In tegenstelling tot de algemene opvatting is de schade-frequentie bij de brom fietsen gunstig. De maatregelen, welke het bestuur t.a.v. de personen-, bestel- en vrachtwagens genomen heeft zullen huci uitwerking in 1971 moeten krijgen. De verhoging van het eigen risico tot 100,per gebeurtenis, de verhoging van de no-claim korting tot 40 en de mogelijkheid van toeslag op de premie bij 2 of meer jaren achtereen schade, moeten tot een verlaging van de schade- frequentie leiden. Het le kwartaal van 1971 geeft een bevestiging van deze stelling. Uit het overzicht blijkt dat de gemiddelde schade-frequentie zich al een aantal jaren tussen 18 en 19 beweegt. Hoewel het verkeer toeneemt en daar door ook de schadekansen zal het bestuur blijven streven naar verlaging van de frequentie. Zo nodig zal het eigen risico verhoogd worden. OVERZICHT SCHADE-FREQUENTIE Boekjaar Verzekerde voertuigen Schadegevallen Percentage 1951 t/m 1959 gem. 1415 1960 7.138 1.125 15,8 1961 8.319 1.382 16,6 1962 9.912 - 1.775 17,9 1963 11.748 2.298 19,6 1964 13.762 2.619 19,0 1965 16.631 3.051 18,3 1966 18.405 3.536 19,2 1967 20.132 3.679 18,3 1968 22.009 4.093 18,6 1969 23.607 4.480 19,- 1970 25.393 4.738 18,6 SCHADEKOSTEN Boekjaren Kasko-premie Kasko-schade Percentage 1954 105.000,— 65.000,— 62 1956 177.000,— 119.000,— 67 1958 286.000,— 184.000,— 64 1960 412.000,— 246.000,— 60 1962 605.000,— 387.000,— 64 1964 1.027.000, 854.000,— 83 1966 1.397.000,— 1.180.000,— 74 1967 1.606.000, 1.172.000,— 73 1968 1.659.000,— 1.180.000,— 71 1969 1.883.000,— 1.575.000,— 84 1970 2.395.000,— 1.947.000, 81 Een schadepercentage van 81 van de verdiende premie is in feite een bij zonder hoog cijfer. Bij de meeste maatschappijen, die met een onkostencijfer tussen 20 tot 35 werken, zouden alle rode lampen gaan branden! Dankzij de lage kosten bij onze maatschappij (9 kan de exploitatierekening toch met een zeer behoorlijk batig saldo worden afgesloten. Het komt ons voor, dat de ver zekerden zich nog steeds onvoldoende realiseren, dat dit lage kostencijfer voor hen jaarlijks een premievoordeel van rond 1.000.000,oplevert. Overigens moet worden aangetekend, dat een schade-percentage van 81 toch wel angstig hoog is. Bij een stijging van 10 aan reparatie- en onderdelenkosten zitten we voor 1971 maar zo aan ruim 90 Nogmaals, tenzij in 1971 de schadefrequentie wordt verlaagd! BESTUURSZAKEN Het bestuur heeft in het verslagjaar enkele belangrijke beslissingen genomen. De belangrijkste daarvan is om per 1 januari 1971 als W.A.-verzekeraar te gaan optreden. Hoewel onze maatschappij reeds enkele jaren als jW.A.-verzekeraar was erkend werd het W.A.-risico nog steeds volledig gedekt en afgewikkeld door de Ver. Wet Risico te Amsterdam. Per 1 januari 1971 zullen wij nu zelf de W.A.-schadegevallen gaan afwikkelen, terwijl het risico boven 10.000,per schadegeval wordt gepoold en gereassu- reerd. De hoge W.A.-dekking van 1.000.000,blijft ongewijzigd. Met deze belangrijke beslissing wordt beoogd een vlottere afwikkeling van W.A.-schadegevallen en een aanzienlijke besparing op de afwikkelings- en ad ministratiekosten. Daarmede is een einde gekomen aan de toch wel prettige en goede relatie met de Ver. Wet Risico. Het bestuur kwam in het verslagjaar viermaal in vergadering bijeen, terwijl het Dagelijks Bestuur tienmaal vergaderde. De algemene vergadering werd op 29 mei 1970 gehouden te Middelburg. In deze vergadering werden de jaarstukken over 1969 goedgekeurd en vastgesteld. In de plaats van het aftredende lid van de financiële commissie P. W. C. van Westen te Oud-Vossemeer werd benoemd de heer J. Nieuwenhuyse te Lewedorp. De samenstelling van de beroepscommissie bleef ongewijzigd. Deze commissie kreeg ia het verslagjaar geen geschillen te behandelen. De aftredende bestuurs leden, de heren C. J. v. d. Werff te Rilland-Bath, I. C. Hage te Oud-Vossemeer en A. C. Timmermans te Raamsdonk werden allen herbenoemd. Wegens vertrek naar elders moest de heer N. de Leeuw te Boxtel zijn bestuurszetel beschikbaar stellen. In zijn plaats werd benoemd de heer C. J. Gaakeer te St. Michielsgestel. In het personeelsbestand kwamen enkele mutaties voor wegens huwelijk van Mej. J. Schaalje en vertrek van Mej. M. de Jager. In deze vacature werd voor zien door benoeming van twee mannelijke krachten t.w. de heren P. van Wingen en E. Fluit. In de bestuursvergadering van 19 december 1970 werd o.m. het personeel en vertegenwoordigers dank gebracht voor hun inzet en vooral ook de vlotte af wikkeling van zaken. Zij zijn het visitekaartje van de maatschappij. DE FINANCIËN VAN DE MAATSCHAPPIJ De hierna volgende financiële staten zijn mogelijk wat moeilijk leesbaar voor een outsider. De financiële verslaglegging moet echter op voorschrift van de Verzekeringskamer volgens dit vast patroon plaatsvinden. Wat u echter wel uit al deze cijferreeksen kunt halen is, dat de maatschappij een financieel gunstig boekjaar heeft afgesloten. SAMENVATTING Uit het verslag valt op te maken, dat de maatschappij zich gunstig blijft ontwikkelen; in 1970 een netto toename werd geboekt van 1786 voertuigen; dat is een toename van 7,6 (vorig jaar 7,3 het premie-inkomen steeg met rond 500.000, de rente-opbrengst steeg met rond f 98.000, de overige baten stegen met rond f 24.000, de schade-kosten stegen rond 180.000, de te betalen W.A.-premie steeg met f 166.000, de bedrijfskosten stegen met rond f 40.000, de totale bedrijfskosten in procenten slechts 9,32 bedroe gen tegenover 9,9% in 1969 en 11,6% in 1968; mede als gevolg van deze lage bedrijfskosten van een gunstig financieel jaar mag worden gesproken; aan de reserve een bedrag van f 247.000,kon worden toege voegd; de totale reserve thans ruim 1.200.000,bedraagt hetgeen neerkomt op 28 van het premie-inkomen t.o. vorig jaar 26 de financiële positie derhalve kerngezond is; het bestuur niettemin vertrouwen heeft in de zelfdiscipline en het met een schadefrequentie van 18,6%; he tbestuur niettemin vertrouwen heeft in de zelfdicipline en het verantwoordelijkheidsbesef van de verzekerde leden. Vandaar ook ons aloude devies: ZIJT GE TEVREDEN, ZEGT HET ANDEREN, HEBT GE KLACHTEN, ZEGT HET ONS. Het premie-inkom en nam toe met road ƒ500.000,of 13 De schadekosten stegen met rond 180.000,Het batig saldo over 1970 bedroeg, na aftrek van de te betalen belasting, 247.000, De algemene reserve is daarmede gestegen tot een bedrag van 1.200.000, hetgeen neerkomt op 28 van het totale premie-inkomen. Naast een voordelige en goede polis voor de verzekerde streeft het bestuur naar een gezonde financiële positie van de maatschappij. Deze beide fatoren lijken wat tegengesteld aaa elkaar maar blijken in de praktijk verwezen' te kunnen worden. Een gezonde zaak geeft bovendien het prettige gevoel am de cliënt daar goed onder dak te zijn. BALANS OVER HET BOEKJAAR 1970 Activa 1. Geldmiddelen 2. Bedrijfsmiddelen 3. Debiteuren 4. Beleggingen 5. Rente Passiva 6. Krediteuren 7. Reserve af te wikkelen schades 8. Premie reserve 9. Algemene reserve 1969 1970 306.966,54 182.915,52 27.463,06 51.679,80 70.139,77 20.145,74 1.355.028,89 1.539.387,48 ft 196.466,22 1.759.598,26 1.990.594,76 1969 1970 40.661,10 128.485,71 338.401,10 385.844,21 410.350,— 257.944,25 970.186,05 1.218.320,59 1.759.598,25 1.990.594,76 EXPLOITATIEREKENING OVER HET BOEKJAAR 1970 Lasten 1. Wet Risico (W.A.-premie) 2. Schadekosten (kasko) 3. Bedrijfskosten 4. Salarissen en prov. 5. Afschrijvingen 6. Belastingen 7. Reserveringen Baten 1969 1.813.044,66 1.575.010,89 101.046,17 260.072,84 6.657,17 36.123,80 138.317,72 1970 1.979.887,62 1.946.517,88 105.848,59 289.677,70 10.769,02 148.773,20 248.166,74 9. 10. Premie ontv. Rente Overige ontv. 3.930.273,25 4.729.640.75 1969 1970 3.695.606,99 ƒ4.375.077,61 141.826,01 239.987,59 92.840,25 114.575,55 3.930.273,25 4.729.640,75

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 5