Oude boerde
in Zeeland
DE HOFSTEDE „WELLAND"
te
Noordwelle (Schouwen)
8
den daar de heren van Welland, gezeteld zijn geweest.
Het „huis Welland" moet reeds vrij vroeg in verval ge
raakt zijn, daar Smallegange in zijn Cronyk van Zeeland
op blz. 692 schrijft, dat toen (1696) nog slechts enige fun
damenten van het slot te vinden waren. Hoewel geen na
dere bijzonderheden omtrent dit kasteel bekend zijn, valt
er toch niet aan te twijfelen, dat het lag op of dichtbij de
plaats waar nu de boerderij Welland ligt.
Funderingen van het bouwwerk zijn niet bekend. Er is
echter nooit daarop gericht graafwerk ondernomen. Op de
eigenaars, c.q. bewoners in de middeleeuwen komen we
hierna nog kort terug.
DE OUDE KAARTEN
IIET vroegere bestaan van de hofstede kan aan de hand
van enkele oude kaarten worden vastgesteld. De be
kende kaart van D. W. C. en A. Hattinga uit 1752 geeft de
ligging duidelijk aan, vlak ten westen van het dorp Noord
welle. Een andere kaart, waarvan wordt aangenomen dat
ze uit 1540 is, of althans de toestand in dat jaar weergeeft,
is afkomstig uit de nalatenschap van Mr. A. Hofferus, rent
meester-generaal beoosten Schelde in 1627. Hij wordt ge
noemd door Smallegange op blz. 321 van zijn Cronyk. Van
die kaart is een copie opgenomen naast blz. 137 van „Schou
wen voor 1600" door Mr A. J. F. Fokker.
Op deze kaart is juist ten westen van Noordwelle gete
kend de molen, de berg (vluchtberg), een groot bouwwerk
en twee kleinere behuizingen. De ligging der gebouwen is
vrij nauwkeurig die van de huidige hofstede. Of toen (in
1540) het slot nog intact was in onbekend, doch naar de
tekening te oordelen, is dat niet onmogelijk. De kleinere
gebouwen zouden de hoeve kunnen voorstellen.
Ander interessant kaartmateriaal is dan wel het zgn.
„Kaarteboek van het Koorn- en Weiland" getekend door
J. Bakker voor Jakob Hoogenboom Mzn. Dit boek be-
hoekig op het woonhuis gebouwde vleugel bestaat uit oude
gele Ysselsteen en inwendig is, zowel beneden als op de
zolder, aan de constructie van zolderbalken en dak te zien,
dat oude materialen zijn gebruikt. Deze zijn aanmerkelijk
lichter van constructie dan van het oorspronkelijke woon
huis. De zolderbalken van dit laatste, die in gang en ka
mers te zien zijn, zijn zwaar. De houtsoort is niet vast te
stellen door de aangebrachte verflaag. Midden over de zol
der ligt in de lengterichting van het huis een zeer zware
balk, die een rol speelt bij de dakconstructie. Ook hier moe
ten veranderingen zijn aangebracht in de loop der eeuwen,
doch op welke wijze is niet na te gaan.
De afmetingen van genoemde balk en de gedeeltelijk wat
vermolmde toestand duiden op een hoge ouderdom ver
moedelijk le helft 17e eeuw hetgeen ook gezegd kan
worden van een enkele blauwe tegel, die nog aanwezig is.
Door inwendige wijzigingen zijn echter geen tegelwanden
of gedeelten daarvan overgebleven.
Vanuit de genoemde gang zijn drie kelders onder het huis
bereikbaar. Eén ervan, waarin de oorspronkelijke trap-
ingang nog aanwezig is, wordt gebruikt voor levensmidde
len, e.d. Een tweede kelder ligt daarnaast, onder de opka
mer en vroeger waarschijnlijk als wijnkelder in gebruik,
doet nu geen dienst meer. Aan de overzijde van de gang
ligt dan nog een kelder die is afgesloten en eveneei* bui
ten gebruik is.
In de eerstgenoemde kelder bestaan vloer en traptreden
uit oude rode plavuizen. Voor het buitenaanzicht van het
woonhuis wordt verwezen naar de tussen de tekst geplaat
ste foto's.
De totaalaanblik van bedrijfsgebouwen, woning en direc
te omgeving heeft sedert de vorige eeuw nogal wat veran
deringen ondergaan. Enkele schilderstukken, in het bezit
van de huidige bewoners, geven van de vroegere toestand
een beeld, waarbij vooral opvalt dat toen hoog opgaand
geboomte het geheel verfraaide. Ook maakte een water-
„Huize Welland" aan het begin van deze e
P\E geschiedenis van Schouwen gaat vele eeuwen terug
en bewoning, in het bijzonder van de hogere weste
lijke delen, is vastgesteld tot zelfs vóór het begin onzer
jaartelling. Toen de dorpen werden gevormd en het land
permanent bewoond en als bouwland kon worden gebruikt,
kwam ook een indeling tot stand, die Schouwen verdeelde
in zgn. „zesde delen". Het duingebied was daar wel in
begrepen, maar behoorde nimmer tot de Polder Schouwen,
terwijl een ander zesde deel, n.l. Zuidland, door vele waters
noodrampen, vooral in de 16e eeuw grotendeels verloren
ging-
Na 1558 sprak men om die redenen verder van vieren
delen en één daarvan was het westervierendeel, waarvan
Haamstede, Noordwelle, Zuidwelle, Koudekerke, Seroos-
kerke en een klein gedeelte van Renesse waren gelegen.
De vierendelen we*4en gevormd door de daarin liggende
ambachtsheerlijkheden, waarvan Welland er één was en
waarvan o.a. Noordwelle deel uitmaakte. De heerlijkheden
waren dan weer verdeeld in „bevangen". Noordwelle telde
er daarvan 19.
In het 8e of Burg-bevang („bevanck" in de oude veldbon
ken) ligt dan de hoeve „Welland". Dit bevang was in 1801
89 gemeten en 118 roeden groot. Het ligt aan de noord
westzijde, niet ver van het dorp.
EEN KASTEEL IN DE MIDDELEEUWEN
IN het boekje „De verdwenen kastelen van Schouwen-
Duiveland" van wijlen "P. van Beveren wordt op blz.
65 e.v. een korte geschiedenis van het slot Welland weer
gegeven. Dit zou gebouwd zijn op een wat hoger liggend
bedijkt gebied en reeds in het begin van de 13e eeuw zou-
staande uit 35 bladen is vervaardigd in het eerste kwart
der 19e eeuw. Alle toen bij de hofstede behorende percelen
zijn daarop in kaart gebracht en voorzien van de benaming,
ligging en grootte. De hofstede zelf is primitief getekend
met daaromheen plantsoen, moestuin, boomgaard en aan
sluitend een waterpartij en boscomplex (in totaal ca. 5%
gemet). Een afbeelding van één dezer kaarten uit dit oude
„Kaarteboek" van 1830 is als voorbeeld te zien op de
hierbij geplaatste foto.
DE GEBOUWEN
DEZE liggen op een flinke verhoging i» het terrein, het
geen vóór de herverkaveling van Schouwen, welke na
de ramp in 1953 plaats vond, veel duidelijker te zien was
dan thans. De landbouwschuur, die oorspronkelijk geheel
van hout was en zeker ook eertijds van een rieten dak was
voorzien, heeft door verbouwingen en voornamelijk door
gedeeltelijke vervanging der houten wanden door metsel
werk, veel van de oorspronkelijkheid verloren.
Het ruime woonhuis is met de noordgevel van de schuur
verbonden en geeft de indruk van oude datum te zijn, hoe
wel het zeker door een nog oudere woning is voorafgegaan.
De hoofdingang ligt aan de wegzijde, terwijl de gang, die
van een marmeren vloer is voorzien, het huis in de breedte
in tweeën verdeelt. Aan beide zijden van de gang liggen de
verschillende vertrekken. De gang zal oorspronkelijk aan
de achterzijde ook een toegangsdeur hebben gehad, doch
hier is, vermoedelijk in de vorige eeuw, een grondige wij
ziging aangebracht. Aan die zijde is n.l. een vleugel aange
bouwd. Volgens de bewoners heeft men hiervoor de oude
materialen steen en houtconstructies gebruikt van
een zomerwoning of bakkeet, die meer achterwaarts op het
terrein was gelegen.
Het is inderdaad zo, dat het metselwerk van deze recht-