Nu is er
Wigran Super
Tegen kamille
in
wintergranen
Chemische
onkruidbestrijding in de
fruitteelt
Het opkweken
van
preiplanten
re
X
muur, kleefkruid, zwaluwtong
en veelknopigen
H. J. MANDERSLOOT.
Consulentschap voor de
Tuinbouw - „Goes",
IN de loop der jaren is een min of meer stan
daardschema voor de chemische onkruidbestrij
ding in de fruitteelt ontstaan. Kort weergegeven luidt
dit: simazin in het voorjaar, groeistoffen in de zomer
en amitrol in het najaar. Op dit in de praktijk goed
bevallende schema willen we nu niet verder ingaan,
ledereen heeft met deze methode ervaring opgedaan
en weet wat hierbij de mogelijkheden en de moeilijk
heden zijn. Bovendien kan voor doseringen e.d. naar
de publikatie Bespuitingen in de Fruitteelt", blz. 36
e.v. worden verwezen.
Ditmaal willen we enkele minder algemene toepas
singen beschrijven, niet omdat deze beter zijn, maar
wel omdat incidenteel hiervan gebruik kan worden
gemaakt.
BESTRIJDING IN HET VOORJAAR
MEESTAL zal de simazintoepassing, eventueel
aangevuld met amitol of paraquat tegen aan
wezige vegetatie, de aantrekkelijkste zijn. Hier vol
gen echter enkele mogelijkheden waarvan gebruik
kan worden gemaakt:
a. Prefix en Casoron C
Beide strooiprodukten zijn te gebruiken onder
bessestruiken en appelbomen die tenminste 3 jaar
vaststaan, waarbij Golden Delicious als gevoelig
moet worden beschouwd. Hoewel er verschillen
tussen beide middelen zijn, zijn de praktische er
varingen veelal dezelfde.
Niet alleen zaadonkruiden, maar ook distel, klein
hoefblad, paardebloem, weegbree en zuringsoor-
ten worden goed bestreden. Brandnetel en veen-
wortel worden in een jong stadium wel bestreden,
terwijl zilverschoon, hondsdraf en kruipende bo
terbloem ongevoelig zijn.
b. Hyvar-X
Dit middel is al heel wat jaren geleden in de han
del gebracht als kweekgrasbestrijdingsmiddel. Het
blijkt echter heel wat meer onkruiden te bestrij
den en kan ook goed tegen zaadonkruiden wor
den toegepast. Het mag uitsluitend worden toege
past onder appels die reeds 4 jaar vaststaan. De
laatste jaren wordt het in een dosering van 1IVz
kg/ha in combinatie met een amitrolbevattend
middel voor toepassing op een onkruidvegetatie
in het voorjaar aanbevolen.
c. Cotcran
Het belangrijkste verschil tussen „Cotoran" en
„simazin" is, dat Cotoran behalve werking tegen
kiemende onkruiden een grotere contactwerking
bezit. Hierdoor kan dit middel in een dosering van
35 kg/ha later in het seizoen worden toegepast.
Wel blijft, evenals bij andere bodemherbiciden,
voor een goede werking de voorwaarde van toe
passing op een voldoende vochtige grond bestaan.
Ongevoelig is weegbree, minder gevoelig zijn kruis-
kruid en ereprijs.
DF GROEISTOFFEN
CLECHTS in enkele gevallen kan toepassing van
groeistoffen in de loop van het seizoen geheel
achterwege worden gelaten. Meestal zal na de bloei
van het fruit de aanwezigheid van bepaalde wortel
onkruiden het gebruik van groeistoften noodzakelijk
maken. Met groeistoffen is in de fruitteelt al heel
wat ervaring opgedaan, zodat zowel de mogelijkhe
den als de schadekansen hier niet nog eens beschre
ven behoeven te worden.
Wel volgt hier een overzicht van de dicamba-be-
vattende middelen die voor gebruik in de fruitteelt
zijn toegelaten. Dicamba is niet als zodanig in de han
del, maar komt voor in de hierna vermelde meng-
produkten:
Combinaties met dicamba:
rH
benazoli]
MCPA
MCPP
2,4-D
2,4-DP
dicamba
AAgrazon
4
500
1000
500
166
Aseptaludin
6
246
960
1500
96
Jebodicro
10
1170
1830 133
Jebomeban
5
1125
125
Liro
MCPA/DBA
7
1400
105
Luxan
dicamix F
6
1500
1752
150
Orage Mix
4
664
996
200
Bij de in deze kolom vermelde hoeveelheid worden
de in de volgende kolommen vermelde aantallen
grammen werkzame stof per ha toegediend.
Tegen duizendknopigen (wilde wissen) heeft di
camba 'n goede werking. Komt veel veenwortel voor,
dan is tenminste 200 gr. dicamba per ha nodig om
een afdoende bestrijding te verkrijgen.
De keerzijde van de medaille is echter dat deze
stof tot de „gevaarlijke" groeistoffen uit het oogpunt
van kans op schade moet worden gerekend. Ook de
afbraak in de grond gaat langzamer dan van de „ge
wone" groeistoffen. In het algemeen is deze toepas
sing alleen verantwoord onder tenminste 3 jaar vast
staande appelbomen wanneer de onkruidvegetatie
dit noodzakelijk maakt.
F. VADER.
Consulentschap Tuinbouw
„Goes",
||OEWEL de oppervlakte bij elkaar niet zo groot is,
wordt er in Zeeland de laatste tijd op verschillen
de landbouwbedrijven een perceel prei geteeld. Dit gaat
vooral om prei die in de winter wordt geoogst omdat er
dan tijd beschikbaar is.
In veel gevallen wil men deze prei telen als navrucht
na een landbouwgewas. Hieitmee komt men echter wel
eens in de knel, want de uiterste plantdatum om nog een
acceptabele opbrengst te kunnen krijgen is wel de eerste
week van juli. De normale landbouwgewasseri ruimen
alle na die tijdi het veld, zodat men vrijwel altijd te laat
kan gaan planten. Soms lukt het wel eens op plantuien-
land (overigens geen ideale combinatie) of na conserven-
erwten. Als men echter een optimale opbrengst wil
behalen, en daardoor in de winter een goede produktie
per manuur, moet men in de tweede helft van juni kun
nen planten. Omdat het dan dikwijls droog weer is, moet
de grond niet meer bewerkt behoeven te worden. Het is
dan niet mogelijk om een voorvrucht te verbouwen; men
zal er de grond voor moeten laten liggen. Men heeft dan
een opbrengstderving van de voorteelt. Als dit een graan
gewas is met een saldo van 1500,per ha, betekent
dit 2,per roe. Bij een hogere opbrengst aan prei van
4 kg per roe tegen 50 ct per kg is dit al gecompenseerd,
terwijl het schoonmaken van een zwaardere preiplant
niet oneer werk vraagt dan van een kleinere.
ZAAITIJD
Uit onderzoek is gebleken dat, als men na half juni
wil planten, men in de eerste week van april moet zaaien.
'Dit geldt dus ook als men pas in juli kan planten. Bij
laat planten krijgt men een wat oudere en dikkere plant.
ZAAIEN
Voor het plantenbed moet men een goed stuk grond
opzoeken, want een goede plant is het beste startmate
riaal. Men zaait 3 gram zaad per m2. Men moet een
bestrijding uitvoeren tegen de made van de preivlieg
uievlieg). Hiervoor kan men gebruiken:
Birlane spuitpoeder 25 2,4 gram per m2
granulaat 10 4 gram per m2
Phytosolemulsie 50 1 ml per m2
granulaat 7*4 4 gram per m2
Na het spuiten of strooien moet het middel licht wor
den ingewerkt. Evenals bij het ontsmetten van uiezaad
kan ook een zaadbehandeling worden uitgevoerd met
Phytosol. Dit- is hiervoor echter niet officieel goedge
keurd.
Om een vol gewas te krijgen, moet men streven naar
een plantenaantal van 150.000 per ha. Van één gram
zaad kan men 100 k 110 planten verkrijgen. Het is beter
om wat planten over te hebben dan wat te kort. Men
zit het veiligst als men ±1.5 kg zaad voor 1 ha planten
gebruikt.
Men kan een onkruidbestrijding uitvoeren op het zaai-
bed met Ramrod, 70 gram per are. Voor het zaaien moet
een besmetting worden gegeven van 4 k 5 kg 12-10-18
per are.
RASSEN
Zoals bekend, is er verschil tussen herfstprei en win
terprei. Herfstprei is produktiever, maar is gevoeliger
voor vorst. Als men in de winter wil oogsten, loopt men
het minste risico als men winterprei neemt. Vanwege het
verschil in opbrengst neemt men echter dikwijls dit
risico, en teelt men tooh herfstrassen voor oogst in de
winter. Bij een grotere oppervlakte doet men het beste
om het risico wat te spreiden en van elk een gedeelte te
nemen. De grootte van de schade die men kan oplopen
hangt uiteraard geheel af van de hoeveelheid vorst die
men krijgt.
Binnen de bovengenoemde groepen is er ook verschil
in gevoeligheid tussen de selecties. Voor de oogst in
december-januari kan van de volgende herfstprei-selec-
ties gebruik worden gemaakt:
Olifant Wed. P. de Jongh en Fa. Koning en
Vlieger, Goes
Baton N.V. D. v .d. Ploeg, Barendrecht
Herfstreus N.V. Sluis en Groot, Enkhuizen
Goliath N.V. Rijk Zwaan, De Lier
Winterreuzen N.V. Rijk Zwaan, De Lier
In de Rassenlijst worden de volgende winterpreiselec-
ties aanbevolen:
Siberia N.V. C. Beemsterboer, Warmenhuizen
Siegfried N.V. Nunhem's Zaden, Haelen (L.)
Winterreus N.V. C. W. Pannevis, Enkhuizen
Winter N.V. C. W. Pannevis, Enkhuizen
Géant N.V. D. v. d. Ploeg, Barendrecht
Winterreus N.V. Sluis en Groot, Enkhuizen
Winterreuzen N.V. A. R. Zwaan en Zn, Voorburg
SAMENVATTING
Voor de oogst van prei in de winter kan men gebruik
maken var\, een herfstselectie of van een winterselectie,
waarbij men bij de laatste minder risico loopt bij vorst,
maar de eerste een hogere opbrengst geeft als men wei
nig vorst krijgt.
Men moet zaaien in de eerste week van april, waarbij
een bestrijding van de preivlieg moet worden uitgevoerd.
Voor 1 ha gebruikt men 1.5 kg zaad en men zaait
3 gram per m2.
Wigran Super een Orga-Produkt
Spuiten kort na de winter
vanaf het 4 - 5 bladstadium
tot in het uitstoelingsstadium
van het gewas met 6 l/ha