officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
OVERAL EEN BENDE
MAAR DE HEER IS OPGESTAAN...
zlm
VRIJDAG 9 APRIL 1971
59e Jaargang - No. 3070
land
en tuinbouwblad
CEN aantal jaren geleden mocht ik op de Ernst Sillem Hoe-
L ve, het conferentieoord van het C.J.V. te Lage Vuursche,
mede leiding geven aan een bijeenkomst tijdens de Paasda
gen. Een van de opdrachten die op de zaterdagavond door
groepen moesten worden uitgevoerd, was het maken van een
Paaslied op een bekende wijs. Wij hebben de volgende och
tend tijdens een gehouden Huisdienst dankbaar van deze lie
deren gebruik gemaakt. Aan één lied is de titel van dit artikel
ontleend. Het luidde:
Strijd en veel ellende,
overal een bende,
maar de Heer is opgestaan,
dus mogen wij verder gaan.
Het is nu feest, dat maakt ons blij.
Pasen is voor u en mij.
Tracht nu vreugd te geven.
Tracht het te beleven.
De tekst van een ander lied was:
De Paasmorgen, die is daar.
Wij zingen blijde met elkaar
van onze opgestane Heer.
Hij geeft ons hoop en leven weer.
Ik moet u eerlijk bekennen dat ik niet meer weet, op welke
wijzen deze beide liederen gezongen werden. Degenen onder
u die het Üed „Dar l voor deze nieuwe morgenken
nen, zullen wel het iaatste lied herkennen:
Dank U, Gij zijt niet daar gebleven,
dank U, in 't graf zo kil en koud,
dank U, Gij bood ons weer een leven
daar Gij van ons houdt.
't Leven begint weer te ontspruiten,
Gij gaaft deez' aard' het leven weer,
door voor ons het graf te ontsluiten.
Dank U daar voor, Heer!
I I zult zich afvragen, waarom ik deze liederen aan u door-
geef. Er zijn immers genoeg bekende liederen en deze
liederen zullen het nooit halen om in een liederenbundel te
worden opgenomen, twee redenen brachten mij r toe.
De eerste is, dat ik u wilde tonen dat het kan, zelf liederen
maken. Ik zou u daarom willen voorstellen om in plaats
bijvoorbeeld van het Paaseieren schilderen (of gewoon daar
naast) eens een Paaslied te maken en met elkaar te zingen.
Waarom? De Duitse theologe Dorothee Sölle heeft een (ook
al weer eigen) geloofsbelijdenis opgesteld, waarin zij stelt:
„Ik geloof aan God die vraagt om het weerwoord van de
levende mensBij dat weerwoord denkt zij aan „door
ons werk, door onze politiek". Ik dacht dat dat weerwoord
ook gegeven kan worden in een lied. Zulke liederen kunnen
door begaafde dichters worden gedicht. In sommige van die
liederen beluisteren we wat er in ons zelf leeft aan
dankbaarheid, aan wens tot lofprijzing, aan belijden.
We stemmen graag met zo'n lied in, omdat we ons
zelf, ons leven, onze gedachten er in herkennen. We
kunnen echter wat er in ons leeft, ook zelf in een lied
vastleggen.
Of nu de Satan raast en tiert,
de Leeuw uit Juda zegeviert.
Daar boven in des hemels troon,
daar zingt men ongemeen en schoon.
Halleluja,
halleluja, halleluja, halleluja!
r)ENKEND aan het Paasfeest wil ik u als voor-
beeld het volgende lied in de herinnering bren
gen:
Halleluja, de blijde toon,
halleluja,
wordt nu gezongen zoet en schoon.
Halleluja,
halleluja, halleluja, halleluja.
Waar dat ik sta of dat ik ga,
mijn ziel, die zingt halleluja!
Dit is de grote, blijde dag,
dien David in den geest voorzag.
Hemel en aarde zijn verheugd,
de heil'ge Kerk smaakt ook die vreugd.
Want onze Heer en Koning groot
is nu verrezen uit de dood.
Die stervend ons het leven gaf,
verrees in glorie uit het graf.
Het is een lied dat wij allen ongetwijfeld graag zin
gen, ook al omdat bij deze blijde woorden zo'n blijde
melodie hoort. Intussen is de dichter van dit lied on
bekend. Het stamt uit Ootmarsum, waar het nog jaar
lijks gezongen wordt, terwijl men hand in hand in een
lange slinger tijdens het Paasfeest door het dorpf
trekt. Zo is het duidelijk een lied van het volk, dat
uit het volk is opgekomen, ook al zal misschien ten
slotte er één geweest zijn die het lied zijn definitieve
vorm gegeven heeft.
II EN ander beroemd geworden lied is zo ook uit
het volk ontstaan. Het is het lied van de negers
in Amerike, dat sinds hun tocht naar Selma over de
hele wereld bekend is geworden:
We shall overcome, wé shall overcome,
we shall overcome some day.
Oh, deep in my heart I do believe
we shall overcome some day.
Wika H. P. Romer vertolkte dit lied als volgt in het
Nederlands:
Eenmaal volgt de zege, eenmaal volgt de zege,
eenmaal volgt de zege op onze strijd.
O, diep in mijn hart leeft het geloof
aan de zege na de strijd.
Eenmaal gaan we samen hand in hand!
Eenmaal wordt het vrede voor iedereen!
Eenmaal daagt de vrijheid voor ieder mens!
Dit lied is niet direkt een Paaslied, maar ik meen
dat het wel mede door het geloof aan de opstanding
van Christus uit de dood is tot stand gekomen. Zo is
het voorstelbaar dat ook in Zeeland uit groepen van
de bevolking Paasliederen of door het Paasevangelie
geïnspireerde liederen zouden ontstaan. Voorstelbaar
is, dat uit de kring van de Vereniging voor Milieu
hygiëne een lied zou geboren worden, of uit de kring
van de boeren rondom Borssele. Misschien dat zij niet.
veel verder komen op dit moment dan de woorden
van het eerste lied „Strijd en veel ellende, overal een
bendeWie zelf een Paaslied gaat maken
wordt gedwongen zich te realiseren, wat de Paasbood-
schap voor hem in zijn situatie betekent. Vandaar de
opdracht aan de groepen tijdens de genoemde Paas
dagen om een Paaslied te maken.
(Zie verder pag.