Kalveren ook gedurende zomer
op stal
Bij de kalveropfok doen zich veel problemen voor. Ener
zijds zijn de eerste maanden na de geboorte moeilijk i.v.m.
longaandoeningen en diarree, aan de andere kant komen
vaak moeilijkheden voor in de zomer, als de kalveren de
wei ingaan. We krijgen dan te maken met longworm en
maagdarmwormen. Hiertegen is met omweiding op vooraf
gemaaid grasland veel te döen. Op sommige bedrijven ech
ter is dit niet uitvoerbaar en moet naar andere methoden
worden uitgezien. Het is daarom niet zo verwonderlijk, dat
op een aantal bedrijven de kalveren gedurende de eerste
zomer op stal worden gehouden. Hierover meer in onder
staand artikel.
OVER het omweiden op vooraf gemaaid grasland is al zeer veel gesproken en
geschreven. Het is echter duidelijk, dat dit systeem consequent moet worden
uitgevoerd wil het succes opleveren. De ervaringen in de praktijk hebben be
wezen, dat hiermee goede resultaten zijn te behalen. Het is ook duidelijk, dat we
niet te snel moeten concluderen; omweiden en vooraf maaien is op mijn bedrijf
niet mogelijk!
WAAROM DE KALVEREN OP STAL?
JJIERVOOR zijn een aantal argumenten aan te voeren waardoor dit toeneemt:
le. Op diverse bedrijven hebben de kalveren ieder jaar te lijden van parasieten.
2e. De veebezetting op de bedrijven wordt zwaarder.
3e. De melkkoeien probeert men zoveel mogelijk aan huis te weiden. Vooral
wanneer maar weinig grasland aan huis ligt is alles nodig voor het melkvee.
4e. Het aantal stuks jongvee ten opzichte van het aantal melkkoeien wordt rela
tief kleiner.
Bij een dergelijke bedrijfsopzet is het niet mogelijk om voor een klein aantal
kalveren een verantwoord beweidingssysteem toe te passen.
Een andere mogelijkheid is; het jongvee helemaal afstoten naar gespeciali
seerde opfokbedrijven.
VOORDELEN BIJ OP STAL HOUDEN
Naast de hierboven aangevoerde argumenten zijn de volgende voordelen te
noemen:
le. Het gevaar van een zware long- en maagdarmwormaantasting is niet meer
aanwezig.
2e. Het grasland aan huis kan volledig voor het melkvee worden benut.
3e. De voeding van de kalveren kan nauwkeurig worden uitgevoerd en de kosten
hoeven beslist niet hoog te zijn.
Op een aantal bedrijven is in 19691970 de opfok vanaf de geboorte van de
kalveren gevolgd.
In onderstaand overzicht zijn de gemiddelde kosten en groeicijfers over de
eerste 8 maanden weergegeven:
Bedrijf no.
Aantal
Aantal
Gem. groei
Gem. voerkosten
kalveren
dagen
per dag
per kalf
per dag
1
12
250
733
227,—
ƒ0,90
2
11
201
704
187,—
ƒ0,93
3
15
270
635
202.—
ƒ0,75
4
16
243
647
139,
ƒ0,57
5
6
258
712
203.—
ƒ0,80
6
29
200
576
126,—
ƒ0,63
7
15
249
671
221
ƒ0,90
8
15
252
656
137,—
ƒ0,54
9
18
281
679
ƒ241,—
ƒ0,86
Als voerkosten zijn opgenomen de kosten voor melkpoeder en krachtvoer even
tueel droge pulp en op twee bedrijven kaaswei. De kosten voor ruwvoer zijn
niet berekend. De ruwvoeropname is nog beperkt hoewel enig goed hooi niet kan
worden gemist.
Uit bovenstaande cijfers blijkt, dat voor 0,75 tot 0,90 per dag aan kunstmelk
en krachtvoer een goede groei is te bereiken. Voor berekening van de totale
opfokkosten moeten hier nog bij worden opgeteld de kosten voor ruwvoer, stal
ling, veeartskosten, arbeid enz.
EEN LICHTE BESMETTING MET MAAGDARMWORMEN IS GEWENST
Op bovenstaande bedrijven zijn de kalveren in juli, augustus of september nog
enige tijd in de wei geweest. Door de kalveren nog ca. één maand te laten weiden
worden de dieren in het algemeen nog licht besmet met maagdarmwormen. Dit
is gunstig, omdat de dieren dan een zekere weerstand kunnen opbouwen, waar
door deze beter bestand zijn tegen eventuele zware besmettingen in de volgende
zomer.
Er is dan ook aan te raden de kalveren omstreeks begin augustus ca. één maand
te laten weiden.
Op bedrijf no. 9 is aen de kalveren gedurende de gehele zomer vers gras bij
gevoerd. Doordat ook voor de melkkoeien zomerstalvoedering werd toegepast,
was dit uit een oogpunt van arbeid geen bezwaar. Ook deze kalveren zijn daardoor
licht besmet.
Kalveren op een opfokbedrijf.
Onderstaand overzicht toont aan, dat de kalveren in 36 weken weiden ook
werkelijk een lichte besmetting oplopen:
Bedrijf no. Aantal dagen weiden Besmetting met wormeieren
1 60 licht besmet
2 33 zéér licht besmet
3 ca. 3 weken vers gras zéér licht besmet
4 28 negatief
5 75 zéér licht besmet
6 50 licht besmet
7 45 licht besmet
8 v 35 zéér licht besmet
9 gehele zomer vers gras licht besmet
Op probleembedrijven is het nodig de pinken in het tweede weideseizoen zoveel
mogelijk om te weiden om te zware infecties met maagdarmwormen te voor
komen. Ook dan werkt standweiden een aantasting nog in de hand.
Tegen longworm kan een voorbehoedende enting worden uitgevoerd. Voor
dieren die de eerste zomer volledig binnen zijn gehouden is deze enting beslist
aan te bevelen. Deze enting moet tweemaai tijdens de staltijd worden uitgevoerd
met een tussenperiode van 4 weken. De dieren kunnen pas twee weken na de
laatste enting naar buiten. Omweiden blijft echter zeker nodig, ook voor deze
pinken en vaarzen.
EEN GOEDE STALLING IS BELANGRIJK
De kalveren moeten gedurende de zomer ook op stal met weinig arbeid goed
verzorgd kunnen worden. Met een roostervloer of ligboxen is dit goed te realise
ren. De kalveren kunnen bij een leeftijd van ca. 6 maanden op roosters. Ook goed
en voldoende drinkwater is belangrijk. Dit kan door middel van een automatische
drinkbak.
Op een aantal bedrijven moet het mogelijk zijn voor weinig geld een eenvoudig
verhard uitloopje bij de kalverstal te maken. Dit is voor de gezondheid en de
ontwikkeling van de kalveren aen te bevelen.
SAMENVATTEND KAN WORDEN GESTELD:
Op bedrijven met een normale veebezetting en voldoende grasland aan huis
is een goede omweiding op vooraf gemaaid grasland een succesvolle methode
en met enige zorg beslist uitvoerbaar.
Op probleembedrijven, wat de parasieten betreft en bedrijven met weinig
grasland aan huis of waar door andere omstandigheden een goed omweidings-
systeem niet uitvoerbaar is, kunnen de kalveren gedurende de zomer op stal
worden gehouden.
Laat de kalveren omstreeks augustus ca. één maand in de wei, zodat ze een
zekere weerstand kunnen opbouwen tegen besmettingen in de volgende zomer.
Gebeurt dit niet, dan bestaat de kans, dat deze dieren in de tweede zomer
minder goed groeien.
Ook op stal is bij niet te hoge kosten aan krachtvoer een goede groei te ver
krijgen zonder veel risico.
Om weinig arbeid te hebben is een juiste stalling belangrijk. Roostervloeren
of ligboxen verdienen de voorkeur.
Om ook in de tweede zomer aantastingen te voorkomen is tijdig omweiden
.zéér belangrijk. Tegen longworm kan men pinken en vaarzen voorbehoedend
enten.
Tenslotte is er altijd nog de mogelijkheid het jongvee af te stoten naar een
centraal opfokbedrijf.
MOGELIJKHEDEN EN BEPERKINGEN
VERBOUW KWALITEITSTARWE IN NEDERLAND
(Vervolg van pag. 9)
Op de twee kenmerken, eiwitgehalte en sedimenta-
tiewaarde, is ook de kiassifieatieschaal voor tarwe
gebaseerd, die werd voorgesteld door een werkgroep
van de Europese Commissie. Hierbij ging men er van
uit, dat voor grotere partijen gegradeerde tarWe van
de betere kwaliteitsklassen een hogere prijs kan wor
den bedongen dan thans het geval is. Dit voorstel
luidt als volgt:
ondergrens ondergrens
eiwitgehalte sedimentatie-
droge stof) waarde
klasse I 13 38
klasse II 12 30
klasse III 10 16
In diverse landen en door diverse commissis zijn
ook andere voorstellen uitgewerkt, waarbij meestal
de onderlinge verschillen per klasse kleiner en de
cijfers anders gegroepeerd zijn. De vraag óf er een
klassificeringssysteem in de E.E.G. moet worden in
gevoerd en, zo ja, welke normen hiervoor dan moe
ten gelden, is evenwel nog in volle discussie.
Het is daarom een kwestie van wijs beleid reke
ning te houden met de mogelijkheid van invoering
van een graderingssysteem voor E.E.G.-tarwe in de
naaste toekomst en in verband hiermede een zekere
betaling naar kwaliteit. Van belang is het ook dan,
om grote verzamelpartijen van uniforme kwaliteit
samen te stellen en aan de maalindustrie te koop aan
te bieden. Hiervoor zijn telerscombinaties nodig die
bepaalde voorschriften volgen wat betreft de te ver
bouwen rassen, de stikstofbemesting, de bespuiting
met chloormequat enz.; de afzet dient centraal ge
regeld te worden.
Wij kunnen hier nog aan toevoegen dat ons werd
medegedeeld dat gestimuleerd door de Coöperaties
een aantal kwaliteits zomer- en wintertarwe proef
objecten zijn opgezet. Ondermeer is op verzoek van
de C.Z.A.V. Wemeldinge in de Wilhelminapolder een
tweetal proefobjecten voor zomer- en wintertarwe
ingericht en bij de heer J. H. Mol te Wolfaartsdijk
een wintertarwe proefobject.
II