Leidingstraten wederom
besproken in vergadering
gewestelijke raad
voor Noord-Brabant
W. Goeman
Zilveren jubileum
b[j gewestelijke raad
voor Zeeland
|N een bespreking met vertegenwoordigers van het
Ministerie Verkeer en Waterstaat en Ministerie
van Landbouw en de Commissie van Overleg inzake lei
dingstraten van de Gewestelijke Raad voor Noord-Bra
bant van het Landbouwschap is duidelijk gebleken dat
ondanks de bezwaren vanuit de landbouw de overheid
toch voornemens is de gronden voor de gehele leiding
straat aan te kopen. Verder kwam bij dit gesprek naar
voren dat bij de voorbereiding van de Nutswet Leiding-
straten ervan uitgegaan is dat over het tracé op provin
ciaal niveau met de georganiseerde landbouw overleg
gepleegd zou zijn. Dat is echter vóór de ter visielegging
niet het geval geweest. Een en ander was voor de Com
missie van Overleg (waarin de vertegenwoordigers van
de plaatselijke afdelingen van de Standsorganisaties
zitting hebben) aanleiding de gehele problematiek van de
leidingstraten nogmaals aan het bestuur van de Geweste
lijke Raad Noord-Brabant voor te leggen.
Twee belangrijke aspecten kwamen daarbij in het bij
zonder en uitvoerig aan de orde n.l. de tracering en de
■Wijze waarop de nodige rechten verkregen worden voor
de realisering. Ten aanzien van het tracé is in de „lei-
dingstratenwet" aangegeven dat deze loopt van Rotter
dam naar de Moerdijk en vervolgens gesplitst wordit in
een westelijk tracé voor de leidingen naar Zeeland en in
een oostelijk tracé dat bij de Belgische grens gesplitst
kan worden in een tracé naar Antwerpen en één naar
Zeeland. De S.B.L. zo is tevens gebleken heeft reeds de
opdracht, aanvaard om met het georganiseerde bedrijfs
leven te onderhandelen over grondprijzen en verdere
vergoedingen en voorzieningen in verband met de inrich
ting van leidingstraten. Het overlegorgaan zal hierover op
korte termijn met de feitelijke belanghebbenden, zodra
deze bekend zijn, nader kontakt opnemen.
De Raad besloot overigens dat een nota opgesteld zal
worden waarin nogmaals duidelijk de bezwaren van de
zijde van de landbouw tegen de eigendomsverwerving
van de leidingstraatgronden naar voren worden gebracht.
Dit ter ondersteuning van in te dienen bezwaarschriften
en ten einde het landbouwstandpunt, waar nodig, nog-<
maals naar voren te brengen.
VERBETERING CHAAMSE BEEK
De verbetering van de Chaamse Beek leek niet moge
lijk te worden daar door deze verbetering bepaalde na
tuurgebieden aangetast zouden worden. Besprekingen
met Staatsbosbeheer, C.TD. en het bestuur van het
Waterschap „De Boven Mark" hebben ertoe geleid dat
men er in is geslaagd in grote lijn toch bepaalde gedach
ten ten aanzien van de voorgenomen verbetering te kun
nen ontwikkelen. Daardoor zou de waterhuishouding
voor nagenoeg het gehele betrokken landbouwgebied
verbeterd kunnen worden zonder dat er van aantasting
van het natuurgebied sprake is.
BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED
NOORD-WEST 1970 HELVOIRT
Het door de P-P.D. Noord-Brabant opgestelde bestem
mingsplan betreffende het deel van het buitengebied
van de gemeente Heilvoirt heeft als belangrijkste reden
het tegengaan van ongewenste „snipperverkaveling".
Het plan houdt ook een aantal voor de landbouw onge
wenste beperkingen in, vooral met betrekking tot het op
lichten van gebouwen met of zonder bedrijfswoning en
2de bedrijfswoning. Dit bestemmingsplan ligt ter inzage
en bezwaren kunnen worden ingediend. De Raad heeft
hiervan gebruik gemaakt en in een uitvoerig 'bezwaar
schrift een aantal bezwaren tegen dit plan kenbaar ge
maakt.
RECREATIEMOGELIJKHEDEN OP DE BOERDERU
Besprekingen zijn gevoerd met de V.V.V. West-Bra
bant en de Provinciale V.V.V. en de landbouwkundige
van de Provinciale Planologische Dienst om de recreatie-"
mogelijkheden op de boerderij te onderzoeken. Het
recreatieve verblijf op een boerderij kan bijdragen tot
beter begrip van het agrarische bedrijf en kan een kleine
bijverdienste betekenen voor de boer. De mogelijkheden
kunnen bestaan in een verblijf in een gedeelte van de
woning en/of de bedrijfsgebouwen en/of in enkele cara:
vans of tenten op het erf. Momenteel verzetten zich de
wettelijke bepalingen en gemeentelijke verordeningen
zich vooral tegen het plaatsen van caravans of tenten op
boerenerven. De Raad besloot stappen te ondernemen om
onder bepaalde voorwaarden dit wel mogelijk te maken.
VERREGENING DRIJFMEST
De Raad had aan de Algemene Technische Commissie
van het Landbouwschap voorgesteld om in Noord-Bra
bant een demonstratie van het verregenen van drijfmest
te organiseren.
De Algemene Technische Commissie was echter van
mening dat deze suggestie zich niet leende voor een lan
delijk erkende demonstratie. Mogelijk zou dit wel het
geval zijn voor een voorlichtingsdemonstratie op regio
naal niveau. De Raad zal hierover contact opnemen met
de Provinciale Raad voor Bedrijfsontwikkeling in Noord-
Brabant.
riEZER DAGEN was het 25 jaar geleden, dat de heer
W. Goeman in dienst trad bij de Stichting voor de
Landbouw, de voorganger van het Landbouwschap.
Als adjunct-secretaris begonnen, werd hij op 1 decem
ber 1956 benoemd tot secretaris.
In de op 8 april j.l. gehouden vergadering van de
Gewestelijke Raad werd aan dit jubileum aandacht
besteed, terwijl na de officiële vergadering dit feit
werd herdacht middels een diner in hotel „De Koren
beurs" te Goes. Aan dit diner zaten naast de heer
Goeman en zijn gezin en de leden van de Gewestelijke
Raad onder meer bestuursleden in functie bij de op
richting van de Stichting voor de Landbouw, oud
voorzitters en oud-secretarissen aan. Tijdens de ver
gadering werd de jubilaris toegesproken door de voor
zitter van de Gewestelijke Raad, ir J. Prins, en door
ir H. H. Smeenk, algemeen secretaris van het Land
bouwschap.
T\E heer Prins schetste daarbij de heer Goeman als
een persoon die er in geslaagd is een goede ver
standhouding op te bouwen met de zes samenwerken
de doch op zich verschillend georiënteerd zijnde orga
nisaties, en als iemand die daarbij een essentiële func
tie vervulde en nog vervult, in de contacten naar bui
ten. „Als persoon gerespecteerd, bent u er in geslaagd
voor de Gewestelijke Raad contacten te leggen, in
spraak en overlegmogelijkheden te verkrijgen met di
verse instanties in de provincie, zoals het Provinciaal
Bestuur, gemeentebesturen, rijks- en provinciale wa
terstaat, alsmede met de eigen agrarische instellin
gen. En wanneer u op pad gaat, komt u veelal met
redelijke resultaten terug", aldus de heer Prins. Ook
voor de wijze waarop de jubilaris de contacten naar
binnen, naar de organisaties en haar leden, gestalte
heeft gegeven werd hem lof toegezwaaid. Spreker
kenschetste de heer Goeman als een „secretaris op
maai, in alle opzichten" en zegde hem dank voor al
het werk dat hij tot nu toe voor de georganiseerde
landbouw heeft verricht.
Foto P.Z.C.
TXE heer Smeenk, sprekend namens het dagelijks
bestuur van het Landbouwschap en het landelijk
secretariaat, feliciteerde de heer Goeman met dit 25-
jarig jubileum, daarbij waardering uitsprekend voor
de wijze waarop hij gedurende deze jaren zijn werk
heeft verricht. Evenals later tijdens het diner deed hij
dit op humoristische wijze. De waardering werd on
derstreept middels een enveloppe met inhoud namens
het dagelijks bestuur en een passend cadeau namens
het secretariaat.
rpiJDENS het hieropvólgend diner memoreerde dè
-*• heer Prins enkele punten uit de vele werkzaam
heden van de heer Goeman in de afgelopen 25 jaar.
Zo was er in 1947 het bezoek van de minister van
Landbouw aan Zeeland, bij welke gelegenheid hem
enige zaken onder de aandacht werden gebracht, dite
dringend om verbetering vroegen. In het jaarverslag
waarin van dit bezoek melding wordt gemaakt, wordt
opgemerkt, dat de Minister Mansholt geen toe
zeggingen kon doen. Er is wat dat betreft kennelijk'
weinig veranderd!
Ook niet voor wat het Land van Saeftinge aangaat,
want in het jaarverslag van 1962 werd aangetekend,
dat Gedeputeerde Staten een commissie hadden inge
steld, die de problemen rondom de mogelijke inpolde
ring van het Land van Saeftinge moest bestuderen.
Thans wordt, zij met andere bedoelingen, nog steeds
over het Land van Saeftinge gesproken! Ook uit de
beginperiode diepte de heer Prins nog enkele punten
op waarmede de heer Goeman zich in zijn werk had
moeten bemoeien. Na nogmaals namens de Raad zijn
waardering te hebben uitgesproken voor de wijze
waarop de jubilaris zijn werk altijd heeft verricht, be
trok hij ook mevrouw Goeman in deze hulde en bood
haar een boeket bloemen aan.
AM ENS het georganiseerde agrarische bedrijf s-
leven in Zeeland sprak de heer G. J. de Jager.
Deze noemde de jubilaris, mede gelet op de gebruike
lijke wisseling van voorzitters in de Gewestelijke
Raad „het stabiliserend element in de Stichting voor
de Landbouw en het Landbouwschap".
In de lof die hij de heer Goeman toezwaaide, wilde
hij ook mevrouw Goeman betrekken. Immers in al die
jaren is zij haar man tot steun geweest in diens druk
bezette werkkring. Nadat ook de heer De Jager enkele
oude voorvallen had opgehaald bood hij de jubilaris
namens de georganiseerde landbouw, de leden van
de Gewestelijke Raad en het personeel een tuinameu-
blement aan, daarbij de hoop uitsprekend, dat de zon
die nu eenmaal nodig is om van dergelijke gebruiks
voorwerpen te kunnen genieten, ook tijdens de ver
dere werkzaamheden van de heer Goeman zal blijven
schijnen.
De plv. voorzitter van de Raad, de heer P. Min-
naard, sprekend namens de werknemersorganisaties,
schetste de heer Goeman als een onpartijdig persoon
die de beide partijen, werkgevers en werknemers,
nauw naar elkaar heeft doen toegroeien.
De heer ir C. S. Knottnerus, voorzitter van 't Land
bouwschap, wees ook op de goede verstandhouding
die er in Zeeland tiLSsen de verschillende organisaties
is opgebouwd. Een verstandhouding waartoe de heer
Goeman het zijne heeft bijgedragen, hetgeen tot ge
volg heeft, dat Zeeland „Den Haag" alleen maar hoeft
in te schakelen voor werkelijke problemen.
Als oud-bestuurslid voerde de heer C. de Putter het
woord. Ook deze sprak lovende woorden aan het adres
van de jubilaris en kenschetste hem als een tevreden
man, die zijn werk immer ambitieus heeft uitgevoerd.
Ir J. D. Dorst, oud-secretaris van de Stichting voor
de Landbouw, memoreerde hoe de heer Goeman via
het Bureau Voedselvoorziening in dit werk was te
rechtgekomen. De samenwerking is gedurende al die
jaren zeer prettig geweest, zo concludeerde de heer
Dorst. Als aandenken bood hij de heer Goeman een
boekwerk aan.
Ook ir M. AGeuze, oud-voorzitter van de Geweste
lijke Raad, bood de jubilaris een boek aan. In zijn
toesptaak noemde hij de heer Goeman „een man waar
je van op aan kunt", een secretaris die snelheid en
accuratesse paart aan sociale bewogenheid".
In zijn dankwoord zowel tijdens de vergadering als
tot besluit van het sfeervol verlopen diner zegde de
jubilaris niet alleen dank voor de ontvangen geschen
ken, waaronder tal van bloemstukken, maar bena
drukte hij zijn dankbaarheid voor het aan hem en zijn
familie aangeboden diner, waarbij hij zoveel oude be
kenden heeft mogen begroeten. De heer Goeman
meende, dat het feit, dat hij zijn werk heeft kunnen
doen zoals het gedaan is, grotendeels te danken is aan
de mate vau vrijheid en zelfstandigheid die hem door
de respectieve voorzitters, zowel als door „Den Haag
is en wordt geschonken en door de van de bestuurs
leden ondervonden medewerking. Zich in het bijzon
der wendend tot zijn eerste chefs sprak hij zijn dank
uit voor de van hen ontvangen vorming en steun.