IK IK SAMEN 9 Consulentschap Rundveehouderij en Akkerbouw Tilburg. H. C. M. BOGERS. IA/ELLICHT een merkwaardig opschrift voor een artikel in een vakblad. Het kan zijn dat U een sterk pleidooi verwacht over samenwerking, waarbij men zich direkt af kan vragen of dit wel nodig is. Als er op onze melkveehouderijbedrijven, die als gezins bedrijf worden gevoerd, inderdaad een groot sociaal vraagstuk bestaat zouden er veel meer samenwer kingsvormen zijn gerealiseerd. Uit gesprekken in de praktijk blijkt echter dat men zich vooral op de grotere, aangepaste bedrijven al leen voelt staan. Men wil dan, vooral tijdens de voe derwinning, graag samenwerken met een gelijksoor tig bedrijf, maar ziet niet de direkte voordelen hier van. Vooral zoekt men naar een kortere werktijd. Hierbij zijn in het verleden vaak slechte ervaringen opgedaan omdat met burenhulp bij de groter worden de bedrijven het tegendeel waar blijkt te zijn. Dit ervaringsgegeven blijkt ook steeds uit bereke ningen, die men hierover maakt. De voederwinning geeft op het melkveehouderijbedrijf een top in de ar- beidsbehoefte. Dit is echter ook het geval op het an dere bedrijf waarmee men wil samenwerken. Het zal duidelijk zijn dat men in een dergelijke situatie ook samen niet klaar komt. Elkaar helpen kan dus blijk baar niet zonder vooraf een duidelijke planning te maken! HOEVEEL TIJD? ^LLEREERST vraagt men zich hierbij af welke tijd er besteed moet worden aan de vee verzorging. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tijdsbe steding per dag voor 50 melkkoeien tijdens de zomer periode. melken 140 minuten per dag reinigingswerk melkmachine 32 minuten per dag reinigingswerk melkstal 20 minuten per dag reinigingswerk melklokaal 8 minuten per dag koeien ophalen 60 minuten per dag reinigingswerk roosters, boxen 10 minuten per dag overige verzorging 30 minuten per dag 300 minuten per dag Er blijkt per dag 5 uren nodig te zijn voor de verzor ging van deze veestapel waarbij het melken de meeste tijd vraagt. Uitgaande van een 10-urige werkdag blijven er nog 5 uren over voor de voederwinning. WERKBAAR WEER het tweede uitgangspunt waar we rekening mee moeten houden is het werkbare weer voor de voe derwinning. Uit onderzoekingen is gebleken dat dit ge middeld niet meer is dan vier dagen per week. De andere dagen zijn dan besohikbaar voor andere werkzaamheden dan veeverzorging en voederwinning. Als op ons bedrijf in de periode van half mei tot juli 2.5 ha per week voorgedroogd moet worden komt één man alleen niet klaar: 1. de beschikbare tijd is te kort; 2. het inkuilen is een twee of drie mans methode. Gaan twee of drie bedrijven elkaar helpen dan blijft de beschikbare tijd te kort, bovendien is de kans reëel dat er belangrijke aan- en afloopverliezen ontstaan als vooraf de te volgen werkmethode niet goed is doorgesproken. Een andere moeilijkheid is dat ook bij goed weer het werk in de voederwinning in de namiddag moet worden stopgezet omdat ieder zijn eigen koeien gaat melken. SAMENWERKING BIJ HET MELKEN We zijn nu op het punt gekomen waarop samenwerking bij de voederwinning kan worden vertaald in samenwer king bij het melken om hierdoor tijd vrij te maken voor de voederwinning. Meestal wordt hierbij gedacht aan het samen bouwen van een nieuwe stal. Er zijn reeds veel bedrijven, die zelfstandig op een éénmansgezinsbedirijf een nieuwe ligboxenstal bouwen. Bovendien groeit hun aantal met de dag. Het gaat hier nu om een arbeidstech- nische oplossing voor deze vooruitstrevende groep. Samenwerking is hier niet te verwezenlijken door nieuw bouw gezien de investeringen en de kapitaalvernietiging in bestaande (nieuwe) gebouwen. Samenwerking bij het melken is ook voor deze groep bedrijven mogelijk gewor den dankzij de doorloopmelkstal. Eén man kan op twee bedrijven de koeien melken. 1. De werkmethode in een doorloopmelkstal kan op de verschillende bedrijven gelijk zijn. 2. Hieruit volgt dat ook de behandeling van de koeien gelijk is. 3. Ook is het mogelijk de koeien met nummers of kleu ren herkenbaar te maken. 4. Het aantal koeien dat per uur goed kan worden ge molken is zo hoog dat één man grotere koppels koei en kan melken zonder te grote inspanning. 5. De „vreemde" melker is jn dit geval een collega met een gelijksoortig bedrijf waarbij men vakmanschap en een grote verantwoordelijkheid mag veronderstellen. SAMENWERKING VAN TWEE AFZONDERLIJKE BEDRIJVEN Gaan twee afzonderlijke bedrijven met de voederwin ning en met het melken van de koeien samenwerken dan komt niet meer tijd beschikbaar voor de voederwinning omdat één van de twee het dubbele aantal koeien moet melken. Het voordeel is hier dan ook niet de tijdbespa ring maar de organisatie. Bij het maken van plannen hoort dan ook het kiezen van de werkorganisatie. Deze zal in dit geval onafhankelijk moeten zijn. Dit wil zeggen dat uitgaande van een tweemansmethode, althans voor enige tijd, één man verder moet kunnen werken. Bij het maaien en schudden is ddt gemakkelijk. Bij het inkuilen is dit wat lastiger. Het is dan nodig dat de op- raapwagen na enkele wagens naast de kuil gaat lossen. Het gras wordt dan met een silovork op de kuil gereden. Ook kan men hiervoor een klein hydraulisch kraantje ge bruiken wat in een dergelijke samenwerking ook heel goed past voor het uithalen tijdens de stalperiode. Een zeer goede organisatie is ook te bereiken met ventilatiehooi. Men kan dan vroeg inschuren, waardoor een korte veldperiode mogelijk is. Een man voert dan het hooi aan terwijl al dan niet een tweede man het hooi via een aanzuigblazer met eindverdeler verwerkt. In de winterperiode kan het hooi dan met dezelfde aanzuig blazer naar de stal worden verwerkt. Als nadeel van het hooi ventileren wordt vaak genoemd de extra kosten en investering t.o.v. het inkuilen. Hierbij moet men echter ook de kwaliteit in ogenschouw nemen en de te maken kosten aan verharding van de kuilplaats en de kosten van het uithalen. SAMENWERKING VAN DRIE AFZONDERLIJKE BEDRIJVEN Gaan drie bedrijven samenwerken bij de voederwin ning en het melken dan is één man vrijwel volledig be zet met het melken van de koeien. Er zijn dan wel twee personen volledig beschikbaar voor de voederwinning van drie bedrijven. Nu is er behalve een organisatiewinst ook een tijdwinst verkregen. De voordelen komen in een dergelijke situatie gunstig uit. 1. Per man en per bedrijf kan een groot aantal koeien worden gehouden; 2. De mechanisatiekosten voor de voederwinning kun nen per bedrijf relatief laag zijn; 3. Op tijd klaar komen met de voederwinning betekent ook een goede kwaliteit voer; 4. Vrije dagen, weekends en vakanties zijn mogelijk; 5. Enige afstand tussen de bedrijven is geen bezwaar; 6. De bedrijven blijven zelfstandig. HET GEBRUIK VAN GEKOELD PLANTMATERIAAL BIJ DE AARDBEITEELT (Vervolg van pagina 7) De hergroei van de gekoelde planten was, ondanks de grote droogte 160 Vier weken na het planten moesten de eerste bloemen uit het gewas worden ver wijderd. Ook dit ontranken bracht bij de gekoelde planten heel wat meer arbeid met zich mee dan bij de niet gekoelde. Opvallend was verder dat de gekoel de planten een meer opgaand gewastype leverden dan niet gekoelde. Eind november werden de wachtbed- planten opgenomen en overgebracht naar een koude kas. Bij het oprooien werden de eerste waarnemingen verricht omtrent de ontwikkeling van de planten. Tij dens de bloei werden ook de bloemen geteld. De uit slagen vindt U in tabel 1. Tabel 1. Waarnemingen vóór de oogst. Ras: Gorella. Plantdatum op Aantal per plant (gemiddeld) het wachtbed Bladeren Kronen Bloemen 1 juni 24 5,14 72 7 22 4,90 67 14 18,50 4,30 66 21 17,75 3,66 61 28 16 3 25 54 5 juli 14,50 2,35 44 19 12,50 2,50 37 26 12 230 32 4 aug. (niet gekoeld) 9,75 4,00 52 Toelichting. Bladeren en kronen zijn geteld bij het inbrengen in de kas. De bloemen zijn geteld tijdens de bloeiperiode. CONCLUSIE A. Naarmate men vroeger plant, krijgt men een zwaarder gewas (zie bladeren). B. Vroeg planten leidt tot meer kronen (neuzen) per plant (zie kronen). C. Naarmate men vroeger plant, krijgt men meer bloe men pei plant (zie bloemen). Tot zover lijkt het er naar uit te zien, dat vroeg planten tot de beste resultaten zal leiden. Men kan evenwel uit deze tabel nog geen conclusies trekken, omdat men niet weet wat deze cijfers uiteindelijk voor invloed hebben op de totale productie per m-. Daar om moeten deze cijfers nog worden aangevuld met de oogstresultaten Deze kunt U vinden in tabel 2. Tabel 2. Oogstgegevens Ras: Gorella Plantdatum op wachtbed 1 juni 7 14 21 28 5 juli 19 26 4 aug. (niet gekoeld) CONCLUSIE A. Ondanks de verschillen in planttijd en gewasont wikkeling is er geen verschil in vroegheid gecon stateerd. B. De opbrengst van de gekoelde planten is in alle ge vallen hoger dan van de niet gekoelde planten. C. Alleen bij de laatste plantdatum (26 juli) is dit ver schil niet betrouwbaar hoger. D. Het percentage kwaliteit I, neemt to? naarmate la ter op het wachtbed is geplant. E. De plantdatum is niet van invloed geweest op de vruchtgrootte (zie stuks per kg). F. Met uitzondering van de plantdatum 26 juli, is er vrijwel geen verschil in productie per m- tussen de diverse planttijden. G. Er bestaat geen overeenkomst tussen aantal bloe men en kg-opbrengst. WAT ALGEMENE OPMERKINGEN De gekoelde planten hadden in de kas een iets don kerder bladkleur en gaven wat meer gewas te zien dan de niet gekoelde. Tijdens de oogst zijn de niet gekoelde planten „slap" gegaan, wat uiteraard gevolgen heeft gehad op de kg- opbrengst en de kwaliteit. De gekoelde planten hadden van dit verschijnsel geen last. Al deze resultaten werden verkregen op een niet ontsmette kasgrond waar 5 jaar achtereen aardbeien werden geteeld. SLOTCONCLUSIES De teelt van kasaardbeien, uitgegaan van een wacht bed met gekoelde vermeerderingsveldplanten, is zeer goed mogelijk. Afgaande op de resultaten van dit onderzoek ligt de meest voordelige plantdatum rond half juli: De verzorgingskosten op het wachtbed zijn dan het laagst en de kg-opbrengst is gelijk aan die van vroe gere plantdata. Het percentage le kwaliteit vruchten is dan ook het hoogst. Omtrent het gebruik van gekoelde wachtbedplanten voor de verlate aardbeiteelt komen wij in een volgend artikel terug. Datum Opbrengst Stuks/kg le pluk kg/m- kwal. I kwal. I 21 mei 3,28 68.7 65 21 mei 3,58 73,2 64 21 mei 3.38 73 8 86 21 mei 3,57 74,9 62 21 mei 3,40 76,8 62 21 mei 3.33 75,4 64 21 mei 3 37 80.3 66 21 mei 2,81 83,3 63 21 mei 2,76 66,7 65

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9