonten zelf min
der geschikt zijn voor vleesproduktie komen deze 't eerst
voor kruising met vleesstieren in aanmerking. Uiteraard
moet men daarvoor dan alleen koeien nemen waarvan de
kalveren niet voor de vervanging van de melkveestapel
zijn bestemd. Een betere vleesproduktiegeschiktheid bij
de kalveren heeft niet alleen voordelen voor de mesterij
maar ook voor de melkveehouderij omdat de te verkopen
kalveren een hogere prijs zullen opbrengen. De combi
natie van een goed groeivermogen tot een hoog eindge
wicht met de gewenste slachtkwaliteit is mogelijk door
onze zwartbonten te kruisen met geselecteerde Charolais-
stieren. Ter beperking van afkalfmoeilijkheden is het
raadzaam om alleen oudere koeien hiermede te laten
insemineren. Uit de registratie van bijna 3.000 geboorten
is gebleken dat het gemiddelde geschatte geboortege
wicht van de stiertjes ca. 7 kg hoger lag dan die van de
zwartbonten. Voor de vaarskalveren waren deze geschat
te gewichtsverschillen ongeveer 4 kg. Het aantal moei
lijke geboorten en het aantal doodgeboren kalveren bij
de kruislingen waren echter ook hoger. Maar deze zelfde
registratie heeft tevens aangetoond dat de verschillende
gebruikte Charolaisstieren zeer uiteenlopende percen
tages dood- en moeilijk geboren kalveren hebben gegeven.
De in dit opzicht „beste" stier gaf slechts 2 doodge
boren kalveren. De „slechtste" stier daarentegen had
8,2 doodgeboren kalveren. De gemiddelde draagtijd
van de kruislingen was ongeveer 5 dagen langer dan het
gemiddelde van zuivere zwartbonten, n.l. 282 tegen 277
dagen. Aan de grijs-bruine haarkleur zijn deze kruislin
gen duidelijk te herkennen.
PROEVEN MET MESTKALVEREN
Voor het verkrijgen van gegevens betreffende de ge
schiktheid van de kruislingen voor de kalvermesterij zijn
een aantal vergelijkende mestproeven uitgevoerd. Deze
proeven werden door Wessanen N.V. te Wormerveer uit
gevoerd in samenwerking met het Consulentschap voor
de Rundveehouderij in Noord-Holland, het I.V.O. te Zeist
en het Proefstation voor de Rundveehouderij te Wagenin-
gen. De uitslagen van de proeven leidden tot de volgen
de conclusies.
1. Stierkalveren uit de kruising OH x FH geven duide
lijk betere resultaten zowel voor groei, voederbenut-
ting als slachtkwaliteit dan de zwartbonte stierkal
veren.
2. In vergelijking met vrouwelijke dieren van het FH
ras geldt dit eveneens voor vaarskalveren uit ge
noemde kruising.
3. De afleveringsprijs per kg levend gewicht werd voor
de Charolais x FH vaarskalveren 30 cent hoger gesteld
dan voor de zwartbonte-vaarskalveren. Dit geldt
eveneens voor de Charolais x FH stierkalveren in ver
gelijking met de zwartbonte seksegenoten.
4. Deze hogere prijs per kg levend gewicht werd ver
oorzaakt zowel door een gunstiger aanhoudingsper
centage en bevleesdheid als door een hoger eindge
wicht bij gelijktijdige aflevering.
5. Uit het voorgaande blijkt, dat dieren uit genoemde
kruising een goede mogelijkheid bieden om de kalver
mesterij rendabeler te maken.
PROEVEN RUNDVÉEMESTERIJ
In de opfokperiode van de Charolais-kruislingen voor
de stieren- en vaarzenmesterij, zijn geen bijzondere moei
lijkheden ondervonden. Uit ervaring blijkt dat ze 3I spoe
dig wat grotere hoeveelheden hooi en krachtvoer op
nemen dan de zwartbonte controle-dieren. De groeicijfers
liggen in het algemeen in de eerste drie maanden wat
hoger. De daarop volgende vier maanden zijn de groei-
verschillen klein gebleken, terwijl in de nu lopende af-
mestperiode de voorsprong van de Charolais-kruislingen
zeer geleidelijk groter wordt.
Het verloop van de proeven wijst op een gunstiger
groei- en bevleesheid. Deze zullen moeten opwegen tegen
de hogere kosten. Door de te verwachten rentabiliteit
van de Charolais-kruislingen voor de mesterij is de aan
koopprijs van de kalveren aanmerkelijk hoger.
CONCLUSIES
1. De proef resultaten met mestkal veren zijn zeer be
moedigend.
2. In de sector rimdveemesterij zijn reeds gunstige aan
wijzingen verkregen, maar er zijn nog te weinig uit
komsten beschikbaar.
3. Gebruikskruisingen met Charolais-stieren bieden goe
de mogelijkheden ter verbetering van de rundvlees
produktie.
H. M. J. SMEETS
C.AR. - Eindhoven.
Steeds meer bedrijven gaan over
tot aanschaf van een landbouwcir
kelmaaier of laten het gras maaien
door een loonwerker die een der
gelijke machine in gebruik heeft.
De oude vertrouwde maaibalk is
grotendeels door de meer bedrijfs-
rekbare cirkelmaaier verdrongen.
Over de vóór- en nadelen ten pp-
zichte van de maaibalk in onder
staand artikel een aantal bijzonder
heden.
VOORDELEN:
grotere capaciteit,
vrijwel ongevoelig voor verstoppingen,
geringere kans op mechanische storingen,
eenvoudig dagelijks onderhoud.
NADELEN:
hogere aanschaffingsprijs,
groter benodigd vermogen,
minder veilig voor omstanders, wanneer de ma
chine niet goed is afgeschermd,
kans op een hoger zandgehalte in hooi en vooral
in kuilgras.
Omdat de verschillen tussen cirkelmaaier en maai
balk bij het gebruik vrij groot zijn, willen wij op en
kele facetten nader ingaan.
ZANDGEHALTE EN MOLSHOPEN
Afgelopen jaar is het zandgehalte van de voor-
droogkuiler en het hooi al aanmerkelijk lager ge
weest dan het jaar daarvoor. Men heeft kennelijk
meer aandacht besteed aan de afstelling. Toch blijkt
uit de analyses dat er hier en daar nog hoge zand-
gehalten in het produkt voorkomen. Dit geeft natuur
lijk te denken. Een directe oorzaak is niet aan te
wijzen.. Veelal zal het een corpplex van oorzaken zijn,
waarbij de machinale bewerkingen wel van grote in
vloed zijn. De indruk bestaat dat vooral de molsho
pen debet zijn aan de hoge zandgehalten- Deze wor
den namelijk door de snel ronddraaiende maai-ele-
menten van de cirkelmaaier meer door het gras ge
mengd dan bij de maaibalk. Dit wil niet zeggen dat
met de maaibalk geen zand in het gras terecht komt,
maar uit onderzoek is wel gebleken dat dit minder
is dan bij de cirkelmaaier. Door de percelen te maai
en als het gras winddroog is, kan het percentage zand
worden beperkt. De maaihoogte en vlakheid van het
land spelen uiteraard eveneens een grote rol. De be
strijding van de mollen vraagt speciaal de aandacht.
Hier kan in georganiseerd verband iets aan gebeuren.
Op meerdere plaatsen is gedemonstreerd met het
gebruik van klemmen. Als men hier enige ervaring
De Turbo-maaier van Fahr, gebouwd op het
Zweegers-systeem.
mee heeft is het mogelijk om in betrekkelijk korte
tijd een flink aantal mollen te vangen. Gezamenlijke
aanpak van dit probleem geeft het snelste verbete
ring.
HERGROEI
Vaak hoort men de klacht dat te kort gemaaid
wordt, waardoor de hergroei van het gras slecht zou
zijn. Uit het onderzoek van het I.L.R. komt naar vo
ren dat bij zeer kort maaien, dit wil zeggen bij een
stoppellengte van minder dan 4 cm, in enkele geval
len een vertraging in hergroei werd geconstateerd.
Vaak zien we op de kort gemaaide percelen open
plekken ontstaan, die ingenomen worden door kweek,
slechte grassen of onkruid. Te kort maaien moet, zo
wel voor hergroei als voor het zandgehalte, voorko
men worden. Een stoppel van 5 a 6 cm is het meest
gewenst. Uit het onderzoek is verder gebleken, dat
geen verschil in hergroei werd geconstateerd tussen
maaien met de maaibalk of cirkelmaaier, indien op
5 a 6 cm stoppellengte gemaaid werd. Van veel be
lang is het dat de mesjes scherp zijn en tijdig worden
verwisseld. Botte mesjes vragen meer vermogen en
laten een rafelige slordige stoppel achter.
RIJSNELHEID
Bij een rijsnelheid van 6 a 7 km per uur krijgt men
in het algemeen het beste maaiwerk. In zware gewas
sen kan men beter nog iets langzamer rijden. Boven
dien is het noodzakelijk dat het door de fabrikant
voorgeschreven toerental wordt gehandhaafd. Dit
wordt meestal bereikt als het aftakastoerental 540
omwentelingen per minuut bedraagt.
AFSTELLING
In het algemeen wordt bij de cirkelmaaier de maai
hoogte ingesteld met behulp van de toptang. Bij de
veel gebruikte P.Z.-cyclomaaier is dit boendien mo
gelijk door montage of demontage van opvulringen
tussen steunschotel en trommel. Demontage voor lan
ger en montage voor korter maaien. Bij de merken
Fahr en Krone is 't net andersom. Bij Votex en Fella
is dit eenvoudiger. De maaihoogte is hier in te stel
len met een spindel.
Uiteraard is raadpleging van het instructieboekje
altijd verstandig om een juiste afstelling te verkrij
gen. Dit heeft U niet gekregen om in de kast te leg
gen!
Omdat de laatste jaren veel klachten zijn geuit
over minder goede maairesultaten bij gebruik van
cirkelmaaiers, vestigen wij speciaal de aandacht op
het belang van goede afstelling. Hiermee kunnen
veel moeilijkheden worden voorkomen. Ondanks iets
meer sleutelwerk bij de ene machine ten opzichte van
de andere moet U er toch de tijd voor nemen. Al het
grasland te kort maaien kan zeer funest zijn.
SCHUDDEN
Regelmatig zien we dat men bij de eerste keer
schudden van het gemaaide gras met de schudder in
de verkeerde richting rijdt, waardoor de zwaden min
der goed uit elkaar worden geschud.
Bij gebruik van een trommelschudder wordt het
beste resultaat verkregen als men het met de cirkel
maaier gemaaide gras tegen de maairichting in
schudt. Is er gemaaid met een maaibalk dan juist
met de maairichting mee bewerken. Bij gebruik van
de cirkelschudder is het net andersom n.l. maaien
met cirkelmaaier, schudden in de maairichting en bij
de maaibalk tegen de maairichting in.