Rundvlees- produktie in Frankrijk Werkgroep Rundvieesproduktie van de Lande lijke Raad voor de Bedrijfsontwikkeling maakte eind 19§9 een reis naar Frankrijk ter bestudering van de rundvieesproduktie in dat land. De bevindingen van deze werkgroep zijn samengevat in een vrij uitgebreid verslag dat thans bij het Proefstation voor de Rund veehouderij te Wageningen is uitgekomen 1). Voor een oriëntatie inzake de mogelijkheden van rundvieesproduktie is vooral Frankrijk als grootste pro ducent van de E.E.G.-landen van belang. Niet alleen wordt in Frankrijk een gespecialiseerde produktie met uitgesproken vleesrassen, zoals Charolais, Limousin en andere rassen bedreven, maar in de laatste jaren worden ook stieren van deze rassen in toenemende mate gebruikt voor z.g. „industriële" kruisingen met koeien van melk- en melkvleesrassen, zoals de Franse zwartbonten. Het rapport geeft een overzicht van de kwaliteiten en gewichten van de Franse vleesrassen en hun ge schiktheden voor de diverse vormen van mesterij. Het Charolaisras neemt hierbij een centrale plaats in en toegevoegd, tevens is een literatuurlijst opgenomen. Aan de samenvatting van dit verslag ontlenen wij nog de volgende bijzonderheden. ANDER de vleesrassen in Frankrijk neemt het ras Charolais de belangrijkste plaats in. Dit ras is vrijwel over de gehele wereld verspreid. In totaal zijn in Frankrijk volgens schatting bijna 2% miljoen dieren van het Charolaisras. De dieren van dit ras, maar ook kruisingen hiervan met andere rassen, ge ven een goede kwaliteit rundvlees dat niet gauw te vet is. Er zijn in Frankrijk nog een groot aantal andere rassen die eveneens zeer geschikt zijn voor de vlees- produktie. Eén hiervan is het ras Limousin dat nog altijd 2,5 van de totale Franse rundveestapel om vat. De dieren van dit ras laten doorgaans zeer hoge aanhoudingspercentages zien en leveren vlees van zeer fijne vezelstructuur. De vraag naar dit vlees is in de omgeving van o.a. Lyon groot en brengt daar een goede prijs op. In Parijs wordt de uitstekende kwaliteit van dit ras veel minder gewaardeerd, wat duidelijk in de prijs tot uiting komt. IN Frankrijk wordt momenteel veel onderzoek ge- daan op het gebied van de vleesproduktie en wel in het bijzonder naar het ras Charolais en kruisingen hiervan met andere rassen. De kalveren van dit ras worden overwegend in het voorjaar geboren, alleen reeds in de maand maart meer dan 30 De dieren van het Charolaisras zijn groot en fors, hebben een stevig skelet en zijn zwaar bespierd. De vrouwelijke dieren kalven voor de eerste maal af op een leeftijd van ca. 3 jaar. De voeding van de dieren in de jeugd is meestal niet best. Slechts enkele kalveren van dit ras worden tot mestkalf bestemd en een steeds groter wordend aan tal tot jonge meststieren die op een leeftijd van 15 tot 18 maanden worden geslacht. De meeste dieren, zowel stieren, ossen als vaarzen, worden tot nu toe geslacht op een leeftijd variërend tussen 2 en 3 jaar. Het levendgewicht van deze dieren is dan 600 tot 800 kg en soms nog meer. De uitgestoten koeien worden pas op een leeftijd van meer dan 8 jaar geslacht en de vleeskwaliteit van dit product wordt nog als zeer redelijk beschouwd. Het wordt vooral gevraagd in en rondom Parijs. lende van deze producentenorganisaties nemen deel aan een overkoepelende verkooporganisatie. Deze or ganisatie verzorgt o.a. de verkoop van de slachtdie ren. De uitbetaling geschiedt op basis van de kwali teit van het karkas. Men verwacht door deze samen werkingsvormen dat de rundveemesters een grotere invloed zullen krijgen op de markt omdat door ge zamenlijke verkoop het aanbod beter geregeld en beheerst kan worden. Franse overheid bevordert zowel de rundvee fokkerij en de veeverbetering als de rundvee- mesterij op verschillende manieren. Het onderzoek wordt groots opgezet en men verwacht dat hiermee betere methoden van mesten zullen worden gevon den. Er wordt propaganda gemaakt voor samenwer kingsvormen. Om deze te realiseren, worden verschil lende subsidies verleend, die grotendeels wel bekend zijn, maar die toch voor een buitenstaander weinig doorzichtig zijn. In Champagne, maar ook in andere akkerbouwge bieden wordt veel rundvlees geproduceerd met be hulp van gedroogde produkten van het bedrijf zoals luzerne en pulp. De te mesten dieren komen op het bedrijf als ze ca. 300 kg wegen. De afmestmethode is gemiddeld 220 dagen. De dieren krijgen in deze periode onge veer 10 kg per dag van een mengsel van gedroogde luzerne en pulp in een verhouding van 50 50 of 60 40. Men rekent 8,5 kg mengsel voor 1 kg groei. De prijs voor het mengsel van gedroogde luzerne en pulp bedraagt momenteel 25 a 26 francs per 100 kg. Dit betekent voor de akkerbouwers een lage prijs voor de luzerne. Bij de berekende kosten worden de huisvestingskosten voor mestvee veel lager ingecal culeerd dan in Nederland. aankoopprijs van stieren van ca. 300 kg stijgt u de laatste tijd vrij regelmatig omdat het aanbod kleiner is dan de vraag. Dieren waarvan men ver wacht dat ze een goede kwaliteit vlees zullen leve ren zijn aanmerkelijk duurder dan dieren waarvan men een mindere kwaliteit verwacht, ook al hebben deze dieren bij aankoop vrijwel eenzelfde gewicht. Men verwacht dat het uitgangsmateriaal voor slacht vee in de nabije toekomst duurder zal worden. De financiële resultaten van de verschillende categorie ën mestvee zijn in Frankrijk niet erg bemoedigend. Goede vleesstieren van het Charolais ras in een eenvoudige open loopstal. Charolais-stier op het K.I.-centrum Frélazé (Maine et Loire) heeft ook buiten Frankrijk een grote aftrek gekregen. In het verslag wordt melding gemaakt van de selectie van dit ras voor de vleesproduktie zoals die zich in de fokkerijprogramma's, met inbegrip van de gebruiks- kruising, heeft ontwikkeld. Zowel de zoogkoeienhou- derij als de jongveemesterij worden beschreven. Een apart hoofdstuk is gewijd aan de rundveemeste- rij op basis van gedroogde produkten, met name pulp en luzerne, waarbij ook aan de rentabiliteit aandacht is geschonken. De Franse overheid stimuleert de rundvieesproduk tie. Hiervan wordt een zo goed mogelijk beeld gege ven. De ontwikkeling van samenwerkingsvormen voor produktie en afzet door middel van „producentenver enigingen" voor opfokkers en mesters sluit hierbij aan. In het verslag is een voorbeeld, met enige resulta ten, van een bedrijf opgenomen, dat de zoogkoeien- houderij en de jongveemesterij gecombineerd toepast. Het rapport bevat verder een overzicht, met toelich ting, van de bezochte instituten, organisaties en prak- tijkbedrijven. Als bijlagen zijn overzichten van de om vang van de Franse rundveerassen en van de totale veestapel in vergelijking met Nederland en de E.E.G. ij Rundvieesproduktie in Frankrijk. Rapport nr. 1 april 1971. Verkrijgbaar door storting van f3,00 op giro 2307421 van het Proefstation voor de Rundvee houderij te Wageningen, met vermelding van Rapport nr. 1 Rundvlees. Het geboortegewicht van de kalveren is hoog. Van 10 stieren van het K.I.-centrum „Creuzier le Neuf" waren de geboortegewichten van de stierkalveren ge middeld 49,1 kg en van de vaarskalveren 44,9 kg. Geboortemoeilijkheden komen vrij veel voor. Het voornaamste fokgebied van het Charolaisras ligt in de departementen Nièvre, Allier, Indre, Cher, Saóne et Loire en in enkele omringende departemen ten. Een tweede fokgebied ligt in de Vendée. AP een aantal bedrijven worden alle dieren regel- matig gewogen en gemeten. Deze gegevens wor den verwerkt door het „Centre National de Recher ches Zootechniques" te Jouy en Josas. Dit onderzoek heeft tot doel de beste stieren te selecteren. Het sper ma van deze stieren wordt ingevroren en ter beschik king gesteld van fokkers over de gehele wereld. Wanneer een jonge stier wordt uitgekozen voor dit onderzoek, worden van deze stier 300 inseminaties verricht om de spermakwalitiet te testen. Een tweede selectie volgt op grond van een controle van de na komelingen. Ten slotte worden van de 10 beste stie ren uiteindelijk nog 20 vrouwelijke nakomelingen per stier getest. De gebruikskruisingen met Charolaisstieren voor de vleesproduktie hebben in Frankrijk een grote vlucht genomen. Volgens het stamboek worden mo menteel ruim 1 miljoen inseminaties van Charolais stieren verricht voor kruisingsdoeleinden. Over de groeiresultaten van deze kruisingen is men in het algemeen zeer tevreden. TEN behoeve van de organisatie van de vleespro- duktie en de afzet van slachtvee zijn samenwer kingsvormen ontstaan tussen opfokkers en mesters waarbij ook vaak de handel is betrokken. Verschil- Bij een onderzoek op een aantal bedrijven was het verlies gemiddeld 6 van de verkoopprijs. De hoge prijs van het uitgangsmateriaal is hierbij een belang rijke factor. Meer dieren per bedrijf, rationalisatie van de arbeid en beperking van de uitval worden als mogelijkheden aangegeven tot verbetering van de rentabiliteit. ER wordt onderzoek gedaan naar het houden van zoogkoeien met kruislingkalveren om na te gaan of hiervan de rentabiliteit beter is dan van de tradi tionele zoogkoeienhouderij met zuivere Charolais. Bij dit onderzoek wordt uitgegaan van zwartbonte koei en die worden gekruist met een Charolaisstier. In voortgezette kruising wordt gebruik gemaakt van een Limousinstier. Er zijn verschillende mogelijkheden om te bevor deren dat de moederkoe het eigen kalf en/of een ander kalf aanneemt en laat zuigen. Dat sommige koeien, wanneer ze in de weide lopen, meer kalveren laten zuigen en andere koeien slechts haar eigen kalf, heeft tot gevolg dat de kalveren zich verschil lend ontwikkelen. Bij een goede kennis van zaken blijkt het mogelijk twee kalveren per koe te zogen en te spenen. Gemiddeld komt men in de praktijk meestal niet hoger dan 1,5 kalf per koe. Er is enkele jaren geëxperimenteerd met het hou den van zoogkoeien en kruislingkalveren, maar de resultaten zijn nog niet volledig bekend. Desalniette min zijn in dit verslag een aantal technische en eco nomische resultaten van de verzamelde bedrijfsge gevens vermeld. Aan deze cijfers mag evenwel niet een te grote betekenis worden toegekend. Alle gege vens laten van de kruislingen echter een gunstiger resultaat zien dan van de toegevoegde zwartbonte kalveren. Wij komen op e.e.a. in een der volgende nummers nog nader terug.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 13