Ervaringen met Lenacil (Venzar) in aardbeienteelt na- en voorjaar De spruitkoolteelt in nieuwe banen '23 W. J. ALOFS Consulentschap voor de Tuinbouw te 's-Hertogenbosch. Het middel lenacil kan voor de aardbeienteler belangrijk bijdragen tot het welslagen van zijn teelt. Zo als uit dit artikel blijkt is lenacil in het najaar in een dosering van 12 kg per ha veilig voor het ge was. In het voorjaar komen nogal eens moeilijkheden voor, vooralten gevolge van heersende droogte. Verder mag niet onvermeld blij ven dat men bij een eenjarige teelt geen lenacil in het voorjaar mag gebruiken, aangezien het middel dan, na het opruimen van het ge was, nog niet uit de grond verdwe nen is. De vraag rijst dan wat wel? Op bedrijven waar chloroxuron gebruikt kan worden is het pro bleem met dit middel op te lossen. Maar vele aardbeientelers zullen hierin geen oplossing zien. Voor Simazin is geen toelating verstrekt in het voorjaar. Ondanks de goede resultaten die reeds vele jaren in proeven en in de praktijk met ViV4 kg per ha in het voor jaar zijn behaald, acht de fabrikant deze toepassing te riskant. Na het planten van aardbeien kan men in de prak tijk gebruikmaken van een drietal middelen: sima zin, chloroxuron (Tenoran) en lenacil (Venzar). Deze opsomming suggereert echter ruimere keuzemoge lijkheden dan er in werkelijkheid zijn. A. J. VAN OIJEN, Consulentschap Tuinbouw 's-Hertogenbosch. De technische en economische ont wikkelingen gaan bijzonder snel. Steeds worden we gekonfronteerd met nieuwe ontwikkelingen, waar door eerder toegepaste methoden hebben afgedaan. Daarnaast onder vinden we een toenemende concur rentie op de groentemarkt vanuit andere landen. Het wordt duidelijk dat in de toekomst alleen plaats zal zijn voor goed opgezette en goed geleide bedrijven. Dit betekent ook dat de mogelijkheden van elk ge was maximaal moeten worden uit gebuit. Dat deze problematiek door dringt tot de tuinders blijkt onder meer dat een aantal spruitentelers in samenwerking met veiling en voorlichting deze teelt min of meer gezamenlijk gaan aanpakken. SPRUITKOOLTEELTKERNEN Mede naar aanleiding van een tweetal spruiten- plukdemonstraties zijn de gemoederen onder een aantal spruitentelers losgeslagen. Men heeft gezien dat het plukken voor een belangrijk gedeelte door de machine kan worden overgenomen. Tevens heeft men begrepen dat de machinale oogst alleen maar per spectieven biedt indien de teelt voor de volle 100 wordt bedreven. Om dit laatste te bereiken hebben een aantal spruitentelers in de veilinggebieden Eind hoven en Drunen zich verenigd tot de zogenaamde spruitkoolteeltkernen. Doel hiervan is allereerst een optimaal gewas spruiten te telen en vervolgens het produkt machinaal te oogsten. WERKWIJZE Uiteraard vraagt elke samenwerking een bepaalde opzet. In de genoemde veilinggebieden is men als volgt te werk gegaan. De veilingen hebben zich in principe bereid verklaard per 1215 ha spruitkool een plukmachine te financieren. Rondom zo'n machi ne hebben zich 712 telers geschaard, welke deze oppervlakte spruiten gedurende 3 jaar zullen telen. Tevens zijn zij verantwoordelijk voor alle kosten wel ke aan de machine verbonden zijn. Per kern (1215 ha) spruiten is een commissie benoemd die belast is met de begeleiding van elke groep. In totaal zijn op deze wijze in het veilinggebied Eindhoven drie en in het veilinggebied Drunen een kern gesticht. öimazin, een oeKena oegrip voor veie aaraneien- telers, mag na het planten alléén worden toegepast na een voorafgaande behandeling van de wortelpruik met houtskool; dit stuit in de praktijk echter op grote bezwaren. De veel gebruikte toepassing 6 a 8 weken na het planten is niet wettelijk toegelaten en mag dus niet worden geadviseerd, evenmin als een bespuiting op een overjarig gewas in het voorjaar, wanneer het gewas na de oogst wordt opgeruimd en nog een na- gewas wordt geteeld. Met het middel chloroxuron kan op gronden waar geen of weinig grassen voorkomen een goed resul taat worden bereikt; de toepassing is echter vrij duur in vergelijking met simazin en lenacil. Met het thans veel gebruikte lenacil is, in verband met het plaatse lijk optreden van schade, vooral het laatste jaar op meerdere plaatsen onderzoek verricht naar de invloed van het middel op het gewas. LENACIL IN HET NAJAAR In het najaar van 1969 zijn op een 7-tal bedrijven ;uri i jproef leaacil (Venzar) uajaar COMMISSIES Vanzelfsprekend is bij samenwerking van een aan tal personen een goede begeleiding noodzakelijk. Al lereerst hebben we relatief met een grote groep spruitentelers te maken die elk hun eigen mening hebben, hetgeen niet altijd past in het goede schema. Vervolgens hebben we te maken met een gewas dat zich min of meer richt naar het klimaat in dat be paalde jaar. Bijsturing zal daarom steeds een eerste vereiste zijn. Voor elke kern is dan ook een commis sie benoemd die met de algemene begeleiding belast is. Zo'n commissie bestaat uit een afgevaardigde van de telers, een adviseur van de veiling en de bedrijfs- voorlichter van dat betreffende gebied. PLANNING NOODZAKELIJK Het is vooral de machinale oogst die een vrij strak ke planning vereist om straks de machines zo eff- ciënt mogelijk te laten draaien. Gelijke zaai- en planttijden zouden tevens een gelijke oogstperiode geven waarop de capaciteit van de machine niet is ingesteld. Voor elke kern is daarom een schema op gesteld met diverse zaai- en planttijden. Bovendien is een keuze uit de verschillende hybride-rassen ge maakt.. Zo'n schema ziet er als volgt uit: zaaidatum nlantdatum oogstdatum 26 febr. 20 april sept. 1 april 25 mei okt. 1 april 25 mei nov. 15 april 5 juni dec. Natuurlijk ziin we ons bewust dat straks deze plan ning zal afwijken van de praktijk, doch met enige bijsturing moet het lukken, hetgeen zonder planning onmogelijk zou zijn. OOGST Behoudens een voorpluk ofwel schoningspluk zul len de spruiten met een mobiele oogstmachine wor den geplukt. Deze machine bestaat uit een vierwie lige wagen welke voortbewogen moet worden door een 4-wielige trekker. Op deze wagen is een zeildoek aangebracht waaronder een plukelement is opgesteld. De totale manbezetting bestaat uit 3 personen, welke een capaciteit kunnen halen van 600800 stammen per uur, afhankelijk van het gewas. SORTEREN EN AFZET Het is van het grootste belang dat de spruiten zo snel mogelijk na de oogst worden gesorteerd en af gevoerd naar de veiling. In de praktijk zal het dus neerkomen dat de spruiten op de dag van oogsten gesorteerd worden en de volgende dag worden ge veild. Arbeidstechnisch zit dit wel wat moeilijk, doch door samenwerking met enkele collega's moet dit mogelijk zijn. Het plukken in de week-enden zal moeten worden opgevangen door de spruiten te koe len, hetgeen goed mogelijk is. Het sorteren geschiedt naar grootte en kwaliteit. De sortering op grootte kan met verschillende apparatuur geschieden. In de praktijk wordt gebruik gemaakt zowel van specifieke proeven aangelegd met het middel lenacil. Alle proe ven zijn la 2 weken na het planten gespoten. De volgende objecten kwamen er in voor: 2 kg lenacil per ha 4 kg lenacil per ha onbehandeld (zesmaal schoffelen). De onkruidbestrijding was in alle proeven goed tot zeer goed. Alleen op die bedrijven waar ereprijs en akkerviooltjes voorkwamen, viel het resultaat tegen omdat genoemde onkruiden ongevoelig zijn voor lena cil. Groeiremming is in geen enkele proef waargeno men. Van een drietal rassen zijn de opbrengsten be paald, zie tabel. Uit deze opbrengsten blijkt dat 2 zowel als 4 kg lenacil per ha geen oogstreductie teweeg heeft ge bracht. Alleen bij Elista geeft de dosering van 4 kg minder opbrengst dan onbehandeld. De lage op brengst van onbehandeld bij het ras Redgaunlet zou veroorzaakt kunnen zijn door een oppervlakkige be- worteling van dit ras. waardoor gemakkelijk schade kan zijn opgetreden door een mechanische grondbe werking. LENACIL IN HET VOORJAAR In het voorjaar zijn nog geen proeven uitgevoerd, maar wel zijn de praktijk veld en goed gevolgd. Daar bij is opgevallen dat het middel lenacil in deze perio de meestal minder goed werkt dan in het najaar. Wel moet hierbij verschil gemaakt worden tussen een tweejarige teelt en een voorjaarsbeplanting. Bij een tweejarige teelt (geplant in augustus 1970, opruimen in juli 1972) zal de werking van lenacil meestal goed zijn als men maar vroeg genoeg spuit (februari maart) op schone vochtige grond. Gaan we de resultaten bekijken van het middel bij de voorjaarsbeplanting dan vallen deze bijna altijd tegen. Waaraan is dit verschil in werking te wijten? In het voorjaar en met name in de periode april mei komen heel vaak droge perioden voor. Juist in deze perioden worden de aardbeien geplant en ge spoten. Maar dit heeft in vele gevallen weinig zin, als men niet beschikt over een regeninstallatie, want lenacil toegepast op drogé grond geeft geen enkele werking te zien. Verder is het nog opvallend dat een aantal kleine onkruiden, die in het voorjaar aanwezig zijn, niet bestreden worden, terwijl ze in de herfst geen probleem opleveren; met name betreft dit gras en ganzevoeten. spruitensorteeerders of van aardappel-, augurken- en tomatensorteerders. Tijdens het sorteren worden zo veel mogelijk losse bladeren en grote vleugels ver wijderd. De capaciteit van het sorteren is moeilijk exact aan te geven. Het is allereerst afhankelijk van de machine en vervolgens van de kwaliteit van het produkt. Overigens zal men zich nog nader beraden op welke wijze het sorteren voor de deelnemers aan de kernen zal worden aangepakt. VOLLE INZET Uiteraard kleven aan deze nieuwe aanpak ook na delen. Denk b.v. eens aan het oogsten en sorteren hetgeen in een zeer kort tijdsbestek moet worden uit gevoerd. Ook kan een vroeg invallende vorst schade opleveren. Toch menen we dat ondanks moeilijk heden, die zich zeker zullen voordoen, deze opzet voor een aantal spruitentelers extra perspectieven biedt. Overigens hebben we een groot aantal fakto- ren zelf in de hand. Het stipt uitvoeren van alle nood zakelijke cultuurmaatregelen zal het risico aanmer kelijk verkleinen. Opgemerkt moge worden dat het alleen maar goed kan slagen indien elke deelnemer zijn volledige medewerking geeft, hetgeen steeds geven en nemen zal inhouden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 23