-
14
liter Betanal per ha met 300 liter water vanaf het tijd
stip dat de bieteplantjes gestrekte kiemlobben hebben
tot het 8-bladstadium. Onkruiden worden alleen bestre
den mits ze klein zijn, niet meer dan twee blaadjes!
Grasachtigen worden er niet mee bestreden. Ook var
kensgras en kamille moeten nog zeer klein zijn. Bij warm
weer tegen de avond spuiten. Het middel is een contact
herbicide en heeft geen nawerking. Betanal kan niet ge
mengd worden met een insecticide, wel met Pyramin of
Venzar.
De bestrijding van de bietenvlieg kan bij zware aan
tasting, b.v. als de helft van de planten mineergangen
vertonen, rendabel zijn. Te gebruiken middelen: parathion
Dipterex, diazinon. Geen systemische middelen.
Tegen het bietekevertje kan na opkomst nog gespoten
worden met 2 ltr/kg parathion of 3 kg ddazinon (Rasu-
dine). Het bietekevertje is en blijft echter een moeilijk
te bestrijden insect. Houdt U dan vooral ook aan het
advies: 's avonds laat spuiten.
AARDAPPELEN
Als deze prachtig aangeaard liggen en indien men een
chemische onkruidbestrijding heeft toegepast dient men
vooreerst geen machinale bewerking meer toe te passen.
Laat de grond zo lang mogelijk met rust: Men remt dan
de ontwikkeling van de zaadonkruiden en behoedt het
gewas, tevens voor uitdroging. Eventueel is vóór opkomst
nog te spuiten met Ivorin, Topogard of Certrolin. Ook
een mengsel van 2 kg Patoran of 1 kg linunon met 6 kg
DNOC voldoet goed.
Met de aardappelziektebestrijding imioet begonnen wor
den zodra de planten elkaar in de rij raken.
Zijn de smetstofbronnen, de afvalhopen opgeruimd?
Dek ze eventueel af met stevig zwart plastic.
UIEN
Na een behandeling met Ramrod, of Butisan kort na
het zaaien is het dringend aan te bevelen kort voor op
komst toch nog te spuiten met Reglone of Gramoxone.
Bij een gewaslengte van 6 om kan men weer spuiten
tegen opkomende onkruiden met chloor-IPC of BiPC. Het
eerste middel is aantrekkelijk gezien de prijs. Denk ech
ter bij beide middelen om de voorschriften betreffende
de afstand tot vlas, blauwmaanzaad en bloeiend graszaad
en granen.
kan, vooral op zware grond, de hoeveelheid middel van
iy2 tot zeker 12 liter worden opgevoerd. Ook zijn twee
bespuitingen mogelijk, wat interessant is wanneer geen
bodemherbdcide werd toegepast. Denk ook om de trips
en bladrandkeveraantasting.
Als men besluit de erwtegalmug te bestrijden dan moet
dit minstens 6 dagen vóór de bloei gebeuren, dit zal on
geveer eind mei zijn, na één week herhalen. Voor het
sluiten der erwterijen is het in de eerste helft van mei
nog mogelijk om Italiaans raaigras voor groenbemesting
in te zaaien.
STAMBONEN
Thans worden deze gezaaid. Meer en meer gaat men
over naar precisiezaai (10 om afstand in de rij). De zaaa-
zaadbesparing vergoedt de extra kosten aan zaailoon en
de opkomst is onder ongunstige omstandigheden beslist
beter. De regelmatige zaaidiepte van minstens 3 ami is
ook van belang met betrekking tot de bodemherbdcide.
De zaadontsmetting moet kort voor het zaaien worden
uitgevoerd met b.v. het gecombineerde middel AAtifon
(tegen bodemschimmels -f bonevlieg).
Onkruidbestrijding met de bodemherbicide Aresin of
AAlinuron 50 kort na de zaai toepassen. Op lichte
grond Ivorin gebruiken enkele dagen voor opkomst.
Voor stamslabonen géén Aresin of linuron maar Ivorin
gebruiken. Sommige stamslabonenrassen kunnen zelfs
ook Ivorin minder goed verdragen. Br bestaat dan de
mogelijkheid om in plaats van bodemherbiciden kleur
stoffen te gebruiken. Tweemaal spuiten is dan aan te be
velen: DNOC vóór opkomst en Ivosit of DNBP né op
komst. Kleurstoffen steeds spuiten bij een hoge lucht
vochtigheid, met veel water en een grove druppel. Na
opkomst (10 14 dagen) is spuiten tegen de avond, wan
neer de bladeren haar beneden hangen, aan te bevelen.
VLAS
Voor de onkruidbestrijding na opkomst kan men de
volgende middelen gebruiken (tijdig spuiten 4 k 5 cm
lengte minder schade dan 810 an).
Ie. met Na-DNOC (met name tegen zwaluwtong)
2e. met MCPA (tegen distel en witte krodde)
3e. met een mengsel van Na-DNOC en MCPA voor beide
groepen onkruid samen.
De ondervrucht rode klaver is evenals luzerne vrij
om te dunnen tot het gewenste aantal planten van 6080
per m2 is wel één van de beste methoden Een overbe
mesting met kalksalipeter, ongeveer een week vóór de
bloed, kan een gunstige invloed op de zaadopbrengst heb
ben.
KOOLZAAD
Ook dit gewas is flink uitgebreid. Het is een gewas
met veel belagers. Zo heeft plaatselijk de koolzaadaard-
vlo reeds grote schade veroorzaakt. Ook de glans- en
smuitkever (tot nog toe van weinig betekenis) zouden
wel eens actief kunnen worden. De schade door de glans
kever bestaat uit het wegvreten der bloemknoppen. Be
strijding dus tijdens het knopstadium met Thiodan of
Zolone. Zijn de bloemknoppen open, dan doet de glanst
kever geen schade meer, maar dan wordt de snuitkever
actief. Deze moet men bestrijden vóór de eiafzetting,
meestal is dit tegen het midden van de bloei, met het
middel Zolone.
KORRELMAIS
Korrelmais is het derde gewas dat in opmars is. Aan
alle telers van dit vrij „nieuwe" gewas is via het consu
lentschap een handleiding verstrekt over de teeltaange
legenheden. Raadpleeg deze richtlijnen betreffende de
onkruidbestrijding.
SNLIMAIS
In 1971 is de snijimaisteelt weer toegenomen. De on
kruidbestrijding verdient in de maand mei extra aan
dacht. Voor opkomst kan op bovenstaand onkruid 6 kg
DNOC 80 worden gespoten en na opkomst 4 kg DNOC
80 bij 46 blaadjes.
Mede gezien de geringe neerslag, die er is geweest,
kan de reeds gespoten atrazin onvolledig hebben ge
werkt. Benut de onkruidbestrijding dan met DNOC, daar
schoffelen en wieden bij mais gemakelijk groeiremming
geeft.
nHHHHHBHV'» y
t' - r -
~z~- -v-
r .v-;V:r'
-'%*>■» *r
Wh-:.:..,
H
Voor het gebruik van een bietendunner is het goed tellen van de planten beslist
^noodzakelijk om de dunintensiteit zuiver vast te kunnen stellen.
Weid jonge kalveren alleen om op reeds gemaaid grasland.
Verder kunnen eveneens op zwarte grond Ramrod of
Butisan gebruikt worden, eventueel voor een tweede
keer, dus ook als er voor opkomst al met een van beide
gespoten was. Als er reeds een enkel kiemplantje te zien
is verdient Butisan de voorkeur.
Op reeds aanwezige kleine onkruiden kan gespoten
worden met Lironion evenals de vorige bij tenminste 6
cm gewaslengte. Bij een gewaslengte van 810 cm is
Gena'on 5120 bruikbaar. Het vraagt een goed afgehard
gewas en de onkruiden mogen niet groter zijn dan 24
blaadjes! Ook. werden de laatste jaren goede resultaten
bereikt (behalve op varkensgras en tuintjesgras) met
ioxynil: Certrol 20 2 liter/ha of Actril 1 liter/ha).
Maar dan beslist alleen toepassen op een gezond en afge
hard gewas en bij minstens 6 cm gewaslengte. Is het ge
was niet goed afgehard, dan is er flinke verbranding
mogelijk.
ERWTEN
Kort na opkomst kan onder vochtige omstandigheden
gespoten worden met Ivosit. Vanaf een gewaslengte van
5 cm is DNBP toe te passen. Tijdens een droge periode
goed bestand tegen deze bespuitingen. Regelmatig het
gewas controleren op thripsaantasting.
BLAUWMAANZAAD
Deze teelt heeft een aanzienlijke uitbreiding gekregen,
mede door het beschikbaar komen van een onkruidbe
strijdingsmiddel. Na de opkomst kan men ook nog spui
ten met 67V2 ltr Asulox bij een gewasontwikkeling
van minstens 4 blaadjes. In een onregelmatig opgekomen
gewas kan men beter wat later spuiten, b.v. bij 7 blaadn
jes lengte van het gewas.
Karwij gezaaid gelijk met het blauwmaanzaad kan van
een bespuiting na opkomst ernstig lijden. Wel zijn er
aanwijzingen dat inzaai van karwij en ook van rood-
zwenkgras na opkomst mogelijk is in die gevallen waar
reeds bij het zaaien Asulox werd toegepast. Voor een
afgerond advies in deze is er echter nog te weinig er
varing mee opgedaan. Het middel is duur, 175,/ha.
Maar blauwmaanzaad, dat men onder meer van stam
wol dorsen, moet zo veel mogelijk onfcruidvrij blijven,
anders zijn die opbrengstverliezen veel groter dan de
bespuitingskosten. Het gebruik van de bietendunmachine
GRASLAND EN RUNDVEEHOUDERIJ
De grasgroei is dit voorjaar tamelijk vroeg geweest.
De meeste graslandpercelen liggen er dan ook goed -bij.
De koeien zijn vroeg naar buiten gegaan en hebben bij
het verschijnen van dit artikel al een oppervlakte gras
land afgeweid.
De meimaand as echter de grasmaand en van de snelle
hergroei in deze maand moet worden geprofiteerd, wil
len we weer voldoende ruwvoer voor het volgende win
terseizoen hebben.
VoordroogkuiL Voor conservering van gras hebben we
als eerste methode de voordroogkuil. Op het juiste tijd
stip maaien, veel schudden en goed luchtdicht afsluiten
zijn bij deze methode de voornaamste punten om een
goed geslaagde kuil te verkrijgen. De methode vraagt
een snelle afwerking. Samenwerken met collega's of loon
werker kan, om de beste manier van inkuilen te kunnen
toepassen, hier vaak uitkomst bieden.
(Zie verder pag. 17)