De
voordroogkuil
is in
trek
MET het oog up de verliezen die tijdens het droog-
proces op het veld optreden, maar ook vanwege
de benodigde arbeid in verband met het weerrisico, dient
de veldperiode steeds zo kort mogelijk te worden gehou
den. Bovendien is het zowel voor de kans van slagen
van het inkuilproces, als voor de kans op het optreden
van broei tijdens dn bewaring en vervoedering van be
10
Ir. P. J. J. PH-ILIPSEN en
H. P. KINDS.
I.B.V.L.,
Wageningen.
De voordroogkuil heeft een hoge
waardering in de praktijk. Ten dele
zal dit zijn, omdat deze kuilvorm wat
de mechanisatie en de voedering be
treft goed aansluit bij het huidige
bedrijfstype in de veehouderij. Mlt9
goede gewassen als uitgangsmateriaal
worden genomen en voldoende zorg
wordt besteed aan het voorkómen
van broei en schimmel, kan met deze
methode wintervoer van uitstekende
kwaliteit worden gewonnen.
IN een betrekkelijk klein aantal jaren is het in
kuilen volgens de voordroogmethode de meest
toegepaste inkuiltechniek in Nederland geworden.
Hierbijheeft de komst van de oplaadwagens ons in
ziens een belangrijke rol gespeeld. Deze laadtechniek
geeft bij uitstek een goede aansluiting tussen de hooi-
winmng en het maken van voordroogkuil op het hui
dige veehouderijbedrijf. Met dezelfde werktuigen werd
het mogelijk zowel de hooiwinning als het inkuilen op
een doelmatige wijze rond te zetten.
Misschien zijn de ontwikkelingen op markt van plas-
tiekfoliën nog belangrijker geweest dan de komst van
de laadwagen. Door het beschikbaar komen van steeds
betere en meer betrouwbare plastiekkleden, was het
mogelijk de voordroogmethode op het bedrijf in te
voeren zonder, of zonder grote investeringen te moe
ten doen in het creëren van opslagruimte voor de si
lages. Ook aan het bezwaar van het afdekken van Kui
len met grote hoeveelheden grond werd hierdoor ver
gaand tegemoet gekomen.
Beide hiervoor genoemde technische ontwikkelin
gen vormen in combinatie met de goede kans van sla
gen bij de conservering van een voer, dat bovendien
zonder bezwaar als enig ruwvoeder aan het vee kan
worden verstrekt, de achtergrond van de hoge prak
tijkwaardering voor deze methode
HOE MAKEN WE EEN GOEDE VOORDROOGKUIL
KIES HET JUISTE UITGANGSMATERIAAL
^LLEEN uit een goede kwaliteit gras kan een goede
kwaliteit kuil worden verkregen. Dit geldt ook bij
het maken van voordroogkuil. Een goed gewas voor voor
droogkuil kan worden verkregen door op een goed gras
bestand een goede bemesting toe te passen en het ge
was in een jong groeistadium te maaien. Men krijgt dan
■het voor voordroogkuil gewenste bladrijke gewas, dat
na het inkuilen een dichte pakking heeft en daardoor
minder gevoelig is voor broei tijdens de bewaring en de
vervoedering. Zware gewassen waarin veel stengels
voorkomen kunnen beter bij een hoger vochtgehalte wor
den ingekuild.
GEEF EEN GOEDE VELDBEWERKING
lang, dat een eindprodukt met een homogeen drogestof
gehalte wordt verkregen.
Bij de huidige stand van de techniek in de praktijk kan
een gelijkmatig gedroogd produkt in een korte veld
periode het best worden verkregen door direkt na .het'
maaien te schudden. Dit schudden moet vervolgens.rhirt^
stens eenmaal per dag worden herhaald onder droge ontr
standigheden. Vaak wacht men in de praktijk te lang met
de eerste keer schudden van het gewas. Dit verlengt de
veldperiode aanzienlijk en verhoogt dius hét weerrisico.'
Kies daarom een goede veldbewerking: schud direkt na
het maaien en herhaal het schudden rriinstefts één ke.èr
per droge dag. Gebruik bovendien een schudder die het
gewas goed gelijkmatig over het veld verdeelt en gebr.uik
deze machine op de goede wijze. Bij normaal drogend
weer kan dan in 2 a 4 dagen hét gewenste drógestofgë--
halte worden bereikt.
WELK DROGESTOFGEHALTE?
QLOBAAL gesproken is het streven naar een droge
stofgehalte van 50 wellicht een goed uitgangs
punt. Het gewicht van het gewas is dan teruggelopen tot
Vs van het oorspronkelijke gewicht of nog wat minder,
de kans van slagen van de conservering is maximaal en
de opname van kuil door het vee wordt praktisch niet
meer beter door verder te drogen. Bovendien heeft een
afwijking van 10 meer of miinder droge stof, als gevolg
van foutieve schattingen, arbeidsorganisatie of weers
omstandigheden geen belangrijke gevolgen. Het niveau
van 50 droge stof heeft dus een veilige marge.
Onder -minder gunstige weersomstandigheden kan men
beter bij een lager drogestofgehalte inkuilen, dan een
lange veldperiode accepteren. Hierbij dient men te be
denken dat men de perssapverliezen reeds geheel heeft
voorkomen als men voordroogt tot 25 droge stof en
dat elke verhoging van het drogestofgehalte, dus ook
in dit natte gebied, een gunstige invloed heeft op de
conservering. Voordrogen tot 50 droge stof heeft
dus in het algemeen de voorkeur, -maar onder slechte
weersomstandigheden kan natter inkuilen een betere
keuze zijn. Desgewenst wordt dan gebruik gemaakt van
inkuiltoevoegmiddelen.
WAARIN INKUILEN?
yyAARIN het gras vvordt ingekuild is met het oog op
de conservering niet belangrijk. Er moet echter
aan één eis worden voldaan en dat is: de ruimte moet
vrij zijn en blijven van zuurstof, zolang de kuil aanwezig
is. Praktisch gesproken betekent dit dat het gras of die
silage luchtdicht moet worden opgeslagen of bewaard.
Vooral voor voordroogkuil moet men aan deze eis in
hoge mate voldoen.
Brood- of rijkuilen. Onder invloed van de zelfladende
wagens in combinatie met de mogelijkheden met plastic-
zeilen wordt meestal ingekuild in brood- of rijkuilen.
Deze techniek wordt bekend verondersteld, zodat vol
staan kan worden met er nogmaals op wijzen dat de
luchtdichte afdekking het beste slaagt, wanneer de hoop
naar alle kanten goed wordt afgerond. Schuine taluds en
ronde hoeken geven minder risico's dan rechte en geven
meer mogelijkheden bij het nog eens strak trekken van
het plastiek na het eventuele bezakken van de kuil. Ook
voor het vastleggen van het zeil met grond zijn voldoen
de schuin aflopende kanten gewenst.
Alleen wanneer het plastiek geheel met een net of
met banden wordt vastgelegd behoeft een vrij steile hel
ling geen bezwaar op te leveren.
Het kan nauwelijks voldoende benadrukt worden, dat
bij deze rij- en broodkuilen regelmatig moet worden ge
controleerd of het plastiek nog luchtdicht is Ook wan
neer twee zeilen zijn aangebracht, moet bij voordroog-
kuilen deze controle tijdens de gehele bewaarperiode
plaatsvinden.
De voordelen van de brood- en rijkuilen zijn vooral de
grote flexibiliteit en de geringe investeringen. Daartegen
over staat dat er nogal wat oppervlakte grond nodig is,
wat vooral bij grote eenheden vee een rol gaat spelen,
en de noodzakelijke regelmatige controle op de lucht
dichtheid van de afdekking.
Sleufsilo's. Deze komen weinig voor in Nederland en
de voordelen daarvan zijn ook niet bijzonder groot. Men
werkt wat gemakkelijker maar vooral wat veiliger tijdens
het inkuilen. Het is bij deze silovorm van belang dat de
wanden luchtdicht zijn, zeker wanneer deze wordt ge
bruikt voor voordroogkuil. Ook moet het gras goed tegen
de wanden worden aangedrukt, zodat de kans op het ont
staan van een luchtspleet langs de wand wordt vermeden.
Nadat het gras is bezakt zal in sommige gevallen nog
extra aandacht aan de aansluiting tegen de wanden
moeten worden besteed. Dit geldt ook voor het plastic
waarmee de sleufsilo aan de bovenkant wordt afgesloten
van de lucht. Om regenwater af te voeren moet de kuil
in de lengterichting wat hellen en er dient voor gewaakt
te worden, dat regenwater niet langs de zijwanden de
silo kan binnendringen. Aan de afdekking dient dus ook
bij sleufsilo's de nodige aandacht te worden besteed.
Torensilo's. Deze komen op zeer beperkte schaal voor
in Nederland. Ook hier geldt de eis, dat de wanden lucht
dicht moeten zijn. Bovendien moet ook de bovenkant
goed worden afgedekt. Voor torensilo's die buiten staan
opgesteld is een regenwering noodzakelijk. Voor het
werken in deze silo's moeten de nodige veiligheidsmaat
regelen in acht worden genomen met het oog op het ge
brek aan zuurstof of het aanwezig zijn van giftige gassen
.n de silo boven het kuil voer.
Vanwege die hoge investeringen, die moeten worden
gedaan in de silo's zelf en de mechanisatie van het vul
len en lossen, komen deze silo's in Nederland niet veel
yoor.
De pakjeskuil. Dit is eigenlijk een speciale vorm van
brood- of rijkuil en onderscheidt zich daarvan, doordat
het voorgedroogde gras *met een pers in pakjes is ge
perst, die dan als zodanig aan een hoop worden gezet en
afgedekt met plastiek. Van alle tot nog toe besproken
Vormen van kuilopslag zijn de risico's het grootst bij
deze pakjeskuilen. Elke vorm van luchtlekkage geduren
de de bewaring en het vervoederen, doet gemakkelijk
zijn invloed gelden door de gehele stapel, omdat er altijd
veel openingen tussen de balen blijven bestaan. Hierdoor
kan de lucht zich gemakkelijk en snel verplaatsen zodat
reeds bij een geringe lokale lekkage zuurstoftoevoer
dbor de gehele stapel plaatsvindt.
Dat het toezicht op deze kuilen extra aandacht vraagt
behoeft geen betoog en men moet wel een bijzondere
reden hebben om tot het maken van deze vorm van kui
len over te gaan. Het is immers de vraag of de extra
kosten, het extra risico en de extra aandacht, die er aan
geschonken moet worden, niet zwaarder wegen, dan de
vaak vermeende voordelen van sneller werken bij het
inkuilen en het uithalen. Bovendien is het inkuilen zwaar
werk dat goeddeels in handkracht moet worden uitge
voerd.
HET TEMPO VAN INKUILEN
QM verliezen aan voederwaarde tot een minimum te
beperken geldt voor alle kuilen, dat het materiaal
zo snel -mogelijk moet worden afgesloten van de lucht.
Daar de lucht gemakkelijker kan binnendringen in voor-
gedroogd dan in nat materiaal, is het vanzelfsprekend,
dat men bij voorgedroogd materiaal met deze regel de
hand niet mag lichten. Tijdens het inkuilen dient dus bij
elke onderbreking van enige betekenis de kuil goed lucht
dicht te worden afgesloten. Ononderbroken en snel in
kuilen gevolgd door het onmiddellijk definitief afsluiten
van de kuil vraagt dus de geringste extra inspanning en
geeft de minste risico's.
HOE BROEI TE VOORKOMEN?
HET belangrijkste bezwaar dat aan voordroogkuil
is verbonden, is het optreden van broei en schim
mel tijdens de bewaring en het vervoederen. Het is goed
zich te realiseren dat broei en schimmel uitsluitend kun
nen optred-en als er zuurstof in de kuil aanwezig is.
Tegen deze achtergrond is het tevens duidelijk, dat de
hoofdmaatregel die genomen moet worden om broei en
schimmel te voorkomen of te bestrijden, bestaat uit het
luchtdicht afsluiten van de kuil.
Verder spelen waarschijnlijk ook het drogestofgehalte
van het materiaal en de homogeniteit van de vochtver-
deling in de kuil een rol, maar dieze faktoren zijn van
ondergeschikte betekenis.
Het voorkomen van broei zal in hoofdzaak moeten
worden gerealiseerd door te zorgen voor een goede
luchtdichte afsluiting tijdens de gehele bewaar- en voe
derperiode. De belangrijkste praktische maatregelen wor
den hieronder aangegeven:
Kuil een homogeen gedroogd gewas in.
Ga bij kuilen die op de grond worden gemaakt uit
van een vlakke bodem en dek die met plastiek af
om luchtintrede van onderuit te voorkomen.
Kies een goede kwaliteit plastiek, die voldoende ste
vig is om de kuil af te dekken.
Zorg voor een goede aansluiting van het plastiek met
het grondkleed of de grond.
Bescherm het plastiek met grond of anderszins tegen
klapperen.
Beschenm de afdekking tegen beschadiging door huis
dieren, kinderen e.d.
Controleer regelmatig op beschadigingen en herstel
deze in voorkomende gevallen.
Geef tijdens de voederperiode zo min mogelijk kans
op luchtverversing door het aantal keren uithalen
zo veel mogelijk te beperken en de kuil daarna weer
goed luchtdicht af te sluiten. Naarmate het uitgehaal
de kuilvoer luchtiger wordt opgesteld kan meer voer
gelijktijdig worden uitgehaald.
Onderschat het telkens weer luchtdicht afsluiten van
de kuil niet. Kleine openingen veroorzaken immers
door pompwerking van de beweging van het plastiek
door de wind e.d. een grote luchtverversing in de
kuil.
Uiteraard is de broeibestrijding het eenvoudigst bij
torensilo's, terwijl de pakjeskuilen de grootste zorgen en
risico's met zich mee brengen.
Wellicht is het in de toekomst mogelijk om met che
mische middelen de broei te voorkomen of te bestrijden.
Er is momenteel een vrij grote activiteit in deze richting
bij verschillende industriële en overheids-onderzoekinstel-
lingen in Europa.