K. N. L. C. Besluit over grondbank gewenst De wereldsuikerproduktie f)AT de Faillissementswet bepaalde regels stelt om tegenover de curator het deugdelijk bewijs te leveren dat er inderdaad van privé vermogen van de echtgenoot die niet failleert, sprake is, zal wel duide lijk zijn. Op deze bepalingen van de faillissementswet gaan we nu verder niet in. Huwelijkse voorwaarden moesten' vroeger beslist vóór het huwelijk worden gemaakt. Ze konden toen ook niet gewijzigd worden. Dat is nu niet meer zo. Als een huwelijk tenminste één jaar heeft bestaan kunnen er nog huwelijkse voor waarden worden gemaakt of bestaande worden ge wijzigd of ongedaan worden gemaakt. Dat behoeft dan wel de goedkeuring van de rechtbank. De rechtbank zal de goedkeuring weigeren als een redelijke grond voor het maken of wijzigen van huwelijkse voorwaar den ontbreekt of, en dat zal het zwaarste wegen, als er gevaar bestaat, dat de schuldeisers worden benadeeld. Echtelieden die er wat hun vermogen betreft, niet zo best voorstaan kunnen niet in die situatie hun aan sprakelijkheid gaan beperken. Dat alles is wellicht bekende stof, al kan het goed zijn, die zo nu en dan ook nog eens op te halen. 3 Ir. C. S. KNOTTNERUS In zijn laatst gehouden vergadering heeft het be stuur van het Landbouwschap een discussie gewijd aan het rapport van de commissie inzake het grond beleid, d.w.z. aan de z.g. grondbank. Via allerlei kana len en vooral via de commissie grondgebruik van het Landbouwschap was een aantal wensen en mogelijk verbeteringen aan het bestuur voorgelegd. Met vele van deze suggesties zou het bestuur graag akkoord kunnen gaan maar volgens het bestuur had het op dit moment geen zin om hierover een definitief stand punt in te nemen. EEN NIEUWE FINANCIERINGSMOGELIJKHEID Waar gaat het namelijk op het ogenblik om? Er is een duidelijke financieringsmoeilijkheid voor die bedrijven, die relatief veel grond voor hun produktie nodig hebben. Dat zijn dus bedrijven met een arbeidsextensief bouw plan. Van de zijde van het Landbouwschap en de boeren leenbanken was er een poging gedaan om hiervoor een oplossing te vinden in de vorm van een grondbank. Bij de uitkering van het betreffende voorstel bleek, dat het verschil tussen baten en lasten van deze grondbank vol ledig op de rug van de overheid zou moeten worden ge schoven en de minister vond dit uiteraard geen redelijk voorstel. De m/inister vroeg echter een commissie na te gaan of er niet toch een mogelijkheid gevonden kon wor den waarbij de baten en lasten ook vanuit het gezichts punt van de overheid beter verdeeld zouden zijn. Het uitgangspunt was dus een oplossing te vinden die ook voor de overheid aanvaardbaar was, anders komt er n.l. van de hele grondbank gedachte niets terecht. De commissie meent dat nu gevonden te hebben, maar de overheid zelf heeft zich daarover nog niet uitgesproken. Zolang dit niet het geval is heeft het geen zin van de zijde van de georganiseerde landbouw verbeteringen in het voorstel aan te brengen die voor de landbouw gunstig zijn. Dit kan er n.l. toe leiden dat de overheid stelt: „ja, maar onder dde voorwaarden begin ik er helemaal niet aan". DE TIJD DRINGT Het bestuur van het Landbouwschap heeft dat ook zo gezien en vastgesteld dat ofschoon zij zich veel verbete ringen van het ontwerp van grondbank kan voorstellen en verschillende dingen nader omschreven c.q. geregeld zjouden moeten worden dingen die de commissie zeer summier heeft aangeduid een grondbank op basis van het rapport-Wellen door haar niet zal worden afgewezen. Mocht de overheid de Stichting Beheer Landbouwgron den opdracht geven als grondbank te gaan fungeren en middelen beschikbaar stellen dan zal het bestuur van het Landbouwschap dat toejuichen. Eventuele onvolkomen heden zullen zeker in de praktijk blijken en zullen ook naar het bestuur aanneemt voor de overheid aanleiding zijn am verbeteringen aan te brengen. Nu de saneringsregeling een ruim aanbod van bedrijven en dus ook van grond laat zien, zou het bijzonder ge wenst zijn dat deze grond zo gauw mogelijk en op zo'n groot mogelijke schaal dienst doet voor de structuurver betering. Zolang de financiering in sommige streken moeilijkheden oplevert kan de eis, dat de vrijkomende grond aan bestaande bedrijven van een redelijke omvang dient te worden toegevoegd, aanleiding geven tot een on aanvaardbare verlaging van de prijs van deze grond waar door de sanering dan niet door gaat. De tijd dringt dus hier. Het is te hopen dat nog de huidige regering een beslissing zal nemen. MIDDEL TOT STRUCTUURVERBETERING Het schijnt dat er mensen zijn die menen dat de over heid het geld in de grondbank gestoken niet voldoende rer.te laat opleveren. Mocht de overheid hiervoor gevoe lig zijn dan lijkt het mij dat het ook niet verantwoord is voor de overheid om zoveel grond aan te houden als zij op het ogenblik doet. Het lijkt mij dat dan de grond in zuidelijk Flevoland zo spoedig mogelijk zou moeten worden afgestoten. Als de overheid dan iets kieskeurig is op de kopers en de boerderijen zo groot maakt als volgens haar in de toekomst wenselijk is, dan kan ook op die manier aan de structuurverbetering wor den gedaan. De overheid krijgt dan bovendien voldoende geld in handen om elders ook nog de structuurverbete ring d.m.v. de grondbank te doen bevorderen. Wie in de suiker roert, roert in de politiek. Dat komt niet alleen door de bietsuiker-rietsuikerkwestie en de „wereldwinkels", maar ook door de vele over eenkomsten die op dit gebied op aarde bestaan. Dat een overzicht mogelijk is van wat zich op dit gebied afspeelt danken wij aan de Internationale Suiker or ganisatie, die nuttig registratiewerk verricht, maar ook inlichtingen geeft. Riet- en bietsuiker zijn, chemisch gezien, precies hetzelfde. Slechts via een chemische analyse kan men ze onderkennen. Dit is mogelijk doordat bij de win ning en de raffinage iets verschillende procédees worden toegepast. Alleen reeds hierdoor is de ver koop van rietsuiker een twijfelachtige zaak, maar hij kan een nobel doel dienen, n.l. het bevorderen van een rechtvaardige betaling van telers en arbeiders in ontwikkelingslanden. Fidel Castro zal daar zeer dank baar voor zijn, want veel andere ontwikkelingslanden met een suikeroverschot zijn er niet DE WERELD EET STEEDS MEER SUIKER De strijd tussen biet en riet zal nog wel vele jaren doorgaan. De kwestie is eenvoudig deze, dat ontwik kelingslanden soms wèl goedkoper suiker kunnen aanbieden dan wij. Zou men echter ginds dezelfde lonen en lasten hebben als wij (en wat Cuba betreft: geen staatshandel) dan zou rietsuiker zeker net zo duur zijn als bietsuiker. Misschien dat de rietsuiker verkopers juist daarom hun prcdukt zo aanbevelen, want het moet iedereen een doorn in het oog zijn dat men elders werkt voor een fraktie van wat wij ver dienen. Intussen kan men zeggen dat de verontwaar diging van de boerenorganisaties over de rietsuiker reeds aan het luwen is en dat het hun Siberisch laat of u riet- dan wel bietsuiker eet. De kwestie is, dat het niet zo goed gaat met de wereldsuikerproduktie, blijkens een publikatie van de Suikerorganisatie. Om te beginnen hebben de Oosteuropese landen, vooraf de Sowjet-Unie. al me degedeeld dat hun produktie terugloopt. Rusland was, ondanks zijn handel met Cuba, zélf exporterend maar thans niet meer. De Russische oogst aan biet suiker viel in 1970 tegen. Hetzelfde rapporteren Hongarije en Tsjechoslo- wakije. Daar komt nog bij, dat er grote onzekerheid bestaat over de Cubaanse leveranties. Aan het begin van dit jaar heeft Fidel Castro gezegd, dat hij uit de thans lopende campagne 7 miljoen ton suiker dacht te peuren. Over het ideaal van 10 miljoen wordt door niemand meer in ernst gesproken! Thans blijkt dat ook die 7 miljoen ton niet haalbaar is. Eind januari lagen de schattingen bij 6 miljoen ton en eind febru ari waren zij gedaald tot 5 of 5,5 miljoen ton. Nu vertegenwoordigt Cubaanse suiker slechts vier pro cent van de wereldproduktie, maar deze suiker wordt vrijwel geheel uitgevoerd en heeft dus een grote in vloed op de wereldmarkt. Welnu, de prijs voor sui ker op de wereldmarkt loopt sterk op. VOORRADEN Afgezien van de verwerking in veevoeders en voor chemische doeleinden verbruikt de wereld steeds meer suiker. Daar komt dan nog bij. dat de produktie" daalt. Voor 1971 rekent men met een daling van 1.191.000 ton t.o.v. 1970 en men verwacht dat het verbruik met 3.59 procent of 2.598.000 ton zal stijgen. Dit is mogelijk doordat overal flinke voorraden be staan. Deze zijn thans al teruggebracht tot hel peil van het begin van de campagne 1969/70. Bij het woord „voorraden" fronsen velen reeds de wenkbrau wen, omdat de E.E.G. nogal eens voorraden kweekt die dik geld kosten, maar zonder voorraden is de handel onmogelijk en ontstaat grote chaos. Wanneer de wereldvoorraden suiker, zoals nu het geval is, met 10 procent dalen, raken de deskundigen al zeer be zorgd. Suiker is, in feitelijke tegenstelling tot boter (maar evenals granen) een stapelprodukt. Zonder enig kwaliteitsverlies kan hij lang bewaard blijven. Er moeten voorraden zijn omdat anders de minste tegenslag tot regelrechte tekorten zou leiden en hevi ge prijsstijgingen; internationaal gezien kan men dus heel rustig vaststellen, dat wie thans aan rietsuiker boven bietsuiker de voorkeu)- geeft, een keuze maakt tussen de kat en de kater. Van beide dreigt een sta tistisch tekort te ontstaan. Wat niet wegneemt dat de E.E.G. via haar contingenten en regelingen best een flink uitvoei overschot zou kunnen kweken in 1971, gesteld dat de bieten goed groeien en vlot geoogst kunnen worden. Een bedreiging voor de ontwikke lingslanden zit er voorlopig niet in. Van de E.E.G.-oogst 1971 is natuurlijk nog niets te zeggen, want de inzaai begint pas over enige weken. Men an alleen zeggen, dat de akkerbouwers in de hele E.E.G. grote belangstelling hebben voor de biet en dat het voorlopig één van de teelten is waarop een belangrijk deel van de akkerbouwbedrijfsvoering is gericht. W. B. s^NGEVEER 95 van de Nederlanders trouwen in gemeenschap van goederen. Er zijn een vrij groot aantal mensen die tegen trouwen op huwelijkse voorwaarden zoal geen principiële, dan toch wel ideële bezwaren hebben. Wie trouwt dient lief en leed, armoede en rijkdom samen te delen. Dat is een wijd verbreide opvatting, die naar onze mening een zeer positieve betekenis heeft. Dat betekent evenwel niet dat het sluiten van een huwelijk op huwelijksvoor waarden in bepaalde gevallen geen aanbeveling kan verdienen. In geval van een tweede huwelijk, moet trouwen op „eigen goed" bijna altijd geadviseerd wor den, als er uit een vorig huwelijk kinderen zijn. Maar ook in geval van eerste echt kan er aanleiding zijn niet in gemeenschap van goederen te trouwen. Wij willen hier alleen noemen de mogelijkheid om. als de man een riskant bedrijf heeft, daard.oor de aansprake lijkheid te beperken. Gemeenschappelijk vermogen valt in zijn geheel in een faillissement. Het privé ver mogen van de faillerende echtgenoot ook! Privé ver mogen van de andere echtgenoot echter niet. jy/IINDER bekend, hoewel al lang bestaand, is de mogelijkheid, dat bij een schenking of bij een testament door de schenker of de erflater kan worden bepaald dat een schenking of erfenis die aan één van de echtgenoten toekomt, niet zal vallen in enige ge meenschap waarin deze begiftigde of erfgenaan ge huwd mocht zijn. Stel dus dat een vader een dochter heeft die in gemeenschap van goederen gehuwd is. Als vader cr dan bezwaar tegen heeft dat in de toe komst de erfenis, clie zij bij zijn vooroverlijden krijgt, in die gemeenschap valt. dan kan hij bepalen dat dit niet zal gebeuren. Hetzelfde kan bij een schenking plaats vinden. Uiteraard zal ervoor gezorgd moeten worden dat de gelden die op deze wijze door de erfgename (of erf genaam, dat kan natuurlijk ookof de begiftigde ver kregen worden, niet in het gemeenschappelijk ver mogen vloeien. Aan de administratie moet ook de eis worden gesteld dat het bestaan van dit privé ver mogen blijkt. l)IJ een testament is er altijd een schriftelijk be- wijs dat dc goederen zijn verkregen onder de bepaling dat zij niet in de gemeenschap vallen. Dat is ook zo bij een schenking die tot stand is gekomen bij een notariële acte. Als voor een schenking op zich zelf geen notariële acte vereist is. zoals b.v. bij een gift in contanten en men wil dat die niet in de ge meenschap vallen, dan verdient het o.i. sterk aan beveling dit bij een notariële acte vast te leggen. In deze soort gevallen houden wij niet van onderhandse papiertjes. Een bepaling dat een erf portie niet in de gemeen schap zal vallen kan een aantasting van de legitieme portie van een kind betekenen, omdat het dan niet „vrij" wordt ontvangen. Op deze grond kan dan even tueel worden geëist'dat de erfenis tot het bedrag van de legitieme in dc gemeenschap zal vallen. D"t be tekent dat bij 1 kind dan nog altijd de helft er buiten blijft, bij 2 kinderen 1/3 gedeelte en 3 of meer kinde ren 1/4 gedeelte. Als op de legitieme geen beroep wordt gedaan blijft de hele erfenis privévermogen van de erfgenaam. De bedoeling van dit artikeltje is niet, iedereen of zelfs velen aan te raden nu bij schenking of in een testament deze uitsluitingsbepaling te nmken. Wel om voor geëigende gevallen op de mogelijkheid de aan dacht te vestigen'. PA AU WE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 3