ZO WERKT EEN COMPUTER De computer en de VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM 14 Evenals bij de betekenis van de gaatjes in de ponskaart of ponsband, heeft ook hier elke combinatie van gemagnetiseerde plekjes zijn eigen betekenis. Evenals de ponskaartenlezer tussen elke ponskaart even pauzeert, stopt ook de ponsbandlezer tussen elk teken (een hele prestatie, want de afstand is klein). Op de magneetband staan de tekens zo dicht op elkaar (2264 op één millimeter), dat het stoppen tus sen twee tekens niet mogelijk is. Daar om wordt hier de informatie per groep of blok van tekens geschreven en ge lezen. Tussen elk blok is een onbe schreven ruimte, welke dient om na het lezen van een blok het lees-mecha- nisme af te remmen en tot stilstand te brengen. Daarna zal weer worden ge start, en dient de band exact de goede snelheid te hebben wanneer het vol gende blok gaat worden gelezen. De leessnelheid bij gebruik van magneetbanden is veel groter dan wanneer ponskaarten of ponsbanden worden toegepast. Een snelle ponskaartenlezer leest 1000 kaarten per minuut, dus 1300 te kens per seconde. Een ponsbandlezer verwerkt 1000 tekens per seconde; een magneetbandeenheid leest wel 180.000 tekens per seconde. Het betekent uiter aard heel wat om bij deze snelheid af te remmen, te stoppen en daarna weer op snelheid te komen, zeker wanneer die tussenliggende onbeschreven ruim te niet meer bedraagt dan \Vz inch. Een andere vorm van magnetisch geheugen is het magneetschij venge heugen. In de meest bekende uitvoe ring worden pakketten van 6 schijven toegepast, met samen 10 magnetiseer- bare oppervlakten (boven en onder zijde worden niet gebruikt). Op elk van de 10 oppervlakten zijn 200 concentrische sporen, waarop de Aftasten (lezen) van geheugenposities INVOER PROGR. I INVOER WACHTRIJ PROGR 2 (VERWERKING) UITVOER WACHT RI J UITVOER PROGR.3 W achtrijvorming informatie in een magnetische vorm kan worden geschreven. Een kam met 5 tanden kan zich ho rizontaal tussen de schijfzijden bewe gen, en zo op elk van de 200 sporen worden ingesteld. Aan het einde van de tanden bevin den zich twee lees- en twee schrijf koppen waarmee de informatie wordt gelezen of geschreven. Daar alle tanden van de kam aan dezelfde as zijn bevestigd en dus even ver tussen de schijven steken, kunnen, zonder de kam te verplaatsen, 10 bo ven elkaar gelegen spogen worden ge- het gewenste hoofdstuk, en daarna kunnen we onmiddellijk de gewenste plaats opslaan. Op dezelfde wijze zoe ken we in het schijvenpakket. HET CENTRALE GEHEUGEN Het snelst willekeurig-toegankelijk geheugen van een computersysteem is het centrale gehec gen. Dit geheugen bevat bij een eenvoudige computer: het programma van het onder han den werk; in- en uitvoergebieden; werkruimte voor berekeningen en tussenresultaten. Zoals uit deze tekening blijkt, heeft dit geheugen een aantal posities be staande uit 7 ringetjes. Afhankelijk van de magnetissringsrichting bepaalt het computersysteem de waarde van de ringetjes, ook wel bits genoemd. lezen. In dit verband spreken we van cilinders. Vergeleken met de magneetband heeft de magneetschijf een belangrijk pluspunt. Willen we op de band een gegeven onderzoeken, dan zal de band moeten worden doorgespoeld, totdat het gezochte punt is bereikt. De schijf daarentegen kunnen we raadplegen op dezelfde wijze als bij het opzoeken van een bepaald hoofdstuk in 'n boek. Eerst zoeken we in 8e inhoudsopga ve het nummer van de bladzijde van volgtijdig door de operateur worden uitgevoerd, bestaan er systemen met aanzienlijk meer mogelijkheden. Hier lijkt de interne organisatie meer op een grote goed geleide administratieve afdeling, met hiërarchisch ingedeeld personeel. Terwijl de centrale verwerkingseen heid rekent, is kanaal 1 bezig infor matie uit ponskaarten naar het geheu gen te brengen, en tegelijk uit een an der deel van het geheugen gegevens naar de afdrukeenheid te voeren. Ka naal 2 leest een magneetband, en brengt de gegevens daarvan naar het geheugen over. Evenals by een menselijke organi satie, moeten dergelijke activiteiten Meervoudige programmering Geldt voor een bepaald IBM geheu gen - redactie. Bij een hoger georganiseerde com puter bevat hek geheugen: het besturingsprogramma; verscheidene administratieve pro gramma's; inhoudsopgaven van de schijvenge- heugenis; in- en uitvoergebieden; werkruimtes. Het centrale geheugen van een „een voudig" systeem omvat ca. 8000 posi ties, in elk waarvan één letter, cijfer of teken kan worden geplaatst. De grotere systemen werken wel met ge heugens van meer dan 100.000 posities. De tot op heden meest gangbare ge- heugenvorm is het magneetkernenge- heugen, dat is opgebouwd uit kleine ferrietringetjes. Elk van deze ringetjes kan door magnetisering de waarde 0 of 1, positief of negatief krijgen. In ons voorbeeld zijn de 2-4 en C bit linksom gemagnetiseerd. Volgens af spraak gelden alleen deze bits, zodat in deze positie het cijfer 6 is opgeno men. Een checkbit wordt gebruikt om uit controle-overwegingen het aantal bits per positie altijd oneven te maken. De tijd die nodig is om een cijfer of letter in een positie op te nemen, wordt gemeten in delen van seconden (mil- li-, micro- of nanoseconden duizend ste, miljoenste respectievelijk miljard ste seconden). HOGER GEORGANISEERDE COMPUTERSYSTEMEN In tegenstelling tot de eenvoudige systemen, waarvan de programma's ook in de computer worden geleid, hetgeen geschiedt door het besturings programma, ook wel bedieningssys teem of operating system genoemd. Wil deze leiding efficiënt geschieden, dan moeten signalen gegeven en ont vangen kunnen worden, dat een be paalde opdracht is voltooid, of dat kan worden gestart. Deze signalen heten onderbrekingssignalen of interrupts. Het op de juiste wijze kunnen reage ren op deze interrupts is één van de kenmerken van de computers van de derde generatie. Bij deze signalen bestaan bepaalde voorrangsregels, evenals in het dage lijks leven. Wanneer iemand een boek leest, en daarbij plotseling wordt ge stoord door de kookwekker, de voor deurbel en de telefoon, zal hij, na te hebben vastgelegd waar hij in het boek is gebleven, eerst de telefoon opnemen en een ogenblik geduld vragen, dan het gas uitdraaien, vervolgens naar de voordeur gaan, en daarna het tele foongesprek voortzetten. Het interruptsysteem in de compu ter bevordert dat zoveel mogelijk in- en uitvoereenheden gelijktijdig aan het werk worden gehouden. Dit wordt des te duidelijker, wanneer er sprake is van wachtrij-vorming in de com puter. Zo'n rij ontstaat wanneer de verwerking achterblijft bij de in- en/ of uitvoer. Bij meervoudige program mering (multiprogramming) treedt de computer op als een simultaanspeler t.a.v. de verschillende programma's (werkzaamheden) die moeten worden uitgevoerd, en waaraan onder leiding van het besturingsprogramma regel matig een bepaalde tijd, b.v. 0,1 secon de, wordt besteed. PI VAN de mogelijkheden tot inschakelen van een computer wordt in toenemende mate gebruik ge maakt ook in de agrarische- en de daarbij betrokken sektoren. Zo maakt bijvoorbeeld het Bedrijfslabora- torium voor grond- en gewasonderzoek te Oosterbeek reeds jarenlang hiervan gebruik voor het verwerken van gegevens en de advisering. De huidige te Ooster beek werkende computer produceert per tijdseenheid evenveel werk als vijf computers van het type dat rond 1960 in gebruik genomen werd. Deze laatste kan bijv. 30 X sneller rekenen! Een ander voorbeeld is de Centrale Melkcontrole Dienst te Arnhem. Van de ca. 1 miljoen melkkoeien in Nederland zijn en worden in een daar geplaatste computer alle produktiegegevens ingebracht, zoals de totale-, de gemiddelde- en de voortschrijdende ge middelde melkproduktie. Naast het totaal aan kg melk worden ook de daarbij behorende kg vet en kg eiwit berekend. Ook levert de computer de standaardkoe- produktie een voor de praktijk bijzonder waardevol bedrijfsgegeven. AOK op het eigen terrein van de ZLM heeft de computer zijn intrede gedaan. Onze Onderlinge Verzekering Maatschappij der ZLM met een toe nemend aantal verzekerden en de daaraan verbonden administratieve handelingen heeft al enkele jaren ge leden de noodzaak tot automatisering onderkend. Tot voor kort strekte deze zich uit tot het elders bij een servicebureau verwerken van de gegevens. Echter moest elke mutatie in het verzekeringsbestand aan dit bureau op formulieren worden doorgegeven. Daar werden de veranderingen in ponskaarten ver werkt en op een magneetband gebracht. Daarmede konden de jaarlijkse prolongatienota's met voor het betreffende verzekeringsjaar benodigde groene kaar ten, verzekeringsbewijzen voor bromfietsen en trek kers gereed gemaakt worden. Door aanschaffing van een Philips P352 office com puter met als randapparatuur een ponskaartlezer 300 kaarten per minuut, een ponskaartponser 50 kolom men per seconde is de O.V.M. van de ZLM au in staat de automatisering zelf verder uit te bouwen. Het ligt n.l. in de bedoeling om alle gegevens in een basisponskaart vast te leggen. Met deze ponskaart kunnen dan alle verdere benodigde werkzaamheden (Zie verder paff. 15).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 14