Nu is er
Wigran Super
Tegen kamille
in
wintergranen
UIT DE
PRAKTIJK
Rond de
Schelde
Gunstig voorjaarsweer houdt aan!
Nogmaals over bieten en laadplaatsen
Start oogst 1971 lijkt gunstig
Chabolais-zwart-bont kruising stemt tot nadenken
muur, kleefkruid, zwaluwtong
en veelknopigen
21
HET is eind maart als wij reeds voor deze rubriek
uit WEST ZEEUWS-VLAANDEREN schrijven.
Op de aardappelen en bonen na zijn alle gewassen
aan de grond toevertrouwd. Aangezien momenteel
het weer en de grondomstandigheden goed zijn, be
ginnen de meeste aardappeltelers eveneens hun aard
appelen te poten. Wel een heel verschil met vorig
jaar, toen wellicht 90 van het areaal pas tijdens
de eerste dagen van mei werden gepoot. En toch was
de opbrengst nog goed Je kunt het dus met aard
appelen moeilijk van te voren zeggen. Het hangt,
voor wat de opbrengst betreft, v.n.l. van het groei
seizoen af. Er zitten momenteel nogal wat aardappe
len bij de boer. Toch is de prijs de laatste dagen wat
opgetrokken! Wat nog niet wil zeggen dat de voor
uitzichten nu ineens veel beter zijn.
Wat gebeurt er als straks het vee de weide ingaat?
Ook het gras is n.l. verder ontwikkeld dan in andere
jaren. Er lopen hier reeds enkele melkveestapels
overdag buiten. Door de grote vraag ernaar en als
gevolg wellicht daarvan was de voeraardappelprijs
steeds aan de hoge kant en dit betekende dan toch
een zekere bodem in de markt voor de consumptie-
|\E hoofddirekteur van de Suiker Unie heeft ge-de
reageerd op de bijdrage die onlangs in de rubriek
„Uit de Praktijk" van THOLEN en ST. PHILIPS-
LAND over het sluiten van de laadplaatsen in 1972
op Tholen werd opgenomen. Er blijkt uit deze reactie
dat er toch wel overleg is geweest tussen S.U. en
C.S.M. De direktie van de C.S.M. heeft zelf een kring
commissie ingesteld, maar neemt haar besluiten dus
wellicht zonder dat haar kringcommissie daarvan op
de hoogte is. Evenzo blijkt dit het geval te zijn met
S.U., want reeds op de vergadering te Goes werd mee
gedeeld dat de laadplaatsen op Tholen dichtgingen!
Dus ook hier geen overleg met het kringbestuur. Be
tekent dit niet een beetje uitholling van de taken van
deze regionale collega's?
Rationalisatie op het terrein van de ontvangst en
aanvoer van de bieten ligt aan dit besluit ten grond
slag, schrijft de heer Luitjens. Welnu wij vermogen
niet in te zien dat de harde-weg-ontvangst die door
de fabriek geregeld wordt rationeler zal werken dan
de ontvangst van grote geconcentreerde hopen die
eveneens door de fabriek geregeld wordt. Eerder
lijkt het tegenovergestelde het geval te zijn.
Bovendien werken de laadplaatsen niet duurder
dan de harde-weg-leverantie als men de aanvoerders
dezelfde bijdrage (dus harde-weg-bijdrage) laat be
talen. Het kon best eens zijn dat ze dan nog goedko
per zouden werken! Verder worden de aanvoerders
niet op kosten gejaagd voor wat betreft het treffen
van de nodige voorzieningen om de bieten op een
behoorlijke manier op te kunnen laden, terwijl in
toekomst zal blijken dat er op Tholen toch nog
een groot aantal moeilijk bereikbare oplaadplaatsen
zullen zijn. Blijft dus alleen maar over als verschil
de mechanische bemonstering.
Uit het artikel van de heer Luitjens moeten wij
dan de conclusie trekken dat de handbemonstering
een onjuiste methode is, of althans onjuist wordt uit
gevoerd. Als dat zo is heeft men dan van fabrieks-
zijde wel voldoende toezicht gehouden op deze be
monstering? Ons inziens moet het mogelijk zijn om
de verschillen tussen de Rupro en de handbemonste
ring tot een minnimum te beperken. Hopenlijk komt
er nog eens een bijeenkomst om de telersbelangen
op een open manier te bespreken!
Ondertussen zullen de suikerbieten voor het groot
ste gedeelte wel al gezaaid zijn als U dit leest. Het
weer is thans heel mooi voor het voor j aars werk en
rondom ons heen ronken de tractoren van 's morgens
tot 's avonds laat. Alhoewel er weinig personeel meer
op onze bedrijven werkt verloopt alles toch zeer snel.
De arbeidsproductiviteitstijging bij 't voorjaarswerk
is groot. Dat moet overigens ook wel want wij zijn
verplicht om de kostenstijgingen tot een minimum te
beperken. Ondanks „Arnhem" en „Brussel" en on
danks de aanplakbiljetten dat „Boeren en Tuinders
(ook) welvaart wensen" is de „prijzenoogst" van
Brussel bepaald niet bevredigend. Daarmee kunnen
nog niet eens de inflatoire kostenstijgingen bestreden
worden! Toch schijnt het zo te zijn dat alleen bui
tenparlementaire acties enig succe oogsten 't Is
naar maar waar
aardappelen. Te overwegen is dan ook niet tot het
uiterste te wachten, temeer daar reeds vele collega's
een minder gunstige liquiditeit bezitten, wat leidt tot
het niet tijdig kunnen voldoen van verplichtingen
aan loonwerkers en handel. Vooral loonwerkers blij
ken steeds weer de laatsten te zijn waaraan men be
taalt. Daar deze, in het bijzonder in het voorjaar,,
vaak grote investeringen moeten doen, o.a. in che
mische bestrijdingsmiddelen, is het geen wonder dat
sommigen onder hen de toekomst niet rooskleurig
inzien.
Dat het steeds meer boeren minder goed gaat (en
vooral na een akkerbouwjaar als 1970, is dit ook wel
te begrijpen) blijkt ook uit het feit dat enige partijen
zomergewassen de grond zijn ingegaan zonder ont
smet te zijn tegen schimmels e.d. Om dan verder nog
maar niet over besparingen op kunstmest te spreken,
of het toenemend gebruik van eigen zaaizaad.
Ook denken enkelen dat bodemherbiciden in en
kele gewassen dit jaar overbodig zijn, daar ze plotse
ling geen of weinig onkruid verwachten. Dit alles is
beslist verkeerde zuinigheid
Enige handelaren bieden momenteel pootaardappe-
len aan van het ras Bintje van Zweedse afkomst. Dit
tegen een belangrijk lagere prijs dan de Nederland
se, welke reeds rond een prijs van 65 ct. schommelen
Prijzen die ten opzichte van de normale prijs de kost
prijs van de consumptie-aardappelteelt met ruim 1,5
ct/kg doen stijgen.
De stand van de wintergewassen is momenteel
goed. Door o.a. het winderige weertype zijn niet alle
percelen wintertarwe met DNOC gespoten. Groeistof
fen en Taneron zullen dus in die gevallen wellicht
weer toegepast moeten worden.
DIJ gunstig blijvend weer ziet het er op WALCHE-
REN naar uit dat vóór de Paasdagen de inzaai
van de daarvoor in aanmerking komende gewassen
geheel klaar zal komen. Mogelijk dat dan nog niet
alle aardappelen zijn gepoot. Hierbij is een diepe
grondbewerking gewenst en daarvoor zal men op
diverse percelen nog wel enig geduld moeten hebben,
wil men niet gaan knoeien. Beter wat aan de late
kant gepoot in een goed pootbed, dan vroeg in een
verknoeid. Niet alleen de kans op minder goede groei
is daardoor groot, maar ook de kwaliteit van het
„rooiwerk" is bij voorbaat al veel minder. Er komen
dan veel meer kluiten voor in het pootbed, terwijl
een minder goede struktuur van de grond in het
pootbed ook minder weerstand heeft tegen ongun
stige weersinvloeden tijdens het groeiseizoen. Vooral
veel Walcherse grond is daar gevoelig voor. Boven
op is de struktuur van de grond bijzonder goed. Voor
de gewassen waarvoor maar een ondiep zaaibed no
dig is, kan dit met weinig moeite worden verkregen.
(Zie verder pag. 22)
DAS geleden hebben we een uitvoerige voorlich-
ting gehad over de fosfaatbemesting. Geble
ken is, dat in het verleden de betreffende adviezen
veel te laag geweest zijn en dientengevolge door de
boer te weinig fosfaat is gegeven. Bij de oude onder
zoekmethode werd door middel van een zwakzure
oplossing een te hoog percentage fosfaat geregis
treerd en de planten waren niet bij machte om al
dit fosfaat op te nemen. Volgens de nieuwe onder
zoekmethode wordt een en ander nu uitgevoerd met
een zekere water-extractie, die in opzet ongeveer
gelijk is aan het opname-„kunnen" van de planten.
Met de nieuwe adviezen wordt dus nu aangegeven
de werkelijke hoeveelheid beschikbare fosfaat in de
grond door de plant en tevens de hoeveelheid fosfaat
welke wij voor de diverse gewassen nog moeten
geven. Deze nieuwe methode van advisering is dus
veel doeltreffender dan de oude. Maar vele collega's
zijn toch wel danig geschrokken toen zij hun nieuwe
adviezen thuis kregen. Dit gaat natuurlijk geld kos
ten en we hebben dan ook de vraag gesteld of deze
extra-kosten wel weer in de opbrengsten terugge
vonden zullen worden. Aan de hand van proefveld
verslagen werd ons echter duidelijk, dat bij een aan
gepaste gift de opbrengst in de diverse gewassen wel
zo steeg, dat een optimaal rendement werd bereikt
dat economisch ten volle verantwoord was. Tevens
bleek uit meerjarige proeven, dat in een regenperiode
de fosfaat-behoefte stijgt maar ook weer afneemt
wanneer het erg nat wordt. Verder geven granen een
mindere oogstdepressie te zien dan aardappelen en
bieten in deze weer een wat lagere dan aardappelen.
Van belang is dat het fosfaat zeker 14 dagen voor
het zaaiklaar maken van het land wordt gegeven,
daar het dan goed wordt ingewerkt en zodoende be
schikbaar komt voor de plant. Niet ingewerkte fos
faat is weggegooid geld.
Ons verdiepend in deze fosfaatbemesting zouden
we ons de vraag kunnen stellen of de wetenschap in
ihet verleden fout is geweest in haar advisering. Als
J?IND februari waren wij op het bedrijf van de
■*-' heer J. ProvoostRisseeuw aan het Sluisse
Veer te Retranchement (gemeente Sluis). De heer Ris
seeuw heeft zich de laatste jaren toegelegd op het
fokken van een raszuivere Charolaise veestapel en
van z.g.n. „kruislingen" (Charolaise stier -I- zwart
bonte moeder).
Hij had juist 4 jonge dieren verkocht, alle vier 22
maanders, 2 zwart-bonte ossen en 2 kruisling-stier en,
aan een plaatselijke slager en aan een slager-grossier.
Interessant is daarbij de volgende besomming
De beide kruislingen samen een schoon gewicht van
674 kg, werden verkocht a f5,10 de kg en brachten
derhalve op 674 X f 5,10 f3437,40.
De beide zwart-bonte ossen, schoon gewicht 430 kg
a f4,60 brachten op 430 X f4,60 f1978. Een en
ander resulteerde dus in een mééropbrengst der beide
kruislingen van f 3437,40 f 1978 ƒ1463,40.
Bij deze vergelijking is van belang dat de 4 dieren zo
lang mogelijk door de eigen moeders gezoogd werden
(alleen de zwart-bonte koeien moesten wat nagemol-
ken worden), maar overigens hetzelfde voedsel kre
gen. Daarbij betoonden de kruislingen zich soberder
dan de zwart-bonte. Deze grotere opbrengst van de
beide kruislingen geeft toch wel enige stof tot na
denken! Dat gaf het in elk geval ook aan de slager, die
een jonge Charolais stier, waarop hij een stevig bod
had gedaan, toch in de veeauto zag laden om als fok
stier in Friesland te gaan „werken"!
v. N.
antwoord hierop kunnen we echter gerust vaststellen
dat dat niet zo is, maar dat zij haar onderzoekmetho
de nu zo heeft verbeterd en aangepast aan de werke
lijkheid dat wij daar dankbaar voor kunnen zijn en
dat wij aan de hand van deze juiste cijfers kunnen
trachten de fosfaattoestand van de grond op een be
hoorlijk niveau te houden.
Om boer te blijven moeten we al heel veel reke
nen. Laten we beslist aangaande onze bemesting er
ook eens even voor gaan zitten om in deze volledige
kostenberekening op te zetten. De nieuwe adviezen
zijn niet voor de bureaulade, maar vragen een ge
degen studie van ons zelf! Het is nog altijd zo, dat
wie schrijft, die blijft.
Wigran Super een Orga-Produkt
Spuiten kort na de winter
vanaf het 4-5 bladstadium
tot in het uitstoelingsstadium
van het gewas met 6 l/ha