Grondbewerking en poten van aardappelen Demonstratie op zware grond te Biddinghuizen KORTE WENKEN 12 De J. F. vibreereg met twee aangedreven tandbalken die verend zijn bevestigd. Consulentschap voor Landbouwwerktuigen J. T. ANDRINGA Ing. Op 27 april 1971 werd op de proefboerderij ,,De Kandelaar" te Bidd'nghuizen een interessante demon stratie gehouden met werktuigen voor grondbewer king en poten van aardappelen. Het betrof hier zware kleigrond met ca 55 afslibbare delen (code S), ca. 10% kalk en ca. 3% organische stof. Ondanks het feit dat dit jonge poldergrond is, is deze toch niet ge makkelijk te bewerken. Een belangrijke voorwaarde voor het goed kunnen bewerken is dat de grond vol doende droog moet zijn. HET POOTKLAAR MAKEN VAN DE GROND Vooral op zware grond is het goed pootklaar maken een belangrijke zaak. Niet alleen voor de groei en de ontwikkeling maar vooral ook voor de ruggenopbouw en het machinaal rooien. Hierbij gaat het vooral om de volgende hoofdzaken: een juiste en gelijkmatige werkdiepte; een vlakke ondergrond; een goede, regelmatige verkruimeling. Gewaakt moet worden tegen het bewerken van vochtige en natte (onder)grond. Daarmee kan in een bewerking meer worden bedorven dan de hele zomer kan goedmaken. Wel blijkt telkens weer en ook op deze demonstratie dat het gewenste resultaat De nieuwe vibreereg van J. F. werkte intensief, maar miste een goede diepteregeling. Het werktuig bestaat uit twee tandbalken welke door een excentriek wor den aangedreven en verend zijn bevestigd. Een ander nieuw werktuig is de Roger rotorcultivator; een kruising tussen een triltandcultivator en een frees. Voor één rij cultivatortanden is een freesas aange bracht waarvan de elementen tussen de tanden draai en. Op deze zware grond was het resultaat na twee bewerkingen nauwelijks aanvaardbaar door een te cfiepe tandwerking. Ook de Diadem TWE is een nieuw werktuig. Op een aangedreven as zijn rondsels met tanden in stervorm aangebracht. Deze machine heeft uitsluitend in combinatie met een pootmachine ge werkt en was daardoor wat moeilijk te beoordelen. I -•>-* Rumptstad hakenfrees met steunwielen en getande steunbalk voor regelmatige werkdiepte. De Rau-combinatie in actie. OPZET EN INDELING Deze demonstratie was opgebouwd uit drie groepen werktuigen: werktuigen voor de grondbewerking; pootmachines; combinaties van grondbewerking en poten. Dit zijn onderwerpen waarvoor alom veel belang stelling bestaat; getuige ook de ongeveer 2000 bezoe kers. De grond was nauwelijks voldoende droog. Daardoor stonden de werktuigen voor de grondbe werking voor een moeilijke opgave. Vooral de (diep te) afstelling moest aan hoge eisen voldoen. veel beter en gemakkelijker kan worden bereikt met werktuigen die een goede diepteregeling hebben. Het is geen overdreven eis om te stellen dat deze diepte regeling traploos en snel moet kunnen worden uit gevoerd. Omgekeerd kan men zeggen dat werktuigen zonder diepteregeling ongeschikt zijn voor zware grond en minder geschikt voor lichtere grond. A. AANGEDREVEN WERKTUIGEN Van de aangedreven eggen leverden de vierbalks Vicon met diepterol en de Lely Roterra zeer goed werk. Weidner (2 balks) en Zwalua (4 balks) werk ten wel regelmatig maar resp. te ondiep en te diep. Met deze aangedreven stereg bleek een goede diepte en verkruimeling mogelijk. Een ander type aangedreven werktuig is de haken frees. Aan de demonstratie werd deelgenomen door de machines van Struik, Rumptstad en G.L.B.-West- dijk. Hakenfrezen maken veel opgang voor de rijen- bewerking in aardappelen. Voor de zwaardere gron den is dat terecht. Genoemde machines hebben een doorlopende as. Daardoor zijn mogelijkheden aan wezig om freeshaken over de hele lengte te mon teren. De grond kan hiermee over de hierbij beho rende breedte worden bewerkt. Een gebruiksmoge lijkheid meer die bepaald wel interessant kan zijn. Als volveldsfrees kan hij o.m. worden benut voor het pootklaar maken van de grond. De verkruimelnede C.A.R. Zevenbergen BIJ HET MACHINAAL BIETEN DUNNEN met de tastdunner moet U er aan denken dat het perceel vrij moet zijn van onkruid en zeer vlak moet liggen. Voor goed dunwerk mag de snelheid niet boven 3 km per uur komen, werk niet te diep. Begin niet te vroeg met dunnen, maar begin wanneer de planten 4 blaad jes hebben. Laat handwerk in een machinaal gedund gewas achterwege. DE ONKRUIDBESTRIJD1NG in snij- en korrel- mais geschiedt algemeen met Atrazin, dat goede resul taten geeft. Mocht door droogte de werking toch on voldoende zijn, dan kan zonder bezwaar na opkomst worden gespoten met D.N.O.C. U kunt dat doen wan neer het gewas 46 blaadjes heeft met 4 kq D.N.O.C. 80 of 6 kn D.N.O.C. 50 per ha. VOOR DE BESTRIJDING VAN ZAADONKRUIDEN in stamslabonen- kunt U eigenlijk alleen maar gebruik maken van Ivorin. U moet dit toepassen tot enkele dagen voor opkomst in een hoeveelheid van 4'A7Va kg per ha afhankelijk van de grondsoort. Wees uiterst sekuur bij het spuiten want heel dikurijls komt aan zienlijke schade voor door overlappen of overdosering. VERSCHILLENDE POOT AARDAPPELTELERS hebben elk jaar aanzienlijke schade en veel werk bij het sorteren door schurft in de aardappelen. U kunt schurft tegengaan door te voorkomen dat de grond droog is aan het begin van de knolzetting, door het toepassen van beregening. Let goed op het begin van de knolzetting, dat is dus het moment waarop U ziet

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 12