«SfiSS* -»S?S7.K'- 9 Het woonhuis aan de voorzijde. De eindgevel van het woonhuis, met rechts het aangebouwde gedeelte. 9. Links van Noordwelle de gebouwen van f eiland". Vys S7 Sy.S S" S, -I iiS JJJ its.ttz jVffM mKBÊÊÊBm iide „Kaarteboek" van 1830. .chterzijde van een gedeelte der woning van de schuur. partij, aan één zijde aanwezig, de boerderij extra aantrek kelijk. Een klein boscomplex, aansluitend aan tuin en boomgaard, droeg in vroeger dagen zeker ook bij tot het verkrijgen van een landbouwbedrijf van allure. Tot de ge bouwen behoolrden toen ook nog enkele arbeidershuisjes en een aparte woning, die in een zekere periode door de pachter werd bewoond. Deze huizen zijn thans verdwenen; ook het bos en de gracht bestaan niet meer. De watersnood van 1953 en de daarop gevolgde herverkaveling hebben hiertoe het hunne bijgedragen. Het gehele bedrijf was ge ruime tijd overgeleverd aan eb en vloed, waardoor de ge bouwen en landerijen grote schade opliepen. DE EIGENAARS EN BEWONERS DEEDS in de 13e eeuw schijnt er sprake te zijn van de heren van Welland. Aanvankelijk zijn de gegevens vaag, doch vóór 1299 verkoopt dan graai Jan van Holland het huis (kasteel) in Noordwelland aan Willem Clauwaerde en ging later op diens zoon over. Het is niet onwaarschijn lijk dat bijgebouwen van het slot voor landbouwdoeleinden werden gebruikt en dat in rustige tijden het landbouwbe drijf deel uitmaakte van het slot en de directe omgeving. Volgens Smallegange's Cronyk van 1696 was Hugo van Tuyll tot 1448 de eerste heer van Welland en bleven de Van Tuyll's dat geslachten lang en was Godart Willem van Tuyll van Serooskerke, heer van Welland, enz. dat tot in het laatst der 17e eeuw. Het slot Welland was toen reeds lang ten onder gegaan, doch de heerlijkheid Welland bleef ook daarna in het bezit der Van Tuyll's. In het begin der 18e eeuw was het geslacht De Vos van Steenwijk door huwelijk verwant geraakt aan dat der Van Tuyll's. Op 9 februari 1708 was n.l. J. A. de Vos van Steen- wiJlC geboren 7 april 1684, gehuwd met Susanna Eleonora van Tuyll van Serooskerke, dochter van Godart Willem van Tuyll van Serooskerke, heer van Welland, Serooskerke, enz. Eerstgenoemde overleed reeds op 2 juli 1713 en liet als zoon na Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk, geboren 30 november 1713. Deze trouwde op 11 februari 1743 met Geert raid Agnes van Isselmuden, uit welk huwelijk gebo ren werd Joan Arend de Vos van Steenwijk op 26 maart 1746. Via eerstgenoemd huwelijk verkreeg deze laatste de titel van heer van Welland, hetgeen dus ook inhield dat hij eigenaar van de boerderij Welland werd. De hofstede bleef in het bezit van deze familie tot omstreeks 1819. DE AMBACHTSHEREN VAN WELLAND TOEN de hofstede eigendom was van de ambachtsheren van Welland, werd deze niet door henzelf bewoond. De landbouwer, die er het bedrijf voerde, deed dit niet als pachter, dooh meer als zetboer of zaakwaarnemer. Hij kwam als zodanig ook in de veldboeken voor. Het oudste veldboek van Noordwelle, dat van 1599, was wat dit betreft wat onduidelijk, doch in 1676 is het Jan Wisse, die op Welland boert. Eigenaar is dan Jonkheer Go dart Willem van Tuyll. In 1753 is de heer van Welland nog steeds eigenaar en Adriaan Janse de boer die er woont. In 1801 wordt de hofstede bewoond door Iman Pieterse Natte. Hij volgde zeer waarschijnlijk zijn voorganger op in 1774 en bleef er in elk geval wonen tot 1801, mogelijk nog en kele jaren langer. In de kohieren der belastingen van die tijd, o.a. betr. het familiegeld en het zoutgeld, komen we hem in verschillen de jaren tegen. Hij was in 1783 schepen van Noordwelle en wordt als zodanig ook genoemd in 1786, 1788 en 17921793, terwijl hij schout van die ambachtsheerlijkheid was in 1790. Op een lijst van voorradige gedorste gerst stagrt hij in 1794 met 60 zakken genoteerd, terwijl hij in 1789 10 geme ten en 160 roeden tarwe had gezaaid. De opbrengst daar van moest bij de overheid worden ingeleverd. Voor de paar den der Franse troepen leverde hij in 1795 2 zakken gerst, hetgeen ook vele andere landbouwers te beurt viel. DE HOOGENBOOMS IjBT veldboek van 1808 noemt in het Burgbevang 3 hof- steden, die er van ouds in gelegen waren. Eén ervan behoorde na 1801 aan Jan Janse Hoogenboom, een tweede was eigendom van Willem Hoogenboom, terwijl de derde de hoeve Welland was, die toen bewoond werd door de schout Stoffel de Bruine. In 1815 was de situatie nog dezelf de en wat later was Jan de Bruine (vermoedelijk zoon van Stoffel) boer op Welland. Wie in de wat oudere archieven van de ambachtsheerlijk heid Welland (Noord- en Zuidwelle) speurt, komt vooral in de 18e eeuw vele leden van het geslacht Hoogenboom tegen, die niet alleen belangrijke functies in de gemeen schap bekleden, doch ook tot de meest gegoeden in de om geving behoren. De hoeve Welland behoort dan niet tot hun bezittingen, daar deze nog eigendom van de adel is. Toch willen we enkele van hen noemen, daar de latere eigenaars daarvan tot hun afstammelingen behoren. Zo was Jakob Hoogenboom in 1715 schout van Welland. In 1768 was er sprake van een door Neeltje Hoogenboom (gehuwd met Jan Stoffels© Buurman en daarna met Jan Jouke) nagelaten hofstede van 65 gemeten in het Burgbe vang. Dit betrof niet de hoeve „Welland". SCHEPEN EN SCHOUT VAN WELLAND MARINUS Hoogenboom was in 1765 reeds schepen van Welland. Op 13 mei 1773 verkreeg hij van de heer van Welland, Godart Baron van Tuyll van Serooskerke de aanstelling tot schout. In dat zelfde jaar naast hij de reeds verkochte hofstede van zijn overleden broer Jakob Hoogen boom (schepen van Welland) ten behoeve van diens kinde ren. Deze hoeve lag eveneens in het Buirgbevang en was groot ca. 63 gemet. Het is niet geheel duidelijk of het hier al of niet om dezelfde hofstede ging. Genoemde Marinus Hoogenboom bezat of verkreeg in oktober 1775 een hofstede onder Noordwelle, groot 238 ge- met, getaxeerd op een waarde van 4.050,Verdere be zittingen betroffen enkele huizen in het dorp, aandelen in de meestoof, in een oesterput en in een vishoeker (vissers vaartuig). Verder voorraden meekrap, vee, meubilair en uit staande gelden. Het totale bedrag van zijn bezittingen be droeg 27.048,77 of ca. 162.500,hetgeen voor die tijd een enorme som was. Bij zijn overlijden in 1785, toen zijn vrouw Elizabeth Daalbout reeds niet meer leefde, werd een gedeelte van zijn bezittingen toegewezen aan de kinderen en kindskinderen van zijn broers Pieter en Jacob Hoogenboom en zijn zus ters Elizabeth, Neeltje en Maatje Hoogenboom. Dit betrof o.a. een hofstede onder Noordwelle, groot ca. 88 gemet en een huis en schuur in het dorp. In 1798 werd Willem Hoogenboom eigenaar van een hof stede, genaamd „Dorpzigt", gelegen onder Noordwelle en groot ruim 134 gemet, zulks door aankoop van Vrouwe Isabella Cornelia van den Houte. Gronden ter grootte van 30 gemet lagen daarvan in het 8e (Burg) bevang. AANKOOP IN 1819 1VE hofstede „Welland" komt dan omstreeks .1819 in het bezit van een Hoogenboom. Dit is Bartel Hoogenboom, die de koop sluit in combinatie met B. Locker. Deze Bartel Hoogenboom vonden we reeds in 1774 vermeld als betaler van het zgn. familiegeld. In 1789 was hij schout van Noord welle en vele jaren, tot zijn dood in mei 1823, was hij heem raad van het Westervierendeel van Schouwen. Na hem werd toen in zijn plaats benoemd J. Hoogenboom Marszn. Hij was, zoals verschillende leden van zijn geslacht vóór hem, schout van Noordwelle en heer van Welland. Hij overleed op 7 juni 1838. Het is wel zeker dat hij op „Welland" woonde, doch of zijn vader, Marinus Hoogen boom, daar eveneens tussen 1819 en 1838 gedurende be paalde jaren verbleef is niet vastgesteld kunnen worden. Na het overlijden van Jacob in 1838, werd de totale waar de van de hoeve getaxeerd op ruim 122.000,Volgens de gegevens van het kadaster ging het bedrijf met 87 ha over op Willem Hoogenboom, zoon van Jacob Hoogenboom en Locker. Willem Hoogenboom overleed, 72 jaar oud, op 25 februari 1849 en zijn vrouw, Katalina Hoogenboom op 16 december 1853. In 1911 weer terug in familie Hoogenboom. IYAARNA ging het bezit over op hun dochter, nl. Johan- na Cornelia Hoogenboom, die gehuwd was Jakob Hoo genboom Mzn. Tussen 1895 en 1902 is, vermoedelijk wegens het ontbreken van een mannelijke opvolger, de hofstede verkocht. Ze kwam in eigendom van de famlie Schalkwijk, waarna als pachter optrad de heer T. J. Voorbeitel. Ge noemd wordt als eigenaresse mej. Lena Schalkwijk. Uit de boedel van die familie kocht Pieter Hoogenboom in 1911 de hofstede en bestemde deze voor zijn zoon Bartel, die er in 1912, toen zijn vader overleed, over kon beschik ken. Later kwam „Welland" aan diens zoon, P. Hoogen boom. Na diens overlijden in 1956, werd het bedrijf door zijn weduwe, mevr. HoogenboomDalebout voortgezet, thans bijgestaan door haar beide zoons B. en J. Hoogen boom. Nisse, maart 1971.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9