- 14 liter Betanal per ha met 300 liter water vanaf het tijd stip dat de bieteplantjes gestrekte kiemlobben hebben tot het 8-bladstadium. Onkruiden worden alleen bestre den mits ze klein zijn, niet meer dan twee blaadjes! Grasachtigen worden er niet mee bestreden. Ook var kensgras en kamille moeten nog zeer klein zijn. Bij warm weer tegen de avond spuiten. Het middel is een contact herbicide en heeft geen nawerking. Betanal kan niet ge mengd worden met een insecticide, wel met Pyramin of Venzar. De bestrijding van de bietenvlieg kan bij zware aan tasting, b.v. als de helft van de planten mineergangen vertonen, rendabel zijn. Te gebruiken middelen: parathion Dipterex, diazinon. Geen systemische middelen. Tegen het bietekevertje kan na opkomst nog gespoten worden met 2 ltr/kg parathion of 3 kg ddazinon (Rasu- dine). Het bietekevertje is en blijft echter een moeilijk te bestrijden insect. Houdt U dan vooral ook aan het advies: 's avonds laat spuiten. AARDAPPELEN Als deze prachtig aangeaard liggen en indien men een chemische onkruidbestrijding heeft toegepast dient men vooreerst geen machinale bewerking meer toe te passen. Laat de grond zo lang mogelijk met rust: Men remt dan de ontwikkeling van de zaadonkruiden en behoedt het gewas, tevens voor uitdroging. Eventueel is vóór opkomst nog te spuiten met Ivorin, Topogard of Certrolin. Ook een mengsel van 2 kg Patoran of 1 kg linunon met 6 kg DNOC voldoet goed. Met de aardappelziektebestrijding imioet begonnen wor den zodra de planten elkaar in de rij raken. Zijn de smetstofbronnen, de afvalhopen opgeruimd? Dek ze eventueel af met stevig zwart plastic. UIEN Na een behandeling met Ramrod, of Butisan kort na het zaaien is het dringend aan te bevelen kort voor op komst toch nog te spuiten met Reglone of Gramoxone. Bij een gewaslengte van 6 om kan men weer spuiten tegen opkomende onkruiden met chloor-IPC of BiPC. Het eerste middel is aantrekkelijk gezien de prijs. Denk ech ter bij beide middelen om de voorschriften betreffende de afstand tot vlas, blauwmaanzaad en bloeiend graszaad en granen. kan, vooral op zware grond, de hoeveelheid middel van iy2 tot zeker 12 liter worden opgevoerd. Ook zijn twee bespuitingen mogelijk, wat interessant is wanneer geen bodemherbdcide werd toegepast. Denk ook om de trips en bladrandkeveraantasting. Als men besluit de erwtegalmug te bestrijden dan moet dit minstens 6 dagen vóór de bloei gebeuren, dit zal on geveer eind mei zijn, na één week herhalen. Voor het sluiten der erwterijen is het in de eerste helft van mei nog mogelijk om Italiaans raaigras voor groenbemesting in te zaaien. STAMBONEN Thans worden deze gezaaid. Meer en meer gaat men over naar precisiezaai (10 om afstand in de rij). De zaaa- zaadbesparing vergoedt de extra kosten aan zaailoon en de opkomst is onder ongunstige omstandigheden beslist beter. De regelmatige zaaidiepte van minstens 3 ami is ook van belang met betrekking tot de bodemherbdcide. De zaadontsmetting moet kort voor het zaaien worden uitgevoerd met b.v. het gecombineerde middel AAtifon (tegen bodemschimmels -f bonevlieg). Onkruidbestrijding met de bodemherbicide Aresin of AAlinuron 50 kort na de zaai toepassen. Op lichte grond Ivorin gebruiken enkele dagen voor opkomst. Voor stamslabonen géén Aresin of linuron maar Ivorin gebruiken. Sommige stamslabonenrassen kunnen zelfs ook Ivorin minder goed verdragen. Br bestaat dan de mogelijkheid om in plaats van bodemherbiciden kleur stoffen te gebruiken. Tweemaal spuiten is dan aan te be velen: DNOC vóór opkomst en Ivosit of DNBP né op komst. Kleurstoffen steeds spuiten bij een hoge lucht vochtigheid, met veel water en een grove druppel. Na opkomst (10 14 dagen) is spuiten tegen de avond, wan neer de bladeren haar beneden hangen, aan te bevelen. VLAS Voor de onkruidbestrijding na opkomst kan men de volgende middelen gebruiken (tijdig spuiten 4 k 5 cm lengte minder schade dan 810 an). Ie. met Na-DNOC (met name tegen zwaluwtong) 2e. met MCPA (tegen distel en witte krodde) 3e. met een mengsel van Na-DNOC en MCPA voor beide groepen onkruid samen. De ondervrucht rode klaver is evenals luzerne vrij om te dunnen tot het gewenste aantal planten van 6080 per m2 is wel één van de beste methoden Een overbe mesting met kalksalipeter, ongeveer een week vóór de bloed, kan een gunstige invloed op de zaadopbrengst heb ben. KOOLZAAD Ook dit gewas is flink uitgebreid. Het is een gewas met veel belagers. Zo heeft plaatselijk de koolzaadaard- vlo reeds grote schade veroorzaakt. Ook de glans- en smuitkever (tot nog toe van weinig betekenis) zouden wel eens actief kunnen worden. De schade door de glans kever bestaat uit het wegvreten der bloemknoppen. Be strijding dus tijdens het knopstadium met Thiodan of Zolone. Zijn de bloemknoppen open, dan doet de glanst kever geen schade meer, maar dan wordt de snuitkever actief. Deze moet men bestrijden vóór de eiafzetting, meestal is dit tegen het midden van de bloei, met het middel Zolone. KORRELMAIS Korrelmais is het derde gewas dat in opmars is. Aan alle telers van dit vrij „nieuwe" gewas is via het consu lentschap een handleiding verstrekt over de teeltaange legenheden. Raadpleeg deze richtlijnen betreffende de onkruidbestrijding. SNLIMAIS In 1971 is de snijimaisteelt weer toegenomen. De on kruidbestrijding verdient in de maand mei extra aan dacht. Voor opkomst kan op bovenstaand onkruid 6 kg DNOC 80 worden gespoten en na opkomst 4 kg DNOC 80 bij 46 blaadjes. Mede gezien de geringe neerslag, die er is geweest, kan de reeds gespoten atrazin onvolledig hebben ge werkt. Benut de onkruidbestrijding dan met DNOC, daar schoffelen en wieden bij mais gemakelijk groeiremming geeft. nHHHHHBHV'» y t' - r - ~z~- -v- r .v-;V:r' -'%*>■» *r Wh-:.:.., H Voor het gebruik van een bietendunner is het goed tellen van de planten beslist ^noodzakelijk om de dunintensiteit zuiver vast te kunnen stellen. Weid jonge kalveren alleen om op reeds gemaaid grasland. Verder kunnen eveneens op zwarte grond Ramrod of Butisan gebruikt worden, eventueel voor een tweede keer, dus ook als er voor opkomst al met een van beide gespoten was. Als er reeds een enkel kiemplantje te zien is verdient Butisan de voorkeur. Op reeds aanwezige kleine onkruiden kan gespoten worden met Lironion evenals de vorige bij tenminste 6 cm gewaslengte. Bij een gewaslengte van 810 cm is Gena'on 5120 bruikbaar. Het vraagt een goed afgehard gewas en de onkruiden mogen niet groter zijn dan 24 blaadjes! Ook. werden de laatste jaren goede resultaten bereikt (behalve op varkensgras en tuintjesgras) met ioxynil: Certrol 20 2 liter/ha of Actril 1 liter/ha). Maar dan beslist alleen toepassen op een gezond en afge hard gewas en bij minstens 6 cm gewaslengte. Is het ge was niet goed afgehard, dan is er flinke verbranding mogelijk. ERWTEN Kort na opkomst kan onder vochtige omstandigheden gespoten worden met Ivosit. Vanaf een gewaslengte van 5 cm is DNBP toe te passen. Tijdens een droge periode goed bestand tegen deze bespuitingen. Regelmatig het gewas controleren op thripsaantasting. BLAUWMAANZAAD Deze teelt heeft een aanzienlijke uitbreiding gekregen, mede door het beschikbaar komen van een onkruidbe strijdingsmiddel. Na de opkomst kan men ook nog spui ten met 67V2 ltr Asulox bij een gewasontwikkeling van minstens 4 blaadjes. In een onregelmatig opgekomen gewas kan men beter wat later spuiten, b.v. bij 7 blaadn jes lengte van het gewas. Karwij gezaaid gelijk met het blauwmaanzaad kan van een bespuiting na opkomst ernstig lijden. Wel zijn er aanwijzingen dat inzaai van karwij en ook van rood- zwenkgras na opkomst mogelijk is in die gevallen waar reeds bij het zaaien Asulox werd toegepast. Voor een afgerond advies in deze is er echter nog te weinig er varing mee opgedaan. Het middel is duur, 175,/ha. Maar blauwmaanzaad, dat men onder meer van stam wol dorsen, moet zo veel mogelijk onfcruidvrij blijven, anders zijn die opbrengstverliezen veel groter dan de bespuitingskosten. Het gebruik van de bietendunmachine GRASLAND EN RUNDVEEHOUDERIJ De grasgroei is dit voorjaar tamelijk vroeg geweest. De meeste graslandpercelen liggen er dan ook goed -bij. De koeien zijn vroeg naar buiten gegaan en hebben bij het verschijnen van dit artikel al een oppervlakte gras land afgeweid. De meimaand as echter de grasmaand en van de snelle hergroei in deze maand moet worden geprofiteerd, wil len we weer voldoende ruwvoer voor het volgende win terseizoen hebben. VoordroogkuiL Voor conservering van gras hebben we als eerste methode de voordroogkuil. Op het juiste tijd stip maaien, veel schudden en goed luchtdicht afsluiten zijn bij deze methode de voornaamste punten om een goed geslaagde kuil te verkrijgen. De methode vraagt een snelle afwerking. Samenwerken met collega's of loon werker kan, om de beste manier van inkuilen te kunnen toepassen, hier vaak uitkomst bieden. (Zie verder pag. 17)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 13