Granny Smith de dure bewaar appel VAN HET LANDBOUWSCHAP IN het januarinummer van een Italiaans vakblad was een interessant artikel opgenomen over de bekende zware concurrent van onze Golden Delicious: de Granny Smith. Uit dit verhaal nemen we een aan tal gegevens over, die in hoofdzaak betrekking» heb ben op de teelt in Australië. 17* &9S 104 1*7 127 119 11C *okHN 99%.. 4 I so 1» 5 I 2 6 l 6 I 5Q rr zonnebrand), dan wel een vrij warm klimaat gedu rende een groot deel van het jaar. De vruchten ont wikkelen langzaam en hebben minstens een maand langer nodig om van bloem tot vrucht uit te groeien dan andere bekende bewaarappels als b.v. Golden Delicious. De pluk kan als gevolg van het langzame rijpen echter verscheidene weken duren. De vruchten zijn aanvankelijk grasgroen, beter ge zegd olijfgroen. Tijdens het narij pen worden ze groen geel, doch het groen blijft overheersen. De appels zijn gevoelig voor scald; de bloesem is vrij gevoelig voor nachtvorst. Gunstige eigenschappen zijn: prima smaak, zeer goede houdbaarheid en zeer geschikt voor trans port over grote afstanden. LAAT VRUCHTBAAR IYE boom groeit zeer sterk en is laat vruchtbaar, later dan de meeste andere rassen. In Tasmanië heeft men de ervaring opgedaan dat de Jonathan de eerste 7 jaar ongeveer drie maal zoveel produceert als de Granny. In Australië gaven in een proef met 12- jarige bomen op MM 102 de Jonathan en Delicious beide 3 kisten per boom per jaar, tegenover de Gran ny Smith slechts 2 kisten. Men zegt dat met weinig snoeien alle bomen binnen 5 jaar vruchtbaar zijn op één uitzondering na en die uitzondering is de Granny Smith. De pluktijd van de Granny valt 2 weken na de Gol- Op de Duitse markt bracht de Franse Granny Smith najaar 1970 ruim dubbel zoveel op als de Golden Deli cious. De Granny Smith is een toevalszaailing, in de vorige eeuw gevonden door Opoe Smith in een plaats ten noorden van Sydney, dus in Australië. Sydney ligt op het Zuidelijk Halfrond op de 34e breedtegraad, klimatologisch vergelijkbaar met Zuid- Italië. Tot nu wordt het ras overwegend geteeld bin nen eng begrensde gebieden, die gekenmerkt zijn door een lange groeiperiode, o.a. Australië, Tasmanië, Nieuw-Zeeland, Z.-Afrika, Chili, Argentinië. De Granny Smith schijnt niet zozeer erg hoge tem peraturen te vragen (blad en vrucht zijn gevoelig voor sultaten verkregen. Als de bewaartemperatuur boven de 4° C. ligt, verliest de appel echter zijn groene kleur. Vooral voor export naar Europa is die groene kleur gewenst; het binnenland (Australië) geeft de voor keur aan groen-geel. KANSEN IN EUROPA? IN Frankrijk maakt de Granny Smith thans in be paalde gebieden nogal opgang, ondanks de be trekkelijk noordelijke ligging. De oppervlakte is nog beperkt en nog slechts een deel van de bomen is in produktie, doch o.a. in de Loire-vallei zijn de eerste resultaten niet onunstig. Vooral omdat de Franse Granny tot nu toe zeer hoge prijzen opbrengt, lijkt de teelt aanlokkelijk, zodat uitbreiding voor de hand ligt. In het artikel vraagt de schrijver zich af, of het ras ook in Noord-Italië (Zuid-Tirol) zal gedijen. Als het Franse klimaat geschikt is, zou het Italiaanse het toch ook moeten zijn. Hij maakt echter veel voorbehoud en wijst er met nadruk op dat in Australië de teeltomstandigheden in feite slechts over een vrij smalle strook gunstig zijn. Als het klimaat niet optimaal is, heeft dit al vlug 171 LM 104 Linrn/w* t-9. I L.4Q. I 50.10.1 17.41.1 *1 ■•iL. I H-11. I 2.9 M. Op het Zuidelijk Halfrond wordt de Granny Smith overwegend geteeld rohd de 34e breedtegraad, die aangegeven is door de onderste lijn. Door de warme golfstroom is het klimaat in Europa op dezelfde breedtegraad echter milder dan in Argentinië en Australië. den, doch men kan de appels desnoods over een pe riode van 6 weken oogsten. Aanbevolen wordt 23 maai door te plukken en daarbij telkens de grootste vruchten van de boom te halen. De appel leent zich prima voor bewaring in CA- cellen, waarbij wel opgegeven wordt: 2Vz koolzuur gas en een temperatuur van 0 tot Vz° C. Ook met bewaring in „gewone" koelhuizen worden goede re- Op de Duitse markt in de winter ligt Granny Smith op ca. 250 lire/kg ver boven de noteringen van de Franse Golden en de Italiaanse Cox. invloed op de produktie en de kwaliteit van de appels. Zolang het ras in Europa op kleine schaal wordt ge teeld, zal de prijs veel goed kunnen maken. Als de produktie sterk toeneemt zullen de teeltomstandig heden waarschijnlijk beslissend worden voor het al of niet rendabel zijn van de Granny Smith. Voor Nederland lijken de kansen voor de Granny ongunstig. Het telen van een ras dat nog belangrijk later dan de Golden rijpt, is wel erg riskant. Afgezien nog van het nadeel van onze vaak koele zomers. A. v. O. DE TOMATEN- EN KOMKOMMERINVOER UIT OOSTBLOKLANDEN De kwestie van de invoer van goedkope tomaten en komkommers uit de Oostbloklanden in de E.E.G., speciaal in West-Duitsland, zal van Nederlandse kant zo spoedig mogelijk in Brussel aan de orde worden gesteld. Het Landbouwschap heeft deze toezegging van minister Lardinois gekregen in de laatste maan delijkse bespreking die het voor de verkiezingen met de bewindsman hield. Het Landbouwschap vroeg ook verbetering van de regelingen, die ten doel hebben voor de Nederlandse glastuinbouw de gevolgen van de hoge oliepryzen te verzachten en de overschake ling op aardgas te bevorderen. De minister wilde ech ter het komende kabinet niet binden met verder gaande faciliteiten op dit gebied. Over de kwestie van de Oosteuropese invoer is donderdag ook gesproken in de bestuursvergadering van het produktschap voor groenten en fruit. Dit schap zal de minister vragen stappen te ondernemen om te komen tot contingentering van de invoer van Bulgaarse en Roemeense komkommers en tomaten in de E.E.G. Romano-Import N.V. te Vlaardingen, die Roemeen se kasgroenten in Nederland importeert, heeft ge reageerd op uitlatingen die de voorzitter van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen, de heer M. Prins, eind maart in de algemene vergadering heeft gedaan. De heer Prins noemde de invoer van buiten de E.E.G., met name die uit Oostbloklanden, een dode lijk gevaar omdat ze ons hele prijspeil mee omlaag sleurt. Romano-Import zegt nu dat Nederlandse kastoma- ten gedurende vele jaren van april tot oktober aan de markt waren, reden waarom de Roemeense toma- tencultuur zich heeft ingesteld op produktie en afzet in het laatste kwartaal en het vroege voorjaar. In 1970 echter zijn ook Nederlandse telers tomaten gaan planten voor oogst tot eind november, begin decem ber. Ze deden dat ter compensatie van verminderde ontvangsten in voorgaande maanden, veroorzaakt door het weer, de Britse havenstaking en de concur rentie van goedkoop fruit. Ook de opbrengst van die november- en decemberoogsten bleef beneden de kostprys. Op 19 december was alweer een groot areaal uitgezet; de prijzen zijn momenteel nog goed, maar de tendens naar overproduktie houdt aan. Dit alles zo vindt Romano-Import N.V., heeft niets uit te staan met een dodelijk gevaar dat uit Roemenië zou dreigen. (Vervolg van pagina 5.) lang door het Landbouwschap gevraagd, jarenlang door Nederlandse minister van landbouw afgewezen, nu te langen leste door minister Lardinois aanvaard, heeft het schap nog een nota van zes-jaar geleden liggen. Maar zonder oude en nieuwe documenten te repro duceren resp. produceren kon men het in deze ver gadering alvast eens worden over een concreet ver zoek aan de minister van landbouw: voor glastuin ders die van oliestook op aardgas overschakelen wil men graag een zodanige rentesubsidie dat de man .zelf nog slechts het door de EEG-ministerraad vastgestelde minimum van 'drie procent rente hoeft te betalen. De hoofdafdeling tuinbouw van het schap ging er mee akkoord, hoewel ze eigenlijk voor deze tuinders een renteloos krediet had voorgesteld juist op de ■dag waarop de EEG-ministerraad daar door zijn be sluit inzake het minimum aan eigen rente een stokje voor stak. Wat meer duidelijkheid zou het bestuur graag wii- len hebben over het besluit van de EEG-ministerraad, de financiële steun in de vorm van rentesubsidie be zien in samenhang met de produktiedoeleinden van de gemeenschap. .Volgens een persbericht van het Ne derlandse ministerie van landbouw houdt dit in dat aan sectoren waar overproduktie heerst of dreigt geen of minder steun zal worden verleend. Als voorbeelden noemt dit persbericht de fruitteelt een de pluimvee houderij. Men was beducht voor een zodanige uitleg, dat ook de hele veehouderij niets aan deze vorm van steun zal hebben. Bezwaren had men uit de verga dering als door de selectiviteit van het steunbeleid maatregelen, die nodig zijn voor de verbetering van de landbouwstructuur achterwege zouden blijven. De vrees werd uitgesproken dat „gezien het huidige be leid", de rentesubsidies wel eens aanzienlijk beneden het door de EEG-ministerraad toegestane maximum van vijf procent zouden kunnen blijven. Voor het scheppen van bedrijven met concurrentiekracht is meer nodig. Een niet te schriele regeling zowel voor de rentesubsidies als op andere structuurmaatregelen is noodzakelijk. HEFFINGSVERORDENINGEN LANDBOUWSCHAP GEWIJZIGD IN deze vergadering werd de verordening algemene heffing en opcenten 1971 vastgesteld die op enke le puntert afwijkt van de algemene heffingsverorde- ningen die de laatste jaren van kracht waren. De basisheffing voor grondgebruik is thans vast gesteld op 6,in plaats van 5,De heffing van 5,was sinds 1965 niet gewijzigd. De minimum heffing is opgetrokken van 12,50 naar 20,De heffing voor grondgebruik is uitgesteld met cham pignonteelt 8,per 100 m-) en de algemene hef fing naar grondslag veebezetting is uitgebreid met een heffing op mestkalveren (gelijk aan de heffing op varkens ƒ0,35 per stuk). De contributieaftrek voor leden van organisaties is ongewijzigd gehandhaafd ge bleven. Een nieuw aspect van le verordening zijn de opcen ten die ten dele de tot nu toe geldende bestemmings heffingen vervangen. Deze opcenten dienen ter finan ciering van aktiviteiten die tot op heden uit de af zonderlijke bestemmingsheffingen en uit de algemene middelen werden voldaan, o.a. bestrijding aardappel- moeheid, uitvoering k.i. bij dieren, pluimveeziekten- bestrijding, proefstations op het gebied van akker bouw, rundveehouderij en tuinbouw. De tot nu toe bestaande vrijstelling van heffing voor 30 varkens en/of 1250 stuks pluimvee is thans vervallen, doordat de minimum-heffing verhoogd is tot f 20, NIEUWE PERSCHEF LANDBOUWSCHAP FT hoofd van de afdeling Pers en Voorlichting is benoemd de heer drs. J. W. Mares. De heer Mares is 35 jaar en was na zijn economie-studie te Tilburg verbonden aan de Limburgse Land- en Tuin- bouwbond te Roermond als hoofd van de coöperatie- dienst. Sinds 1969 is hij bij de Katholieke Nederlandse Boeren en Tuindersbond te Den Haag werkzaam als hoofd kadervorming en als redacteur van het week blad „Boer en Tuinder". De heer Mares is opvolger van de heer drs. C. van der Sluys, die met ingang van 1 mei zal worden opgenomen in de directie van de Coöperatieve Melkproduktenbedrijven DOMO - Dedum te Beilen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 7