KNLC Wachtend bij politiek spel fa Nieuwe klap voor Euromarkt 4 VERGADERING HOOFDBESTUUR LANDBOUW-COMITÉ L|ET Hoofdbestuur van het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité was op 4 mei j.l. bijeen te midden van belangrijke ontwikkelingen in 'de grote" politiek, binnen en buiten onze landbouwgrenzen. Bin nenlands was er het overleg over de vorming van de suwe regering na de verkiezingen. Wat zal er van het landbouwprogramma verwezenlijkt worden onder de huidige omstandigheden? Nogmaals legde het hoofdbestuur er de nadruk .op hoezeer het noodzake- k is juist nu, om land- en tuinbouw te helpen zich- -eif te helpen. In de internationale politiek waren het de dreigende geldcrisis en zijn gevolgen die het hoofd bestuur benauwden. Op organisatorisch vlak wijzen wij op het overleg om te komen tot één land- en tuinbouwblad van de drie centraie landbouworganisaties. De hoofdbestuursvergadering begon met felicitaties aan het adres van twee personen uit de directe kring .mn het K.N.L.C., die een koninklijke onderscheiding ontvingen: de heren Drs N. A. Vaandrager, secretaris on het K.N.L.C., en H. H. Copijn, voorzitter van de boomkwekerijcommissie. SAMENWERKING ORGANISATIEBLADEN In het hoofdbestuur kwam het rapport in behande ling dat een gezamenlijke werkgroep had uitgebracht over de mogelijkheden om te komen tot een verre gaande samenwerking van de bladen van de drie cen trale landbouworganisaties. Het hoofdbestuur sprak zich in grote meerderheid positief uit over deze samenwerking, die inderdaad vele voordelen zal kun nen opleveren. Het meende dat het werk in deze rich ting voortgezet moet worden. Daartoe zal in 3 C.L.O.- verband een vorm gezocht moeten worden, zodat naast de technische deskundigen ook beleidsfiguren geregeld bij de verdere voorbereiding betrokken zijn. RAPPORT-VAN SOEST Met veel belangstelling en instemming nam het hoofdbestuur kennis van de inhoud van het rapport van de commissie-Van Soest, die het verschil in fis cale positie tussen zelfstandigen en loontrekkenden heeft bestudeerd. Bij de bespreking van dit rapport stelde het hoofdbestuur voorop, dat van het nieuwe kabinet verwacht mag en moet worden, dat het in de geest van dit rapport een einde maakt aan de ten aan zien van de belastingen bestaande discriminatie van zelfstandige ondernemers. Met genoegen heeft het hoofdbestuur geconstateerd dat de commissie in grote lijnen een voorstel van de georganiseerde landbouw inzake een belastingvrije pensioenreserve heeft ge volgd. In het hoofdbestuur is er nog wel de bijzondere aandacht voor gevraagd dat de reserveringsmogelijk heid te zeer beperkt zou kunnen worden door de te geringe winstmogelijkheid, een situatie die voor zelf standige boeren en tuinders wel reëel te achten is. Voorts moet benadrukt worden dat het scheppen van een gelijkwaardige mogelijkheid tot een pensioen voorziening nog niet geheel beantwoordt aan de be hoefte aan investeringsmiddelen in land- en tuinbouw bedrijven in deze tijd. Er is daarin alle reden om juist de z.g. zelfstandigenaftrek wel te handhaven (en niet af te schaffen zoals in het rapport wordt voorgesteld). TUINBOUW Het hoofdbestuur besteedde ook aandacht aan de gang van zaken met de behandeling van voorstellen van tuinbouwzijde inzake hulp bij de energievoorzie ning (stookolie en aardgas) in het landbouwschap. Enerzijds werd begrip geuit voor het misnoegen hier over in tuinbouwkringen. Anderzijds was de positie van de stookolieregeling zodanig, dat voorzichtigheid niet overbodig was. Inmiddels heeft deze kwestie aan actualiteit ver loren. Zoals verwacht heeft n.l. de E.E.G.-Commissie de Nederlandse stookolieregeling veroordeeld. In het algemeen belang zal deze uitspraak niet genegeerd kunnen worden. Het is nu naar het oordeel van het hoofdbestuur zaak dat voor het komende seizoen ge- zamenlijk wordt gezocht andere mogelijkheden om de glastuinbouw in het hij pende vraagstuk tegemoet te komen. Elementen uit de aanvaarde Brusselse struc tuurresolutie lijken hier mogelijkheden te bieden. E.E.G.-BELEID Bij de bespreking van de door de E.E.G.-Minister- raad genomen besluiten over het prijsbeleid 1971/- 1972 en de z.g. nieuwe oriëntering van het gemeen schappelijk landbouwbeleid, stond het hoofdbestuur in de eerste plaats stil bij de door de Bondsrepubliek getroffen compensatiemaatregelen. Nu Duitsland en ook Frankrijk op hun eigen manier aanvullende nationale maatregelen nemen, zij het van verschillende soort, om Brusselse besluiten aan hun situatie aan te passen, rijst de vraag of niet aan een zekere afbraak van het gemeenschapsbeleid is begon nen. In beginsel is dat geenszins in het belang voor de Nederlandse land- en tuinbouw die zo sterk op export is aangewezen. Ook in ons land zijn er echter bepaalde sectoren en gebieden (akkerbouw in het Noorden) die veel tekort blijven komen en waarvoor ook aan natio nale maatregelen en/of aan onverkorte ruime toepas sing van de nieuwe E.E.G. moderniseringsubsidies ge dacht zou moeten worden. Wat de uitwerking van de structuurresolutie betreft zal van Nederlandse kant toch naar de mening van het hoofdbestuur in verband met de marktsituatie en de concurrentievervalsing voorzichtigheid voorop moeten worden gesteld. Blijkt het nieuwe E.E.G.-beleid straks toch een bij ruim ge bruik van steunmaatregelen toe te staan, dan zal ook in Nederland hiervan terwille van de gelijkheid van kansen gebruik moeten worden gemaakt. Zouden in Nederland hierover nationale aanvullende maatrege len nodig zijn, dan moet gedacht worden aan ver hoging van de B.T.W. voor landbouwprodukten en/of rechtstreekse uitkeringen. Steeds blijft echter naar de mening van het hoofdbestuur de noodzaak bestaan van meer met de E.E.G. strijdige voorzieningen, zoals grondbankfinanciering, verlichting van waterschaps lasten e.d. Met kracht zal de georganiseerde landbouw hierop bij de kabinetsformateur moeten aandringen. GELD BRENGT BARST IN DE E.E.G. Weinig vrolijk zijn de E.E.G.-ministers van financiën uit elkaar gegaan na hun Brussels beraad hoe de in flatie importerende vloedgolf het best gekeerd kan worden. Tot een gezamenlijke defensie heeft hun ver gadering niet geleid en West-Duitsland besloot daar op zijn eigen gang te gaan om de eigen schade zo gering mogelijk te houden waarbij Nederland of het wou of niet wel moest volgen. Het vrijlaten van handelskoersen van de dollar be tekent een opwaardering van Mark en gulden ook al werd er dan formeel beweerd dat het maar een tijde lijke maatregel is. Niemand gelooft serieus dat na enige tijd alles weer net als vroeger zal zijn de Oostenrijkers en van geweldige bankierservaring voor ziene Zwitsers rekenen er in ieder geval niet op: ijlings hebben zij met hun revaluatie voorkomen dat zij de last te torsen krijgen die Duitsland afwentelt. Een aan tal nadelen, zoals moeilijker export en een geweldige stimulans van de import, moeten Duitsland en Neder land op de koop toe nemen ook al zijn de omstandig heden bepaald niet rooskleurig. Nieuwe puzzels Er is dan ook geen sprake van dat al hun eigen problemen nu uit de weg zijn geruimd, wat inhoudt dat Nederlandse en Duitse boeren minder zullen krij- BOUWPLAN 1971 Het secretariaat van het produktschap voor granen, zaden en peulvruchten heeft op grond van gegevens van de Stichting tot Uitvoering van Landbouwmaat- regelen schattingen gemaakt over het bouwplan 1971 van de Nederlandse akkerbouw. Volgens deze schat tingen zal het graanareaal dit jaar 362.300 hectare zijn, slechts 2.300 hectare meer dan in 1970. De arealen wintertarwe en zomergerst zullen met resp. 3 en 5 pro cent toenemen, de arealen zomertarwe, wintergerst en haver met resp. 2, 2 en 9 procent. Opmerkelijk is een sterke uitbreiding van de teelt van zomergerst in Noord-Holland en Zeeland ten koste van de zomer tarwe. gen dan hun collega's in Frankrijk. Dat zal op de een of andere manier wel gecompenseerd moeten worden door de nationale regeringen. Maar een heel stuk van het Europese bouwwerk is hierdoor ernstig gescheurd en de voor gezamenlijke Europese welvaart zo belangrijke financieel-ekono- mische basis is bedenkelijk aan het wankelen geraakt. Maar ernstiger is.dat de E.E.G. met een hele nieuwe sortering puzzels wordt opgescheept. De hele finan ciering van de landbouw b.v. is geregeld in een met de dollar in waarde overeenkomende rekeneenheid. Dat Het peulvruchtenareaal zal naar verwachting 400 hectare kleiner zijn dan in 1970 en 16.300 hectare be dragen. De vermindering zit bij groene erwtën en schokkers want bij kapucijners en bruine bonen wordt juist een uitbreiding met 9 procent verwacht. Het areaal voor zaden (koolzaad, karwijzaad, blauw- maanzaad en vlas) zal naar verwachting met ruim 2.000 hectare toenemen tot 17.400 hectare. Deze uitbreiding zit bij koolzaad en vlas. Het areaal voor consumptie-aardappelen zal 90.000 hectare bedragen, ongeveer 2.000 hectare minder dan vorig jaar. De stand van de wintergewassen is in het gehele land goed tot zeer goed. Dank zij het goede weer ver liepen de voorjaarswerkzaamheden vlot. was logisch mits men er van uitging dat alle E.E.G. munten ten opzichte van de dollar een vaste waarde zouden blijven houden. Dit is opeens veranderd door dat te Brussel het nationaal belang op korte termijn weer voor het gezamenlijk belang op lange termijn ging- De E.E.G., het zij bekend, was nog lang niet rond: 1980 was een streefdatum, ook voor een gezamenlijke financieel-economische struktuur. Maar na wat nu ge beurd is kunnen we die datum gerust op 10 jaar later stellen. (Vervolg van pag. 1.) Zo betalen wij mee aan een te dure Amerikaanse politiek. Frankrijk heeft er bezwaar tegen om daar aan toe te geven door het gaan opwaarderen of zwe ven met de eigen munt; het voelt zich er ook intern niet sterk genoeg voor. Duitsland kon niet rechtstreeks de Amerikanen voor hoofd stoten (militaire bescherming, Ostpolitik). Waar men het in Brusel wel met grote moeite over eers kon worden, is een onbevredigend compromis. Enkele partners zullen hun munt beperkt zwevend mogen houden voor onbepaalde, maar wel korte tijd. Hiermee heeft niet alleen het landbouwbeleid maar ook de overige gemeenschapspolitiek een gevoelige klap gekregen. Het was de bedoeling van de eerste etappe op weg naar de geld-unie, dat de E.E.G. - muntwaarden vaster aan elkaar geklonken zouden worden. Nu wordt juist de zaak losser gemaakt. Waar moet men dan nog de moed vandaan halen om verder te gaan werken aan de Europese Gemeenschap? TERUG NAAR NATIONAAL BELEID? Inmiddels heeft de Nederlandse regering in na volging van de Duitse ook besloten om onze gulden een tijdje zwevend te maken ten opzichte van de dol lar. Mark en gulden zullen nu vanzelf een hogere waarde gaan zoeken. Dat heeft zijn goede kant om de speculatie te beteugelen en weer orde op zaken te stellen. Maar de feitelijke opwaardering remt onze export naar de „niet-zwevers" af en bevordert de im port. Een groot deel van onze export gaat naar Duits land. Maar de Nederlandse land- en tuinbouw-export zal daar wel te maken krijgen met de tijdelijke in voerheffingen, die de Duitsers net als de vorige keer zullen opleggen ter bescherming van het landbouw- prijspeil. Nederland kan dat ook doeh. Exporttoesla gen zouden ook mogelijk moeten zijn. Deze week zouden de landbouwministers in Brussel deze zaken gaan regelen. Als we de grens- en andere maatrege len kennen, die ze genomen hebben, is het slagveld misschien beter te overzien. In elk geval gaan we nu öerst een periode van on zekerheid tegemoet. En dan? We kennen de zwevende koers tot nu toe alleen als voorstadium van een offi ciële opwaardering. Plechtige verklaringen willen ons nu iets anders doen geloven. Als officieel mark en gulden duurder worden, hangt veel af van hun nieuwe waardeverhou ding en van de bijzondere grens- of andere maatrege len (nieuwe interne Duitse steunmaatregelen?), die dan wel weer zullen moeten worden toegestaan. Wat nu is gebeurd laat zo langzamerhand de con clusie toe, dat we de werkelijkheid in het groene Europa maar eens goed onder ogen moeten zien. Een echt gemeenschappelijk beleid blijkt gewoon voorlopig niet mogelijk. De eventuele toetreding van Engeland c.s. maakt het in dit opzicht ook al direct niet veel beter. Aan een terugvallen op nationaal beleid zal haast niet ontkomen kunnen worden. Ook niet in Nederland. Helaas zijn onze nationale middelen en mogelijkheden inmiddels zorgelijk geslonken. Toch zal men een be drijfstak als land- en tuinbouw die zo onverdiend ge mangeld gaat worden tussen grote politiek en geld speculatie niet aan zijn lot kunnen overlaten. STRUIKENKAMP

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 4