Verbetering onteigenings procedure? Ziektebestrijding in graangewassen De Zeeuwse pluimveehouderij in 1970 23 (Vervolg van pag. 17) De administratieve procedure. De administratieve procedure heeft ten doel een 'beslissing te verkrijgen over de vraag of het algemeen belang onteigening vordert. De vorm van onteigening die verreweg het meeste wordt toegepast, is die in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling en de volkshuisvesting. Dit gebeurt op grond van een gemeenteraadsbesluit dat door de Kroon moet worden goedgekeurd nadat de Raad van State is gehoord. Bovendien moeten G. S. verslag uitbrengen aan de Kroon. Ter bekorting van deze procedure was in het wetsontwerp voorgesteld het advies van G. S. te laten vervallen. Verder wil het ontwerp termijnen waarbinnen beslissingen ge nomen moeten worden verkorten en in bepaalde ge vallen onteigening voor de uitvoering van een be stemmingsplan mogelijk maken zonder dat eerst een onteigeningsplan ter visie is gelegd. ONTEIGENING IN HET KADER VAN STADSRECONSTRUCTIE Naar aanleiding van opmerkingen in het voorlopig verslag wordt nu in de memorie van antwoord een belangrijke aanvulling van de onteigeningsprocedure aangekondigd, de mogelijkheid nl. van onteigening ten beihoeve van een in het belang van de reconstruc tie van bebouwde kommen uit te voeren bouwplan. Bij een. bouwplan moet het gaan om een concreet, uitgewerkt bouwproject. Onteigening ter uitvoering van zo'n bouwplan zien de bewindslieden als een aanvullende mogelijkheid ter wille van een zo snel mogelijke ontwikkeling van bebouwde kommen naast onteigening ter uitvoering van een bestemmingsplan; voor de vernieuwing van bebouwde kommen behoort het bestemmingsplan grondslag te blijven. Nodig is dat G. S. na de inspecteur van de ruimtelijke orde ning te hebben gehoord zich over het voorgenomen bouwplan uitspreken. Verder is er een waarborg in gebouwd dat belanghebbenden bezwaren tegen een bouwplan kunnen indienen. Met deze nieuwe onteige- ningsgrond, uitgewerkt in de nota van wijzigingen, zijn de bewindslieden tegemoet gekomen aan verlan gens die omtrent de voortgang van de stadsrecon structie in de praktijk leven. De gerechtelijke procedure. De voornaamste wij ziging die het wetsontwerp in de gerechtelijke proce dure voorstelde heeft ten doel de mogelijkheid te openen dat al in een vroeg stadium, voordat de rechtbank over de verschuldigde schadeloosstellin gen uitspraak heeft gedaan, de eigendom van het ter onteigening aangewezen goed overgaat op de ont eigenende overheid. De overheid moet dan eerst wel een belangrijk voorschot op de schadevergoeding hebben uitbetaald. Daarnaast opende het wetsvoor stel de mogelijkheid dat het deskundigenonderzoek vervroegd plaats vindt. De memorie van antwoord gaat nu nader in op een aantal principiële kwesties in het onteigeningsrecht wat betreft de gerechtelijke procedure. „RECHT OP ONTEIGENING" VOOR DE BURGER EN SCHADE? IYE vraag of een eigenaar wiens goed ter onteige- ning is aangewezen, er aanspraak op kan maken dat de overheid onder alle omstandigheden de voor genomen onteigening (eigendomsontneming) ook werkelijk uitvoert, wordt in de memorie van ant woord ontkennend beantwoord. Er bestaat geen „recht op onteigening". Het onteigeningsinstituut is er omwille van het algemeen belang, niet om wille van het privé-belang van een bepaalde belangheb bende. Al heeft de overheid een onteigeningsvonnis verworven, er bestaat voor haar geen verplichting om dat vonnis te doen overschrijven en daardoor eigenaar te worden. Als naderhand blijkt dat het al gemeen belang niet tot eigenaarschap van de over heid noopt, kan d^. overheid de rechthebbende in zijn eigendom laten. Wel spreekt het vanzelf dat de even tueel daardoor geleden schade door de overheid aan de rechthebbende moet worden vergoed. VERGOEDING VAN DE WERKELIJKE WAARDE IN de memorie van antwoord wprdt nogmaals be klemtoond dat de bewindslieden vasthouden aan het beginsel dat de werkelijke waarde aan de eigenaar moet worden vergoed. Hiermee wordt be doeld de waarde die het onteigende goed heeft op het moment dat de eigendom wordt ontnomen. DE POSITIE VAN DE DERDE BELANGHEBBENDE Wat betreft de positie van de derde belanghebben de wordt in de memorie van antwoord de bedoeling van het wetsontwerp op twee punten nader uiteen gezet. Ten eerste blijft de kring van degenen die bij onteigening aanspraak op schadevergoeding hebben, beperkt tot de eigenaar, verdere zakelijk gerechtig den, huurder en pachters. Het zou onjuist zijn vol gens de bewindslieden om binnen het kader van de onteigeningswet de kring van hen die recht hebben op onteigeningsschadevergoeding te verruimen. Het tweede punt wat betreft de derde belangheb bende is diens positie in het onteigeningsproces. De overheid is volgens het wetsontwerp gehouden om aan de eigenaar èn aan ieder der belanghebbenden een apart aanbod te doen voor schadeloosstelling. Ieder van de belanghebbenden kan aldus los van de positie van de eigenaar zelfstandig beslissen over de vraag of hij het aan hem gericht aanbod al dan niet wil aanvaarden. De positie van de derde be langhebbende wordt aldus in het onteigeningsproces aanmerkelijk verstevigd, vergeleken met het be staande systeem. In de nota van wijzigingen wordt deze procespositie nu in een aantal opzichten nog verduidelijkt. Daarnaast bespreekt de memorie van antwoord talrijke juridische kwesties die in het voor lopig verslag zijn aangeroerd en worden artikelsge wijs de voorgestelde wijzigingen uitvoerig behan deld. Het zou ons te ver voeren op deze zaken hier uitvoerig in te gaan. Bij de verdere behandeling van dit gewijzigde ontwerp zal wel blijken waar de ter zake deskundigen het met de Regeringsstandpunten eens zijn en waar de verschillen (nog) liggen! BI. (Advertentie) Het veelvuldig verbouwen van graangewassen leidt tot allerlei ziekten, die een zeer ongunstige weerslag hebben op de opbrengst, zowel kwantitatief, als kwalitatief. Maatregelen dringen zich dan ook op om de nadelige gevolgen zoveel mogelijk in te dijken. Het toepassen van kalkstikstof neemt hierbij een zeer voorname plaats in. WELKE ZIEKTEN KUNNEN MET KALKSTIKSTOF IN GRAANGEWASSEN BESTREDEN WORDEN? Het zijn in de eerste plaats: legervoetziekte, kafjesbruin en meeldauw. Echter ook tegen de tarwehalmdoder, steenbrand en sommige roestziekten worden gunstige resultaten bekomen. Ter illustratie geven we hieronder de resultaten van een proefveld met kalkstikstof tegen legervoetziekte bij winter tarwe. (Vervolg van pag. 19) De nieuw gebouwde hokken zijn alle modern van opzet. Op acht bedrijven heeft de opfok volledig op de batterij plaats, terwijl op drie opfokbedrijven voor een gedeelte batterijen geplaatst zijn. Er zijn thans nog 7 bedrijven waar de opfok op roosters plaats vindt. In het afgelopen jaar zijn ook twee natuurlijk geven tileerde batterijhokken voor de opfok in gebruik ge nomen. De eerste indrukken zijn tot nu toe zeer gun stig. Bij deze hokken is een regelbare open nok aan gebracht, met een 50 cm hoog g>rdijn langs de beide zijkanten. Tegen het regelbare gordijn is een venti- lati'eklep aangebracht, die afhankelijk van de leeftijd van de kuikens eveneens regelbaar is. Voor dit nieuwe opfoksysteem worden alleen trapkooien gebruikt. Mede door de vrij constante lichtsterkte in deze hok ken zijn de afgeleverde hennen rustiger. Wij zullen in de toekomst steeds meer gedwongen worden de kos ten per afgeleverde hen zo laag mogelijk te houden. Ook de bouwkosten spelen hierbij een grote rol. Het opfok-gordijnhok verdient daarom nog meer belang stelling. Het merendeel van de Zeeuwse legkippen wordt op legbatterijen gehouden. Het gevolg is dat ook de vraag naar hennen opgefokt op de batterij, toeneemt. Hoe wel het aantal opfokbatterijen sterk groeiende is, moet nog steeds een groot gedeelte van de hennen op draad- rooster worden opgefokt. Vele pluimveehouders zijn van mening, dat de overgang van de hennen minder groot als deze van opfokbatterijen naar legbatterijen gaen. Wij kunnen deze mening delen, maar dan moet wel de watervoorziening op de opfokbatterijen gelijk zijn aan die van de legbatterij. Zijn deze niet gelijk dan kunnen zich moeilijkheden voordoen. In enkele op- fokhokken wordt op het volledige draadrooster ge bruik van nippels gemaakt. Ook komen er steeds meer opfokbatterijen-bedrijven, die zowel met drinknippels als drinkgoten zijn uitgerust. Door deze extra voor ziening kunnen veel moeilijkheden worden voor komen. PLUIMVEEZIEKTEN T|OOR de hoge uitval tengevolge van Mareksever- 'lamming wordt er veel schade aan de legpluim- veehouderij toegebracht. De top in deze uitval kwam in hoofdzaak in de opfokperiode voor, maar in het laatste halfjaar is hierin een verandering opgetreden. Er zijn verschillende gevallen bekend, dat tijdens de opfok geen of vrijwel geen Marek wordt geconsta teerd, terwijl na aankomst van de hennen op het l'eg- bedrijf de uitval vrij aanzienlijk is. Het is gelukkig dat door de meeste kuikenbroeders/opfokkers de uitval tijdens de eerste maand op het legbedrijf volledig wordt aangevuld. Indien de uitval daarna hoger is dan V/2 per maand, wordt ook hiervoor nog een finan ciële regeling toegepast. Wij hopen dat over enkele maanden het probleem „Marek" tot het verleden zal behoren. De landelijke proefentingen schijnen gunstig te zijn verlopen. Indien nu ook de uitvoering van deze enting voor de pluimveehouders acceptabel is zijn wij van dit probleem verlost. Ook de indirekte schade als gevolg van de pseudo- vogelpest is voor de Zeeuwse legpluimveehouderij groot geweest. MENTALITEITSVERANDERING JVE belangstelling voor het bouwen van nieuwe pluimveehokken is sterk afgenomen. De alge mene verwachting is dat de uitbreiding in 1971 nihil zal zijn. Wanneer afgegaan wordt op de totale eier- consumptie in het E.E.G.-gebied, dan zijn er ook geen uitbreidingsmogelijkheden meer aanwezig. Helaas moet geconstateerd worden, dat in bepaalde landen binnen de E.E.G. het aantal legkippen nog steeds toe neemt. Wanneer deze uitbreiding tot stand komt door het scheppen van gunstige voorwaarden, is dit een vorm van concurrentievervalsing en omdat vraag en aanbod nu eenmaal in -evenwicht moeten zijn zullen er bedrijven verdwijnen. Dat er dan ook klappen zul len vallen, daar zijn wij allen vaa overtuigd. Het is een gelukkig feit, dat het grootste gedeelte van de Zeeuwse pluimveehouders financieel sterk staan. Op de verschillende discussie-avonden zijn deze proble men aan de orde gesteld. Het is daarbij opvallend, dat een sterke mentaliteitsverandering valt waar te nemen; het gemoedelijke van 5 a 10 jaar geleden is voorgoed verdwenen. Deze „harde mentaliteit" valt ook in Zeeland te constateren. Voor deze groep be staat er aog hoop op een betere toekomst! De particuliere verkoop van eieren neemt in Zee land nog steeds toe. Er zijn thans 33 erkende eierpak- stations ingeschreven, die de eieren geheel of gedeel telijk particulier verkopen. Hierbij is het opvallend dat de vraag naar bruine eieren zeer groot is! N bemesting 400 kg/ha kalkstikstof evenveel andere stikstof zonder stikstof relatieve opbrengst 131 100 86 Dit betekent dat de tarwe, behandeld met kalkstikstof in het voorjaar tegen legervoetziekte. ongeveer 1/3 meer graan heeft opgebracht. HOE BESTRIJDT KALKSTIKSTOF PLANTEN ZIEKTEN? De cyaanamide die ontstaat bij de omzetting van kalkstikstof in de bodem, oefent een direkte bestrijdende werking uit tegen ziekteverwekkende schimmels. Kalkstikstof oefent tevens een indirekte bestrijding uit tegen ziekten, door de regelmatige en aanhoudende werking van de cyaanamidische stikstof, door de bestrijding van onkruiden en door de bevordering van de omzetting van plantenresten waarop veelal ziektekiemen overleven. WANNEER KALKSTIKSTOF TOEPASSEN? Voor ziektebestrijding kan kalkstikstof toegepast worden op hetzelfde tijdstip als voor onkruidbestrijding en stikstofbemesting, namelijk: bij wintergranen in het voorjaar en bij zomergranen vanaf de opkomst tot in het 3- 4 bladstadium. Niet alleen kalkstikstof in poedervorm, doch ook de jn fijn gekorrelde nitraathoudende kalkstikstof (CYAN- TRAAT) mogen aangewend worden. Als de dosis sis, minder dan 300 kg/ha bedraagt of als de jef onkruidplantjes meer dan 34 blaadjes gevormd bij hebben, dan moet bij voorkeur het poedervormig m. produkt uitgestrooid worden. BESLUIT. Kalkstikstof biedt ontegensprekelijk zeer belangrijke voordelen voor de graanteelt. Een oordeelkundige toepassing van kalkstikstof op winter- en zomergranen, als regelmatig en aanhoudend werkende stikstofbron en als onkruidbestrijdingsmiddel, remt gelijktijdig, in een belangrijke mate, vele plantenziekten af

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 23