ZO WERKT
EEN
COMPUTER
12
toetsen
ponsband
drukker
De computer gaat een steeds be
langrijker rol in onze samenleving
spelen. Bij velen is de belangstel
ling ervoor vermengd met een zeke
re vrees. Anderen zien de compu
ter als een toverinstrument met
onbegrensde mogelijkheden. De
vrees komt veelal voort uit onbe
kendheid. De schrijver van onder
staand artikel, de heer J. E. de Vries,
dat wij aantroffen in „Kantoor en
Efficiency" van februari j.l., een
deskundig medewerker van IBM
Nederland N.V., gaat uit van een
totale afwezigheid van kennis om
trent de werking van een computer
en geeft een „populaire" uiteenset
ting hierover. De geïnteresseerde
lezer krijgt hierdoor enig inzicht in
het hoe en waarom en de werking
van een computer.
RED.
verwerking
De mens achter een schrijfbureauook een computer
formatieverwerkende systemen wer
kelijk stormachtig gegaan. De grote
sprong voorwaarts kwam na de twee
de wereldoorlog, hoewel dat toen nau
welijks werd beseft. Want in 1950 nog
veronderstelden kopstukken in de Ver
enigde Staten dat men slechts een 15-
tal computers zou kunnen gebruiken,
terwijl er nu per dag tientallen de fa
brieken verlaten.
Laten wij ons verder bepalen tot de
principes van een computer, niet hoe
deze technisch functioneert, maar hoe
die is opgebouwd en wat we ermee
kunnen doen.
WAT IS EEN COMPUTER?
De computer staat in het centrum
van de belangstelling. Bij velen is deze
belangstelling vermengd met vrees;
anderen zien de computer als een to-
ver-instrument met onbegrensde mo
gelijkheden.
Weinigen beschouwen de computer
als een zakelijk hulpmiddel voor ver
hoging van de produktie, en daarmee
van de welvaart, hetgeen de computer
in feite is.
wel de vrees voor de computers, als
de gedachte dat de computer een su
perwezen is dat alles kan, zal verdwij
nen, om plaats te maken voor een
enthousiaste, maar objectieve benade
ring.
DE WERKING
VAN EEN COMPUTER
„Elke vergelijking gaat mank!" Het
is goed dit voor ogen te houden, wan
neer we de mens met de computer wil
len vergelijken. Toch kan deze verge
lijking ons behulpzaam zijn. Wanneer
we de werkende mens achter een bu
reau bekijken, dan vinden we dezelf
de facetten als bij de computer.
Het centrale punt waar bij de mens
alles van uitgaat, wordt gevormd door
de hersenen. Men zou kunnen zeggen
dat dit punt enerzijds bestaat uit een
geheugen, en anderzijds uit een be
sturingsorgaan.
Verder staan op het bureau twee
bakjes, nl. „in" en „uit". Tevens is er
een schrijfmachine (bij de computer
afdrukeenheid), een kladblok voor
tussentijdse notities (extern geheugen),
Duizenden jaren geleden ontstond
reeds be behoefte aan een instrument
dat de mens behulpzaam zou kunnen
zijn bij zijn rekenkundige problemen.
De aanvankelijk voor dit gebruikte
steentjes, die later hebben geleid tot
het telraam, dat tot op heden in som
mige landen nog steeds wordt gebruikt,
werden daarom calculi genoemd.
Toch duurde het vanaf het gebruik
van de calculi ruim 4000 jaar voordat
Pascal zijn telmachine ontwierp. Al
hoewel hij 10 jaar aan het ontwerp
werkte, werd zijn machine geen suc
ces. Deze was te onnauwkeurig, zodat
seriefabricage wa§ uitgesloten.
Rond 1880 ontwierp Dr. Herman
Hollerith de eerste ponskaart. De di
recte aanleiding hiertoe was de volks
telling, die eens in de tien jaar in de
Verenigde Staten werd gehouden, en
waarvan de uitwerking zeven jaar
duurde. Het principe dat hij toepaste,
wordt nog dagelijks in de computer
aangewend.
Sindsdien is de ontwikkeling van in-
De vrees voor de computer komt
veelal voort uit onbekendheid. Slechts
een beperkt aantal technici begrijpt
wat zich afspeelt achter het indruk
wekkende paneel met steeds weer op
flikkerende, lampjes. Misschien stelt
het gerust te weten dat ook de pro
grammeur in de regel de technische
werking niet kent; voor hem is slechts
belangrijk dat de computer hem be
grijpt, en uitvoert wat hij heeft be
dacht.
De schrijver van dit artikel hoopt
dat het er toe mag bijdragen, dat zo-
beeldbuis
invoer
ponskaart
In- en uitvoerorganen van een computer
en een bestand met historische gege
vens omtrent artikelen, patiënten,
cliënten etc. (extern geheugen, zoals
magneetbanden en magneetschijven).
IN- EN UITVOERORGANEN
Het bakje „in" op het bureau vin
den we bij de computer terug onder
de benaming „invoerorgaan", of „in-
voerstation". Dit station is in staat ge
gevens (letters, cijfers, speciale tekens)
te lezen, of beter gezegd, af te tasten,
waarna deze gegevens via een bedra
ding naar het geheugen worden ge
leid, en daar worden opgeslagen.
Op overeenkomstige wijze worden
gegevens uit het geheugen overge
bracht naar het uitvoerstation, wan
neer de computer gereed is met de
verwerking. Het aantal soorten in- en
uitvoerorganen is groot; zo zijn er
ponskaartenlezers (invoer), ponskaar-
tenponsers (uitvoer) en afdrukeenhe-
den (uitvoer), die alle slechts in één
richting werken. Daarentegen zijn er
ook machines die zowel invoer- als
uitvoerstation zijn, zoals bijvoorbeeld
een magneetbandeenheid.
Om enig inzicht in de snelheid van
in- en uitvoer te geveii, noemen wij
de afdruksnelheid, waarmee overzich
ten, facturen, etc. kunnen worden af
gedrukt: ca. 1000 regels per minuut
Een magneetbandeenheid kan 'n snel
heid behalen van 15.000 tot 340.000
tekens per seconde.
VERWERKING
Bij de verwerking door de computer
vinden we eveneens een grote over
eenkomst met hetgeen voor de mens
geldt. In het algemeen kunnen we de
fase tussen de invoer en de uitvoer
de verwerkingsfase noemen. Verwer
king betekent in dit verband: opzoe
ken, overschrijven, tellen, vermenig
vuldigen, delen, beslissingen nemen
op een ja-nee-vraag, etc.
Bij deze verwerking onderscheiden
we bij de computer een drietal orga
nen:
Het geheugen (kladblok bij de
mens). Hierin wordt de ingevoerde
informatie vastgelegd, tussenresul
taten opgeborgen, en eindresulta
ten gereed gemaakt voor verzen
ding naar een uitvoersation. Hierin
bevindt zich ook het programma
dat de spelregels voor de verwer
king bevat.
kaartsysteem
uitvoer
verwerking
I
rekenen