TUINBOUW KLANKEN Naar nóg meer produktie per man Uit de markt nemen gladiolenplantgoed dit seizoen definitief van de baan Snijmais biedt mogelijkheid tot intensivering 9 MET het afscheid van de maand maart is er op onze THOOLSE en FLIPLANDSE bedrijven gelukkig weer de kans gekomen dat er een goed zaaibed gemaakt kan worden om te zaaien en te po ten. De intensievere groenteteler heeft half maart, tussen de buien door, de voorjaarsbloemkool kunnen planten. Een enkel perceel vroege aardappelen op de lichtere grond is toen ook reeds gepoot. Op de wat zwaardere grond moet men terdege oppassen om niet onder te vochtige omstandigheden te poten, want de goede struktuur van de grond is spoedig bedorven. De winterbloemkool heeft nu zijn volledige stikstof gift gekregen hetgeen vroeg moet gebeuren om tot een flinke bladontwikkeling te komen. Deze teelt is door de wat tegenvallende opbrengsten van de laat ste paar jaar wat teruggelopen, maar als het op het bedrijf past, dan geeft het in de maand mei toch nogal eens goed betaalde werkuren. Men moet er echter wel grond met een goede struktuur voor heb ben, want op een natte voet, staat men dikwijls voor mislukkingen. Met de prijs voor een goed produkt van deze teelt zit het de laatste jaren toch wel goed, UR zijn op SCHOUWEN-DUIVELAND in de week van 22 tot 27 maart weinig vorderingen gemaakt wat zaaien en planten betreft. De neerslaghoeveel- heid was van weinig betekenis, maar wel zodanig dat juist niet kon worden uitgereden. Dat betekent in middels dat in maart weinig zaaibare dagen meer be schikbaar zijn. De struktuur van de grond valt mee en als het maar even goed weer mag zijn, kan de slag beginnen. In onze omgeving zijn op de lichte grond de vroege aardappelen gepoot. Voor die telers die hun pootgoed wat laat hebben aangekocht en dat uiteraard tegen pittige prijs, houdt dat in dat ze ten aanzien van vorige jaren, deze teelt starten met een forse kostenstijging. Het is te hopen dat de prijs van de straks af te leveren vroege aardappels zodanig zal zijn, dat de meerdere kosten worden gecompenseerd. Gezien de huidige voorraad aardappelen oude oogst, is de hoop op een hoge kg-prijs voor de nieuwe oogst niet hoog gespannen. Laten we echter bedenken, dat het in de land- en tuinbouw bijzonder moeilijk is om vooraf prijzen te plannen, in verband met de afhan kelijkheid van de natuur. De uienprijs is nog opgelopen tot 12 a 13 cent per kg telersprijs. Dit geldt dan uiteraard slechts die par tijen die te velde zijn bespoten om de houdbaarheid te bevorderen. De niet-behandelde partijen zijn prak tisch niet meer klaar te maken. We vernamen dat op Flakkee vóór de laatste vorst periode reeds gladiolen zijn geplant. Gezien de wei nig groeizame dagen tot heden, zullen we toch aan moeten nemen dat van ontwikkeling weinig sprake kan zijn. De kans op verstening van plantgoed is daardoor hoger. De praktijk heeft al vaak bewezen dat ook gladiolen in een wat kortere groeiperiode goed tot zijn recht kunnen komen. Te vroeg planten verhoogt wel het risico tot groter uitvalpercentage! Van de inlevering van gladiolenplantgoed is niets meer gekomen. Partijen zijn het niet eens kunnen worden. We zullen hopen dat het niet uit de markt nemen, niet zal leiden tot een verdere teeltuitbrei ding. Indien dat wel het geval blijkt te zijn, en een normaal groei jaar volgt, zal een dure tol betaald moeten worden. Ook in deze zullen we af moeten wachten wat de toekomst brengt. Eén ding is van daag aan de dag wel zeker, n.l. dat de handel in gla diolen minimaal genoemd moet worden! De bloemenprijzen zijn hoog tot heden. Het is een groot voorrecht, als zij die de droge bollen kopen (de broeiers) een goede prijs maken van de bloemen. Dat kan stimulerend werken op de prijs van de tulpen, leverbaar van de nieuwe oogst. In de afgelopen week hebben de tulpentelers soms wat zorgelijk naar de dreigende buien gekeken, waar van sommige vergezeld gingen met hagel. Gelukkig bleef het bij wat fijne hagel beperkt en is van schade praktisch nog geen sprake. Bij het ziekzoeken is ons opgevallen dat enkele tulpensoorten nog wat schade hebben opgelopen van de laatste rustperiode. Hoewel een minder fraai beeld, als het wil verdrogen kan de schade beperkt blijven. We zullen hopen dat we, wanneer dit nummer ver schijnt, enige mooie lentedagen achter de rug heb ben. Dat zou betekenen dat dan heel wat zaad aan de grond zal zijn toevertrouwd. We zullen ons dan weer kunnen wijden aan ons werk in de vrije natuur en want deze groente wordt door de binnenlandse con sument graag gekocht. Door middel van de krant, radio en televisie zijn wij voor de zoveelste keer weer met het „plan-Mans- holt" geconfronteerd. Zodoende worden wij als be langhebbende in deze materie, steeds wat vollediger ingelicht waarover het in wezen gaat. Wat dit betreft heeft Mansholt wel gelijk, als hij stelt, dat het over grote deel van de agrariërs in de E.E.G. een nog zéér onvolledig inzicht heeft waar het in wezen om gaat. Het is echter toch wel een wonder dat een man als Mansholt, die met zijn plan om op zijn manier de landbouw gezond te maken, ondanks het feit dat hij alle agrariërs in de E.E.G. tegen zich heeft, onwrik baar dóór blijft vechten voor zijn idee. Het schijnt óók waar te zijn dat een man die de talenten en de mogelijkheden heeft, om alléén dóór te blijven vech ten, het sterkst is, maar hij zal er niet het gelukkigst mee zijn. Zeer velen onder ons weten terdege goed dat er iets niet klopt in de land- en tuinbouwwereld van vandaag en dat de welvaart grotendeels aan onze neus voorbijgaat. Indien echter het „plan-Mans- holt" óóit voor verwezenlijking vatbaar zal blijken te zijn, vindt de massa het vooralsnog het te revolu tionair van opzet, want het is bijna te vergelijken met een hartoperatie met een levenskans van één op één. Best mogelijk dat hij gelijk heeft in zijn opzet om de ouderen met vervroegd pensioen naar huis te sturen en beslist niet meer dan het nodige aantal jonge boeren aan te houden om voor een goedkope produktie te zorgen, met een volledig gemechaniseer de teeltwijze. De moeilijkheid is echter dat de oude ren niet aan de kant gezet willen worden en het ge vaar is groot dat de beste boerenjeugd géén boer of tuinder wil worden onder déze omstandigheden. Er zal toch hoop en vertrouwen gekweekt moeten wor den om het geloof in een gezonde boeren- en tuin derswereld waar te zien worden. In meerderheid voelen wij ons huiverig als wij nagaan wat staat te gebeuren in deze tijd en in ons beroep. Laten wij echter niet meedoen aan wat in verschillende vak bladen dikwijls op te merken valt om toe te geven aan een zekere struisvogelpolitiek om de kop maar in het zand te steken en alles af te kraken wat Mans holt predikt. In wezen is „de mechanisatie" ons vér vooruit, zodat wij de voordelen die ons dit zou kun nen brengen niet voldoende kunnen uitbuiten. Als er dan „geen ander plan" aangegeven kan worden laten wij dan in gezamenlijke opbouw de stenen des aanstoot op zien te ruimen op de naaste weg die leidt naar een gezonde land- en tuinbouwwereld. met elkaar hopen op een goed jaar voor de land- en tuinbouw. Kon het zijn een jaar met wat minder problematiek dan het voorgaande. „En de boer, hij ploegde voort!" (Zie verder pag. II) Ir. W. L. VERMUE. Consulentschap Rundveehouderij en Akkerbouw - Eindhoven Om te kunnen meegroeien in het proces van schaalvergroting, komt er bij een aantal melkveehouders belangstelling voor het aankopen van ruwvoer. Het aantal melkkoei en kan worden vergroot door het grasland intensiever voor bewei ding te gebruiken. Hierdoor kan echter minder worden gemaaid voor wintervoer. Wanneer nu goed win- tervoer voor een aanvaardbare prijs van elders kan worden betrokken, kan ook in de stalperiode deze gro tere veestapel op ekonomische ba sis worden gehouden, In principe komt een aantal voe dergewassen in aanmerking. Voor hooi, suikerbietenkop en -blad en voeraardappelen bestaat een markt prijs, terwijl dit voor gekuild gras nauwelijkse het geval is. Voor snij mais bestaat in feite geen prijs, ter wijl voor dit gewas meer belang stelling komt. Door andere rassen en betere oogsttechnieken is de teelt van snijmais n.l. in een ander daglicht gekomen. Door het zeer kort hakselen, zoals dat thans ge beurt, slaagt het inkuilen beter en laten de koeien., geen resten liggen. Het gekuilde produkt is gemakke lijk te verwerken, wordt door het vee graag opgenomen en kan in grote hoeveelheden worden ver strekt. Voor de veehouder is het dus een interessant produkt. Hier over meer in bijgaand artikel. EEN GOED GEWAS LEVERT 45 TON KUILVOER WAARIN 6700 KG ZETMEELWAARDE AANGENOMEN mag worden dat onder normale omstandigheden 1 ha snijmais 45 ton gekuild produkt oplevert met in totaal 6700 kg ZW (zetmeel- waarde). Uit begrotingen blijkt dat de kosten hier voor in totaal 1630,bedragen. Eigenaarslasten voor de grond zijn hierin voor 40,en rentekosten voor 480,per ha opgenomen. Alle werkzaamhe den zijn op basis van loonwerk toegerekend waaron der het inkuilen, inklusief het gebruik van plastiek, voor 425,Tevens is er hierbij van uitgegaan dat op het perceel wordt ingekuild. Omgerekend per kg ZW bedragen de kosten dan ruim 25 cent. Wanneer nu een akkerbouwer voor een veehouder snijmais zou verbouwen, moet hij minstens deze kos ten vergoed krijgen. Daarnaast zal dit gewas in zijn bouwplan en bedrijfsorganisatie moeten passen, de grond moet ervoor geschikt zijn en bovendien zal het in financieel opzicht moeten konkurreren met andere bouwlandgewassen. In technisch opzicht is snijmais voor de teler aan trekkelijk. het is een extensief gewas dat voor ploegen, eg gen, kunstmeststrooien en enige hulp bij het in kuilen slechts 14 uren per ha per jaar vraagt. zaaien met een precisiezaaimachine en oogsten met een maishakselaar kunnen (en moeten) aan een loonwerker worden overgelaten. omdat snijmais zeel veel organische mest ver draagt, past dit gewas goed op bedrijven met veel veredeling. ten opzichte van andere voedergewassen zijn de produktiekosten laag. PRIJSBEPALING VOOR AKKERBOUWER EN VEEHOUDER AM tot prijsvorming te komen moet men behalve de produktiekosten ook weten wat de veehou der er voor zou kunnen betalen. Om dit te kunnen berekenen is er van uitgegaan dat de veehouder in ruwvoer maximaal 40 ct per kg ZW mag betalen. De opbrengst van 1 ha zou dan maximaal 2680,mo gen kosten. Voor het naar de stal brengen en vervoe deren moet hij echter aan man- en trekkeruren nog 490,kosten maken, die in mindering moeten wor den gebracht. Netto kan hij dus ƒ2190,betalen. Daar de produktiekosten 1630,bedragen, komt er een winst beschikbaar van 560,Omdat de teler meer risico loopt dan de afnemer, is het redelijk dat aan hem het grootste deel toekomt. Waar de grens precies moet liggen is moeilijk aan te geven. Bij een prijs van 2000,betaalt de afnemer dan 30 ct per kg ZW, hetgeen een aanvaardbare prijs is. Als 1 ha 45 ton produkt oplevert en 1 m:{ 700 kg weegt, komt dit overeen met ƒ31,per m:t en 44,per ton. OVEREENKOMST MOGELIJK WANNEER men bovenstaande normen hanteert, is het voor een teler en een veehouder moge lijk om tot een overeenkomst te komen. Ten behoeve van degenen die hiervoor belangstelling hadden is een overeenkomst op basis hiervan opgesteld. In deze overeenkomst wordt er van uitgegaan dat de afnemer de oogst en de kosten daarvan voor zijn re kening neemt. Dit heeft als belangrijk voordeel dat (Zie verder pag. 11)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9