Gezinsgrootte en ir. j. a. h. haenen. bedrijfsopvolging en de opleiding van de kinderen 8 Tot nu toe is de afname van het aantal landbouwbedrijven vrijwel beperkt tot bedrijven met een kleine oppervlakte. Daarnaast zullen aan stadsuitbreiding, 'industrieterrein, wegenaanleg, recreatie e.d. in toenemende mate bedrijven moeten worden opgeofferd. Sterke vermindering van het aantal bedrijven c.q. bedrijfshoofden zal alleen optreden als er relatief in veel gevallen geen van de kinderen het ouder lijk bedrijf overneemt. Immers zolang er meerdere bedrijfs opvolgers in een gezin zijn, b'ijven er gegadigden om elders vrijkomende bedrijven te continueren. Bovendien proberen veel boeren, waarvan het bedrijf onteigend is, elders een bedrijf te aanvaarden. In dit laatste artikel van deze serie wordt op e.e.a. nader ingegaan, waarbij ir. Haenen dank zegt voor de welwillende medewerking aan deze enquête ver leend. Op 14 van de 80 bedrijven zal geen van de kinderen het ouderlijk bedrijf overnemen. Van deze 14 gezinnen zijn er 2 kinderloos. Van de 12 overige gezinnen zonder bedrijfs- opvolger varieert het aantal kindeten in 7 gezinnen van 1 tot 3 en in de 5 andere zijn er 4 of meer kinderen. Wanneer we de 2 bedrijven van de gezinnen zonder kinderen en de 3 bedrijven met tweehoofdige leiding niet meetellen, blijven er 75 bedrijven c.q. gezinnen over, waarvan 12 zonder opvolger, 40 met één opvolger en 17 met 2 opvolgers. In deze 63 gezinnen met opvolgers zijn er gemiddeld 4,9 kinderen per gezin. Van voornoemde 75 gezinnen zijn er 29 met 1, 2 of 3 kinderen. In 7 van deze 29 gezinnen neemt geen van de kinderen het ouderlijk bedrijf over. Op de overige 46 bedrijven telt het gezin van het bedrijfshoofd 4 of meer kinderen. Slechts in 5 van deze 46 gezinnen is er geen opvolger voor het ouderlijk bedrijf. Kortom in de gezin nen met 1 tot 3 kinderen komen relatief aanzienlijk meer bedrijven zonder opvolger voor dan in de gezinnen met meer kinderen. Conclusie: in gezinnen met 1 tot 3 kinrh. ren komt het in \erhouding vaker voor, dat er geen bedrijfsopvolger is dan in gezinnen met meer kinderen. De verklaring hier- Hoewel veel bedrijfsopvolgers een goede opleiding hebben gevolgd, laat die bij enkelen toch nog te wensen over zoals het volgend overzicht laat zien. Gevolgde opleiding Aantal Gevolgde opleiding Aantal Hogere landbouwschool 1 Lagere landbouwschool 22 Mulo c.q. Middelbare school Ander onderwijs 3 r Middelbare landbouwsohool 10 Alleen lagere school 7 M'dde!bare landbouwschool 29 Neg met opleiding bezig 11 Conclusie: de opleiding moet nog in een te groot aantal gevallen als onvoldoende worden aangemerkt om de toekomst als zelfstandige ondernemer met vertrouwen tegemoet te kunnen zien. Van de 11 bedrijfsopvolgers, diq no.g met hun opleiding bezig zijn, bezoeken er 5 de lagere landbouwschool, 3 de mulo en 3 de middelbare landbouwschool. GEZINSGROOTTE EN BEDRIJFSOPVOLGING MAARMATE het aantal kinderen kleiner is, zijn de financiële moeilijkheden voor de overname van het ouderlijk bedrijf door één van de kinderen geringer. Dit is ondermeer ook mede aanleiding geweest cm bij de gehouden enquête aan dit aspect en verder ook aan de opleiding van de kinderen aandacht te besteden. In tabel I zijn hierover verkregen gegevens weergegeven. TABEL I De gezinnen op de 80 geënquêteerde bedrijven naar het aantal kinderen en de bedrijfsopvolging. Aantal kinderen per gezin Gezinnen met respectievelijk geen, één of twee bedrijfsopvolgers Totaal aantal geen opv. één opv. twee opv. gezinnen kinderen geen 1 2 3 4 of 5 6 of 7 s of 9 lri—13 2 3 2 2 1 1 2 1 (2)* (1) 3 9 7 13 9 4 1 (1)* (2) 1 2 5 6 1 2 2 7 12 15 .20 16 7 4 7 24 45 89 107 59 47 Totaal 14 (3) 46 (3) 17 83 378 Gem. aantal kinderen per gezin 3,7 (3,3) 4,5 (2,3) 6 4,6 Op drie bedrijven berust de tweehoofdige leiding bij twee gehuwde broers, op elk van deze drie bedrijven zal één zoon het bedrijf overnemen; tussen de betref fende 6 gezinnen naar gezinsgrootte en bedrijfsopvolging. voor is dat er in een klein gezin per kind meer geld beschikbaar is voor de studie dan in een groter gezin. Zo is in een klein gezin boer worden geen noodzaak maar een vrije keuze. In een groot gezin worden de studiekosten dikwijls een te grote uit- gavepost. Zo is de kans dan groot dat er hier teveel kinderen thuis op het bedrijf gaan meewerken. LEEFTIJD VAN DE BEDRIJFSOPVOLGERS EN HUN OPLEIDING: ,CR zijn 49 bedrijven (46 3) met 1 opvolger (48 jongens en 1 meisje) en 17 bedrijven met 2 zoons als opvolger. In totaall zijn er op 66 bedrijven 83 opvol gers met een gemiddelde leeftijd van 24 jaar: van hen zijn er 19 gehuwd. De bedrijfs opvolgers zijn in bijgaand overzicht ingedeeld naar leeftijd. i Leeftijd aantal Opmerking Leeftijd aantal Opmerking jonger dan School en 2326 jaar 24 In onderling overleg 15 jaar 2 beroepskeuze bedrijfsovername en vragen alle 2730 jaar 17 regeling met overige 1518 jaar 10 aandacht kinderen vaststellen ouder dan 8 met behulp van een 1922 jaar 22 30 jaar deskundige Op 6 bedrijven met 1 opvolger gebeurt de exploitatie in de vorm van een maat schap van het bedrijfshoofd met de opvolger. Van deze 6 bedrijfsopvolgers zijn er 4 gehuwd. Op 1 van de 17 bedrijven met 2 opvolgers exploiteren de beide opvolgers samen met hun ouders het bedrijf in een maatschap: verder is er één bedrijf or.;3t 2 opvolgers waar één van de twee opvolgers deel uitmaakt van de maatschap met zijn vader. Van deze 3 laatst genoemde bedrijfsopvolgers zijn er 2 ongehuwd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 8