HOBAHO N.V. Hollands Bloembollenhuis 50 jaar! 12 LI ET telen van bloembollen is in Nederland een oud vak, al meer dan drie eeuwen worden er bollen geteeld, verhandeld en geëxporteerd. Trok in vroeger dagen de kweker er zelf opuit om zijn ge was te verkopen, later kwamen er de binnenlandse handel en de exporteurs. Aanvankelijk ging ook toen nog de kweker de exporthuizen af om zijn kweekpro- ducten aan de man te brengen. Dit gebeurde dan 's maandags waarbij tevens de leveringsafspraken werden gemaakt. Toen er steeds meer kwekers en exporteurs kwamen werd de maandag tekort. De wachtkamers bij de exporteurs puilden uit pn de kwe ker kwam niet meer rond bij alle exporteurs. Er moest dus wat gebeuren en zo werd eind 1860 het eerste beurslokaal in gebruik genomen, waarbij de expor teurs midden in het lokaal aan tafels zaten en de kwekers rond liepen. Het ontstaan van de groente veilingen rond 1880 en het principe van de verkoop via de klok vond echter ook in de bollenwereld weer klank. Het ..groen veilen", dat wil zeggen waarbij ,,té velde" tijdens of vlak na de bloei de bollen zoals ze er staan bij opbod en afslag worden verkocht kwam in zwang. In 1919 werd in West-Friesland de eerste bloembollenveiling opgericht. In datzelfde jaar ope reerden de heren Homan, Bader en Hogewoning (Ho- BaHo) als groene veiling directie" en door hun suc ces aangemoedigd, richtten zij in 1921 N.V. Hollands Bloembollenhuis op als veilingbedrijf in het centrum van de Bloembollenstreek. En hiermede zijn we 50 jaar later, gekomen bij het 50-jarig jubileum dat binnenkort door HoBaHo ge vierd zal worden. Ter gelegenheid van dit feestelijke gebeuren heeft HoBaHo letterlijk en figuurlijk de bloemetjes buitengezei door de landbouwpers in de gelegenheid te stellen zich omtrent de gang van za ken en de verwachte vooruitzichten in het bloembol lenvak op de hoogte te stellen, door een kort bezoek aan het bedrijf en een bezoek aan de Keukenhof". Namens de direktie gaf de direkteur J. Zwetsloot een kort overzicht van de historische en huidige ontwik keling van de bloembollenteelt en -handel en de vele facetten die hierbij van belang zijn en de toekomst mogelijkheden in de bloembollensector. AANVANKELIJK was het veilen de enige activi teit van Hobaho, medio de dertiger jaren ging dit veranderen. De exporteur worstelde met het pro bleem dat hij er niet zeker van was dat hij het in het buitenland verkochte soort in de zomer, na de oogst, zou kunnen kopen. Zo kwamen er bij Hobaho al vóór de zomer ver zoeken binnen om eens naar bepaalde soorten uit te kijken. Uit deze behoefte groeide eerst het verschijnsel „voor-veilingen". Wie al voor de oogst wenste aan te bieden gaf dat aan Hobaho op. Er werd een catalogus van gemaakt en een „veiling zonder bollen" werd ge houden. Het voldeed niet; men ging het anders doen. Er werd een transactie gemaakt als een koper wat zocht en een kweker wat aan te bieden had, en men het met de prijs eens was. Deze transactie werd op een Koop- Bevestiging vastgelegd. Het „In-Verkoopbureau" was geboren. Hobaho was hiervan de initiatiefnemer in 1937. Aanvankelijk was dit bedoeld voor de „betere variëteiten", want er was oppositie tegen maar later heeft dit systeem voor alles opgang gevonden. Deze wijze van bollenmakelaardij, waarbij Hobaho een vaste provisie ontvangt, is qua omzet thans vele malen belangrijker dan het veilingbedrijf! Hobaho heeft nu ruim 7000 kwekers en ca. 3000 afnemers. Over het gehele land in alle teeltgebieden verspreid zijn een 50-tal vertegenwoordigers werkzaam die met kwekers en exporteurs in nauwe relatie staan. Daar door kan één kweker terugvallen op een bijzonder groot koperspubliek. Het centrum van alle aktivitei- ten is het hoofdkantoor te Lisse met de gespecialiseer de vertegenwoordigers voor hyacinthen, tulpen, gla diolen enz. INCASSO-ADMINISTRATIE HET bloembollenvak kent praktisch geen kontante verkoop. Men betaalt op 1 november en 1 maart. De veiling heeft hier een belangrijke taak op zich genomen. Van alle, via haar bemiddeling afgesloten transacties Veiling of In- en Verkoopbureau, incas seert zij op de gestelde valuta-datum de penningen bij de kopers en moet zij zorgdragen dat die voor, of uiterlijk op de 15e van die maand weer aan de kwekers worden uitbetaald. De kwekers dragen overigens gezamenlijk, ponds- ponds gewijze, het risico van wanbetaling. Eenmaal, in 1940, is het voorgekomen dat niet meer dan 85 kon worden uitbetaald. De U.S.A. was dicht gegaan! Later kon toch weer alles tot 100 aangezuiverd worden. Verder wordt alle administratie, die met de trans acties samenhangt te Lisse verricht. Hiervoor zijn dagelijks 40 medewerkers en medewerksters plus een computer in de weer. Een kweker, die al zijn produk- ten via de Hobaho verkoopt behoeft praktisch zelf geen administratie te voeren en krijgt op tijd zijn geld! „APART VAK" TVE bloembollenteelt en -handel is een „apart" vak doordat de werkzaamheden bijzonder arbeids intensief zijn en enkele specifieke nadelen heeft. Het bolprodukt is zeer teer en wordt door stoot of val bijzonder gauw beschadigd; er zijn vakmensen nodig voor de diverse werk zaamheden; niet iedereen kan „ziekzoeken" te velde. Niet iedereen heeft voldoende vakkennis om in handel of in exportschuren de kwaliteit vaa een partij te beoordelen. Daar zijn „vaste vakmensen" voor nodig. Deze categorie vergrijst, men haalt geen hoog maatschappelijk aanzien met werken „op de tuin"; het produceert een seizoenprodukt. Er is bij lange na geen bezetting van de vaste kostenelementen over het gehele jaar; een vrij aparte bedijfstak, met een zeer grote varia tie van produkten die allemaal aangepaste eisen stellen bij verhandeling en verwerking. Al deze elementen dragen er toe bij, dat: de bloem bollenman de kosten vrij hoog ziet oplopen, doordat nog onvoldoende te mechaniseren is en hij dus vaste mensen in dienst moet houden, wat extra duur wordt doordat er geen jaar werk is. De toeleveringsindus trieën kunnen geen grote researchprojecten opzetten alleen voor deze relatief kleine bloembollenbranche. Het fust is in de bollenhandel een groot probleem. De traditionele tenen manden zijn in feite uit de tijd. Daarbij zijn ze steeds moeilijker te krijgen daar het mandenvlechten een uitstervend vak is. Een op lossing wordt o.m. gezocht in het toepassen van papie ren zakken. Er zijn natuurlijk prima toeleveringsbedrijven voor bollenuitrustingen maar het „meedoen met de tijd" zoals b.v. profiteren van de research van computer industrieën of iets dergelijks is er niet bij. Het wach ten is dus meestal op de nooit geroemde inventiviteit van „de dorpssmid" en dan wel op de bloembollen mensen zelf. N ander specifiek aspect van de bloembollen branche is dat het als bedrijfstak een nagenoeg volledige monopolie-positie inneemt. Weliswaar heeft Japan zich in de bloembollenteelt- en afzet verdiept, Engeland en Denemarken hebben zich ook op de teelt geworpen. Deze landen hebben echter niet die positie verworven dat de branche als geheel voelbaar getrof fen lijkt. Dit geldt met name voor de hyacinten. Over al in Europa en de wereld zelfs heeft men hiermee ge- Het „groen veilen" te velde is nog steeds in de bollen teelt een gebruikelijke aktiviteit. MONOPOLIE experimenteerd. Succes is tot nu toe uitgebleven. Met de tulpen is men verder gekomen. Maar ook voor dit artikel is Nederland hét land! Voor narcissen geldt dit in veel mindere mate daar Engeland toch wel het narcissenland is. Overigens heeft Nederland vermoe delijk maar 15 van de wereldproduktie van gladio len en dat wordt wel eens vergeten! Maar wat de „grote" artikelen betreft heeft Nederland echt wel het monopolie! Deze monopoliepositie heeft echter ook zijn bezwa ren. De tijden dat het „goed" ging in het bloembollen vak zijn niet benut om die maatregelen te treffen die voor de toekomst nodig zijn. Kadervorming is na genoeg volledig verwaarloosd. Het ging allemaal goed en als je maar verstand van bollen had, kwam je al een heel eind. Men is onvoldoende beducht geweest om op andere mogelijkheden attent te zijn en de krui pende inflatie vergrootte de moeilijkheden. Omzet- vergroting en zware prijsconcurrentie waren het ant woord hierop, die echter geen oplossing voor de ge maakte beleidsfouten brachten, integendeel de na delen alleen nog verder versterkten. Door prijscon currentie dalen de winsten, blijft er minder over om tot fondsen te komen om efficiëntere verwerkings technieken te ontwikkelen. ZIJN ER OPLOSSINGEN? BIJ deze soort problemen wordt al gauw schaal vergroting en samenwerking als oplossing ge dacht om uit de moeilijkheden te geraken. 10 jaar geleden is geprobeerd een 10-tal familiebedrijven bij elkaar te brengen. Vele deskundigen hebben aan deze opzet gesleuteld. Echter is naast de bekende proble matiek van de nieuwe bestuurders ook de conclusie van de deskundigen dat ia een dergelijke fusie-con structie zoveel stille reserves bloot komen dat de be trokkenen door de fiscus ook uitgekleed worden. Toch zijn er concentratietendenzen waar te nemen. Reeds enige jaren worden we nu geconfronteerd met het verschijnsel dat de door de „race" zwakker gewor den bedrijven door de sterkeren (die er,veel zijn) worden opgekocht. Een nieuw aspect waar het einde nog niet van in zicht is. De gevolgen: kostenbesparia- gen liggen voor de hand, met meer winstmogelijk heden. „MARKETING" AOK „marketing", waardoor omzetverhoging zon- U der prijsverlaging mogelijk wordt, biedt per spectieven. De bloembol heeft aspecten die in deze tijd van meer luxe en vrije tijd, veel meer „in" zijn daa tientallen jaren geleden. Daarbij komen de aktivitei- ten van produktontwikkeling. Een praktijkvoorbeeld is spruithyacinten. Eén bedrijf is er in geslaagd van dit artikel iets te maken, dat zich duidelijk onderscheidde van de andere. In dit nog kleine marktie koaden de bloem bollenmensen, gesubsidieerde coöperaties ten spijt het niet voor elkaar krijgen de prijsbijl te begraven. Ook hier is het weer gelukt om niemand tot winst te laten behalen. Behalve dit bedrijf dan! Dit bracht het duurste pro- dukt dat de blijver bleek te zijn. Het redde het door te zoeken naar de juiste „formule" en zich te realise ren waardoor de consument kocht. De prijs deed er kennelijk minder toe (Kwaliteit blijft echter altijd een niet aflatende eis, aaders is het roofbouw). Er zijn meer pogingen aan de gang of in voorberei ding om nieuwe methoden te ontwikkelen. Methoden (Zde verder pag. 17)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 12