Achterstelling zelfstandigen opheffen
Brussel en de wijkers
Frankrijk, Engeland en de E.E.G.
4
(Vervolg van eerste pagina)
De commissie was heel goed op de hoogte van het
onbehagen onder de zelfstandigen. Ze heeft de maat
schappelijke kant van de zaak wel bekeken. Ze lijkt
•haar taakomschrijving wel te hebben uitgebuit. Maar
ze kan niet buiten het hier te lande geldende stelsel
van belastingheffing (op het in theorie besteedbare
inkomen) gaan. En ze kon zich ook niet zinvol be
geven in een vergelijking met buitenlandse stelsels.
Dit alles moet men zich wel goed bewust zijn als men
haar werk beoordeelt.
PENSIOENVOORZIENING
HET GROTE VERSCHILPUNT
ï\E commissie heeft een groot aantal verschillen
in fiscale behandeling tussen zelfstandigen en
loontrekkende op een rijtje gezet. Zo Wel die ten na
dele van zelfstandigen als die ten voordele van zelf
standigen werken (en dus voor loontrekkenden an
dersom). Verreweg de meeste verschillen vindt ze
onbeduidend of tegen elkaar wegvallen. Sommige hou
den ook verband met andere inkomstenbronnen (b.v.
vermogen in onderneming).
Als voor de loontrekker geschenken zijn vrijgesteld,
worden daartegenover relatiegeschenken van onder
nemers ook soepel behandeld. Hetzelfde geldt onge
veer voor personeelskortingen tegenover waardering
van eigen gebruik. Loontrekkers zouden kunnen kla
gen over eerdere inhouding, maar er wordt aan de
andere kant met voorlopige aanslagen gewerkt en met
renteberekening. Enzovoort, enzovoort.
Hieruit blijkt al wel hoe sterk belastingtechnisch de
commissie tewerk gaat 'en moest gaan bij haar speu
ren naar evenwichtiger verhoudingen.
Zo stuit ze dan direct eigenlijk al op het ene, grote
verschilpunt, n.l. de mogelijkheid van opbouw van een
oudedagsvoorziening in de actieve periode, die de zelf
standige wordt onthouden. Mede gezien de enorme
financieringsbehoefte komt ze met het voorstel om
belastingvrij besparingen voor de oude dag toe te
staan, die in de eigen onderneming kunnen worden
benut. Terecht stelt de commissie dat het geen zin
heeft om de zelfstandige te verwijzen naar besparings
mogelijkheden hiervoor buiten het bedrijf of om voor
hem de lijfrenteregeling te verruimen.
De premies hiervoor kan hij immers niet opbren
gen. Er is één lid van de commissie, een adviseur van
het N.V.V., die er anders over denkt. Maar hij werpt
dan ook de vraag op of er voor het merendeel van de
kleine zelfstandigen in de naaste toekomst wel be
staansrecht zal zijn! Dit lezende den£t men aan de
opmerking van de heer Knottnerus in Arnhem over
het blijkbaar willen uitroeien van zelfstandigen.
We kunnen hier niet uitvoerig op het voorstel in
gaan; het persbericht geeft wat verdere details over
percentages en latere afwikkeling op 65-jarige leef
tijd. We vermelden graag dat het Landbouwschap de
commissie ongeveer eenzelfde voorstel had gedaan. De
in het rapport voorgestelde regeling is in de eerste
plaats een oudedagsvoorziening zegt de commissie. In
de uitwerking trekt ze telkens ook weer een verge
lijking met de positie van de loontrekkende op dit
punt. We wijzen er nog op, dat de belastingvrije reser
vering alleen mogelijk is als er voldoende fiscale winst
is.
Eerst wordt daarop een aftrek toegepast, die over
eenkomt met de A.O.W.-uitkering, die de zelfstandige
later toch vanzelf al "krijgt.
De aanwending van de besparingen is vrij, dus er
blijft een zeker risico bestaan.
EEN VAN DE VERLANGENS
PEN „eenvoudige daad van rechtvaardigheid"
noemt de commissie-Van Soest ergens in haar
rapport de door haar voorgestelde opheffing van een
ernstige achterstelling van de zelfstandigen op belas
tingterrein vergeleken met de loontrekkenden. Daar
om vindt de commissie de gevolgen voor de schatkist
wel te overkomen (geschat op ƒ500 a ƒ600 miljoen).
Ze is wel zo vriendelijk om toch ook ideeën aan de
hand te doen voor een geleidelijke invoering, b.v. of
beginnen met kleinere reserveringspercentages öf
eerst de lagere „winstgroepen" en later de hogere.
Onze voorkeur zou gezien de inkomenscijfers in land
en tuinbouw naar de laatste methode uitgaan.
Ofschoon de grote meerderheid' van de commissie-
Van Soest zoveel mogelijk rekening heeft willen hou
den met de maatschappelijke positie van de zelfstan
dige, valt het moeilijk om haar helemaal te volgen.
Met name als ze voorstelt om bij aanvaarding van
haar voorstel de pas ingevoerde investeringsaftrek
voor zelfstandigen weer te laten vervallen. Ook de
A.O.W.-aftrek kunnen we betreuren. .Al is een zekere
logica bij de commissie-Van Soest juist gezien haar
taakomschrijving en taakopvatting niet te ontken
nen.
Maar ons speelt dan weer iets door het hoofd dat
het rapport-Van Soest te buiten gaat: de noodzaak om
voor de zelfstandige ondernemer in land- emtuinbouw
meer te doen wat op korte termijn verlichting van
lasten geeft. Het onderwerp van de commissie-Van
Soest betreft maar één van de verlangens zoals die
in het Meerjarenprogramma, ook wat belastingen
aangaat, zijn gemoeid. We zijn blij dat het rapport-
Van Soest op dit moment nog verschenen is. Het daar
in gedane voorstel moet een rol spelen bij de opstel
ling van het nieuwe regeringsprogramma. Naast an
dere noodzakelijke beleidsonderdelen die land- en
tuinbouw moeten helpen zichzelf te helpen.
STRUIKENKAMP.
NU OOK EUROPESE BEÊINDIGINGSREGELING
Hebben we vorige week stilgestaan bij het komende
EEG-beleid voor de ontwikkeling van bepaalde land
bouwbedrijven, nu geldt het dat andere belangrijke on
derdeel van het gemeenschappelijke structuurbeleid:
maatregelen voor hen die de landbouw verlaten. Hiermee
doet iets wat 7 jaar geleden een nieuwe regeling gaf aan
onze eigen landbouwpolitiek nu ook zijn intrede in het
Brusselse beleid. We bedoelen het bieden van andere
mogelijkheden aan hen die het te moeilijk hebben in land
en tuinbouw. We kunnen niet anders dan dit begin
het is nog maar een schuchtere eerste stap toejuichen.
Op EEG-vlak was en is de behoefte aan uitwijkmogelijk
heden nog groter dan in Nederland. Bijna alle EEG-landen
hadden dan ook successievelijk al voorzieningen van
deze soort voor hun oudere boeren getroffen.
Wat nu door de EEG-Ministerraad heel moeizaam be
sloten is, is overigens veel miriöer dan wat de Commis
sie had voorgesteld. Dr. Mansholt wilde voor alle beëin-
digers ouder dan 55 jaar (die hun grond „inleveren") een
jaarlijkse vergoeding van minstens 3.600,voor jon
gere boeren een bedrag per hectare vrijgemaakte grond,
hulp en overbruggingstoeslag bij omscholing en studie
beurzen voor kinderen van beëindigers, alles voor een
deel door Brussel te betalen.
Van Nederlandse kant, maar evenzeer van andere, is
er steeds de nadruk opgelegd, dat voorwaarde voor het
succes van zulke regelingen het scheppen van passende
werkgelegenheid in allerlei streken van de gemeenschap
is. Maar dit probleem is moeilijk op te lossen zolang
vanuit Brussel door het ontbreken van een gemeenschap
pelijke sociaal-economische politiek nog niet de juiste
stimulerende maatregelen kunnen worden genomen. De
Ministers hebben hier uiteindelijk niet meer kunnen doen
dan het uitspreken van hun goede wil.
MOEIZAME BESLISSING
Het beraad over dit onderdeel is heel moeilijk ge
weest. Niet alleen bij de ministers, ook in het overleg
van de landbouworganisaties. In het COPA heeft men
vanuit Zuidelijker streken altijd sterk benadrukt dat zo-
velen -tussen de wal (wel een saneringsregeling, maar
weinig uitwijkmogelijkheden) en het schip (wel bedrijfs
ontwikkelingssubsidies, maar met veel te strenge maat
staven) zouden vallen. De heer Mansholt is zich dit ook
bewust geworden en heeft vooral daarom later ook een
inkomenstoeslag voor beëindigers-op-termijn voorgesteld
1400,jaarlijks voor 4555-jarigen). Maar dit was
het eerste wat de ministers, met uitzondering van de
Italiaanse, duidelijk afwezen: in het EEG-beledd dus geen
inkomenstoeslagen als aanvulling op een onvoldoende
prijsbeleid. Wat zou moeten betekenen, dat de EEG-
Ministerraad er voortaan voor zorgt, dat de landbouw
prijzen jaarlijks op zijn minst de inflatie bijhouden! In
alle landen, zij het in Italië heel gebrekkig, bestaat een
officieel pensioen (als algemene en/of specifieke land-
bouwmaatregel). Moet het voorgestelde Brusselse pen
sioen daarbij opgeteld of daarmee verrekend worden?
Vooral de Duitse en Nederlandse regeringen voelden
niet voor een verregaande financiële solidariteit met
Italië, dat toch zelf nationaal er allang voor had moeten
zorgen.
Hetzelfde geldt ongeveer voor de andere voorstellen
van de Commissie op dit terrein. Veel van deze dingen
hangen ook zo nauw samen met wat in de verschillende
landen aan algemene voorzieningen op sociaal en b.v.
ook op onderwijsterrein bestaat. Het einde van het moei
lijke lied is geweest dat twee dingen voor rekening van
de lid-staten zelf worden gelaten, n.l. een eventuele be-
eindigingspremie per hectare „ingeleverde" grond en stu
diebeurzen voor kinderen. Brussel heeft alleen als ge
meenschapsmaatregel getroffen een jaarlijkse vergoe
ding van ƒ2172,bij beëindiging door 55—65-jarigen,
dus tot de 65-jarige leeftijd. De lid-staten mogen verder
gaan (wij hebben 2424,als jaarlijkse uitkering), maar
Brussel betaalt in dat meerdere niet mee. Uit het EEG-
landbouwfonds wordt voor 25 bijgedragen.
Italië heeft een 65 -"bijdrage weten te bedingen voor
zijn achterlijke streken. Duitsland heeft weten te berei
ken, dat deze regeling over 4 jaar weer op de helling
komt.
Verder komt er dan ook de steunregeling voor om
scholing met tijdelijke inkomensgarantie, waaraan het
Sociaal Fonds van de EEG mee gaat betalen.
NEDERLANDSE POSITIE
Voor ons bevatten de besluiten van de EEG-Minister
raad geen nieuws. We kennen allang een bedrijfsbeëin-
dagingsregeling, die momenteel uitgebreider en beter is
dan de Brusselse. De voorwaarde, dat de vrijkomende
grond beschikbaar moet komen voor bedrijfsvergroting,
in het bijzonder voor bedrijven met een ontwikkelings
plan, zal ook geen grote moeilijkheden opleveren.
Voor Zuid-Italië betekent de Brusselse regeling wel
degelijk wat nieuws en wat beters. Maar daar staat
tegenover dat de Italianen nog zo maar niet een sane
ringsregeling voor elkaar hebben; de Italiaanse admini
stratieve molens draaien heel langzaam. Nederland kan,
als de nog uit te werken EEG-richtlijnen van kracht wor
den, direct een deel van de kosten van het Ontwikke-
lings- en Saneringsfonds in Brussel declareren. Ook de
omscholingsfaciliteiten die wij hebben, moeten snel pas
send gemaakt kunnen worden op de EEG-richtlijn.
Interessant wordt dan natuurlijk wat er hier gedaan
kan warden met de middielen, die uitgespaard worden.
Er zijn nog verlangens tot verbetering van onze beëin
digingsregeling. Nog klemmender zijn andere, die te vin
den zijn in het Meerjarenprogramma voor land- en tuin
bouw. Met de nodige goede (en politieke!) wil, zal onze
nieuwe regering straks financieel wat "beter uit de voeten
kunnen met de verlangens van land- en tuinbouw.
Tot slot in dit verband nog een, nauwelijks omstreden,
punt uit die Brusselse sociostructurele resolutie, n.l. de
(fiinanciële) bevordering van oprichting en ontwikkeling
van economisch-sociale voorlichtingsdiensten en van
centra voor opleiding van de betreffende voorlichters,
alsmede van centra voor verdere beroepsopleiding van
boeren en tuinders. Wat dit betreft, moeten we eerst de
nadere uitwerking afwachten om te weten in hoeverre
onze overheidssubsidie voor de van organisaties uitgaan
de voorlichting etc. bij de EEG kan worden gedeclareerd.
STRUIKENKAMP.
P)E sfeer straalde van de vriendelijkheid toen de
Britse premier Heath en bondskanselier Brandt
elkaar in Bonn ontmoetten. De heren waren het over
alles wel eens, in het bijzondei over de noodzaak dat
Engelands toetreding tot de E.E.G. dit keer nü einde
lijk eens door zou gaan. Maar wat koopt Heath voor
al deze vriendelijkheid. Bij de onderhandelingen in
Brussel heeft hij het niet te kwaad met de Duitsers,
maar met de Fransen. Brandt maakt weliswaar uit een
brief van Pompidou op dat Parijs echt niet zo onbuig
zaam is als het wel lijkt, maar dat zegt ook weinig.
Tot dusver handelt Pomp'dou ongeveer als De Gaul
le wiens veto twee keer de onderhandelingen torpe
deerde. Alleen doet hij het iets tactvoller: als het ge
sprek maar lang genoeg duurt zonder resultaat ko
men de twee grote Britse partijcongressen waarop
voldoende ergernis uitgesproken zal worden. Heath
zal het dan moeilijk genoeg krijgen genoeg Lager
huisleden uit de twee partijen over te houden voor
de noodzakelijke meerderheid die voor aansluiting bij
de E.E.G. moet stemmen. Als dan het nee in Londen
valt, hoeft Pompidou het niet meer te zeggen en heeft
hij toch zijn zin.
XA/ANT niets zal Pompidou waarschijnlijk zo erg
vinden als het gebruikelijke verdeelde groepje
E.E.G.-partners tegenover zich in te moeten ruilen
voor een Brits-Duitse combinatie die wel weet wat
ze wil. Brandt laat weten dat hij voor de derde
maal falen van het toetredingsgesprek funest acht
daarin heeft hij ook gelijk: met zes leden is de E.E.G.
noc geen echt Europa dat een economische en even
tueel ook een politieke macht vertegenwoordigt die
gewicht in .de wereldschaal legt. Politici uit diverse
landen zouden met vrucht eens 'n studie kunnen ma
ken in Parijs hoe men het klaarspeelt om zonder
echt een been te hebben om op te staan toch
krachtige posities inneemt. Daarin blijken de Fransen
meesters. En zogoed als Pompidou het van De Gaulle
kon leren zou men zo zeggen hadden Brandt
en nog enkele andere niet-Fransen hem toch de kunst
kunnen afkijken!
BETAALDE VAKANTIE VOOR NOORSE BOEREN
Noorwegen wordt het eerste land Waar de boeren een
betaalde vakantie krijgen. Maandag is in Oslo bekendge
maakt dat het parlement voorstellen zullen worden ge
daan voor een vakantie van vier weken per jaar voor
boeren en hun vrouwen en een vakantiegeld van onge
veer tweeduizend" kronen. Dat geldt dan voor iedereen
die ten minste één hectare land bewerkt. De maatregel
zal als het parlement ermee akkoord gaat op 1 mei in
werking treden voor een proefperiode van vier jaar. De
regering wil namelijk weten of de boeren ook van hun
vakantierechten gebruik maken. Iemand die vakantiegeld
krijgt zal wel moeten bewijzen dat hij of zij werkelijk
vier weken vrij heeft genomen en opgeven welke regeling
voor vervanging is getroffen.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN
Uit het overzicht van de Veeartsenijkundige Dienst
District Zeeland in de week van 12 tot 19 april 1971 blijkt
dat zich in deze periode een nieuw geval van rotkreupel
heeft voorgedaan te Sas van Gent en één nieuw geval
van varkenspest te NieuwerkerkT'*Aan het einde van deze
verslagperiode bedroeg het totaal aantal ingesloten
bedrijven met rotkreupel 3. met varkenspest 2 en met
schurft nog steedis 1.