LANDBOUWSCHAP
BESTRIJDING VAN
LEVERBOTZIEKTE
VAN HET
Meningen over
Teleaccursus landbouw
lopen zeer sterk uiteen
i
ENQUETE OVER TELEACCURSUS
Op 16 februari j.l. heeft de Stichting Teleac
aan 3600 personen in de land- en tuinbouw
formulieren gezonden met vragen over de
televisiecursus „Onze landbouw nu en
straks". Onder de geadresseerden bevonden
zich zowel cursisten als niet-cursisten en ge
spreksleiders. Tot nog toe heeft men bij
Teleac slechts 800 formulieren ingevuld
terugontvangen. Over dat getal is men bij de
Stichting Televisie Academie nogal teleurge
steld. Men vermoedt, dat de sfeer rond de
volkstelling de cursusenquête negatief be
ïnvloed heeft. Men hoopt, dat velen alsnog
het toegezonden formulier willen invullen en
opsturen naar de Stichting Teleac, postbus
2414 te Urecht. De gegevens die de enquête
oplevert wil men gebruiken bij volgende tele
visiecursussen met de landbouw als onder
werp.
Ondcrwijsfiims uit materiaal Teleaccursus
Bij de voorlichtingsdienst van het minis
terie van Landbouw en Visserij is men mo-
mentel bezig uit het door de Teleaccursus
„Onze landbouw nu en straksbeschikbaar
gekomen filmmateriaal een drietal films voor
het landbouwonderwijs samen te stellen.
Voor dit doel heeft men de medewerking
van Teleac-regisseur F er ene Schneider. De
films hebben elk een duur van 30 minuten.
De eerste agrarische rolprent is inmiddels
gereedgekomen. Het ligt in de bedoeling de
films te gebruiken bij het onderwijs aan land
bouwscholen.
P\ E meningen over de onlangs afgesloten Teleac-
cursus Onze landbouw nu en straks", lopen
zo blijkt nu zeer sterk uiteen. Een kleine enquête
onder iandbouwinsiders .die regelmatig naar de tele-
/isielessen hebben gekeken, zelfs al kwam Teleac-
iandbouw pas tegen het middernachtelijk uur op de
buis, leverde een boerenbonte verscheidenheid van
meningen op. De een vond de cursus ,.te algemeen
en te moeilijk", de ander sprak over te gedetailleerd
en nadrukkelijk voorgekauwd de cursus zou ,.te kort
en te lang zijn geweest, .te groots opgezet" en .te
veel vanuit een gezichtshoek" zijn opgebouwd, de be-
dnjfsvoorbeeiden waren .onjuist en raak gekozen"
de presentatie amateuristisch en vakkundig, hakkelig
en gelijkmatig de interviews .spontaan en natuur
lijk van tevoren in mekaar gezet" Voldoende aanlei
ding voor de vermetele enquêteur om duizelend in een
hoek te kruipen en over heel onze landbouw, nu dan
wei straks, geen mond meer open te doen Bij wijze
van spreken'
(Advertentie)
Het onderzoek van de laatste jaren heeft duidelijk
aangetoond dat de leverbotziekte een steeds grotere
uitbreiding neemt in de EEG landen. In veel gevallen gaat
deze ziekte gepaard met belangrijke verliezen aan melk en
vlees.
Een doelmatige bestrijding van leverbot moet op twee
fronten tegelijk gebeuren, namelijk: bij het dier door het
toedienen van gepaste leverbotdodende middelen en op de
weide door de leverbotslakken te vernietigen.
PREVENTIEVE WEIDEMAA TREGELEN
De leverbotslakken worden vooral aangetroffen in greppels
en greppelzones, op vertrapte percelen, langs slootkanten,
bij drinkplaatsen enz.
Naast cultuurtechnische maatregelen waarbij vooral de
waterhuishouding verzorgd wordt, verdient een recht
streekse bestrijding van de slakken de aandacht.
Talrijke proeven hebben aangetoond dat kalkstikstof een
uitgesproken slakkendodende werking heeft. Een
behandeling van de weiden, en meer speciaal van de
voorkeurzones voor de slakken, heeft reeds in veel gevallen
geleid tot een totale vernietiging van de leverbotslakken of
tot een sterk verminderde slakkenpopulatie. Een
herbehandeling van de meest gevaarlijke plaatsen voor
besmetting kan soms nodig zijn.
TOEP A SSINGSMETHODEN
Verschillende mogelijkheden doen zich voor, namelijk:
le Voorkomen van de voorjaarsinfectie:
Strooi kort na de groeiherneming in de lente, gebeurlijk na
het wegtrekken van het overtollig watei^ 500 kg/ha fijn
gekorrelde nitraathoudende kalkstikstof
(CYANNITRAAT) of gebeurlijk 350 kg/ha kalkstikstof in
poedervorm. Speciaal gevaarlijke zones bestrooien met een
hogere dosis of zo nodig herbehandelen.
2. Voorkomen van de najaarsinfectie:
Strooi in juli op de vochtige of natte plaatsen (greppelzones
enz.) fijn gekorrelde nitraathoudende kalkstikstof
(CYANNITRAAT) tegen 500-1000 kg/ha.
3. Een andere mogelijkheid biedt het hooien van slakken-
percelen na toepassing van CYANNITRAAT als stikstof
meststof tegen 500 kg/ha.
BESLUIT
Kalkstikstof op leverbotweiden biedt belangrijke
oordelen, namelijk: aanvoer van stikstof en kalk, weide-
rbetering door bestreiding van onkruiden en minder-
uardige grassen, en vernietiging van leverbotslakken.
Medegedeeld door SADACEM ..Landbouwkundige
dienst". Langerbruggekaai 9, B-9000 GENT).
l^ALM nadenken is in zo'n situatie het beste wat
je doen kunt. En vervolgens een goëcle biecht
vader opzoeken. Waar zou je die beter kunnen vin
den dan bij de KNBTB. Daar was het drs. W. Broex,
hoofd van de economisch-sociale voorlichters van de
KNBTB en zelf lid van de cursusredactie, die wijze
raad gaf door verwijzing naar de ABTB, om precies
te zijn naar ir. Bouma. Deze maakte indertijd de
Teleaccursus „Onze landbouw nu en straks" tot
hoofdonderwerp voor zijn vele gespreksleiders in zijn
acht provinciën omvattende aartsdiocees. De oogst
daarvan hebben we op 'een maartsbuiige achtermiddag
in het ABTB-gebouw aan de Arnhemse Rijnoever zit
ten verwerken. En daardoor kunnen nu kort samen
gevat wat meningen over de jongste Teleaccursus
over de landbouw op een rijtje worden gezet.
Achterveld: Het grootste deel van de deelnemers aan
de discussiegroepen reageerde conservatief op de in
houd van de cursus. Dat de boeren erdoor aan het
denken worden gezet is een groot pluspunt.
Almelo: (Mariaparochie) De cursus was te groots op
gezet. De bedrijfsvoorb'aelden zijn te groot. Daar is
men hier nog lang niet aan toe.
Appingedam: De helft blijkt hier een testament te
hebben gemaakt. Goed dat dit ter sprake gebracht
werd. Overigens: na verloop van enkele jaren cur
sus herhalen met dezelfde mensen en zien hoe de
financiën er dan voorstaan.
Assen: De lessen staan te ver van de praktijk af. De
vraag vanuit Assen hoe het best van gedachten te
wisselen over de cursus werd beantwoord met:
..Tussen man en vrouw".
Broekland: Liever een bedrijf van 1530 ha uit het
eigen gebied in een tv-cursus. Met de bedrijfsvoor-
beelden uit het westen en het zuiden van het land
heeft men te hoog gegrep"en.
Bunnik-Odijk: De cursus was onvoldoende afgestemd
op de praktijk. Over 15 jaar geeft men subsidie aan
landbouwers die willen blijven. Als de overheid
niets a-an de* landbouw doet, lopen juist alle flinke
boeren weg.
Coevorden: De voor de cursus geïnterviewde mensen
leverden geen kritiek. Waren ze soms geselecteerd?
Dronten: In bepaalde lessen werden kernvragen Ont
weken. Blijkbaar waren alleen degenen, die een
bedrijf overnamen belangrijk. Andere leden van het
gezin kwamen niet aan bod.
Geesteren: De in de cursus getoonde bedrijven kunnen
niet als gemiddelde bedrijven worden beschouwd.
Overigens graag meer cijfers in zo'n cursus. Anders
Jumnen er geen conclusies worden getrokken.
Heeten: Meer cijfers graag. De uitzendtijden liggen
erg moeilijk.
Hengelo: Wat een moeder in een agrarisch gezin wil
is zeker niet belangrijk. Het gezin als geheel is in
deze cursus nauwelijks ter sprake gekomen.
Kamerik: De presentatie staat nog in de kinder
schoenen. Tien procent van de mensen hier denkt
aan een politieke stunt, georganiseerd door de over
heid om de agrariër kwijt te raken. Toch betekende
deze cursus vergeleken bij voorgaande over de land
bouw een hele verbetering.
Olburgen: De gemiddelde Nederlandse boer is nog
niet zover als de lessen van de Teleaccursus sug
gereren.
Raalte: De lessen brengen niet veel nieuws. Er is te
weinig aandacht besteed aan de kijkers boven de
50 jaar.
COMMENTAAR
TE kunt het met zo'n televisiecursus natuurlijk
nooit iedereen naar de zin maken," reageert
eindredacteur drs. C. van der Sluys. „Want op wie
moet je mikken? Op progressief of conservatief? Op
de boven-, de midden-, of de onderlaag? De opzet was
een cursus samen te stellen, niet gericht op een be
paalde sector onder de boeren of tuinders, maar op
de gehele agrarische wereld. De inhoud moest voor
iedereen, die op welke manier dan ook bij de land-
of tuinbouw betrokken is denk ook aan de agri
business interessant zijn. We hebben meer aan men-
talitaitsbeïnvloeding dan aan voorlichting gedaan.
Wil een boer voor zijn concrete situatie aangepaste
voorlichting hebben, dan zijn er in zijn direkte om
geving wel adviseurs te vinden. Zo'n boer moet niet
langer talmen, maar direkt een oplossing gaan zoeken
voor zijn problemen. Wij hebben met „Onze land
bouw nu en straks" juist geprobeerd de mensen aan
het denken te zetten over hun eigen situatie in de
maatschappij waarin we nu eenmaal leven. Er zijn
ontwikkelingen aan de gang waaraan boeren en tuin
ders zich moeten aanpassen".
GEZIN
IK ben het ook niet eens met de .opmerking, dat
de cursus alleen maar aandacht heeft besteed
aan de bedrijfsproblematiek en dat daardoor de ge-
zinsproblematiek niet of onvoldoende aan bod is kun
nen komen. De problemen, die er in een bedrijf kun
nen voorkomen, raken toch onmiddellijk het agrari
sche gezin. Elet feit, dat in de cursus voornamelijk met
mannen is gepraat wil niet zeggen, dat de lessen niet
op de vrouw van de boer of tuinder waren gericht.
Aan de vraag naar meer cijfermateriaal in de lessen
is de redactie met opzet niet tegemoet gekomen. We
waren het met elkaar eens, dat er al teveel cijfers op
het beeldscherm waren. Televisie is zo'n vluchtig me
dium. Wat je ziet verwaait zo gauw. Bovendien be
vatten de lessen van de schriftelijke begeleiding uit
gebreid en hoogst interessant cijfermateriaal, ontleend
aan de officiële, verantwoordelijke bronnen. Opmer
kingen als zou de cursus te ver vooruitgrijpen omdat
bedrijfsvoorbeelden werden getoond waarvan de
praktijk ver van die der meeste boeren verwijderd is,
kan ik weerleggen door te zegg-en, dat het geen enkele
zin heeft in een televisiecursus algemeen bekende
praktijkinformatie te geven", aldus drs. C. van der
Sluys, eindredacteur van „Onze landbouw nu en
straks".
GESPREKSGROEPEN
r.S. W. Broex merkte in de loop van de cursus
zowel positieve als negatieve kanten op. Positief
vindt hij de bijdrage van de gespreksgroepen (900 door
het hele land) aan het totaal-beeld van de cursus.
„Het doel van de cursus was, gespreksstof aandragen
voor de discussiegroepen, stimuleren tot het grondig
doornemen van de totale agrarische problematiek. Ik
ben er bij voorbaat vanuit gegaan dat de televisie
beelden niet alleen-zaligmakend zouden kunnen zijn.
Vanuit die gedachte redenerend, kan ik de cursus
over het algemeen wel geslaagd noemen. Voorbeeld:
In de gespreksgroep van een CBTB-afdeling bleken
acht van de tien leden geen televisietoestel te bezit
ten. Toch vonden ze aan de hand van de schrifelijke
studiebegeleiding de onderwerpen zó interessant, dat
ze erover wilden doorpraten. De cursus was overi
gens met zestien lessen te lang. Ook al omdat de onder
werpen veelomvattend en moeilijk waren. Volgende
televisiecursussen met de land- of tuinbouw als
onderwerp zouden hooguit vier tot zes lessen moeten
omvatten. Per cursus zou verder telkens een bepaald
thema moeten worden behandeld. Bijvoorbeeld: finan
ciering, beloning meewerkende kinderen, grondver
betering en moderne voedingsmethoden voor varkens
en kippen".
TEGENVALLER
TELEAC's verantwoordelijke man voor de schrif
telijke studiebegeleiding van de t.v.-cursussen,
de heer R. Engers, blijkt na voltooiing van „Onze land
bouw nu en straks" teleurgesteld over het aantal deel
nemers aan dg studiebegeleiding. Op basis van het
aantal gespreksgroepen had hij minstens tienduizend
inschrijvingen verwacht. Maar begin februari, met
nog maar enkele lessen uit de reeks van zestien voor
de boeg hadden slechts 8000 cursisten zich gemeld. De
prijs voor de schrifelijke studiebegeleiding kan nau
welijks een bezwaar zijn geweest. Voor het te ver
waarlozen bedrag van 12,50 kreeg iedere cursist twee
uitstekend verzorgde boekjes, waarin elke les door
de samensteller ervan uitvoerig werd toegelicht, door
middel van heldere teksten, overzichtelijke tabellen,
schema's en foto's. De heer Engers meent, dat onwen
nigheid ten opzichte van de mogelijkheid tot studie
via een televisiecursus het aantal schriftelijke cursis
ten aan de lage kant gehouden heeft. Mocht voor
velen de prijs een bezwaar zijn geweest, dan zij ge-
zggd, dat het niet voor minder had gekund. Inderdaad
subsidieert de overheid de Stichting Teleac, maar dat
geldt alleen do filmproduktie.
(Zie verder pag. 13)